Advies gevraagd aanHof van Holland; baljuw van Zuid-Holland (Pieter Schoeck)
Toedracht en bijzonderhedenSuppliant en slachtoffer en anderen drinken in Capelle in het huis van Jan Duijnsz., schout. Ze hebben 'hooch' gedronken. Een familielid van het slachtoffer begon met de suppliant ruzie te zoeken. Slachtoffer maakt suppliant mede belachelijk. Deze vertrekt naar huis en wordt door het gezelschap, w.o., het slachtoffer, gevolgd. Ze blijven hem met hem spotten. Tenslotte slaat suppliant het slachtoffer tegen de grond met een vork die hij op zijn schouder had waar hij dood is gebleven, omdat hij dronken was ws. door verstikking. Hierop vlucht de suppliant (met gezicht in het gras 'hebbende mede hooch gedroncken' liggend 'meer gesmoert ofte gestict es')
Vindplaats beschikking externARB, Rekenkamer, inv. nr. 49556, z.f.