Zie ook no. 25.
Zie ook no. 32.
Dergelijke aanstellingen zijn nog vele te vinden in de bijlagen der brieven van den rentmeester aan den heer.
Zie ook no. 28.
47 1545 Juni 18.
Cornelis Suys, raad ordinaris in den Hove van Holland, voogd van Pieter Aerntsz., ambachtsheer van Heer-Jansdam, beleent Jan Wouterssz. Vinck met twee morgen en twee hont land, gelegen in Heer-Jansdam.
Opten XVIIIen Juny XVc vijfenveertich.
Oorspr. (Inv. n°. 281.) Met zeer geschonden zegel van Cornelis Suys in roode was.
5 1340 Juli 13.
Willem, graaf van Henegouwen enz., verkoopt aan meester Tyelman Heren Jansz. do visscherij in het diepe van de Waal en in de platen langs de Waal tusschen den weg en den Nederwaertschen dijk.
Gegeven tot Dordrecht op Synte Margrieten dach int jaere ons Heeren duysent dryehondert ende veertich.
a. Oorspr. (Inv. n°. 287.) Het zegel van graaf Willem verloren.
b. Copie uit de 17e eeuw. (Inv. n°. 287.)
c. Copie uit de 18e eeuw. (Inv. n°. 287.)
d. Copie van 1617 October 14. (Inv. n°. 307 letter X 10.)
e. Copie uit de 18e eeuw. (Inv. n°. 307 letter X 10.)
Men onderscheide de visscherij de Nachtmerrie en het glijknamige gors. Voor het laaste zie men Inv. no. 310 vlg.
26 1510 September 10.
Janne van Halewijn, vrouwe van Wassenaer, generale-gouvernesse en administresse der landen, goederen en heerlijkheden van Johan van Wassenaer, burggraaf van Leyden, haar zoon, oorkondt, dat Pieter Huygen zoon met haar toestemming aan joncfrouwe Marie Jan Sturpijns dochter als douairie en lijftocht heeft geschonken de som van 10 ponden gr. Vl. 's jaars uit de visscherij de Nachtmerye en bij gebreke van dien uit de ambachtsheerlijkheid van Heeren-Jansdam.
Opten thienden dach van Septembry int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende thien.
Oorspr. (Inv. n°. 288.) Het zegel van Wassenaer verloren.
Zie Reg. no. 23.
23 1510 Januari 7.
Schout en heemraden van Heeren-Jansdam oorkonden, dat voor hen is getuigd, dat het gors langs de Waal bij Heeren-Jansdam nooit anders is genoemd geweest dan die Nachtemerye.
Gedaen int jaer ons Heeren MCCCCC ende neghen den sevenden dach der maent January.
a. Oorspr. (Inv. n°. 293.) 3 zegels verloren.
b. Copie van 1597 Januari 19 op papier. (Inv. n°. 293.)
Zie Reg. no. 27.
27 1511 Maart 10.
Het Hof van Holland verleent mandament in cas van complaincte ten verzoeke van Pieter Hugen zoen, ambachtsheer van Heerjansdam, tegen de weduwe en erfgenaam van Joost Stoop betreffende de visscherij van Heeren-Jansdam.
Gegeven in den Hage opten thiensten dach in Mairte int jair ons Heeren duyst vijffhondert ende thiene nae den loop sHooffs van Holland.
a. Oorspr. (Inv. n°. 294.) Het signet van het Hof van Holland verloren.
b. Moderne copie. (Inv. n°. 294.)
Zie Reg. nos. 28, 29 en 30.
28 1512 Februari 21.
Het Hof van Holland geeft akte aan den procureur van Pieter Huygenz. van een verklaring van den procureur van Geeryt Monenz. betreffende de visscherij in Heerjansdam.
Aldus gedaen in den Hage den XXIen dach van Februario A°. XVc elff.
a. Oorspr. (Inv. n°. 295.)
b. Moderne copie op papier. (Inv. n°. 295.)
29 1514 September 23.
Maximiliaen, gekozen Keizer enz., en Karel, aartshertog van Oistenrijcke enz., citeeren Gheeryt Moensz. voor den Grooten Raad van Mechelen om zich tot boete te hooren veroordeelen wegens fol appel van het vonnis in het proces tegen Pieter Hugez. van Dordrecht over de visscherij de Nachtmerry.
