Bij de rangschikking van de stukken onder iedere persoon afzonderlijk is er naar gestreefd deze te plaatsen in de volgorde: familieaangelegenheden, financiële zaken en stukken op ambtelijk en politiek gebied
Deze geslachten zijn gerangschikt in dezelfde chronologische volgorde als de heerlijkheden, welke zij het geslacht van EGMOND hebben aangebracht. Zij zijn alle verwant aan dit geslacht behalve dat VAN BUREN
Zie Maandblad "de Ned. Leeuw" 1927 en VAN RIEMSDIJK, Tresorie en Kanselarij.
VRANCK VAN BORSELEN, ridder, was een zoon van FLORIS en OEDE VAN BERGEN. Hij was heer van Sint-Maartensdijk en Scherpenisse, Borselen en Cortgene en, door zijn huwelijk met JACOBA VAN BEIEREN, graaf van Oostervant. Borselen had hij als douariegoed gekregen van JACOBA en nadat in 1453 PHILIPS VAN BOURGONDIË hem had toegestaan er desniettemin over te beschikken, vermaakte hij de heerlijkheid aan JASPAR VAN CULEMBORG, kleinzoon van zijn zuster ALIENORA. Cortgene, dat hij in 1431 na de dood van PHILIPS VAN BORSELEN, heer van Cortgene, had gekocht, schonk hij aan zijn bastaardzoon FLORENS, nadat hij daartoe eerst van PHILIPS en daarna van KAREL DE STOUTE vergunning had gekregen. Zijn overige goederen vermaakte hij aan zijn zuster ALIENORA. Hij bekleedde verschillende hoge functies als tresorier en raad van JAN VAN BEIEREN en werd in 1425 ruwaard van Zeeland. In hetzelfde jaar werd hij door ELISABETH VAN GÖRLITZ, weduwe van JAN VAN BEIEREN, aangesteld tot ruwaard van de landen van Arkel en Voorne, haar douariegoederen. Deze goederen moest hij in 1432 in handen van PHILIPS VAN BOURGONDIË stellen en 14 dagen later werd hij, hetzij verdacht van medeplichtigheid aan vijandige bedoelingen van ELISABETH VAN GÖRLITZ, hetzij dat het geheime huwelijk
Volgens VAN RIEMSDIJK, Tresorie, bl. 347 en P. J. BLOK, Geschiedenis van het Neder -landsche Volk, I, 1923, bl. 364, had het plaats in 1432; volgens Nijhoff's Bijdragen Vad. Gesch. 3e reeks VIII, bl. 47, is er nooit een geheim huwelijk gesloten.
met JACOBA aan PHILIPS bekend was geworden, gevangen genomen. Na in 1430 voor 8 jaar aangesteld geweest te zijn tot gouverneur van Holland en Zeeland, komt hij in 1433 na de verzoening tussen PHILIPS en JACOBA voor als lid van de in 1432 door PHILIPS ingestelde Raad. Hij stichtte de kapittelkerk te Sint-Maartensdijk in 1429 en overleed in 1470, 34 jaar na JACOBA. Hij werd in de kerk te Sint-Maartensdijk bijgezetreg. no. 754
754 1431 Januari 19
Jacob, hertogin in Beyeren, gravin van Hollant enz., belooft, nu de hertog van Bourgondië als ruwaard en erfgenaam van haar landen heer Franck van Borssel, heer van Zulen en Sente Mertijnsdijck, heer Phillips, heer van Borssell en Cortekene, en Florens van Borssel, heer van Zobborch, het gouvernement van Hollant, Zeelant en Vriesslant gedurende 8 jaar heeft opgedragen, heer Franck daarin te zullen handhaven, wanneer de hertog van Bourgondië binnen die termijn iets mocht overkomen.
(in den Hage … dusent vierhondert ende dertich na den loep van onsen Hove).
Oorspr. (Inv. No. 1190). Het zegel van de oorkondster verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 138.
H. DE LANNOY, heer van Santes, was gouverneur van Holland, zoals hij in de brief genoemd wordt, van 1433-1440
reg. no. 708
708 1425 September 22.
Johan, hertog in Beyeren, zoon van Hollant enz., belooft heer Franck van Borssel 15 pond 10 schellingen, die hij schuldig is gebleven na verrekening door heer Francks vader Florens, in leven rentmneester Beoisterscelt, van zijn rekening over Mei 1421/Mei 1422, te voldoen bij de verrekening van heer Francks eerste rekening van zijn rentmeesterschap van Tholen.
Oorspr. (Inv. No. 1192). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Aan de voet de mededeling, dat de verrekening heeft plaats gehad.
reg. nos. 707 en 847
707 1425 Augustus 13
Philips, hertog van Bourgongiën, graaf van Vlaenderen, van Arthois en van Bourgongiën, palatijn, heer van Salins en Mechelen, belooft de inwoners van Hollant, Zeelant en Vrieslant, die hem hulden zullen, de schulden te betalen van Johan van Brabant en Johan van Beyeren alsmede hetgeen nog ontbreekt aan de 90000 kronen, die Johan van Brabant schuldig was aan Jacob van Gaesbeke, Hubert, heer van Culenburch, heer Florens van Borssell, heer Aernt van Leyenburch en heer Gherijt van Heemskerke.
(Denremonde).
Gevidimeerd in de brief dd. 1440 Mei 31 (Reg. No. 847).
847 1440 Mei 31.
Pieter van den Damme, abt van Onser Vrouwen klooster te Middelburch, geeft vidimus van de brief dd. 1425 Augustus 13 (Reg. No. 707).
Oorspr. (Inv. No. 1192). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 142.
reg. nos. 758 en 866
758 1431 Juli 22.
Jan Hildebrant van Ruckhoven verklaart ontvangen te hebben ten behoeve van de hertogin van Beyeren van Daniël Jansz. van Matenesse, rentmeester van het land van Voirne, een gouden krans met veel paarlen en edelstenen, die heer Francke van Borsselen, heer van Zulen en Sint Martijnsdijck, haar beloofd had, en er bij tegenwoordig te zijn geweest, dat Daniël het geld betaald heeft, waarvoor de krans verpand was.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1193). De opgedrukte zegels van Herman Palstdorp en mr. Clais van Marxem, kanunnik te Utrecht en Yvoix, in groene was, geschonden.
866 1442 Januari 8
Phillips, hertog van Bourgongiën, graaf van Hollant enz., oorkondt, dat de graaf van Oistervant aan de gouverneur van Hollant en Zeelant, de heer van Bingincourt, 400 schilden heeft betaald voor de inwoners van den Briel en zijn land van Voirne, in afkorting van de taks, die zij betalen moeten voor de sententie van de Spanjaarden.
(duysent vierhondert een ende viertich na den loip van onsen Hove).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1193). Het opgedrukte zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 713
713 1425 November 11
Elizabeth van Goirlitz, gravin in Beyeren en van Lutcemburg, gravin van Chiny, vrouwe van Voirne en Arkel, stelt heer Vranck van Borsselen, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, aan tot ruwaard van Voirne gedurende haar afwezigheid.
(den Briele op Sinte Martijns dach).
Oorspr. (inv. No. 1193). Het zegel van de oorkondster verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 134.
reg. no. 720
720 1427 Juni 14
Elisabeth van Görlitz, hertoging in Beyeren en van Lutcemborch, gravin van Chiny en vrouwe van Voern, Arkel enz., stelt heer Franck van Borsel, heer van Zulen en Sunte Mertijnsdijc, aan als ruwaard en overste kapitein over hare landen van Voern en Arkel gedurende haar verblijf in Lutcemburg.
(Briele).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met weinig geschonden zegel van de oorkondster in rode was.
reg. no. 721
721 1427 Augustus 6
Philips, hertog van Brabant enz., verlengt het vrijgeleide voor de dienaren van zijn moei Elisabeth, hertogin van Beyeren en Luccemburch, gravin van Tzini, vrouwe van Voirne en Arkel, om de stukken, die zij nodig heeft voor haar dagvaarden, e.a. naar Brabant te brengen.
(Bruessel).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 137.
reg. no. 740
740 1429 October 21
Elizabeth van Görlitz, hertogin in Beyeren en van Luccemborch, gravin van Chyni, vrouwe van Voirne en Arkel, verklaart heer Franck van Borsselen, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, ruwaard van Voirne en Arkel, wegens onkosten en het voldoen van schulden aan verschillende personen, een bepaald bedrag schuldig te zijn en belooft geen ander tot ruwaard aan te stellen, voordat dit bedrag aan hem is uitbetaald.
(Briele).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met weinig geschonden zegel met contrazegel van de oorkondster in rode was.
reg. no. 741
741 1429 October 22
Elizabeth van Görlitz, hertogin in Beyeren en van Lutcemborch, gravin van Chiny, vrouwe van Voirne en Arkel, verklaart nog schuldig te zijn aan Franck van Borssele, heer van Zulen en Sinte Martinsdijck, haar ruwaard over de landen van Voiren en Arkel, 200 rijnse guldens, door hem betaald aan Robbrecht van Assche.
(Brielle).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met zegel en contrazegel van de oorkondster in rode was.
reg. no. 742
742 1429 October 23
Elisabeth van Görlitz, hertogin in Beyeren en van Luccemborch, gravin van Chiny, vrouwe van Voern en Arkel, stelt heer Franck van Borssele, heer van Zulen en Sinte Mertijnsdijck, aan als ruwaard van hare landen van Voirn en van Arkel gedurende haar verblijf in Luccemborch tegen een wedde van 1000 Wilhelmusschilden jaarlijks.
(Briele …. opten Sonnendach na der Elfdusent Maechdendach).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met geschonden zegel en contrazegel van de oorkondster in rode was.
reg. no. 755
755 1431 Maart 7
Elysabeth von Görlitz, hertogin in Beyeren en van Lucemborg, gravin van Chiny, vrouwe van Vorn en Arkel, verklaart van heer Franck von Boursel, heer van Zulen en Sint Mertinsdijck, ruwaard van haar land van Voirren, de haar toebehorende gouden krans ontvangen te hebben, volgens de brief dienaangaande gemaakt.
(zo Noerenberg op den sybenten dach in den Meirtz des jairs voirtzienhondert und drissich naist gewoinheit des stifftz von Trier zo schrieven).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met geschonden zegel met contrazegel van de oorkondster in rode was.
reg. no. 772
772 1432 November 6
Philips, hertog van Borgoengen enz., ruwaard van Hollant enz., beveelt heer Vranck van Borssele, heer van Zuylen en van Sinte Martinsdijck, hem het land van Voirne en de andere landen van vrouwe Elisabeth van Goirlitz, hertogin in Beyeren en van Lucemborch, gravin van Chiny, uit te leveren en vanwege hem te besturen en deze in geen geval weer aan de vrouwe van Goirlitz af te staan.
(in den Hage).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. nos. 842 en 885
842 1439 November 10.
De Raad van Holland doet uitspraak tussen Elysabeth van Görlitz, hertogin in Beyeren en van Luxemborch, eiseres ener-, en heer Franck van Borssel, graaf van Oistervant, verweerder, anderzijds, over financiële tekortkomingen in verband met zijn ruwaardschap over haar landen van Arkel en Voirne en de bewaring van haar zegel en juwelen, ten gunste van Franck van Borssel.
Gevidimeerd in de brief dd. 1434 Maart 20 (Reg. No. 885).
885 1444 Maart 20.
Pieter van Damme, abt van Onser Vrouwen klooster in Middelborch, geeft vidimus van de akte dd. 1439 November 10 (Reg. No. 842).
Oorspr. (Inv. No. 1193). Het zegel van de oorkonder verloren. Met signatuur van de notaris Jacobus Willaert.
reg. no. 562
562 1404 November 10
Aelbrecht, hertog in Beieren, graaf van Hollant enz., belooft Heynric van der Woirdt, zijn houtvester van Herlemmerhout, aan wie hij in zijn laatste rekening 3597 pond 13 schellingen 11 penningen schuldig is gebleven, het bovengenoemde ambt niet te vergeven, voordat deze schuld voldaan is.
(in den Hage ….. op Sinte Martijns avondt in den winter).
Authentiek gelijktijdig afschrift (Inv. No. 1194).
reg. no. 553
553 1403 Mei 17
Aelbrecht, hertog in Beieren, graaf van Hollant enz., stelt Heynric van der Woerdt aan als houtvester van Haarlemmerhout en als opperste duinmeier van de duinen en wildernis van Noorthollant tot eerstkomende Februari over drie jaar.
(in den Hage).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Met weinig geschonden zegel van de oorkonder in groene was. Met transfix dd. 1403 Mei 27 (Reg. No. 555).
reg. no. 555
555 1403 Mei 27
Willem van Beyeren, graaf van Hollant en Oistervant, bekrachtigt de akte d.d. 1403 Mei 17 (Reg. No. 553), waardoor deze gestoken is.
(in den Hage).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 606
606 1410 September 22
Willem, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., geeft Beatrijs, weduwe van Heynric van der Woerdt, en haar twee kinderen een toelage van 100 franse kronen jaarlijks wegens hetgeen Heynric van der Woerdt hem geleend heeft uit de houtvesterij van Haerlemmerhout.
(in den Hage).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Met weinig geschonden zegel met contrazegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 673
673 1421 Januari 1
Johan, hertog in Beyeren, zoon van Hollant enz., stelt Adriaen van der Woerde aan als houtvester van de Hairlemmerhout.
(in den Hage opten heyligen jaersdach int jaer ons Heren MCCCC ende twintig na den lope van onsen Hove).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Met zeer geschonden zegel met contrazegel van de oorkonder in rode was.
N.B. Gedrukt bij v. Mieris IV, bl. 561.
reg. no. 776
776 1433 April 25
Philips, hertog van Bourgongne enz., graaf van Hollant enz., stelt vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren van Hollant, gravin van Oostervant, aan tot houtvester van Hairlemmerhout en opperste duinbewaarder van de duinen en wildernissen van Noortholland.
(Middelborch).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Met zeer geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 817
817 1437 Juli 6.
Phillips, hertog van Bourgogne enz., graaf van Hollant, ontslaat tegen de som van 150 clinkaerts de graaf van Oistervant van de verplichting rekening te doen van de houtvesterij van de Haerlemmerhout, mits hij de wedden van ’s graven dienaren aldaar betaalt.
Oorspr. (Inv. No. 1194). Met zeer geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 806a en 850
806a 1436 April 22
Phillips, hertog van Bourgongne enz., graaf van Hollant enz., stelt Franck van Borssell, graaf van Oestervant, aan tot houtvester van de Haerlemmerhout en opperste duinbewaarder van de duinen en wildernissen van Noirthollant.
(in onsen Hove van den Hage).
Gevidimeerd in de akte dd. 1440 Juni 30 (Reg. No. 850).
850 1440 Juni 30.
