Terug naar zoekresultaten

2.19.299 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Nederlandse krijgsgevangenen in de Sovjet Unie

Lijsten van geïnterneerde, gerepatrieerde en overleden krijgsgevangenen in de Sovjetunie en brieven en documentatie over het lot van krijgsgevangenen in de Sovjetunie. Daarnaast zijn in het archief drie kaartsystemen te vinden betreffende Nederlanders in Sovjet krijgsgevangenschap.

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.299
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau: Nederlandse krijgsgevangenen in de Sovjet Unie

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en Nationaal Archief

Versie

07-12-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis - Nederlanders in Sovjet Zone of krijgsgevangenschap
Ned. Rode Kruis - Nederlanders in Sovjet Zone of krijgsgevangenschap

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1945-1956

Archiefbloknummer

I28552

Omvang

200 inventarisnummer(s); 2,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten een deel van de stukken is in het
Nederlands
Duits

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Het Nederlandse Rode Kruis (NRK) / Informatiebureau, 1914-1998

Samenvatting van de inhoud van het archief

Lijsten van geïnterneerde, gerepatrieerde en overleden krijgsgevangenen in de Sovjetunie en brieven en documentatie over het lot van krijgsgevangenen in de Sovjetunie. Daarnaast zijn in het archief drie kaartsystemen te vinden betreffende Nederlanders in Sovjet krijgsgevangenschap.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 ) :
  • Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  • Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  • Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  • Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) . Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck. ) . Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst);
  • Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst);
  • Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers;
  • Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht
( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. ) . Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgt er voor dat het IB een nieuwe indeling krijgt ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten;
  • Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen);
  • Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals het opsporen van kinderen;
  • Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven;
  • Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders;
  • Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig neemt de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af. Diverse afdelingen worden daarom opgeheven ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) . Het IB blijft wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst blijft actief. Vanaf de jaren ’60 wordt steeds vaker onderzoek gedaan voor de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen wat leidt tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen voert het NRK in 1981 een grotere herindeling van de taken door ( Jaarverslag van het Informatiebureau 1981 ) :
  • Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  • Opsporingen / algemene informatie
  • Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgen vinden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig zet het NRK een grote reorganisatie in. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië richt het NRK een aparte afdeling in: Oorlogsnazorg. Het Informatiebureau wordt hiermee opgeheven.
In 2014 wijzigt het NRK de naam van Oorlogsnazorg in Oorlogsarchief en brengt het de taak over naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
In het begin van 1946 ging afdeling B van het IB over tot dossiervorming per gezochte persoon. Op 1 augustus 1949 werd de afdeling opgeheven. De persoonsdossiers werden apart opgeborgen. De cartotheekkaartjes die naar de persoonsdossiers verwezen kwamen terecht in de Centrale Europese Cartotheek (CEC 2.19.287). Alle ingekomen lijsten, correspondentie en verslagen die gebruikt waren om het lot van de krijgsgevangenen vast te stellen werden apart bewaard. Zo ook de documentatie over de krijgsgevangenen in de Sovjetunie.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Dit archief bevat stukken die verzameld zijn door afdeling B van het Informatiebureau om het lot van Nederlandse krijgsgevangenen in de Sovjetunie te achterhalen. Het gaat met name om lijsten van geïnterneerde krijgsgevangenen, lijsten van gerepatrieerde krijgsgevangenen, getuigenverklaringen en lijsten van overledenen. Daarnaast bevat het archief correspondentie en documentatie over het lot van de Nederlandse krijgsgevangen in de Sovjetunie.
In de inventarisnummers 194-196 is een kaartsysteem te vinden betreffende Nederlanders in Sovjet krijgsgevangenschap, 1950. Dit kaartsysteem is alfabetisch geordend op naam van de krijgsgevangenen. De inventarisnummers 197 en 198 bevatten twee kaartsystemen (één uit 1949 en één uit 1951) betreffende Nederlanders in Sovjet krijgsgevangenschap (alfabetisch geordend). In inventarisnummer 199 is een index te vinden op de getuigenverklaringen van teruggekeerden uit Sovjet krijgsgevangenschap.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
Ordening van het archief

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis - Nederlanders in Sovjet Zone of krijgsgevangenschap, nummer toegang 2.19.299, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Rode Kruis - Nederlanders in Sovjet Zone of krijgsgevangenschap, 2.19.299, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
Verwante archieven
2.05.111 Inventaris van het archief van de Nederlandse Ambassade in de Sovjetunie (Moskou) (archiefinventaris 2.05.111)
2.09.09 Inventaris van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (archiefinventaris 2.09.09)
2.09.34.01 Inventaris van het archief van de Commissie tot het doen van Aangifte van Overlijden van Vermisten (archiefinventaris 2.09.34.01)
2.15.43 Inventaris van het archief Sociale Zaken: Regeringscommissaris voor Repatriëring; Afdeling Repatriëring en Opsporing; Missie tot Opsporing van Vermiste Personen uit de Bezettingstijd (archiefinventaris 2.15.43)
2.09.16 Inventaris van het archief van het Nederlandse Beheersinstituut (archiefinventaris 2.09.16)
2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
2.19.289 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, B Persoonsdossiers Duitse militairen en Nederlanders Duitse dienst (archiefinventaris 2.19.289)
2.19.310 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Documentatie (archiefinventaris 2.19.310)
2.19.321 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Kampen en Gevangenissen (archiefinventaris 2.19.321)
2.19.322 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Informatiebureau: Eigen Archief (archiefinventaris 2.19.322)
Publicaties Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag, 1948
Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag, 1953