Gegeven in onser stadt van Mechelen den XXIIIen dach in September int jaer ons Heeren duyst vijfhondert ende vierthiene.
Oorspr. (Inv. n°. 295.) Met zeer geschonden zegel van den Grooten Raad in roode was.
Aangehecht een dagvaarding in het Fransch op perkament: le XXIX jour de Septembre Ao. XVe. XIIII.
30 1515 April 24.
Kaerle, prince van Spaengnen enz., geeft op verzoek van Pieter Hugenz. van Dordrecht en van don ontvanger van den Grooten Raad te Mechelen last tot het arresteeren van Geryt Moensz., die onder verdenking staat voortvluchtig te zullen worden, en die niet genoeg goederen heeft om de boete en de kosten te betalen, waartoe hij tegenover de beide verzoekers veroordeeld is in een proces over de visscherij de Nachtmerry.
Gegeven in onser stede van Mechelen den XXIIIIen dach van April int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende vijfthien naer Paeschen.
Oorsp. (Inv. n°. 295.) Met zeer geschonden minderjarigheidszegel van Karel in roode was in zakje.
Aangehecht een verklaring van den deurwaarder van den Grooten Raad van 1515 Augustus 8, dat Geryt Moensz. voldoende borgen heeft gesteld, zooals blijkt uit de ook aangehechte akte van borgstelling van 1515 Augustus 6.
Zie Reg. no. 48.
48 1547 Maart 14.
Jop van Teylingen verklaart ten verzoeke van den heer Suys als voogd van de kinderen van wijlen Aert Pietersz., dat eenige lieden verklaringen hebben gegeven betreffende de visscherij (in Heerjansdam).
Den XIIIIen Martii anno XVc XLVI stilo curie Hollandie.
Oorspr. op papier. (Inv. n°. 296.)
Zie Reg. nos. 49 en 50.
49 (Vóór 1547 December 4.)
Coenraet Oelens, gezworen landmeter van Delflant, geeft eene verklaring af over de limieten van de visscherij in Heerjansdam.
Oorspr. op papier. (Inv. n°. 297.) Met signatuur van Coenraet Oelenz.
De dateering volgt uit Reg. n°. 50.
50 1547 December 4.
Dierick van Assendelft, heer van Bezoyen en ambachtsheer van Heynninoort, en meester Cornelis Suys, raad ordinaris in Hollant, als oom en voogd van Pieter Aerntsz., ambachtsheer van Heerjansdam, komen overeen omtrent de limiete van de visscherij in Heerjansdam.
Opten vierden Decembris XVc XLVII.
Oorspr. op papier. (Inv. n°. 297.)
Zie Reg. no. 33.
33 1516 Augustus 5.
Johan, heer tot Wassenaer, tot Catwijk, tot Voorschoten etc., burggraaf van Leyden, bevestigt ten behoeve van Floris van Tol Floris' zoon het hem toekomende recht van zwanendrift in Heerjansdam.
Op den vijfsten dagh van Augusto int jaar ons Heeren duysent vijffhondertensestien.
a. Notarieele copie van 1703 November 6. (Inv. n°. 303 letter K.)
b. Copie uit de 18e eeuw. (Inv. n°. 303 letter. K.)
Zie Reg. nos. 2, 3, 4, 8, 9, 14, 16, 17, 18, en 21.
2 (13)36 Augustus 12.
Willelmus, graaf van Hayhonia enz., geeft de bediening van de parochiekerk in Risoirde aan Pieter Clingen.
Datum in Haerlem feria secunda ante assumptionem beatae Mariae anno CCC tricesimo sexto.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter E. 10.)
Gedrukt: Nibbelink n°. 24.
3 1337 October 20.
Willem, graaf van Henegouwen, beleent Gerard Aelwijns soone met de visscherij in de Waal in Swindreght langs zijn ambacht.
Gegeven te Sierixzee des Manendages na Sente Lucas dagh int jaer ons Heeren duysent driehondert sevenendertigh.
Copie uit de 18e eeuw, op papier. (Inv. n°. 304 letter D.)
Gedrukt: Nibbelink n°. 28.
4 (13)39 Juli 23.
Willem, graaf van Henegouwen, verleent Geryt Alewijns soon voor zijn ambacht Risoirde in Swindrecht een weekmarkt en twee jaarmarkten.