Burgemeesters, schepenen en raden van de stad van den Bryelle geven vidimus van de akte dd. 1436 April 22 (Reg. No. 806a).
Oorspr. (Inv. No. 1194). Het zegel ten zaken van de stad verloren.
reg. no. 863
863 1441 October 12.
Pieter Tielman Ooms dochter, weduwe van Adriaen van Heemskerke en van der Woirdt, verklaart, dat de graaf van Oestervant alle vorderingen voldaan heeft, welke haar man nog had ten laste van de houtvesterij van Hollant volgens de brief, die hertog Aelbrecht van Beyeren in het jaar 1404 aan haar schoonvader gegeven heeft.
Oorspr. (Inv. No. 1194). Het zegel van Godscalc Oom, heer van Wingaarden, broeder van de oorkondster, verloren.
reg. nos. 952 en 976
952 1456 Februari 15
Phillips, hertog van Bourgoingen enz., graaf van Hollant enz., schenkt heer Vranck van Borsselen, graaf van Oestervant, aan wie hij voor het leven de houtvesterij van Hollant, waaronder ook de grashuur behoort, gegeven heeft, als schadevergoeding voor de verkoop van 40 morgen veenland, 10 morgen veenland tussen de Nieuwe weg en de Stockweg in de Zilke, die hij na 3 jaar 20 jaar lang mag exploiteren door delving, waarna de grond terug zal komen aan de grafelijkheid.
(in onsen Hove in den Hage …. duysent vierhondert vijf ende vijftich).
Geïnsereerd in de brief dd. 1460 April 20 (Reg. No. 976).
976 1460 April 20.
Phillips, hertog van Bourgoingnen enz., graaf van Hollant, Zeelant enz., oorkondt, dat hij ingevolge de akte dd. 1456 Februari 5 (Reg. No. 952), hierin geïnsereerd, ten behoeve van de graaf van Oestervant 10 morgen veenland in het geheel heeft doen uitmeten in de ambachten Noirtigerhout, Lis, Heemstede en Hillegom.
Oorspr. (Inv. No. 1195). Het zegel van de oorkonder zeer geschonden en losgeraakt.
reg. no. 901
901 1445 December 1
Phillips, hertog van Bourgoengne enz., graaf van Hollant enz., stelt heer Vranck van Borssel, graaf van Oistervant, aan tot kastelein voor het leven van het slot Teylingen, welk kasteleinschap heer Gerijt van Poelgeest teruggegeven heeft in ruil voor dat van Schoonhoven.
(op onsen Hove in den Hage).
Oorspr. (Inv. No. 1196). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 774
774 1433 April 12.
Phelips, hertog van Bourgoengen enz., geeft Jacob, hertogin in Beyeren, vrijheid om te huwen, wie zij wil, mits het geen vijand van hem of zijn land is of geweest is, waarmede dus het desbetreffende artikel in de zoen van Delft is opgeheven.
Oorspr. (Inv. No. 1197). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 777
zie inv nr 323.
777 1433 April 25.
Roeland van Huutkerke, heer van Hestert en Heemsrode, ridder, raad en kamerling van de hertog van Bourgoengnen, ontslaat ingevolge het verdrag, tussen de hertog en vrouwe Jacob, hertogin in Beyeren van Hollant, aangegaan, de inwoners van Nyborch, Outdorp, Graft, Coedijck, Oosterlec, Sinte Pancraes, Schermer en Urssen van hun hulde en trouw aan de hertog en beveelt hun hulde te doen aan vrouwe Jacob.
Oorspr. (Inv. No. 1198). Met zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. In dorso: "Brief van der Nyenburch".
reg. nos. 569 en 790
569 1406 Juli 9
Charles, koning van France, geeft zijn voorwaarden voor het huwelijk van zijn zoon Jehan, hertog van Touraine, met Jaques de Bavière.
(à Paris).
Gevidimeerd in de brief dd. 1434 November 11 (Reg. no. 790).
790 1434 November 11.
Allars, abt van de Augustijner abdij Saint Jehan te Valenchiennes, geeft vidimus van de akte dd. 1406 Juli 9 (Reg. No. 569).
Oorspr. (Inv. No. 1199). Het zegel van de oorkonder verloren.
ALIENORA VAN BORSELEN, dochter van heer FLORENS en OEDE VAN BERGEN, huwde 1e heer JAN VAN BUREN, overl. 1452, zoon van GIJSBERT, heer van Beusichem en Beesd, en CATHARINA VAN LOON-HEINSBERG, en 2e GIJSBERT, heer van Nyenrode, zoon van JOHAN EN YDA VAN BYLAND. Zij erfde de goederen van haar broeder VRANK en werd daarmede in 1471 beleend. Het grootste deel van deze goederen schonk zij aan haar achterkleinzoon FLORIS VAN EGMOND, hetgeen een proces tengevolge had tegen zijn moeders broeder, JASPAR VAN CULEMBORG. JASPAR en ALEID VAN CULEMBORG waren de kinderen uit het huwelijk van ALIENORA'S dochter ELISABETH VAN BUREN en GERARD VAN CULEMBORG. ALIENORA overleed in 1485, GIJSBRECHT VAN NYENRODE in 1476
Deze twee charters zaten getransfigeerd, maar zijn losgeraakt
reg. no. 1102
1102 1471 October 7.
Karel, hertog van Bourgoingnen, graaf van Hollant, Zeelant enz., bekrachtigt de akte van dezelfde datum (Reg. No. 1103), waardoor deze gestoken was.
Oorspr. (Inv. No. 1200). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 1103
1103 1471 October 8
Hugo van Ruyven, notaris, instrumenteert, dat Ghijsbertus van Nyenrode, heer van Zuylen en Agger Sancti Martini, en vrouwe Alienora van Borssalia, zijn vrouw, een mutueel testament hebben gemaakt.
(in Haga Comitis in orto cuiusdam domus seu hospitii pertinentis coniugibus sepedictis).
Oorspr. (Inv. No. 1200). Met signaturen van de notarissen Hugo van Ruyven en Martinus Arnoldusz. Vleeschhouwer (Carnifex) en de zegels van Alienora van Borselen en Gerardus van Assendelf, geschonden zegels van Ghijsbertus en Johannes van Nyenrode en Arnoldus en Hugo van Zweten, alle in rode was. Met transfix dd. 1471 October 7 (sic) (Reg. No. 1103), dat losgeraakt is.
Gedrukt in Kronijk Hist. Gen. U. 1855, bl. 35
reg. no. 1132
1132 1474 April 5.
Jan van Nyenrode verklaart schuldig te zijn aan Ghijsbrecht van Nyenroede, heer van Zulen en Sinte Mertijnsdijc, 90 rijnse guldens 20 stuivers.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1202). Met weinig geschonden opgedrukt signet van de oorkonder in rode was.
reg. no. 966
966 1458 December 12
David van Bourgoengiën, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat Gijsbert van Nyenrode, baljuw van Goyelant enz., aan Rijcwijn van Poelwijck, Willam Jansz. van Loenresloet, Vranck Petersz., Jan van der Meern, Gerit Jan Gijsbertsz., Jacob Henricksz. en Gerit Geritsz. tot wederopzeggens toe volmacht gegeven heeft tot het innen van zijn vorderingen en renten.
(in onze stat van Wijck).
Oorspr. (Inv. No. 1203). Het zegel van de oorkonder verloren.
DANIËL VAN BOUCHOUT, heer van Boelaer en Beverweerd, was een zoon van JOHAN EN JOHANNA VAN VIANEN, vrouwe van Beverweerd en Odijk
reg. no. 1364
1364 1495 Februari 23
Lodewijk van Leefdael verklaart voldaan te zijn door jonker Daneel van Bouchout, heer van Boelaer enz., van alle schuldbrieven, die hij van jonker Daneel of wijlen diens vader mag hebben, behalve van brieven betreffende tienend, leen of eigen goed, de koopbrief van de goederen te Popendonck, enige nader omschreven schuldbekentenissen en alle obligaties, die Daneels moeder, Janna van Vyanen van Boechout en Beverweerd, hem, Lodewijk, gegeven mag hebben.
(op Sunte Mathijs' avont apostel).
Oorspr. (Inv. No. 1204). Met handtekening van de oorkonder, die zijn zegel niet bij zich had.
reg. no. 420
420 1384 October 14.
Simons, abt, en convent van Notre Dame te Valoyres en Hue de Chastillon, heer van Dampierre en Rollaincourt, meester van de boogschutters van France, en zijn vrouw Agnez de Séchelles, vrouwe van Poix, oorkonden, dat laatstgenoemden een kapel in de kloosterkerk hebben aangewezen, waar zij begraven willen worden en de abdij inkomsten hebben toegewezen voor het opdragen van bepaalde missen op bepaalde dagen voor hun zieleheil.
Oorspr. (Inv. No. 1205). Met het zegel van de abt, geschonden zegels van het convent en Agnez de Séchelles in groene was; dat van Hue de Chastillon verloren.
reg. no. 424
424 1385 Mei 2.
Gerardus, abt van Cistercium, en de andere diffinitores en het generaal-kapittel ratificeren de akte dd. 1384 October 14 (Reg. No. 420) en maken Hugo de Castellione, heer van Donapetra en Rolencuria, meester van de boogschutters van Francia, en zijn vrouw, Agnes de Sechellez, vrouwe van Poiz, deelgenoot in hun goede werken.
Oorspr. (Inv. No. 1205). Met het abtszegel in bruine was.
reg. no. 440
440 1387 October 14.
Jaques, abt van de abdij van Saint Silvin te Auchi bij Hesdin van de Benedictijner orde, en het convent oorkonden, dat vrouwe Agnes de Sécelles, weduwe van Hue de Chastillon, heer van Dampierre en Rollaincourt, meester van de boogschutters van France, een jaarlijkse rente in graan aan het klooster heeft geschonken voor pitancie en voor het verrichten van diensten voor het zieleheil van haar man en van haarzelve.
Oorspr. (Inv. No. 1206). Met geschonden zegels van de abt en het convent in bruine was.
JEHANNE DE LA RIVIÈRE was de vrouw van JACQUES DE CHÂTILLON, zoon van HUE en AGNES DE SÉCHELLES
reg. no. 876
876 1443 Januari 1.
Prior en convent van het klooster Notre Dame des Prez bij Monsteroeul van de orde der Karthuizers, geven vrouwe Jehanne de la Rivière, vrouwe van Dampierre, Rollancourt, Beauval, Zézennecourt en Dyerre, toestemming een prebende te stichten voor een Karthuizer, die voor het zieleheil van haar gestorven familieleden en haarzelve de gebruikelijke dienst zal verrichten in een daartoe aangewezen kapel bij het koor, waarin zij een beeld van Sint Nicolaas of een andere heilige mag laten plaatsen en schilderen als ook eenvoudige afbeeldingen van wijlen haar man en haar met hun wapens, voor welke prebende zij 720 francs schenkt om daarvoor een rente te kopen.
a) Oorspr. (Inv. No. 1207). Met het zegel van het generaal kapittel van de orde in papier genaaid; dat van het klooster verloren.
b) Dubbel (Inv. No. 1207). Met geschonden zegel van het klooster in groene was.
N.B. Op de plique van het eerste exemplaar de ratificatie door de diffinitores van het generaal kapittel dd. 1444 Mei 12.
reg. no. 876
WALERAN DE CHÂTILLON, heer van Dampierre, Rollencourt en Beauval, was een zoon van JACQUES en JEHANNE DE LA RIVIÈRE. Hij huwde in 1449 JEHANNE DE SAVEUSES en was dood in 1474
reg. nos. 3 en 4
3 1227 November 11.
Gregorius, paus, beveelt de bisschop van Morini het verzoek van heer Rogerus van Dors, ridder, om een eigen kapelaan te mogen hebben in zijn kapel te Rolleincort, toe te staan.
Geïnsereerd in de brief dd. 1228 April 1 (Reg. No. 4).
4 1228 April 1.
Adam, bisschop van Morini, gezien de brief dd. 1227 November 11 (Reg. No. 3), hierin geïnsereerd, vergunt heer Rogerus van Dors, met instemming van B., abt van het convent van S. Johannes te Morini en pastoor van de parochiekerk te Rollencort, van het convent en van de vicaris van de genoemde kerk, een eigen kapelaan te hebben in zijn kapel aldaar, tot wiens onderhoud heer Rogerus met goedvinden van zijn oudste zoon, Balduinus, een aantal goederen schenkt.
Oorspr. (Inv. No. 1208). De zegels van de oorkonder, de abt, het convent en de vicaris verloren.
reg. no. 1108
1108 1472 Maart 12
Waleran de Chastillon, ridder, heer van Dampierre, Rollaincourt en Beauval, en zijn vrouw, Jehenne de Saveuses, bevestigen de schenking van inkomsten, gedaan door Rogier Dours, ridder, heer van Rollaincourt, in het jaar 1228 ten behoeve van de kapelaan van de slotkapel, en schenken er nog een rente, groot 12 pond jaarlijks, bij met omschrijving, hoe zij gebruikt moeten worden voor plechtigheden zowel in de slotkapel als in de parochiekerk.
(en notre chastel dudit Rollancourt … l'an mil CCCC soixante et unze).
Oorspr. (Inv. No. 1208). Met geschonden zegels van de oorkonders in rode was.
reg. no. 1328
1328 1492 December 2.
Meier en schepenen van Hesdin oorkonden, dat mr. Hugues Le Boin, priester, als gemachtigde van mr. Nicolas De Bruay, kanunnik van Terevane, pastoor van de parochiekerk te Hesdin, en Jehan Le Borgne en Jehan Faulcon, kerkmeesters, hebben verklaard, dat zij voor het geld, hun gegeven door vrouwe Jehane de Saveuses, vrouwe van Dampierre en Rollancourt, om er een rente, groot 63 pond voor te kopen, de door haar verlangde plechtigheden in de kerk te Hesdin zullen laten verrichten.
Oorspr. (Inv. No. 1209). Het zegel ten zaken van Hesdin verloren.
reg. no. 1412
1412 1502 Juni 10.
Meier en schepenen van Hesdin oorkonden, dat Thomas Roussel aan vrouwe Jehenne de Saveuses, vrouwe van Dampierre en Rolancourt, een rente, groot 10 stuivers 3 penningen jaarlijks, heeft verkocht, gevestigd op land in Saint Quentin.
Oorspr. (Inv. No. 1210).
reg. no. 1414
1414 1502 Juni 22.
Meier en schepenen van Hesdin oorkonden, dat Baugeis Ducloy aan vrouwe Jehenne de Saveuses, vrouwe van Dampierre en Rolencourt, verkocht heeft een stuk weiland bij Hesdin en een rente, groot 6 stuivers jaarlijks, uit een stuk land te Pompry.
Oorspr. (Inv. No. 1210).
reg. no. 1422
1422 1503 Juli 4.
