Tussen Turkije en Nederland beklemd.

1974

Sevki Kaya (1940) werkte als herder. Toen zijn neef Huseyin over Nederland vertelde besloot hij in 1974 ook te vertrekken. Kaya wilde in Nederland geld verdienen om daarmee vee, land of een huis in Turkije te kopen. Het was de bedoeling om terug te gaan naar Turkije. Het liep anders.

Sevki Kaya

‘In 1974 kwam ik via Duitsland illegaal Nederland binnen. We woonden met zijn achten in het huis van Necati. We sliepen met zijn tweeën of zijn drieën in een bed. Naar aanleiding van een vechtpartij werd er door de buren bij de politie geklaagd. Daardoor werden we opgepakt en naar Turkije teruggestuurd.’ ‘Na een jaar of drie hoorde ik dat we een verblijfsvergunning konden krijgen omdat we in 1974 in Nederland verbleven. Toen ben ik het avontuur opnieuw aangegaan en weer naar Nederland vertrokken. Weer terug zijn we meteen naar de IND gegaan om onze verblijfsvergunning te halen. We moesten hard werken, van 06.00 uur tot 18.00 uur, 5 dagen per week. Ik heb in de bouw gewerkt en ook andere werkzaamheden gedaan. Per maand verdienden we 800 tot 1100 gulden. Ik was de enige die werkte en onderhield 5 tot 6 mensen.’ ‘Nadat ik die verblijfsvergunning had, heb ik mijn vrouw en kinderen laten overkomen. Toen mijn gezin hier was, wist ik dat ik nooit meer terug zou gaan. We hadden het hier goed. Ik moest in 1990 vanwege mijn gezondheid stoppen met werken en nu ben ik gepensioneerd.’ ‘Het was vroeger lastig om halal vlees te vinden. Meestal slachtten we zelf kippen. Offerdieren slachtten we stiekem thuis in de badkamer. We namen ze dan meestal ’s nachts in de auto mee naar huis. Soms moesten we ze naar de derde etage sjouwen. Toen we een geschikte boerderij vonden, konden we daar slachten.’ ‘Het vrijdaggebed konden we eerst niet doen als we werkten. Toen Marokkanen in onze fabriek voor een klein kamertje hadden gezorgd, konden wij daar ook bidden. Tijdens de Ramadan deden ze niet moeilijk als we de werkruimte moesten verlaten om te bidden. Dat respecteerden ze gewoon. Ik heb met anderen de Mevlana moskee opgericht. Ik ben nog steeds bestuurslid en heb twee jaar lesgegeven aan kinderen. De jeugd moet studeren, goede vrienden kiezen, geen slechte dingen doen en de moskeeën niet verlaten.’ ‘We werden vroeger heel vaak geholpen door de Nederlandse mensen. Ze waren toen toleranter en vriendelijker dan nu en vonden het niet erg dat we de taal niet zo goed spraken. Nu heb je tolken. Onze kinderen en kleinkinderen zijn hier opgegroeid en spreken goed Nederlands. Ze willen niet meer terug, daarom kunnen wij ook niet terugkeren. Ze zien Turkije als een vreemd land.’ ‘Het is nu anders in Nederland. Ik voel me nu meer buitengesloten. Als ik terugkom van vakantie word ik raar ondervraagd: waar ik was, wat ik heb gegeten en gedronken. Dat gaat toch niemand wat aan? We zijn niet teruggekeerd en hebben ook geen dromen waar kunnen maken. We zijn tussen Turkije en Nederland beklemd geraakt.’ Vertaling: Sahin Yildirim. Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met het Turks Museum Nederland.