Gegeven te Dordrecht des Vrydaechs van Sinte Jacobus dach int jaer 39.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter E 20.)
Genoemd bij Nibbelink n°. 34.
8 (13)40 Augustus 8.
William, grave van Henegouwen, verkoopt aan Gerrit Alewijns soon den cijns van het zestiende deel van Swindrecht.
Gegeven in onser tente voor Doirnick den Dinsendages voor Sinte Lauweris dagh int jaer veertigh.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter E 30.)
9 (13)52 April 12.
Hertog Willem van Beieren etc. verleent aan Gherard Alewijns soone het recht, dat alle ambachtslieden, die binnen zijn gerecht van Rijsoirde in Swindreght wonen, hun ambacht vrij zullen mogen uitoefenen.
Gegeven en beseegelt in Middelburg des Donderdaeghs nae verloopen Paesschen int jaer 52.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter E 46.)
14 1460 September 13.
Philips, hertog van Bourgondië, beleent Floris van Rijswijck met het ambacht van Risoirde en de visscherij in de Waal langs het ambacht.
Datum op den darthiende dagh van September anno veerthienhondert en sestigh.
Copie uit de 18 eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter F 7.)
16 1465 Augustus 9.
Het Hof van Holland beslist, dat Floris van Rijswijck het recht heeft om over de ambachtsheerlijkheid van Risoirde te beschikken, waartegen Jan Dedel als man van Beatris van Rijswijck, zuster van Floris, zich had verzet.
Gedaen in den Haege opten negenden dach van Augusto int jaer veertienhondert vijffensestich.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter F 80.) Zie Reg. nos. 17 en 18.)
17 1466 November 14.
Philips, hertog van Bourgondië, beleent op verzoek van Floris van Rijswijck Claes die Vriese, zijn rentmeester-generaal van Holland, met de ambachtsheerlijkheid van Risoirde, de visscherij in de Waal en de ambachtsheerlijkheid van Strevelshouck.
Gegeven opten veertienden dach van Novembri Ao. veertienhondert sesensestich.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter F 80.) (Zie Reg. nos. 16 en 18.)
18 1467 Mei 27.
Philips, hertog van Bourgondië, beleent op verzoek van Claes de Vriese, rentmeester-generaal van Holland, jonckvrouwe Beatris van Rijswijck, Jan Dedels wijf, met het ambacht van Rijsoirde, de visscherij in de Waal in Swindregt langs het genoemde ambacht en het ambacht van Strevelshoeck.
Datum op den sevenentwintigsten dag van Mey anno 1467.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter F 90.) (Zie Reg. nos. 16 en. 17.)
21 (15)00 Mei 14.
Phillips etc. beleent Nicolaes van Valckesteyn met het ambacht van Rijsoirde, met de visscherij in de Waal in Swindrecht langs het genoemde ambacht en met het ambacht van Strevelshouck en met 30 morgen lands, gelegen in Rijswyke.
Actum den veertiende in Meye seesthienhondert.
Copie uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 304 letter F 10.)
Het oorspronkelijke is gedateerd van 1556 Mei 18.
Zie Reg. nos. 5 en 22.
Een stuk bevat ook bepalings over de vrijheid van contributie van de Nachtmerrie.
Zie Reg. no. 19.
19 1490 April 20.
Johan, heer tot Wassenaer, tot Voorschooten, tot Catwijck etc., burggraaf van Leyden, beleent Philips van der Does met de door hem aan Zwindrecht bedijkte gronden en staat hem toe die te verkoopen, mits hij voor eens voor elken morgen een gouden Tornoize Rijnsgulden betaalt.
Den XXen dach in April int jaer ons Heeren duysent CCCC tnegentich.
Oorspr. (Inv. n°. 317). Met zeer geschonden zegel van Johan van Wassenaer in roode was.
Zie Reg. nos. 32, 35, 36, 39, 41, 42, 43, 44, 45, 46 en 52.
32 1515 October 2.
Schout en heemraden van Heerjansdam oorkonden, dat Jan Willem Janssz. en Jan Outziersz. samen aan Aert Pietersz. verkocht hebben vier morgen en twee hont land, gelegen in Heerjansdam, en twee morgen en 1½ hont land, gelegen in het ambocht van Pieter Hughenz., nl. de Kleine Lindt.