Meier en schepenen van Hesdin oorkonden, dat vrouwe Jehenne de Saveuses, weduwe van Waleran de Chastillon, heer van Dampierre en Rolaincourt, aan de door haar in de parochiekerk te Rolaincourt gestichte cantuarie een aantal stukken land en renten schenkt.
Oorspr. (Inv. No. 1210).
reg. no. 1275
1275 1486 Januari 19
Jehan Lescot, raad des konings in de prévôté Doullens, baljuw in de heerlijkheid Beauval voor Jehan de Soissons, heer van Dommarc en Bernaville, en zijn vrouw Barbe de Chastillon, vrouwe van Beauval, oorkondt, dat Jehenne de Saveuses, vrouwe van Dampierre en Rollancourt, aan Anthoine de Pecart heeft overgedragen de goederen, die Jacquet Thierry in pacht had van Beauval, waarvan Anthoine 15 stuivers jaarlijks zal betalen aan de kerken van Beauval en Gésannecourt voor de obiits, daarin gesticht door wijlen Jehenne de la Rivière, weduwe van Jacques de Chastillon, heer van Dampierre, Rollencourt en Beauval, ingevolge diens testament, welke stichtingen tot nog toe geen vaste inkomsten hadden.
(mil IIIIc IIIIxx et cincq).
Oorspr. (Inv. No. 1211). Met zegel van het baljuwschap van Beauval in rode was, het zegel ten zaken van schepenen van Beauval verloren.
reg. no. 1395
1395 1500 Mei 15.
Jehan Legris, stadhouder van de baljuw van Beauval voor Jehan de Soissons, ridder, heer van Dompmart, Bernaville, Proeures en Maroeul, en zijn vrouw Barbe de Chastillon, vrouwe van Beauval, oorkondt, dat Arnoul Pochon, kapitein van Beauval, aan vrouwe Jehenne de saveuses, weduwe van Walram de Chastillon, in leven heer van Dampierre, Rollancourt en Beauval, een rente, groot 10 stuivers jaarlijks heeft verkocht, gevestigd op een stuk weiland te Beauval, dat hij in pacht heeft van Beauval, welke rente gebruikt zal worden ten bate van een jaarlijks obiit, te stichten in de parochiekerk te Beauval.
Oorspr. (Inv. No. 1211). Het zegel ter zaken van Beauval verloren.
In dit aanhangsel zijn ten eerste opgenomen stukken betreffende geestelijke stichtingen, waarvan de goederen door de heer zijn geconfisqueerd bij de Hervorming. Ten tweede stukken, afkomstig van CORNELIS VAN BERGEN, zwager van FLORIS VAN EGMOND, ten derde stukken, bestemd voor leden van het geslacht VAN BORSELEN, die niet behoren tot de tak Sint-Maartensdijk, en ten slotte stukken, waarvan het verband met het archief der EGMONDS niet blijkt
Bij de splitsing tussen deze stukken, die eerst bij de Hervorming in het archief zijn gekomen, ener-, en die, vermeld onder de hoofden : Bemoeienis met geestelijke stichtingen en Stukken, verband houdende met collatierechten, die daarin van ouds berustten, anderzijds, heb ik mij gehouden aan de 17e eeuwse inventaris en hier opgenomen de stukken, die daarin onder het hoofdstuk Geestelijke goederen waren geplaatst, zonder dat zij goederen betroffen
reg. no. 289
289 1359 September 14
Arnoldus Slaper, pastoor van de parochiekerk in Yselsteyn, geeft zijn toestemming tot de stichting van 6 kapellanieën in die kerk door heer Arnoldus van Yselsteyn.
(ipso die Extalcionis (sic) Sancte Crucis).
Oorspr. (Inv. No. 1212). Met zeer geschonden zegel van de oorkonder in bruine was.
reg. no. 290
290 1359 September 21
Arnoldus, heer van Yselsteyn, sticht in de kerk aldaar met toestemming van de rector Arnoldus, 6 kapelanieën voor 6 priesters, die persoonlijk moeten resideren en waarover hij het collatierecht zal hebben, en begiftigt ze met een aantal goederen en inkomsten tot het houden van memories voor hem, zijn vrouw en zijn kinderen, voor welke stichting hij de bevestiging vraagt van Johannes, bisschop van Trajectum.
(ipso die Beati Mathei apostoli et ewangeliste).
Oorspr. (Inv. No. 1212). Met zegel met contrazegel van de oorkonder in bruine was. Met transfix dd. 1359 September 21 (Reg. No. 291).
reg. no. 291
291 1359 September 21
Johannes, bisschop van Trajectum, bevestigt de brief dd. 1359 September 21 (Reg. No. 290), waardoor deze gestoken is.
(ipso die Beati Mathei apostoli et ewangeliste).
a) Oorspr. (Inv. No. 1212). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
b) Gelijktijdig afschrift op perkament (Inv. No. 908).
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, bl. 76.
reg. no. 371
reg. no. 391
391 1376 November 14.
Lambertus Friso, kanunnik van Sint Salvator te Trajectum, vicaris-generaal en procurator van heer Ademarus de Rupe, proost en aartsdiaken dier kerk, confirmeert de stichting van 7 kapelanieën in de kerk van Yselsteyn door wijlen Arnoldus, heer van Yselsteyn en Egmonda, en zijn dochter vrouwe Guyota alsmede de institutie van 7 kapelaans; hij incorporeert de geschonken goedereen, en staat toe, dat bij vacatures de kapelaans zelf nieuwe mogen installeren op voordracht van de stichters en hun opvolgers en gekleed zullen gaan als andere kanunniken in Trajectum.
a) Oorspr. (Inv. No. 1212). Het zegel van de oorkonder verloren.
b) Uittreksel op perkament (Inv. No. 910). Onderaan het blad de aantekening betreffende de oorspronkelijke brief: "… quam litteram dominus decanus ecclesie predicte ex parte et ad usum dictorum capellanorum habet in custodia in quadam pixide cum superscriptione: Privilegia capituli de Yselstein etc."
reg. no. 390
390 1376 November 13
Aernd, heer van Egmont en Yselsteyn, beslist naar aanleiding van onenigheden tussen de erfgenamen en de opvolger van gestorven kapelaans te Yselsteyn, dat voortaan het jaar van gratie gerekend zal worden in te gaan op Sint Maarten in de winter.
(op Sinte Briccius' dach).
Oorspr. (Inv. No. 1213). Met zeer geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
reg. no. 487
487 1396 Februari 7
Paus Bonifacius IX, gezien het verzoek van Arnoldus van Yselsteyn en Egmonda, en van de rector en het collegium, door zijn voorouders in de parochiekerk te Yselsteyn gesteld, inhoudende, dat de heren van Yselsteyn, sinds lang er op bedacht de kerk tot een collegiale te doen verheffen, er 7 vicarieën in gesticht hebben onder hun patronaatsrecht en met goederen begiftigd en de verzoekers thans Robertus Helye, cureit, die los van rector en collegium (separatim ab ipsis) de cure van de kerk verzorgde, uitgekocht hebben met een jaarlijkse uitkering, waarom zij thans vragen de naam van parochiale en vicariale kerk te niet te doen en haar met de vicarieën en haar inkomsten tot een collegiale te verheffen, waarin 7 kanonikaatsprebenden voor 7 seculiere personen, die het kapittel zullen vormen en waarvan er een door henzelve tot deken gekozen zal worden, die de cure over de kannuniken en de parochianen zal hebben, gelast de bisschop van Leodium een onderzoek in te stellen en bij gunstig resultaat aan het verzoek te voldoen.
(Rome apud Sanctum Petrum VII Idus Februarii pontificatus nostri anno septimo).
a) Oorspr. (Inv. No. 1214). Het zegel van de paus verloren.
b) Getransumeerd in de brief dd. 1396 Juli 21 (Reg. No. 490).
c) Getransumeerd in de brief dd. 1475 Juli 1 (Reg. No. 1150).
reg. nos. 487, 489 en 490
489 1396 Mei 24.
Johannes, elect van Leodium, draagt aan zijn officiaal, mr. Johannes van Ophayn, op, om de brief van Bonifacius IX dd. 1396 Februari 7, hem getoond door heer Everhardus van Dorschem, priester, rector van de parochiekerk van Nederhorst, ten uitvoer te brengen.
Getransumeerd in de brief dd. 1475 Juli 1 (Reg. No. 1150).
490 1396 Juli 2
Volpardus Walterusz. van Opalme, notaris, instrumenteert, dat Johannes van Ophen, officiaal van Leodium, hiertoe gesubdelegeerd door Johannes, elect aldaar, uitvoering heeft gegeven aan de brief van paus Bonifacius IX dd. 1396 Februari 7 (Reg. No. 487), hierin opgenomen.
(Leodii in domo claustrali nostre inhabitationis sita in claustro ecclesie Sancti Petri Leodiensis).
a) Oorspr. (Inv. No. 1214). Met geschonden officialaatszegell in rode was.
b) Oorspr. (Inv. No. 911). Het officialaatszegel verloren.
c) Getransumeerd in de brief dd. 1475 Juli 1 (Reg. No. 1150).
N.B. In dorso: "Processus seu executoria privilegii nostri".
reg. nos. 487 en 1150
1150 1475 Juli 1
Wilhelmus Buer Wilhelmusz. en Henricus Symonsz. Keggen, notarissen, geven op verzoek van de officiaal ten Dom te Trajectum transumpt van de brieven van paus Bonifacius IX dd. 1396 Februari 7 (Reg. No. 487) en van Johannes, elect van Leodium, dd. 1396 Mei 24 (Reg. No. 489) en van de notariële akte dd. 1396 Juli 21 (Reg. No. 490), aan hem overgelegd door Jacobus Albertusz., priester, procurator van het kapittel van de kerk te Yselsteyn.
(Trajecti).
Oorspr. (Inv. No. 1214). Met signaturen van de notarissen, het officialaatszegel verloren.
reg. no. 914
914 1448 December 9.
Wilhelmus, broeder van Egmonda, heer van de baronie Yselsteyn, sticht een 8e kanunniksprebende in de kerk aldaar op het altaar van de H. Anthonius voor zijn zieleheil, dat van zijn broeder Johannes, heer van Egmonda, en dat van zijn ouders, behoudt zich het recht tot presentatie voor, begiftigt haar met land en vraagt de bevestiging van Rodolphus, bisschop van Trajectum.
Oorspr. (Inv. No. 1215). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. Met transfix dd. 1448 December 23 (Reg. No. 915).
reg. no. 915
915 1448 December 23.
Gerardus de Rander, kanunnik en vicaris-generaal van de bisschop van Trajectum, confirmeert de stichting, vermeld in de brief dd. 1448 December 9 (Reg. No. 914), waardoor deze gestoken is.
Oorspr. (Inv. No. 1215). Het officialaatszegel verloren.
reg. no. 1481
1481 1510 November 8.
De officiaal van de koorbisschop van Trajectum institueert Henricus Henricusz., priester, kanunnik van de kerk van Yselsteyn, na presentatie door het kapittel aldaar, in de vicarie van de Heilige Pancratius in de kerk van de Heilige Nicolaus in Benscip, vacerende door de dood van heer Wilhelmus Arnoldusz., kanunnik van de kerk van Yselsteyn.
Oorspr. (Inv. 1216). Met geschonden zegel met contra-zegel van de oorkonder in groene was.
reg. no. 723
723 1428 Juni 23
Vranck van Borsselen, heer van Suilen en Sinte Mertinsdijck, sticht ter nagedachtenis van zijn vader en ter nakoming van diens laatste wil een kapittel, bestaande uit een deken en 10 kanunniken, in de parochiekerk van Sint Mertinsdijck en schenkt daaraan de goederen en inkomsten van de kerk, de vicarieën in de kerk en de kapel bij de kerk, de inkomsten van de kerk te Scarpenisse en van de daarin gelegen Sinte-Catherinenkapelrie en van de kerk te Gapinge met toestemming van deken en kapittel van de Oude Munster te Utrecht als medecollators van de kerken te Sinte Mertinsdijck en Scarpenisse en van Henric Noem, Arent Vos en Pieter Jacobsz, pastoors der voornoemde kerken en van de kapelaans der vicarieën, voorts een rente, groot 100 nobels jaarlijks, uit zijn inkomsten van de parochie Sinte Mertinsdijck, totdat hiervoor de opbrengst uit andere landen zal zijn aangewezen, en vraagt bevestiging aan de bisschop van Utrecht.
(op Sinte Jans avont Baptistes te midsomer vierentwintich dagen in Junio).
a) Oorspr. (Inv. No. 1218). Met zegel van de oorkonder in groene was. Met transfix dd. 1429 Maart 1 (Reg. No. 731).
b) Afschr. in Inv. No. 499.
reg. no. 731
731 1429 Maart 1.
Swederus, bisschop van Trajectum, verheft op verzoek van Franco van Borsalia, vermeld in de brief dd. 1428 Juni 23 (Reg. No. 723), waardoor deze gestoken is, de kerk van Sente Mertijnsdijck tot een kapittelkerk en incorporeert de kerken en kapellen daarin genoemd.
a) Oorspr. (Inv. No. 1218). Met weinig geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
b) Afschr. in Inv. No. 499.
reg. no. 732
732 1429 April 30.
Deken en kapittel van Sint Salvator te Trajectum geven toestemming tot de stichting van een kapittel en de vereniging en incorporatie van de kerken te Sinte Mertijnsdijc en Scerpenisse, vermeld in de brief dd. 1429 Maart 1 (Reg. No. 731), behoudens hun rechten op de tienden aldaar.
Oorspr. (Inv. No. 1218). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 733
733 1429 Mei 1.
Swederus, bisschop van Trajectum, beveelt Petrus van Craken, deken van de Mariakerk te Briele, de door heer Franco van Borsalia, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, voor 1 October e.k. aan te wijzen personen te installeren als deken en kanunniken van de kerk te Sinte Martijnsdijck, hun plaats in het koor en het kapittel aan te wijzen en hen de bisschoppelijke goedkeuring van hun installatie en statuten te doen vragen.
Oorspr. (Inv. No. 1218). Met weinig geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 736
736 1429 September 28
Johannis de Dorlo, notaris, instrumenteert, dat Petrus van Craken, deken van de St. Katherinakerk te Briele, met toestemming van Swederus, bisschop van Trajectum, tot deken en kapittel van de St. Martinus te Sinte Martijnsdijc heeft geïnstalleerd de door heer Franko van Borssalia, ridder, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, aangewezen personen nl. Laurentius Johannisz., als deken en als kanunniken Hugo Johannisz., Wolterus van Boechout, Arnoldus Vos, Petrus Jacobusz., Alardus Nicholausz., Jacobus van Boemel, Johannis Henricusz., Henricus Mathiasz., Martinus Wilhelmusz. en Jacobus Jacobusz.