Int jaere ons Heeren duysent vijfhondert ende vijfthien den anderen dach in Octobriy.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met rest van een schepenzegel (van Pouwels Heyenz.) in groene was, 1 zegel verloren.
35 1518 Augustus 14.
Schepenen in Dordrecht oorkonden, dat Anna Adriaen Ockers zoons weduwe, Cornelis Adriaens zoon, haar zoon, en Jan Jacopszoon, bailiu van Zuytholland, haar zwager, aan Aert Pieters zoon verkocht hebben 1½ morgen land, gelegen op Heren-Jansdam in die Zijdwy.
Int jaer ons Heeren duyssent vijffhondert ende achtien opten veerthiensten dach in Augusto.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 2 schepenzegels (van Jan Vrancken zoon en Cornelis Heymans zoon) in groene was.
36 1522 Februari 4.
Schout en heemraden van Ryderambocht oorkonden, dat Dirck Pietersz. aan Alijtghen Floris van Tol Florisz. weduwe verkocht heeft 13 morgen land en een huis, gelegen in Nyeuwe Ryderwaert.
Ghedaen int jaer ons Heeren duysent vvijffhondert ende een ende twintich den vierden dach van Februarii.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 3 schepenzegels (van Willem Cornelisz., Cornelis Willemsz. en Jan Kyvit Jansz.) in groene was.
39 1535 December 4.
Schout en heemraad van het ambacht Oostbarendrecht en schout en heemraden van Zyedewy oorkonden, dat Pieter Wyttenz. aan Aert Pietersz., verkocht heeft een morgen land, gelegen in Zyedewy.
Int jair ons Heeren M vijfhondert vijf ende XXX stilo curie Hollandie den vierden Decembri.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 2 zegels (van Cornelis Beerntsz en Cornelis Michiels) in groene was, 1 zegel verloren.
41 1536 Mei 6.
Schout en heemraden van Oostbarendrecht en van Zyedewy oorkonden, dat Katherina, weduwe wijlen Jacob Oom, te Dordrecht aan Aert Pietersz. verkocht heeft 1½ morgen bedijkt land, gelegen in Zyedewy.
Ghedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert ses ende dertich stilo cur(i)e Hollandie den VIen Mey.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 2 zegels (van Adriaen. Lauwer. en Willem Adriaen Jors' zoon) in groene was.
42 1539 Augustus 19.
Schout en heemraden in het ambacht Ridderkercke oorkonden, dat Pieter van Halmele aan Aert Pietersz. verkocht heeft 11½ morgen land, gelegen in Veerenambacht.
Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert negen ende dertich opten negenthiensten dach in Augusto.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 3 zegels (van Aert Symonsz, Claes van Driel Dirckz. en Theeus Adriaensz.) in groene was, 1 zegel verloren.
43 1541 September 25.
Schout en heemraden in het ambacht van Ridderkercke oorkonden, dat Wytman van Buyten als executeur-testamentair van heer Adriaen van Buyten, priester en kapelaan te Breda, met goedvinden van zijn mede-executeur heer Willem Langeraick, priester, aan Aert Pietersz. verkocht heeft de helft van 7 morgen land met de helft van het huis, gelegen in den Hoefslach in Nyen Ridderwairt, en de helft van 1½ morgen land, gelegen in Nyen Ridderwairt.
Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhondert een ende veertich opten vijf ende twintichsten dach in Septembri.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 4 zegels (van Aert Symonsz., Gherit Gheritsz, Dirck Willemsz. en Joris Jansz.) in groene was.
45 1543 Januari 10.
Schepenen van Dordrecht geven een bevestigingsbrief van den verkoop van de helft van zeven morgen en twee hont land door Jacop Claes dochter, Cornelis Claesz. weduwe, aan Aert Heeren Pietersz., nader vermeld in den brief, waardoor deze gestoken is. (Zie Reg. n°. 44.)
Des Woesdaich nae Dorthiendach opten thienden dach in Januario A°. XVc twee ende veertich.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 3 schepenzegels (van Gherit Evertsz, Maerten Dirckz. Screvele, Aert Heren Staesz.) in groene was, 1 zegel verloren.
44 1542 October 27.