(in choro ecclesiae Sancti Martini in Sinte Martijnsdijc).
Oorspr. (Inv. No. 1218). Met signatuur van de notaris.
reg. no. 967
967 1459 Maart 12.
Everardus Zoudenbalch, kanunnik te Traiectum, nuntius en ontvanger van de apostolische stoel aldaar, verklaart van deken en kapittel van Sint Martinus te Sinte Martensdijck 9 rijnse guldens ontvangen te hebben, die zij jaarlijks schuldig zijn wegens de incorporatie van de kerken te Gapyngen en Scherpenisse en de oprichting van de Sint Martinus als kapittelkerk.
Oorspr. (Inv. No. 1218). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 795
795 1435 Mei 25.
Franck van Borssel, graaf van Oistervant, heer van Zuytbevelant, Voirne en Zuylen, uitspraak doende in het geschil tussen deken en kapittel van de Sint Mairtinskerk in Sinte Maertensdijck ener-, en Pieter Jacopsz., kanunnik in den Hage anderzijds, betreffende de renten en de kerk van Gapynge, beveelt deken en kapittel aan Pieter Jacopsz. over de verschenen jaren 60 philippusschilden jaarlijks te betalen en voor het vervolg naar zijn keuze 60 philippusschilden of alle inkomsten van de kerk te Gapynge onder voorbehoud, dat de kerk geïncorporeerd blijft bij deken en kapittel van Sint Maartensdijk.
Oorspr. (Inv. No. 1219). Met resten van het zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. In dorso: "Arbitrium domini comitis de Oistervant inter capitulum de Sinte Mertijnsdijc et dominum Petrum de Gapinge", en met latere hand: "Super differencia collationis dicte ecclesie de Gapinge inter eos pendente pronunc capitulo predicto incorporate."
reg. no. 824
824 1438 Januari 26
Bertoldus Nycholausz., notaris, instrumenteert, dat mr. Egidius van Wissenkerke en mr. Petrus van Bioestenzween alias van Rinesse, rechtsgeleerden, als arbiters uitspraak doende in het geschil tussen Petrus, zoon van Wisso, deken van St. Martinus te Sente Martijnsdijc ener-, en Petrus Jacobusz. van Gapinghen, kanunnik van hetzelfde college anderzijds, bevelen, dat de laatste over zijn toestemming tot incorporatie van de kerk van Gapinghen in die van St. Martijnsdijc brieven moet geven, bezegeld door hem en zijn neef Heymannus Balduwinusz. van Delft, voorts, dat deken en kapittel Petrus Jacobusz. tot procurator van de kerk van Gapinghen gedurende zijn leven moeten benoemen en hem de inkomsten uit de goederen dezer kerk moeten geven in plaats van zijn kanunniksprebende, en dat Petrus Jacobusz. de kerk door een goed priester zal laten bedienen.
(Hagae Comitis in domo ibidem habitationis domini Petri Jacobi dicti indictione prima).
Oorspr. (Inv. No. 1219). Met signatuur van de notaris.
reg. no. 825
825 1438 Januari 26.
Pieter Jacobsz. geheten van Gapingen, priester, kanunnik in den Hage en in Sinte Mertijnsdijck, erkent, dat hij de incorporatie van de kerk van Gapingen in het kapittel van Sinte Mertijnsdijck heeft goed gevonden, doet in handen van de graaf van Oistervant ten behoeve van de stichting van het kapittel afstand van zijn aanspraken op de kerk en belooft het kapittel, dat hem tot procurator heeft benoemd, de kerk door een goed priester te doen besturen en bedienen.
Oorspr. (Inv. No. 1219). De zegels van de oorkonder en van zijn neef Heyman Boudijnsz. verloren.
reg. no. 752
752 1430 September 13.
Vranck van Borselen, heer van Zulen en Sinte Mertijnsdijck, vergunt aan deken en kapittel van Sinte Mertijnsdijck in rechtszaken een voogd te kiezen.
Oorspr. (Inv. No. 1220). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
reg. no. 801
801 1435 Augustus 25.
Franck van Borsselen, graaf van Oistervant, heer van Zuytbevelant, Voirne, Zuylen, Hoochstraten en Sint-Martinsdijck, geeft het door hem gestichte kapittel in de Sint-Martijnskerk te Sinte-Martinsdijck verschillende regels en statuten en stelt het vrij van accijzen, bede, schot en heervaart.
a) Oorspr. (Inv. No. 1221). Het zegel van de oorkonder ontbreekt.
b) Authentiek afschrift op perkament (Inv. No. 500).
c) Afschrift in Inv. No. 499.
N.B. In dorso van het afschrift onder b: "Copia declarationis exemptionis".
reg. no. 757
757 1431 Juli 16
Jacob, hertogin in Beyeren, gravin van Hollant, Zeelant enz., bevestigt de stichting van het kapittel te Sinte Mertijnsdijck door heer Vranck van Borssel, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, en schenkt het vrijstelling van heervaart, schot en bede voor ten hoogste 300 gemeten land.
(Middelburch).
a) Oorspr. (Inv. No. 1222). Met weinig geschonden zegel en contrazegel van de oorkondster in rode was.
b) Opgenomen in de brief dd. 1436 April 20 (Reg. No. 806).
reg. nos. 757 en 806
806 1436 April 20
Philips, hertog van Bourgongne, graaf van Hollant enz., bekrachtigt de akte dd. 1431 Juli 16 (Reg. No. 757), hierin opgenomen, en draagt deken en kapittel van de kerk te Sinte Maertinsdijc op jaarlijks op de 31ste Juli, zijn verjaardag, een zingende mis te celebreren ter ere van de H. Geest, en later een mis van Requiem op zijn sterfdag.
(in onsen Hove van den Hage).
a) Oorspr. (Inv. No. 1222). Met resten van het zegel van de oorkonder in rode was.
b) Gevidimeerd in de akte dd. 1437 April 6 (Reg. No. 816).
reg. nos. 757, 806, 816
816 1437 April 6
Nicolaus, abt van de abdij der Heilige Maria te Middelburg, geeft vidimus van de akte dd. 1436 April 20 (Reg. No. 806) op verzoek van Walterus van Boichout, kanunnik van St Martinus te Sinte Martijnsdijck.
(in Middelburgho in dicto monasterio Beate Marie …. millesimo quadringentesimo tricesimo sexto).
Oorspr. (Inv. No. 1222). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. nos. 954
954 1456 Mei 23
Calistus, paus, bevestigt de bekrachtiging van de oprichting van het kapittel van de St. Martinuskerk te Sinte Mertijnsdijck, gegeven door Swederus, bisschop van Utrecht, op verzoek van Francko van Borssalia, graaf van Oestervandt, heer van Columpna en Sinte Mertijnsdijck, en schenkt dit het recht van exemptie.
(Rome apud Sanctum Petrum …. decima ad Kalendas Junii).
a) Oorspr. (Inv. No. 1223). Het zegel van de oorkonder verloren.
b) Gevidimeerd in de brief dd. 1457 October 6 (Reg. No. 958).
c) Afschrift in Inv. No. 499.
reg. nos. 954 en 958
958 1457 October 6
De officiaal van de Dom te Trajectum geeft vidimus van de akte dd. 1456 Mei 23 (Reg. No. 954).
(Trajecti in consistorio nostro judiciali).
Oorspr. (Inv. No. 1223). Met signatuur van de notaris Johannis Pontianusz. Wiskerck en geschonden zegel van de officiaal in bruine was.
reg. no. 1254
1254 1484 November 22
Innocentius, paus, beveelt de abt van Sint Gertrudis te Lovanium en de dekens van de kerken in de diocees van Trajectum en van de Sint Andreas te Colonia om deken en kapittel van de Sint Martinus te Agger Sancti Martini in bescherming te nemen tegen ieder, die hen lastig valt.
(Rome).
Oorspr. (Inv. No. 1224). Met loden zegel van de oorkonder.
N.B. In dorso staat, dat deze bul op 2 Juni 1488 door twee kannuniken van de Sint Martinus aan de deken van de Sint Andreas te Keulen is overhandigd, die specificatie op bepaalde punten heeft gevraagd.
reg. nos. 1332 en 1380
1332 1493 Januari 5
Alexander, paus, gezien het verzoekschrift van Henricus Sowdenbalch, deken van Agger Sancti Martini en kanunnik van de Sint Maria te Trajectum, waarin deze zich er over beklaagt, dat vicedeken en kapittel van Agger Sancti Martini, die hem van het dekenaat beroofd hebben, en Johannes Vos van Avezate, die, zich uitgevend voor geestelijke, zich daarin heeft gedrongen, zich niet storen aan een door de apostolische stoel gewezen interlocutoir vonnis, beveet Anthonius Pott, Hermannus Tielman en Bernardus Meerman, kanunniken te Trajectum, dit geschil wederom te onderzoeken en eindvonnis te wijzen.
(Rome …. nonis Januarii).
Geïnsereerd in de akte dd. 1497 October 12 (Reg. no. 1380).
1380 1497 October 12.
Hermannus Tielman, kanunnik te Trajectum en commissaris apostolicus, gezien hebbende de brief dd. 1493 Januari 5 (Reg. No. 1332), hierin geïnsereerd, casseert het interlocutoir vonnis en wijst wederom vonnis.
Oorspr. (Inv. No. 1225). Met signatuur van de notaris Johannes Scheel van Arnhem; het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 1227
1227 1484 Maart 27.
Vicedeken en kapittel van Sanctus Martinus in Aggere dragen aan proost en aartsdiaken ten Dom te Trajectum de deken Henricus Soudenbalch voor als rector van de kapelanie van St. Adrianus in de St. Pieterskerk te Middelburgum, welke voordien bezeten werd door Petrus Hermannusz. van Oudewater.
Oorspr. (Inv. No. 1226). Het zegel van het kapittel verloren.
reg. no. 1893
1893 1562 November 26
J. Jaersvelt, notaris, instrumenteert, dat Christophorus Dongeboren, kanunnik van de collegiate kerk van Agger Sancti Martini, namens zijn kapittel in tegenwoordigheid van de vicedeken en het grootste deel van het kapittel van de collegiate kerk van Sanctus Martinus te Middelburg, Westmonster genaamd, nogmaals nadrukkelijk erop aandringt, dat het officie van het altaar van heer Adrianus in laatstgenoemde kerk, waarvan de collatie aan het kapittel van Agger Sancti Martini, de aanstelling echter aan het kapittel van Westmonster toekomt, steeds op waardige wijze zal worden waargenomen en indien dit officie wederom mocht vaceren, een bekwaam persoon, die de missen kan lezen, zal worden aangesteld.
(in domo habitationis magistri Wilhelmi vicedecani prefati decumbentis).
Oorspr. (Inv. No. 1227). Met signatuur van de notaris.
N.B. In dorso: "Roerende ’t jus patronatus van de vicarye van Sinte Adriaens altaer in de kerck van Westmunster tot Middelborch".
reg. nos. 1250, 1329, 1330, 1335, 1339, 1344, 1349, 1351, 1352, 1368
1250 1484 Augustus 31.
Geryt van Abbenbrouck, Jacob van Almonde, Jan van Rietvelt en Jan van Wissenkerke, leenmannen van Holland, oorkonden, dat heer Aernt, heer van Zevenbergen, de huwelijksvoorwaarden dd. 1483 November 4 (Reg. No. 1235), hierin opgenomen, bevestigd heeft en deze heeft aangevuld met de toezegging van de heerlijkheid Zevenbergen aan zijn dochter na zijn dood.
Gelijktijdig authentiek afschrift (Inv. No. 1228).
N.B. Gedrukt in Hist. Gen. Kronijk 1854, bl. 315.
1329 1492 December 11
Het Hof van Holland verleent heer Cornelis, zoon van Berghen, ridder, heer van Grevenbrouck en Noirdeloes, maarschalk van de Rooms koning en van aartshertog Philips, optredende voor zijn vrouw Marie van Zevenberghen, vrouwe van Noirdeloes ener-, en heer Philips van Wassenaer, ridder, optredende voor zijn vrouw, Ghijsbrechte van Zevenberghen, vrouwe van Voirburch, anderzijds, akte van willige condemnatie ter zake van hun belofte zich te zullen houden aan de arbitrale uitspraak van de graaf van Egmond, heer van Bar, stadhouder-generaal van Holland enz., in hun geschil over de goederen, aan de vrouwe van Voirburch bij huwelijksvoorwaarden beloofd uit de nalatenschappen van haar moeder, heer Jan en heer Ghijsbrecht van Vyanen, en van de jonkvrouwe van Campe en over hetgeen zij verder van haar ouders of magen geërfd mag hebben.
(in den Haghe).
Opgenomen in de akte van dezelfde datum (Reg. No. 1330).
1330 1492 December 11
Het Hof van Holland condemneert heer Cornelis van Berghen, ridder, heer van Grevenbrouck en Noirdeloes, maarschalk van de Rooms koning, optredende voor zijn vrouw, Marie van Zevenberghen, vrouwe van Noirdeloes, ener-, en heer Philips van Wassenaer, ridder, optredende voor zijn vrouw, Ghijsbrechte van Zevenberghen, anderzijds, gezien de akte dd. 1492 December 11 (Reg. No. 1329), hierin opgenomen, in de uitspraak, gedaan door de graaf van Egmond, stadhouder-generaal van Holland, e.a., luidende, dat heer Cornelis van Berghen en zijn vrouw hebben zullen stad, slot en heerlijkheid van Zevenberghen, huis en heerlijkheid van Ranst, een huis te Liere, de heerlijkheden Heesbeen en Noerdeloes, de goederen van Heemskerck, de heerlijkheid Oesthuysen, het goed Vredensteyn, de goederen, nagelaten door Ghijsbrecht en Jan van Vyanen, ridders, en door de jonkvrouw van Campe, welke laatste gelegen zijn bij Breda, en alle andere goederen, nagelaten door heer Aernt, heer van Zevenbergen, en zijn vrouww, Ghijsbrechte (l. Gerijt), vrouwe van Noerdeloes en Vyanen, ouders van de beide vrouwen, waartegenover de vrouwe van Voerburch van heer Cornelis van Berghen een rente, groot 400 pond jaarlijks, krijgt, waarvoor hij haar de heerlijkheden Nyecoep en Noerden zal toewijzen, de renten uit het veer te Vyanen met de daarbij gelegen goederen en zo nodig nog goederen te Noerdeloes of Heemskerck, voorts, behalve de 400 pond, een huis te Vyanen en nog 1800 pond.
(in den Hage ten huyse van den voorsz. heeren Philips).
a) Gelijktijdig authentiek afschrift (Inv. No. 1228).
b) Gelijktijdig authentiek afschrift (Inv. No. 1228).
N.B. Gedrukt in Hist. Gen. Kronijk 1855, bl. 124.
1335 1493 Februari 16
Philips van Wassenaer, ridder, heer van Voirburch, verklaart als man van vrouwe Ghijsbrecht van Zevenbergen ontvangen te hebben van heer Cornelis van Bergen, ridder, heer van Zevenbergen, zijn zwager, 200 pond ingevolge de uitspraak, gedaan door de graaf van Egmond ter zake van de erfenis, zijn vrouw aangekomen van haar vader, heer van Zevenbergen.
(XIVc twee ende tnegentich na den loep 'sHoefs van Hollant).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1228).
1339 1493 Mei 15.
Floerijs van Wijngaerden, griffier van Hollant, verklaart, dat hij erbij tegenwoordig is ghewest, toen de vrouwe van Voerburch erkende 200 gulden ontvangen te hebben van heer Cornelis van Bergen.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1228).
1344 1493 October 19
Jan Duchesne schrijft o.m. aan Cornelles de Berghes, heer van Zevenberghes, Grevenbrouck en Nordeloes, dat hij de vrouwe van Voerborch 200 pond betaald heeft en dat de betaling van de volgende termijn door Gouda niet zeker is.
(Gorinchem).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1228).
1349 1494 Maart 14.
Ghijsbrecht, dochter van Zevenbergen, vrouwe van Voirburch, Nyeucoep en Noirden, verklaart ontvangen te hebben van Mysselet, rentmeester van haar zwager Cornelis, zoon van Bergen, heer van Zevenbergen, 100 rijnse guldens ingevolge contract, tussen haar en haar zwager gesloten.
Oorspr. (Inv. No. 1228).
1351 1494 Maart 22
Jan Duchesne schrijft aan heer Cornilles de Berghes, heer van Zevenberghes, Grevenbrouck, Nordeloos enz., dat hij van die van der Goude 100 pond heeft ontvangen, die hij heeft doorgezonden aan de vrouwe van Voirburg tot afbetaling van de verschuldigde 1200; dat Michelet haar ook 100 pond heeft gestuurd en de resterende heeft geassigneerd op Jacob van Egmond, waarmede de vrouwe van Voirburg niet tevreden is; de vrienden van de heer van Zevenberghes in la Haye raden hem aan op de dagvaart aldaar na Beloken Paschen te komen.
(Gorinchem).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1228).
1352 1494 April 1
Pieter Diercx. Eyck schrijft aan Cornelijs, zoon van Berghen, heer van Zevenberghen, Grevenbrouck, Noordeloes en Heemscerke, dat de leenmannenbrief van Nycoop geheel volgens het contract is opgemaakt met de clausule over de verkochte moeren(?),maar dat in de leenmannenbrief van Vyanen die clausule vergeten is, waarom hij een andere brief ter bezegeling insluit; het is voldoende te verwijzen naar de condemnatie en het contract, omdat daarin staat, dat, bij kinderloos overlijden van de vrouwe van Voerburch, alle goede lenen en vrij eigen goederen aan de heer van Zevenbergen komen.
(in den Haghe).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1228).
1368 1496 Januari 2
Ten overstaan van schepenen (van Vyanen) oorkonden Adriaen van Raeveschot, heer van der Capellen, Hannert van Wijck en Jan van Oss Hermansz. of andere leenmannen in plaats van leenmannen van heer Walraven van Brederode en Vyanen, burggraaf van Utrecht, heer van Ameyde enz., dat Marie, vrouwe van Zevenbergen, met haar man heer Cornelis, zoon van Bergen, heeft opgedragen aan de heer van Brederode ten behoeve van haar zuster, vrouwe Gijsbrecht van Zevenbergen, vrouwe van Voerborch, het huis met hofstede te Vyanen, genaamd het huis van Zevenbergen, zoals heer Gijsbrecht van Vianen, heer van Noerdeloes, het had, waarna de vrouwe van Voerborch het weer zal opdragen ten behoeve van Hubert Taes, die het van haar gekocht heeft.
(Vyanen).
Concept (Inv. No. 1228).
reg. no. 1235
1235 1483 November 4.
Jan van Cats, ridder, en Gherijt van Heemskerk, knaap, optredend voor Philips van Wassenaer, ridder, ener-, en Aernt, heer van Zevenbergen, voor zijn dochter Ghijsbrechte anderzijds, maken huwelijksvoorwaarden.
a) Oorspr. (Inv. No. 1228). De zegels van de drie oorkonders en van Philips van Wassenaer verloren.
b) Opgenomen in de akte dd. 1484 Augustus 31 (Reg. No. 1250).
N.B. Het charter is beschadigd.
reg. no. 1348
1348 1494 Februari 17
Adriaen van Raveschote, heer van Capelle, Hannaert van Wijck en Jan van Osse Harmensz., leenmannen van Hollant, tevens optredend als leenmannen van de heer van Brederode, oorkonden, dat Marie, vrouwe van Zevenbergen, met haar man, heer Cornelis van Bergen, ridder, om te voldoen aan de arbitrale uitspraak, op 31 December 1492 gedaan door de Raad van Hollant tussen de vrouwe van Zevenbergen ener-, en haar zuster vrouwe Ghijsbrechte, vrouwe van Voerburch, toentertijd vrouw, nu weduwe van heer Phillips van Wassenaer, ridder, anderzijds, heeft opgedragen aan de heer van Brederode ten behoeve van haar zuster de volgende leengoederen: de renten uit het veer te Vyanen, een uiterwaard in de Leck bij Vyanen, een uiterwaard aan de zuidzijde van de Leck bij Ameyde, de tiende van Heycoop, 10 morgen land, een uiterwaard, die het klooster te Gheyn gebruikt, en een huis geheten "de huysinge van Zevenberghen" te Vyanen.
(vierthienhondert drie ende tnegentich na den loop 'sHoofs van Hollant).
Oorspr. (Inv. No. 1228). De zegels van de eerste twee leenmannen en dat van Harman van Osse Willemsz. voor zijn zoon Jan verloren.
reg. nos. 1316
1316 1491 Juli 8.
Aernt, heer van Zevenbergen, Nycoep en Noerden, raad en kamerling van de Rooms koning, bericht de tollenaren in Hollant, Zeelant, Vrieslant en Henegouen, dat Jan Roeloffxz. poorter van Zevenbergen is en dus vrijgesteld is van tol.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1229). Met rest van het opgedrukte zegel ten zaken van Zevenbergen in groene was.
reg. nos. 1075, 1188
1075 1470 Februari 14
Aert, heer van Zevenbergen, Nycoep, Noirden, Heesben enz., baljuw van Amster- en Waterlant en Zeevanck, en Marie, oudste dochter van Zevenbergen, vrouwe van Noerdeloes, Oesthusen, Etershem enz., vragen de bisschop van Ludick, hun dienaar Cornelis Moys, die zij gedurende zijn leven 25 bourgoense schilden jaarlijks, te heffen uit zeker onderpand in het land van Altena, en nog 5 dergelijke schilden uit de accijns van Zevenbergen hebben gegeven, waarvoor hij 3 missen per week voor de zielen van Gerijt van Vyanen, heer Aernts overleden vrouw, en Joest, zijn zoon, moet doen, tot de priesterlijke staat toe te laten.
(in onsen huyse van Eemskercke in Holland dusent vierhondert negen ende tsestich na den scriven van Holland).
Afschrift (1492?) (Inv. No. 1233).
N.B. Op hetzelfde blad de akte dd. 1480 Mei 8 (Reg. No. 1188).
1188 1480 Mei 8.
Schout, burgemeesters, schepenen en raad van Zevenbergen berichten de bisschop van Ludick, dat de heer van Zevenbergen en zijn dochter Marie van Zevenbergen aan Cornelis Moys 30 bourgoense schilden jaarlijks hebben gegeven, zoals vermeld staat in de brief dd. 1470 Februari 14 (Reg. No. 1075), waardoor deze gestoken is.
Afschrift (1492?) (Inv. No. 1233). Geschreven op hetzelfde blad als de akte dd. 1470 Februari 14.
N.B. Aan de voet een notitie, dat de heer van Zevenbergen en zijn dochter, toen nog ongehuwd, zonder medeweten van hun kapelaan Cornelis, het onderpand in het land van Altena hebben verkocht, waarvoor de kapelaan het gebruik van 25 bunder land bij Luchtenburg beloofd werd gedurende zijn leven, waarom de kapelaan thans vraagt, dat die belofte wordt nagekomen.
De ambachtsheerlijkheid Heesbeen was door het huwelijk van GEERTRUID VAN HEESBEEN met HUGEMAN VAN STRYEN aan de heren van Zevenbergen gekomen. GEERTRUID en HUGEMAN werden er in 1393 mede beleend
Leenk. Holland no. 52, fol. 73vo.
reg. no. 1244
1244 1484 Juni 8.
Rijckout Henricxz., priester en kapelaan te Heusden en Heesben op de dijk, en zijn broeder Reymbout beloven Gijsbrecht Dircxz. van Loe, kamerling en hofmeester van de heer van Zevenbergen, 14 rijnse guldens jaarlijks voor het schoutambt van Heesben, dat van Loe van de heer van Zevenbergen heeft gekregen voor het leven.
Gelijktijdig afschrift (Inv. No. 1234).
reg. no. 405
405 1381 October 9
Symoen Ghodevaertsz. en Goetscalke van Veen Jansz., schepenen van Huesden, oorkonden, dat Hacke van Boningen, Jan van Boningen en Herberen, zijn zoon, en Wouter Goetscalcsz. van der Eyke, Aernt van Heesben de tijns, gaande uit 2½ morgen land te Heesben op de Bugghelinge tussen de steeg naar Ghenderen en de Cattendijk en uit 4 hond land aldaar op de Steyen, waarborgen.
(op Sente Dionijs' dach).
Oorspr. (Inv. No. 1235). Met de zegels van de beide schepenen in groene was, waarvan het tweede geschonden.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. II, 1, bl. 211.
reg. no. 698
698 1423.
Dirc Spering van Aelborch en Jan van den Stael, schepenen van Huesden, oorkonden, dat Jan van Drongelen, Jan van …. en Mechtelt, weduwe van Goescalc Westfelinc, hebben verkocht aan Aernt van Zevenbergen de helft van een tijns, groot 7 gulden, uit 28 morgen land in Heesben.
Oorspr. (Inv. No. 1236). De zegels van de oorkonders verloren.
N.B. Het stuk is zeer beschadigd.
Door het huwelijk van AERNT VAN STRIJEN, heer van Zevenbergen, met vrouwe GERIJT VAN VIANEN kwamen de hieronder beschreven goederen en inkomsten aan de heren van Zevenbergen
reg. no. 473
473 1394 Januari 21
Henric, heer van Vianen, den Goye en Ameiden, beleent zijn broeder Johan van Vianen met de helft van de tienden ten Wale, te Tulle en te Honswijk, een weerd te Achthoeven, geheten Jaersvelder weerd, 4 morgen land, die Abrioen uten Goye placht te hebben, en 4 morgen in de Gheer.
(op Sente Angneten avent).
Oorspr. (Inv. No. 1238). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. II, 1, bl. 231.
GIJSBRECHT VAN VIANEN erfde de heerlijkheden Noordeloos en Slingeland van zijn vader, JAN, die ze in 1418 had gekocht van AERNT VAN LEYENBURCH
Van Mieris, a.w. IV, bl. 457.
en die c. 1442 stierfreg. no. 628
628 1413 October 16.
Willem, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., bevestigt de verkoop aan Heynric Stoock Pouwelsz. van, en zijn belening met het eertijds aan heer Jan van Arkel, thans aan de graaf leenroerige huis en hofstede te Noirdeloos met het hofland, groot 10 morgen.
Oorspr. (Inv. No. 1239). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 748
748 1430 Mei 14
Johan van Vyanen, heer van den Goye en Nyeucoop, die zijn oudste zoon Ghijsbert heeft beleend met de heerlijkheden Noirdeloos en Menkeloos, hoog en laag, beleent diens vrouw, jonkvrouw Meyne van Heemskerc, met een lijfrente, groot 100 engelse nobels jaarlijks.
(des Sonnendages na Sente Servaes'dach).
Oorspr. (Inv. No. 1240). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. no. 873
873 1442 Juli 27.
Phillips, hertog van Bourgongiën enz., graaf van Hollant enz., bevestigt de akte, waarbij Ghijsbrecht van Vianen, heer van Noirdeloze, en zijn vrouw, Meyne van Heemskerke, elkaar een lijftocht hebben vermaakt, door welke akte deze gestoken is.
Oorspr. (Inv. No. 1241). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. De aktes zijn losgeraakt.
reg. no. 873A
873A 1442 Juli 27.
Ghijsbrecht van Vianen, heer van Noirdeloze, en zijn vrouw, Meyne van Heemskerke, vermaken elkaar een lijftocht.
Oorspr. (Inv. No. 1241).
reg. no. 1031
1031 1465 Augustus 4.
Schepenen van Noordeloes oorkonden, dat zij de zaak van Jan Heinricz., door de schout ervan beschuldigd, dat hij een geboeide gevangene heeft laten ontsnappen, voorgelegd hebben aan de mannen en voor de brug op het huis aldaar.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1242). Met opgedrukte zegels van de schepenen Heinric van Nes, Aert Willemsz., en Aert Mathijsz. in groene was, tevens voor de schepenen Peter Heinricsz., Rikout Claesz. en Symon Rutghersz.
reg. no. 1025
1025 1465 Maart 2.
Schout en schepenen van Noordeloes beloven Andries Petersz., dat het vonnis in de zzak tussen hem en Symon Gheritsz., dat schepenen aan het huis aldaar gebracht hebben, binnen 6 weken uitgesproken zal worden.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1243). Met twee geschonden opgedrukte zegels van de oorkonders in groene was en een verloren.
In 1380 stierf met heer WOUTER, heer van het huis te Heemskerk en Luttik Oosthuizen, de hoofdtak van het geslacht HEEMSKERK uit. Heer GHERIJT VAN HEEMSKERK, kleinzoon van GHERIJT BARTHOUT HENDRICSZ. VAN HEEMSKERK
Zie H. J. KOENEN in Wapenheraut VII, 1903 en aldaar stamtafel tegenover bl. 444. GHERIJTS vader HERBEREN VAN DER WOERT was een achterneef van heer WOUTER.
zich noemende VAN DER WOERTZie de N.B. bij Gherijt van Heemskerk en Margriet van Cralingen op blz. 237.
kocht in 1398 van de grafelijkheid het huis te HeemskerkLeenk. Holl. no. 52, fol. 303.
en het dorp EtershemT.a.p., fol. 302vo.
: Luttik Oosthuizen had hij in 1397 van hertog ALBRECHT gekregen voor bewezen diensten, te houden, zoals heer WOUTER het gehouden hadT.a.p., fol. 265.