Schepenen van Dordrecht oorkonden, dat Jacop Claes' dochter, Cornelis Claesz. weduwe, aan Aert Heeren Pietersz. verkocht heeft de helft van zeven morgen en 2 hont land, die zij met den genoemden ambachtsheer gemeen had, gelegen in Westbarendrecht.
Int jaer ons Heeren duysent vijffhondert twee ende veertich opten seven ende twintichsten dach in Octobri.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 2 schepenzegels (van Gherit Evertsz. en Maerten Dirckz. Screvele) in groene was, 2 zegels verloren.
Met een transfix van 1543 Januari 10. (Reg. n°. 45.)
46 1543 Juni 12.
Stadhouder en heemraden in Ridderkerck oorkonden, dat de erfgenamen van wijlen Adriaen Scriver Claesz. aan Aert Pietersz. verkocht hebben elf morgen vier hont en twintig roeden land met huis enz., gelegen in Nyen Ridderwaert in een stuk land van 13 morgen. (Zie Reg. n°. 36.)
Gedaen int jair ons Heeren duysent vijfhonderd drie ende veerlich opten twalifsten dach in Junio.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 3 zegels (van Pieter Cornelisz., Joris Jansz. en Drick Willemsz.) in groene was, 1 zegel verloren.
52 1558 September 29.
Schout en heemraden van Heerjansdam oorkonden, dat Joest Ariaensz., Allaert Ariaensz. en Neelken Ariaens dochter aan Job van Teylingen als rentmeester van de kinderen van Aert Pietersz. een griend verkocht hebben, gelegen buitendijks in den Hoechgen Nes.
Gedaen opten XXIXen Septembry anno XVc achtende vijftich.
Oorspr. (Inv. n°. 318.) Met 1 zeer geschonden zegel in groene was, 2 zegels verloren.
Zie Reg. no. 40.
40 1536 Februari 1.
Het Hof van Holland velt vonnis in een appèlprocedure tusschen Jan van Lijnden, poorter te Antwerpen, als man en voogd van joncfrou Ermgaert Sandelins, impetrant in reformacie, en Aernt Pietersz., gedaagde, over de erfenis van joncvr. Cornelia Sandelins, echtgenoote van gedaagde.
Den 1en Februarii anno XVc ende vijffendertich stilo curie Hollandie.
Oorspr. (Inv. n°. 319.) Het zegel van justitie in roode was verloren.
Zie Reg. no. 51.
51 1552 Augustus 5.
Kaerle, Roomsch keizer enz., geeft op verzoek van Adriaen Pietersz., Govert Adriaensz., Joost Jacopsz. en meester Cornelis Suys, raad ordinaris van den rade in Hollant, als voogd en curator van de kinderen van wijlen Aerndt Pietersz., mandament van relieff d'appèl bij den Grooten Raad van een provisioneel vonnis van het gerecht van Barendrecht, gewezen over landeigendom in een proces tusschen bovengenoemde personen en de erfgenamen van Claes van Noorden.
Gegeven in onsen stede van Mechelen den vijfsten dach van Oegst int jaer ons Heeren duysent vijfhondert tweënvijftich, van onsen Keyserijcke 't XXXIIIe ende van onsz. rijcken van Spaengen ende andere het XXXVIIe.
Oorspr. (Inv. n°. 320.) Met geschonden zegel van den Grooten Raad in roode was.
Zie Reg. nos. 1 en 20.
1 1332 Januari 14.
Willem, graaf van Henegouwen, geeft Zwindreght uit om het te bedijken met de bepaling, dat elk, die een 1/16 deel of meer van het land neemt, ambachtsheer van dat land zal worden.
Gegeven tot Broessele op Ste. Ponciaens dach int jaer ons Heeren duysent driehondert een ende dertigh.
a. Opgenomen in een vidimus van burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht van 1495. (Zie Reg. n°. 20.)
be. Vier copieën uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 333.)
Gedrukt:
Van der Eyck. Handvesten van Zuyt-Holland, 268.
Boxhorn op Reygersberg. Chronijk van Zeeland II, 144.
J. van Oudenhoven. Beschrijving van Zuyt-Holland, 240.
Groot Placaatboek II, 1574.
- Van Mieris. Groot Charterboek II, 507.
Meylink. Geschiedenis van het Hoogheemraadschap en der lagere waterbesturen van Delfland, bijl. 102 n°. 101.