In 1399 kreeg hij het als vrij eigen goedT.a.p., fol. 349.
en in 1417 kocht hij Terschelling van de grafelijkheid. Aan het huis te Heemskerk, het tegenwoordige Marquette, was hoge heerlijkheid verbondenDe ambachtsheerlijkheid van Heemskerk behoorde bij het huis Te Haerlem, ten Zuid-Oosten van het dorp gelegen en naar zijn bezitters aldus genoemd. Na het uitsterven der VAN HAERLEMS kwam het aan de POLANENS.
Toen GHERIJT VAN HEEMSKERK in 1422 uit Holland verbannen was, werd zijn vrouw, MARGARETHA VAN CRALINGEN, in 1427 met zijn goederen beleend wegens verzuim van haar echtgenoot om ze te komen verheffenVAN MIERIS, a.w. IV, bl. 875.
Zijn dochter MEYNE bracht ze door haar huwelijk met GIJSBRECHT VAN VIANEN in dat geslachtreg. no. 521
521 1398 November 23.
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verklaart ontvangen te hebben van heer Gherijt van Heemskerc 2000 nieuwe gelderse guldens ingevolge hun overeenkomst over het huis van Heemskercke.
a) Oorspr. (Inv. No. 1244). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
b) Afschrift op hetzelfde blad als de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517).
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 99, en Cod. II, 1, bl. 247.
reg. nos. 520 en 531
520 1398 November 13
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., belooft heer Gherijt van Heemskercke heer Harberensz., dat hij de 100 engelse nobels jaarlijks, hem bij de koop van het huis te Heemskercke beloofd uit de visserij ten Weer, zal mogen heffen, totdat hem de 1450 hollandse schilden betaald zullen zijn, die hertog Albrecht schuldig is aan zijn kastelein op genoemd huis, Florens van Alkemade.
(in den Haghe).
Gevidimeerd in de brief dd. 1400 Januari 15 (Reg. No. 531).
531 1400 Januari 15
Schout, schepenen en raad van Haerlem, broeder Willem van Scoeten, commandeur van het Sint Jans klooster, en broeder Harman, prior van der Vrouwen Broederklooster aldaar, geven vidimus van de brief dd. 1398 November 13 (Reg. No. 520).
(MCCC neghen ende tneghentich sDonredages na Sinte Ponciaens dach).
Oorspr. (Inv. No. 1244). Met zegel van Haarlem in groene was en geschonden; de zegels van de andere oorkonders verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 101.
reg. no. 563
563 1404 November 14
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verklaart voldaan te zijn van al wat heer Gherijt van Heemskerke, die voornemens is naar de koningin van Denemerken te gaan, hem schuldig mocht zijn.
(in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1244). Met zegel van de oorkonder in groene was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 107.
reg. nos. 517, 521, 524, 528, 561, 666 en 745
517 1398 November 5
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verkoopt aan heer Gherijt van Heemskerc, heer Herberensz., ridder, het huis te Heemskerck met bijbehoren, zoals Florijs van Alcmade het nu heeft, tot een erfleen, voorts het dorp Etershem, zoals hij Lutticoesthuse heeft, waarvoor hij met 200 gewapende mannen op zijn kosten in ’s hertogen dienst in Staveren zal liggen tot Mei e.k. en 2000 gelderse guldens zal betalen; gedurende de jaren, dat Florijs van Alcmade nog rechten op het huis te Heemskerck heeft, zal heer Gherijt 100 engelse nobels jaarlijks krijgen uit het water, geheten de Weer, gelegen in Waterland.
(in den Haghe).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245).
N.B. Op hetzelfde blad de afschriften dd. 1398 November 23, 1399 Februari 3 en Juli 8, 1404 November 1, 1420 April 19 en 1429 April 9 (Reg. Nos. 521, 524, 528, 561, 666 en 732).
524 1399 Februari 3
Willem van Beyeren, Henegouwen en Hollant, graaf van Oestervant en heer van Althenae, bevestigt de koop van het huis te Heemskerc door Gherijt van Heemskerc van zijn vader, hertog Albrecht.
(in den Haghe MCCC acht ende tneghentich na den loep des Hoefs van Hollant).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245). Geschreven op hetzelfde blad als de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517).
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. II, 1, bl. 244.
528 1399 Juli 8
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verklaart, dat heer Gheerijt van Heemskerc, ridder, voldaan heeft aan de verplichting de stad Staveren van Allerheiligen tot 1 Mei te bewaren met 200 man en 2000 gelderse guldens te betalen.
(in den Haghe).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245). Geschreven op hetzelfde blad als de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517).
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. II, 1, bl. 251.
561 1404 November 1
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., geeft heer Gherijt van Heemskerc het huis te Heemskerc met bijbehoren, dat hij in leen hield, in vrije eigendom om het op te dragen aan en in leen te ontvangen van Johan van Beyeren, elect van Ludic, Aelbrechts zoon.
(in den Hage).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245). Geschreven op hetzelfde blad als de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517).
666 1420 April 19
Johan, hertog in Beyeren, zoon van Hollant enz., geeft heer Gerijt van Heemskerck, heer van Oisthusen, alle hoog en laag gerecht, dat hij te vergeven heeft in de duinen, die heer Gerijt kocht van Johans vader en die zich uitstrekken van het ambacht Wijck tot de heerlijkheid van Egmond.
(des Vridages nae Beloken Paeschen).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245). Geschreven in dorso van het blad, waarop de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517) geschreven is.
745 1430 April 9
Jacob, hertogin in Beyeren, gravin van Hollant enz., beleent Meyne heer Gherijts dochter van Heemskerck en haar man Ghijsbrecht van Vianen met de goederen, die haar vader in leen had.
(in den Haghe int jair Ons Heeren MCCCC neghen ende twintich na den loep van onsen Hove).
Afschrift 15e eeuw (Inv. No. 1245). Geschreven op hetzelfde blad als de akte dd. 1398 November 5 (Reg. No. 517).
reg. no. 654
654 1419 Maart 15
Johan, hertog in Beyeren, elect van Ludic, graaf van Loen, heer van Voirne enz., belooft heer Gerijt van Heemskerck, heer van Oesthuzen, die zijn huis van Heemskerck en zijn heerlijkheid Oesthuzen verloren heeft, dat hij zich niet met Jacoba van Beyeren noch met Holland zal verzoenen, zonder dat heer Gerijt volkomen schadeloos gesteld zal zijn.
(duysent vierhondert ende achtien).
Oorspr. (Inv. No. 1246). Met rest van het zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 122.
reg. no. 657
657 1419 April 3
Johan, hertog van Brabant enz., graaf van Hollant enz., en Jacob van Beyeren, hertogin enz., beloven Jacob, heer van Gaesbeeck, Putte, Stryen en Apcoude, heer Hubert, heer van Culenborch, de Leck, Weerd en Ackoyen, Willem van Brederode, heer van Steyn en de Merwede, heer Florijs van Borsselen, heer van Zulen en Sinte Martijnsdijck, heer Heynrick van Wassenair, heer Claes Kervinck van Reymerzwale en Florijs van Borsselen, die voor 3500 engelse nobels borg zijn gebleven voor heer Gherijt van Heemskerc, heer van Oisthuysen, schadeloos te zullen stellen uit de eerstvolgende bede uit Zeelant.
(MCCCC ende achtien na den loop ons Hoofs van Hollant).
Oorspr. (Inv. No. 1246). De zegels van beide oorkonders verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 123.
reg. no. 734
734 1429 Mei 25.
Tussenpersonen maken huwelijksvoorwaarden tussen Gijsbrecht van Vyanen, oudste zoon van heer Jan ener-, en jonkvrouw Meyns van Heemskerck, vrouwe van Oesthuysen, anderzijds, waarbij zij, behalve een aantal grondrenten, de hofstede met de duinen van Heemskerck en de heerlijkheden Oisthuysen en Ethersen mede krijgt en in afwachting van de heerlijkheid van den Ghoey, waarover nog moeilijkheden zijn met de jonker van Gaesbeke, de heerlijkheden Noirdeloos en Slingelant.
Oorspr. (Inv. No. 1247). De zegels van de tussenpersonen Willem van Egmond, ridder, Ghijsbrecht van Nyenrode, Heinric van Rysenborch en Jan van der Mye ener-, en Gillis van Cralingen, ridder, Splinter van Heemskerck, Wouter van Heemskerck, Danel van Cralingen en Jan van der Boechorst anderzijds, verloren evenals die van Jan van Vyanen, ridder, en Jan zijn zoon; dat van Gerijt van den Zijl, ridder, middelaar van de kant van Vyanen, in groene was.
reg. no. 335
335 1367 Januari 20
Wouter van Heemskercke, ridder, geeft aan het klooster van Sint Jan te Haerlem 8 pond hollands jaarlijks uit een stuk land geheten Braens venne, gelegen bij het huis te Heemskercke, voor het houden van zielmissen voor wijlen zijn vrouw, Margrete van Moermont.
(op Sente Agneten avont).
Oorspr. (Inv. No. 1248). Met rest van het zegel van de oorkonder in groene was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 81.
reg. no. 1024
1024 1465 Februari 1
Jan Claesz. Raet verhuurt aan vrouwe Meyne, vrouwe van Noirdeloedse en Oesthuysen, 50 geerzen land, gelegen om de hofstede van Heemskerc.
(op Onser Liever Vrouwen avont te Lichtmisse).
Oorspr. (Inv. No. 1249). Met geschonden zegel van Claes Gherijt, neef van de oorkonder in groene was.
reg. no. 1054
1054 1467 October 17.
Jan van Assendelff Dircsz. neemt in pacht van Meyn van Heemskerck, vrouwe van Noerdeloes en Oesthusen, het huis van Heemskerck voor 10 jaar, ingegaan Mei l.l. omvattende de voorburg van het huis, de grote korenschuur bij de voorste poort, alle boomgaarden, koren- en smaltienden, pachthoeven, zwaandrift met de zwanen, een weide, geheten de Marsch, en een stuk land; een hier beschreven deel van het huis zal ter beschikking van de verhuurster blijven en Gherijt, heer van Assendelff, zal borg zijn.
Oorspr. (Inv. No. 1250). De zegels van de oorkonder, Gherijt, heer van Assendelft, borg, Albrecht van Egmondt en Dirc Potter van der Loo, leenmannen van Holland, verloren; dat van Adam van Cleve, leenman van Holland, in rode was en geschonden.
Zie ook inv. no. 1247
Zie A. A. BEEKMAN, Holland, Zeeland en Westfriesland in 1300.I. Holland's Noorderkwartier (Geschiedk. atlas), bl. 18 en G. DE VRIES AZN., Het dijks- en molenbestuur in Hollands Noorderkwartier, 1876, bl. 22-23, 299. Het onderhoud van de Keukendijk ten Z. van de Schardam was sinds 1435 opgedragen aan Oosthuizen en Etershem.
reg. nos. 835, 838 en 841
835 1438 September 13
Pouwels Gey, Albert Arijsz., jonge Pieter, Heyn Lyses, en Pieter Jacobsz., schepenen van Etershem, oorkonden, dat de burgemeesters van Edam en de vredemakers van de Zeevanck de baljuw boete moeten betalen benevens de reparatiekosten van enige dijkvakken bij Scaerdam en aan het noordeinde van Etersemmer broek op de Cokendijk.
(op den Heyligen Cruus' avont Exaltacio).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1251). De opgedrukte zegels van Pieter IJsbrantsz., pastoor van Etersem, en Dirc Woutersz., pastoor van Oosthuisen, verloren.
838 1439 Maart 8.
Jan Reynaertsz., jonge Pieter en Pouwels Gey van Etersen, Symon Claesz., Claes Smeer, Heyn Lijssinc en Outgher Pietersz. van Scaerdam, gekozen door de schout van Etersem om te getuigen op de Coekendijk op de waal bij Scaerdam tussen Edam en de linkerzijde, getuigen, dat de dijk onderhouden moet worden door alle landen, die door hem geraakt worden, en dientengevolge burgemeesters en schepenen van Edam boeten en de opgelopen schade moeten betalen.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1251). Met resten van de opgedrukte zegels van Pieter IJsbrantsz., pastoor van Etersem, en Dirc Woutersz., pastoor van Oesthusen.
841 1439 October 11
Oude Jan Haert Claesz., Claes Smeer, Symon Claesz. en Jan Reynersz., schepenen van Etersem, oorkonden, dat de burgemeesters van Edam en de vredemakers van de Zeevanc aan de baljuw de reparatiekosten van een dijkvak op de Cokendijck noordwaarts van de sluis moeten vergoeden.
(des daghes na Sinte Victors dach).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1251). Met geschonden opgedrukte zegels van Pieter IJsbrantsz., pastoor van Etershem, en Dirc Woutersz., pastoor van Oesthusen.
reg. no. 677
677 1421 April 21.
Philleps, hertog van Bourgongiën enz., beveelt de vredemakers van Middelye en Koedijck zich te houden aan de dijkbrief van de Coekendijk en zich voor de Raad in Holland te komen verantwoorden over hun nalatigheid.
Oorspr. (Inv. No. 1251). Met opgedrukt signet van de oorkonder in rode was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. III, 1, bl. 194.
reg. no. 676
676 1421 Februari 25
Jan, hertog in Beyeren, zoon van Hollant enz., oorkondt, dat de rechten, vermeld in de brieven, die de stad Hoirne van hertog Willem gekregen heeft van haar vrijheid buiten de stad, waarin 6 huizen staan op Scaerdam, niet verminderd worden door de overdracht dier huizen aan ’s hertogen tresorier, heer Gerijt van Heemskerc, heer van Oisthusen.
(ter Goude dusent vierhondert ende twyntich na den loop van onsen Hove).
Oorspr. (Inv. No. 1252). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 126.
reg. no. 1062
1062 1468 December 15.
Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Kenmerlant en Vrieslant, verklaart ontvangen te hebben van de vrouwe van Noerdeloes 20 pond als termijn van de sluis van Scaerdam.
Oorspr. (Inv. No. 1253). Met rest van het opgedrukte zegel van de oorkonder in rode was.
reg. no. 512
512 1398 April 27
Willaem Woutersz. Scenc van Bersinghehorn geeft namens heer Gherijt van Heemskercke aan Claes Gherijtz. de vrije eigendom van een huis en erf te Bersinghehorn met de kooltuin en 3 stukken land, groot 19,1 en ½ geers.
(des Saterdaghes nae Sinte Marcus' dach).
Oorspr. (Inv. No. 1255). Met rest van het zegel van de oorkonder in groene was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dpl. II, 1, bl. 239.
reg. nos. 361 en 459
361 1369 December 10
Aernd van Wijc Boningsz. en Bernt van Veen, schepenen van Huesden, oorkonden, dat Didderic van Pollanen, heer van Asperen, heeft overgedragen aan heer Jan van Heesben, ridder, en vrouwe [Yde van Steeland], zijn vrouw, al zijn aanspraken op de tienden en tijns van Hedechusen en zijn rechten op het veer aldaar.
(tsMaendaghes na Sente Nyclaes' dach).
Gevidimeerd in de brief dd. 1391 Mei 5 (Reg. No. 459).
N.B. Het vidimus is zeer beschadigd.
459 1391 Mei 5.
Jan Hughenz., gardiaan van de Minderbroeders in Zirixe, geeft vidimus van de brief dd. 1369 December 10 (Reg. No. 361).
Oorspr. (Inv. No. 1256). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Het stuk is zeer beschadigd. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 92.
reg. nos. 743
743 1429 December 7
Gheraet van der A Gheraetsz. neemt op zich voor Aernt van Zevenbergen een rente, groot 100 kronen jaarlijks, te betalen aan enige personen, waarvoor Aernt hem zijn tienden te Hedecusen heeft gegeven, waarmede de abt van Bern hem vervolgens beleend heeft.
(op Onser Vrouwen avont Conceptio).
Oorspr. (Inv. No. 1256). Het zegel van de oorkonder verloren.
reg. nos. 875
875 1442 September 27.
Willem van der Aa verklaart schuldig te zijn aan jonker Arnd van Sevenberghen 30 wilhelmsschilden, die hij voor 21 October belooft terug te betalen.
Oorspr. (Inv. No. 1256). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
reg. no. 49
49 1314 Januari 26
Diederic Camere en Jan Merselisz. van Hemert, schepenen van Huesden, oorkonden, dat Jan die Clerc beloofd heeft, dat hij heer Arnout van Heseben in het bezit zal stellen van 2½ morgen land en een hofstad, waar Jan op woont; mocht dit goed minder waard zijn dan de 5 morgen, die Wouter Willemsz. van Windelsnisse van Jan die Clerc gekocht heeft, dan zal Jan dat aan heer Aernout vergoeden.
(Saterdaegs na Sente Pawelsdach).
Oorspr. (Inv. No. 1257). Met geschonden zegel van de tweede oorkonder en rest van dat van de eerste in groene was.
N.B. In dorso: "dits de brief van Jan van Uytwijc". Gedrukt in Cod Dipl. II, 1, bl. 168.
reg. no. 1073
1073 1470 Januari 5
Het Hof van Holland, uitspraak doende tussen de abt van Sinte Truyden en heer Henrick van Zevenbergen, eisers ener-, en ingelanden van het land van Huesden, verweerders anderzijds, veroordeelt eisers bij te dragen aan het onderhoud van drie hoofden, gelegd in de Maas tussen de Wijkse poort en Han(?)Kijns Cruys en van eventuele nieuwe hoofden; wat het maken van het nieuwe hoofd, genaamd de Katte, betreft, wordt aan eisers het recht voorbehouden daartegen een actie in te stellen.
(anno XIVcLXIX secundum cursum curiae).
Oorspr. (Inv. No. 1258).
reg. no. 751
751 1430 Augustus 7.
Johan, heer van Egmond, beleent jonkvrouwe Meyne van Heemskerck heer Gerits dochter, vrouw van Gijsbert van Vyanen, met de hofstede ter Woirde in het ambacht van Naeldwijck, behoudens een lijfrente voor heer Gerits broeder Splinter, zoals heer Gerit die hofstede eertijds heeft opgedragen aan Johan, heer van Egmond, en als onversterfelijk leen heeft teruggekregen, te vererven op zijn broeder Wouter en te houden van Johan van Egmond en zijn nakomelingen als heren van Yselsteyn.
Oorspr. (Inv. No. 1259). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 140.
reg. no. 879
879 1443 Juli 25
Gherijt Yevenz. en Tamas Vallixz. verklaren, dat zij als buren van Oestzanen gekocht hebben van heer Gijsbrecht van Vyanen, heer van Noerdeloos, Nycoep en Oesthuysen, een tiend te Oestzanen voor 5 jaar tegen 13½ pond jaarlijks.
(op Sinte Jacobs dach apostel).
Oorspr. (Inv. No. 1260). Met geschonden zegel van Dirc Claesz., schout van Oestzanen, in groene was.
reg. no. 538
MACHTELD, vrouwe van Voorne, gaf het veer op de , Vennip tussen Hillegom en 's Burggraven veen in 1371 aan HERBEREN VAN DER WOERT, vader van GHERIJT VAN HEEMSKERK bovengenoemd
Leenk. Holland no. 90, fol. 89.
Het vormde de verbinding tussen de oevers van het Leidse of Haarlemmermeer.538 (c. 1400) Februari 16
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz. keurt goed, dat Pieter Jan W …. de helft van het veer op de Vennip, dat hij van hertog Aelbrecht in leen houdt, verkoopt aan Gherijt van Heemskerc.
(in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1261). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Het charter is zeer beschadigd.
reg. no. 491
491 1396 October 19
Willem Hesselsz. en Pouwels Diddericsz., schepenen van Huesden, oorkonden, dat Willem van Weyndelsnesse afstand heeft gedaan van 6 2/3 erfschaar weiland in Aelborch en Wijc buiten dijks in de Weert ten behoeve van vrouwe Gheertrude van Heesben, vrouwe van Sevenberghen.
('s Donredages na Sente Lucas' dach).
Oorspr. (Inv. No. 1262). De zegels van de beide schepenen verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. II, 1, bl. 233.
reg. no. 47
De vrouwe van Wissekerke was BEATRIX VAN HAERLEM, 3e vrouw van GHERIT VAN HEEMSKERK, die in 1333 overleed, en weduwe van JAN MULART, bastaardzoon van HENRICUS WISSE, heer van Vere
Zie Wapenheraut VII, bl. 238; Nijhoff's Bijdr. 4e reeks, I, bl. 81 en Ned. Leeuw 1927, kol. 304.
47 1313 September 25
Willaem van Henegouwen, graaf van Hollant enz., oorkondt, dat heer Ghereit van Eemskerke, ridder, als momber van zijn vrouw, de vrouwe van Wissinkerke ), ener-, en heer Wolfart van Borssele, heer van Zandenburgh, met zijn broeders, heer Florens, Vranke en Clais, voor jonkvrouw Kateline, dochter van heer Jan Mulart, anderzijds, een scheiding hebben gemaakt van het land, dat zij gemeenschappelijk bezaten te Wissinkerke behalve de hofstede.
(des Dinxendaghes voer Sinte Michiels dach).
Oorspr. (Inv. No. 1263). Met geschonden zegel van de oorkonder in bruine was.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 16.
reg. no. 1277
1277 1486 Augustus 6.
Phillips van Wassenaer, ridder, heer van Voirbuch, Noortwellant en Renisse, raad van de hertog van Bourgognen, machtigt Geeryt Heynricxz. van Beest de rente, zijn vrouw aanbestorven van haar oudoom heer Jan van Vianen en gevestigd op goederen in Selmonde, in het land van Bueren of elders te innen.
Oorspr. (Inv. No. 1264). Het zegel van de oorkonder in rode was verloren.
reg. no. 675
675 1421 Februari 2
Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, verkoopt heer Gherijt van Heemskerc het goed, dat Willem van Nyevelt aanbestorven is van wijlen Dirc van Heemskerc, behoudens de rente, die zij tot nu toe ontvangen heeft en op voorwaarde, dat heer Gherijt de schulden betalen zal, die tot Willems deel hoorden.
(op den Grote Vastelavont).
Oorspr. (Inv. No. 1265). Het zegel van de oorkondster verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 131.
reg. no. 634
634 1414 Augustus 11
Jacob van Zulen en van Nyevelt, knaap, verkoopt heer Gherijt van Heemskerke, heer van Oesthusen, alle goederen, die hem aanbestorven mogen zijn van Dirc van Heemskerke.
(des Saterdaghes na Sinte Lourens' dach).
Oorspr. (Inv. No. 1266). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 115.
AERNT VAN STRIJEN, heer van Zevenbergen, was een zoon van AERNT en MARIE VAN ROTSELAER. Met hem sterft in 1492 het huis STRIJEN in de mannelijke linie uit. Zijn vrouw was een dochter van GHIJSBRECHT VAN VIANEN en MEYNE VAN HEEMSKERK. Door zijn huwelijk kwamen de goederen van Vianen en Heemskerk aan Zevenbergen. Dit waren, zoals we gezien hebben, de heerlijkheden Noordeloos, Menkeloos, Nieuwkoop en Noorden en enkele goederen van de kant der VIANENS, en het huis Heemskerk met hoge heerlijkheid, de ambachtsheerlijkheid Luttik Oosthuizen en de heerlijkheid Etershem van de HEEMSKERKS
reg. no. 880
880 1443 November 5
De notaris Johannes Nycolausz. instrumenteert, dat jonker Arnoldus van Septemmontes zijn testament maakt.
(in Ranst in curia testatoris).
Oorspr. (Inv. No. 1267). Met signatuur van de notaris.
reg. no. 996
996 1462 Februari(?) 24.
Willem van Wijck Willem van Wijcksz. en Geryt van Catwijck, schepenen van Huesden, oorkonden, dat jonker Staesse van Broechuysen en Weerdenborch beslag heeft laten leggen op alle goederen en renten, die heer Aernt van Strien, heer van Zevenbergen, jonker Henrick, heer Huge, jonker Geryt, broeder Jan, vrouwe IJssabeel van Zevenbergen, vrouwe van Walhain, jonkvrouw Mary van Zevenbergen, vrouw van Jan van den Polle, en jonkvrouw Else van Zevenbergen, kinderen van wijlen Aernd van Zevenbergen en jonkvrouw Marie van Rotselaer, hebben in Doveren en ze verkocht heeft aan Aernt Korstiaensz., die ze overdroeg aan jonker Staes.
Oorspr. (Inv. No. 1267). Met resten van de zegels der beide oorkonders in groene was. Met twee transfixen dd. 1462 Juni 21 en 1463 Maart 23 (Reg. Nos. 1000 en 1010).
reg. no.1000
1000 1462 Juni 21.
Willem van Wijck Willem van Wijcksz. en Huge Jansz. van Tongeren, schepenen van Huesden, oorkonden, dat jonker Staesse van Broechuysen en Weerdenborch in het bezit is gesteld van de goederen, vermeld in de koopbrief dd. 1462 Februari 24 (Reg. No. 996), waardoor deze gestoken is.
Oorspr. (Inv. No. 1267). De zegels van de beide oorkonders verloren. Met transfix dd. 1463 Maart 23 (Reg. No. 1010).
reg. no.1010
1010 1463 Maart 23.
Henrick van der Beeck en Robbert Jacob Hugenz., schepenen van Huesden, oorkonden, dat jonker Staesse van Broechuysen en Weerdenborch aan jonker Henrick van Strien, broeder van Zevenbergen, de brieven heeft overgedragen dd. 1462 Februari(?) 24 en Juni 21 (Reg. Nos. 996 en 1000), waardoor deze gestoken is, en afstand heeft gedaan van zijn aanspraken, behoudens zijn recht op een kindsdeel van de nalatenschap van Aernt van Zevenbergen en Marye van Rotselaer, waarop hij recht heeft als man van jonkvrouw Gheertrude van Zevenbergen.
Oorspr. (Inv. No. 1267). Met resten van de zegels van de oorkonders in groene was.
reg. no. 1153
1153 1475 November 8
Petrus Binoti, notaris, instrumenteert, dat Henricus van Glymes, pauselijk prothonotarius, op verzoek van Arnoldus, heer van Sevenbergen, Henricus, Hugo en Gerardus van Sevenberghen benevens Petrus en Rolandus bastaarden van Sevenberghen, Petrus van Puteum, Aleidis van Donc e.a. het onderhavige transumpt heeft laten maken van het oorspronkelijke rekest aan de paus om een eigen biechtvader te mogen kiezen, die absolutie mag geven, ingediend door Johannes, hertog van Clivae, de bisschoppen van Leodium, Cameracum en Traiectum en de bovengenoemden, met het fiat van de paus erop.
(Rome).
Oorspr. (Inv. No. 1268). Met signatuur van de notaris.
reg. no. 1231
1231 1483 Augustus 25.
Arnoldus, heer van Zevenbergen, maakt zijn testament.
Concept(?) (Inv. No. 1269).
N.B. Zeer beschadigd.
reg. no. 1072
1072 146.. Maart 10.
Aernt, heer van Zevenberge, Noirden en Nycoep, geeft zijn vrouw, Geryt van Vianen, als lijftocht na zijn dood 200 gouden franse kronen jaarlijks, te heffen uit de accijnzen van de stad Zevenberge.
Oorspr. (Inv. No. 1270). De zegels van de oorkonder en burgemeesters en schepenen van Zevenbergen verloren.
N.B. Het stuk is beschadigd.
reg. no. 564
564 1404 November 18
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verklaart schuldig te zijn aan heer Gherijt van Heemskerke, baljuw van Aemster- en Waterlant, 100 engelse nobels voor reizen en andere onkosten.
(in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1271). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 107.
reg. no. 565
565 1404 November 18
Aelbrecht, hertog in Beyeren, graaf van Hollant enz., verklaart heer Gherijt van Heemskerke, baljuw van Aemster- en Waterlant, op zijn rekening 238 hollandse schilden schuldig te zijn wegens zijn aandeel in de boeten, hetgeen hij in de eerstvolgende rekening belooft te verrekenen.
(in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1271). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 108.
reg. no. 975
975 (c. 1460) Maart 14
De vrouwe van Nordelois geeft als erfdochter van wijlen heer Geryt van Heemskerk, ridder, ten overstaan van de Raad van Holland aan haar schoonzoon, heer van Zevenbergen, een rente uit het baljuwschap van Amsterlant en Waterlant, waarvoor deze de schulden zal betalen, waarmede Geryt van Heemskerk de dienst belast had.
(in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1271). Zegels ontbreken.
N.B. Het stuk is door vocht gedeeltelijk onleesbaar.
reg. no. 1202
1202 1481 April 28.
Maximiliaen en Marie, hertogen van Oistenrijck enz., verlengen, op verzoek van heer Aernt, heer van Zevenbergen, ridder, raad en kamerling, zijn baljuwschap van Water- en Aemsterlandt en Zeevanck, dat hij in 1477 voor 6 jaar verkreeg met 3 jaar, ingaande na expiratie van deze 6 jaar.
Gelijktijdig afschrift (Inv. No. 1272).
reg. no. 1170
1170 1477 Augustus 9.
Het Hof van Holland renvoyeert de zaak tussen de heer van Zevenbergen en Henrick Ackerman, die beide zijn aangesteld als baljuw van Aemsterlant, Waterlant en Zeevanc, naar de Groote Raad.