Nibbelink n°. 10, die het ten onrechte op 1331 November 19 dateert.
20 1495 Augustus 10.
Burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht geven vidimus van den brief van 1332 Januari 14. (Zie Reg. no. 1.)
Gedaen int jaer ons Heeren duysent vierhondert vijff ende tnegentig den thiensten dach in Augusto.
a.d. Vier copieën uit de 18e eeuw op papier. (Inv. n°. 333.)
Hierbij twee stukken over hetzelfde onderwerp uit 1681, niet van den heer van Heerjansdam, maar van de vrouwe van Heer-Oudelantsambacht.
Zie Reg. no. 53.
53 1563 Augustus 21.
Philips, koning van Castillen enz., verkoopt aan burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht het hem toekomende recht in de keur van den dijkgraaf van Swijndregt voor 600 pond van 40 gr. Vl.
Gegeven in onser stadt van Brussele den XXIe dagh van Augusto int jaer ons Heeren duysent vijffhondert dryentsestigh, van onsen rijcke, te wetene van Spangiën, Siciliën etc. 't XVIIIe ende van Napels 't(X)Xe.
Copie op papier. (Inv. n°. 335.)
Gedrukt bij Nibbelink n°. 181 en bij Mr. J.H. van de Wall, Handvesten der stad Dordrecht bl. 1268.
Het laatste in het stuk voorkomende jaartal is 1681.
De bedoelde heer van Heerjansdam stierf in 1725.
Zie Reg. no. 12.
12 1403 December 9.
Aelbrecht, hertog van Beieren, oorkondt, dat hij in Ryderwaert een dijkgraaf zal aanstellen, en dat er vijf hooge heemraden zullen gekozen worden, en neemt nog andere maatregelen om de bedijking weer in goede orde te krijgen.
In den Hage op den 9 dach in Decembor 1403.
Copie uit de 17e eeuw op papier naar een notariëele copie. (Inv. n°. 353.)
Zie Reg. no. 13.
13 1435 November 17.
Philips, hertog van Bourgondië enz., geeft aan Floris van Kief hoeck alle waarden en uiterlanden voor Swindrecht uit om te bedijken en geeft hem tevens alle tienden aldaar in erfpacht tegen een mark zilver.
Gegeven op den 17 dach van Novembry int jaer ons Heeren 1435.
Copie uit de 17e eeuw op papier. (Inv. n°. 354.)
Het latere opschrift, dat Gheryt-Heynricxzoonsambacht gelijk stelt met Heerjansdam is niet onjuist. Het is een leen van Polanen.
Zie Reg. no. 31.
31 1515 Augustus 12.
Heynrick, graaf tot Nassouwen, tot Vyanden, heer tot Breda, ter Leck, Diest, Huesden etc., beleent Aernt Pietersz. ten behoeve van de kinderen van wijlen Ariaen Pieters zoon met Gheryt Heynricx zoons ambocht, gelegen in Zwijndrecht.
Gegeven opten twalfsten dach van Augusto int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende vijfthiene.
Oorspr. (Inv. n°. 355.) Met het zegel van Hendrik van Nassau in roode was.
Zie Reg. no. 37.
37 1527 September 30.
Schepenen van Dordrecht oorkonden, dat heer Jan van der Lindt Willemsz., priester, aan Jan Oem Jacops zoen verkocht heeft 2½ morgen land, gelegen in Zijdwy.
Gegeven int jair XVc zevenentwintich opten lesten dach in Septembri.
Oorspr. (Inv. n°. 356.) Met 3 geschonden schepenzegels (van Aert Jong Adriaens zoen, Staes Geverts zoen en Heynrick Cornelis Heynricx zoens zoen) in groene was, 1 zegel verloren.
Zie Reg. no. 38.
38 1527 November 14.
Burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht oorkonden, dat Adriaen Corssen, Heynrick Dirckz. en Adriaen Jansz., allen ingezetenen van Ryderkerck, getuigd hebben onder eede betreffende een grondkaveling van een stuk land in Ryderkerck, geheeten Jan Tavijns hueff.
Opten XIIIIen dach in Novembri anno XVc zeven ende twintich.
Oorspr. (Inv. n°. 357.) Met geschonden stadszegel van Dordrecht in groene was.