Oorspr. (Inv. No. 1272). Met rest van het signet van Maria van Bourgondië, gravin van Holland.
reg. no. 1189
1189 1480 Mei 31
Maximiliaen en Marie, hertogen van Oostryke enz., benoemen heer Aernt, heer van Zevenberghe, raad en kamerheer, tot één van de acht leden van de Raad voor Holland, Zeeland en Vriesland.
(in onsen huyse in den Haghe).
Oorspr. (Inv. No. 1273). Het zegel van de oorkonders verloren.
reg. no. 1265
1265 1485 Mei 12.
Heer Aernt, heer van Zevenberge, ridder, raad van de hertog van Oistenrijck, verklaart ontvangen te hebben van Jan van Essche, raad en rentmeester-generaal van Hollant, Zeelant en Vrieslant, 72 pond 16 schellingen als wedde over een half jaar resideren.
Oorspr. (Inv. No. 1274).
reg. no. 1272
1272 1485 November 14.
Henrick van Etten verklaart ontvangen te hebben van heer Aernt van Zevenbergen, heer van Nyeucop enz., 100 schilden aan verschenen rente.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1275). Met rest van het opgedrukte zegel van de oorkonder in groene was.
HEINRIC VAN STRIJEN was een zoon van AERNT en MARIE VAN ROTSELAER
reg. no. 1079
1079 1470 Maart 24.
Huge Jansz. van Tongeren en Willem van Gheynt, schepenen van Huesden, oorkonden, dat Heinrick van Stryen een rente, groot 28 rijnse guldens jaarlijks, heeft afgelost aan zijn broeder Huyge, broeder van Zevenbergen, en dat deze goed vindt, dat heer Heinrick Bauwe van Rodenborch, ridder, kastelein van Huesden, die de brief onder zich heeft, die aan Heinric overdraagt.
Oorspr. (Inv. No. 1277). Met zeer geschonden zegels van de beide oorkonders in groene was.
MARIE, dochter van AERNT VAN STRIJEN, heer van Zevenbergen, en vrouwe GERIJT VAN VIANEN, was vrouwe van Zevenbergen, Ranst, Oosthuizen, Etershem, Noordeloos en Heesbeen en was gehuwd met CORNELIS VAN BERGEN, heer van Grevenbroek en Merxem. Zij stierf in 1529. CORNELIS VAN BERGEN, die de schoonvader werd van FLORIS VAN EGMOND, was raad en kamerling van koning MAXIMILIAAN en maarschalk in dienst van PHILIPS DE SCHONE; hij onderhandelde als gedeputeerde met de hertog van Saksen over de lossing van Friesland
J. L. VAN DER GOUW, Stukken afkomstig van het centraal bestuur tijdens de regering van Karei V enz., 1952. Zie ook Ned. Leeuw 1940, kol. 123.
Hij was pandheer van Grave en KuikDe lijsten zijn opgemaakt door AERT JANSZ. VAN DER SLUYSE, rentmeester, hof- en keukenmeester, kamerling en barbier
reg. no. 1327
1327 1492 November 13.
Cornelis van der Heyen, priester, verklaart ontvangen te hebben van heer Philips van der Spangen, ridder, als loon voor de diensten, gedaan op het huis te Zevenbergen tijdens het leven van wijlen de heer, 10 rijnse guldens.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1279).
reg. no. 1350
1350 1494 Maart 18
Thomas Bockelaer verzekert heer Cornelis van Bergen, heer van Zevenbergen, bij herhaling, dat deze hem 100 gulden schuldig is, en dringt er op aan, dat hij zich eens vertoont op de dagvaarten, die zo dikwijls door de edelen in den Haghe gehouden worden.
(in den Haghe anno XCIII).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1280).
reg. no. 1325
1325 1492 Maart 14
Jan, graaf van Egmont, doet als arbiter uitspraak tussen heer Cornelis van Bergen, heer van tsGrevenbrouck enz., maarschalk van de Rooms koning en de aartshertog ener-, en de stad van der Goude anderzijds, in hun geschil over het schoutambt en baljuwschap van de stad, dat aan de zoon van Cornelis van Bergen gegeven zou zijn, in die zin, dat heer Cornelis een commissiebrief voor Rommer Jacobsz. als schout en baljuw gedurende 10 jaar aan de stad zal geven en de stad hem 1600 gulden zal betalen als vergoeding.
(Mechlen anno XCI nair tscriven van den Hove).
Concept (Inv. No. 1282).
reg. no. 1303
1303 1488 September 8.
Maximilian, Rooms koning enz., belooft zijn kamerling, "tenant le lieu de maréschal de notre armée", Corneille de Berghes, die hem 1200 pond geleend heeft uit het kastelein- en baljuwschap van der Goude, dat de koning op deze dag aan zijn petekind Maximilian, zoon van Corneille de Berghes, gegeven heeft, dit bedrag, wanneer het niet in 10 jaar wordt opgebracht uit genoemd ambt, uit de eerste daarop volgende bede in Hollande terug te betalen.
(Inv. No. 1282). Gelijktijdig authentiek afschrift op perkament.
GHIJSBRECHTE, jongere dochter van AERNT VAN STRIJEN' heer van Zevenbergen, en vrouwe GERIJT VAN VIANEN huwde in 1483 met PHILIPS VAN WASSENAAR, zoon van PHILIPS en HAZE VAN CATS, en ambachtsheer van Voorburg. Zij stierven kinderloos
reg. no. 1340
1340 1493 Juni 7.
Maximiliaen, Rooms koning enz., gelast de deurwaarder op verzoek van vrouwe Ghijsbrecht van Zevenberghen om heer Jan, heer van Wassenair, te bevelen haar douarie, groot 400 rijnse guldens jaarlijks, uit de heerlijkheid Wassenair te betalen en hem bij weigering te dagvaarden.
Oorspr. (Inv. No. 1283). Met transfix dd. 1493 November 8 (Reg. No. 1345).
reg. no. 1345
1345 1493 November 8.
Jan van Rietvelt, deurwaarder van de Raad van Hollant, bericht, dat hij zich ingevolge bevel dd. 1493 Juni 7 (Reg. No. 1340), waaraan deze brief is vastgehecht, bij heer Jan van Wassenair te Sinte Geertrudenberge heeft vervoegd, die toegezegd heeft zijn nicht de verschuldigde douarie te zullen uitbetalen.
Oorspr. (Inv. No. 1283).
reg. no. 1367
1367 1495 November 30.
Gielys Reyners verklaart ontvangen te hebben van vrouwe Gijsbrecht van Zevenberghe 19 gulden en geeft deze haar schuldbekentenis terug.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1284).
reg. no. 1336
1336 1493 Maart 5
De procurator van de orde van Sint Anthon in het bisdom Uutrecht verklaart ontvangen te hebben van de vrouwe van Voerborch de orde, die wijlen haar vader, heer van Zevenberghen, placht te dragen.
(in den Haghe).
Oorspr. op papier (Inv. No. 1285). Met rest van een opgedrukt conventszegel in rode was.
reg. no. 1709
1709 1544 Februari 29
Cornelius van Bergae, bisschop van Leodium, begiftigt …. met de kanunniksprebende in de kerk te Leodium, vacerende door overlijden van Casparus van Rennenburch.
(in domo nostra de Zevenberghen).
Oorspr. (Inv. No. 1289). Het zegel van de oorkonder verloren.
N.B. De naam van de begiftigde is niet ingevuld.
reg. no. 1710
1710 1544 Februari 29
Cornelis van Bergae, bisschop van Leodium, draagt vice-deken en kapittel aldaar op …. in het bezit te stellen van de kanunniksprebende, welke vaceert door overlijden van Caspar van Rennenburch en waarvan hij de collatie heeft.
(in domo nostro de Zevenberghen).
Oorspr. (Inv. No. 1286). Met rest van het zegel van de oorkonder in rode was.
N.B. De naam van de begiftigde is niet ingevuld.
reg. no. 1720
1720 1544 December 31
Cornelius van Berghae, bisschop van Leodium, bericht Servatius Schilders, officiaal van het Hof van Leodium te Diest, dat hij van de aartsdiaken van Hannonia het concordaat onder keizerlijk zegel in zake de rechtspraak zal ontvangen ter publicatie in het bisdom, en beveelt hem te zorgen, dat allen, die met de uitoefening van het recht belast zijn, zich aan het concordaat houden, opdat de Raad van Brabantia niet zal moeten ingrijpen.
(Bruxella).
Oorspr. (Inv. No. 1287).
Voor het geslacht VIANEN is voornamelijk geraadpleegd G. P. F. VERMAST, De heeren van Goye (Ned. Leeuw 1949 en 1950).
Ned. Leeuw 1949, kol. 384, 403 enz.
GHIJSBERT VAN VIANEN, zoon van HENRIC, heer van Vianen, en KATHERINA UTEN GOYE, was heer van Vianen en Goye en gehuwd met BEATRIJS VAN IJSELSTEIN. Hij overleed in 1391 en liet twee zoons na, HENRICK en JAN, die volgt
reg. no. 455
455 1391 Januari 2
Wilhem van Heteren en Pieter Otto stellen zich borg met 200 gelderse guldens tegenover heer Ghijsbert, heer van Vianen en den Goye, dat Johan Deys Korstiaensz. voor Dinsdag e.k. levend of dood te Vianen zal komen.
(des Maendaghes na Jaersdach).
Oorspr. (Inv. No. 1288). De zegels van beide oorkonders verloren.
N.B. Het charter is beschadigd. Gedrukt Cod. Dipl. II, 1, bl. 225.
JAN VAN VIANEN was de zoon van GIJSBERT en BEATRIX VAN IJSELSTEIN, dochter van ARNOUD en MARIE VAN HENEGOUWEN. Hij erfde Nieuwkoop
Met Nieuwkoop' werd Katerine uten Goye, vrouw van Henrick van Vianen, in 1349 beleend door de bisschop van Utrecht Ned. Leeuw 1949, kol. 381.
van zijn vader, kocht in 1418 Noordeloos en Slingeland van AERNT VAN LEYENBURCHVan Mieris, a.w. IV, bl. 457
en werd in 1428 beleend met Goye, dat JACOB VAN GAESBEEK reeds in 1422 te zijnen behoeve had opgedragenNed. Leeuw 1949, kol. 405, 406.
na het hem verkocht te hebben. Zijn zoon GIJSBRECHT uit zijn huwelijk met JOHANNA VAN HERLAER huwde MEYNE VAN HEEMSKERKreg. no. 644
644 1418 Januari 7.
Aernt, heer van Leyenberch, en Jan van Leyenberch beloven heer Jan van Vyanen, ridder, indien Alblaserwaert en Noerdeloes niet onzijdig blijven in de strijd tussen de vrouwe van Hollant en de elect van Ludic, het verschil tussen 400 franse kronen en 400 dordrechtse willemsschilden te zullen betalen.
Oorspr. (Inv. No. 1289). Met zegel van Jan van Leyenberch in groene was, dat van Aernt verloren.
N.B. Gedrukt in Cod. Dipl. I, 1, bl. 116.
GHIJSBRECHT VAN VIANEN, heer van Nieuwkoop, Noordeloos, Menkeloos en Slingeland, zoon van JAN en JOHANNA VAN HERLAER, huwde in 1429 MEYNE VAN HEEMSKERK, vrouwe van Oosthuizen en Etershem, dochter van heer GHERIJT en MARGRIET VAN CRALINGEN
reg. no. 926
926 1452 Januari 14
Symon Aertersz. verklaart ontvangen te hebben van heer Gijsbrecht van Vyanen, ridder, heer van Noirdelose enz., 12 nobels aan landhuur.
(op Sinte Ponsgens dach).
Oorspr. (Inv. No. 1290). Met rest van een opgedrukt zegel in groene was van Claes Gherijt.
reg. no. 942
942 1454 Mei 4.
De provisor en deken van Kennemaria beveelt te Alcmaria voor hem te dagen Simon Johannesz., Lambertus Hilbrandusz., Petrus IJsbrandusz., Johannes Wilhelmusz., Hilbrandus Diertsz., Johannes Gherbrandusz. en Folkerus Smit om Ghijsbertus van Vianen, ridder, en zijn vrouw, vrouwe van Noortloes, te antwoorden op hun klachten.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1291). Twee opgedrukte zegels verloren.
reg. no. 1051
1051 1467 Augustus 10.
Florijs Pietersz., schout van Heemskerc, oorkondt, dat Albrecht van Egmondt beloofd heeft de vrouwe van Noerdeloes en Oesthusen 10 jaar lang 64 rijnsguldens jaarlijks te betalen en dat Ghijsbrecht van Zijl, Gherijt Claesz. en Louwerijs Woutersz. beloofd hebben dit geld voor Albrecht van Egmondt te zullen betalen.
Gelijktijdig afschrift (Inv. No. 1292).
reg. no. 1041
1041 1466 Augustus 29.
De notaris …. instrumenteert, dat Meyna, vrouwe van Noerdeloes, dochter van heer Gherardus van Heemskerc, ridder, haar testament maakt, waarbij zij een kapelanie sticht op het altaar van SS. Katherina en Barbara in de kapel, die zij met haar ouders heeft laten bouwen aan de kerk te Heemskerc of in het kasteel van Heemskerc, waar zij nu verblijft, en schenkt daaraan met toestemming van Gherardus van Heemskerc, knaap, haar voogd, 2/3 van de tienden te Oestsanen en een huis.
Oorspr. (Inv. No. 1293).
N.B. Het stuk is zeer beschadigd.
reg. no. 991
991 1461 Mei 21.
Heynric van der Mye, raad van de hertog van Bourgondië, verklaart ontvangen te hebben 20 rijnse guldens, die de vrouwe van Noerdelois haar zwager, heer van Zevenbergen, schuldig was volgens arbitrale uitspraak van Anthonis Michiel, Dirc van Zwieten, Clays die Vryeze, rentmeester-generaal, en de oorkonder, raden van de hertog, en die zij bij arbiters deponeert, omdat de heer van Zevenbergen geweigerd heeft het geld aan te nemen.
Oorspr. op papier (Inv. No. 1294).
reg. nos. 961 en 964
961 1458 Maart 12
Aernt, heer van Sevenbergen, ridder, belooft zijn schoonzuster, vrouwe van Noirdelois, een door zijn vrouw bezegelde brief te geven, waarbij zij verzekert zich te zullen houden aan de uitspraak van arbiters, gedaan tussen zijn vrouw en zijn schoonzuster over de nalatenschap van haar vader, heer Ghijsbrecht van Vianen.
(op Sinte Gregoryus' dach).
Gevidimeerd in de brief dd. 1458 October 4 (Reg. No. 964).
964 1458 October 4.
Burgemeesters van Alcmair geven vidimus van de brief dd. 1458 Maart 12 (Reg. No. 961).
Oorspr. (Inv. No. 1294). Het zegel van de oorkonders verloren.
N.B. Het stuk is beschadigd.