Back

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 09-11-1556

Datum interinement 09-11-1556
Soort gratie pardon en abolitie
Gratie Brussel
Gratieverlener Philips II
Dader(s) Job Florisz. van Delft
Woonplaats dader(s) Delft
Soort delict misdaad niet gespecificeerd
Delict Nootdorp
Jurisdictie delict Delft (schoutambacht); Nootdorp (ambacht)
Gedagvaarde officier de ambachtsbewaarders van Nootdorp; schout van Delft
Oppositie procureur generaal Ja, mits verificatie
Amende honorable Ja, blootshoodts in linnen klederen met kaars van een pond Hof van Holland om vergiffenis bidden en de kaars offeren voor het heilig sacrament
Amende civiel 16 kar.g
Advies gevraagd aan wet van Delft
Toedracht en bijzonderheden mei 1554 heeft hij het venster van een herberg ingedrukt (het was nacht men hoorde hem niet men lag zeer hoog te slapen door de drank die men dagelijks nuttigt) door de schout van Delft gevangen genomen in strict gevangenis liggende heeft hem bij schepenen vonnis ter banke geleyt in alle schijn of hij daaraan lijf en goed verbeurd had tot grote schandalisatie van de suppliant en torture en pyne leggende en hangende aan die pileye (pellorijn = schandpaal) zulks dat zijn schouderbladen hem getogen werden tot op zijn borst, heft op de articulen hem voorgehouden door de officier niettegenstaande hij daarvan geen info had zekere concessie gedaan tot zijn prejudicie van allerlei kleine vergrijpenhij had een deel aan de keizer voorgelegd en pardon gevraagd en de pg en de officier en de gp gedagvaard maar omdat de suppliant de voorsz. petulantien of ongeregeldheden niet te kennen heeft gegeven en verzwegen bij het impetreren van het voorsz. pardon, is hij niet op durven komen dagen en vraagt nu voor al die verzwegen feiten nog pardonJob Florisz. werd door de schout van Delft gevangen genomen toen hij in mei 1554, 'met drancke bevangen' wezende, het venster van een herberg had ingedrukt. Het was nacht en iemand hoorde dat hij erin wilde, 'mits dattet een herberge was, daer men gewoonlick is wat hooch te slaepen overmits den dranck die men daer daegelixs useert'. Bij schepenvonnis werd hij 'ter banck geleyt in alle schyn of hy daer aen lyff ende goet verbeurt hadde'. Dit 'tot groote schandalisatie' van de suppliant. En ter 'torture en pyne leggende en hangende aan die pileye (pellorijn = schandpaal) zodat zijn 'schoerbladeren hem getoegen werden tot up zyn borste' heeft hij op de vragen die de officier hem voorhield, niettegenstaande deze daarvan geen informatie had, allerlei kleine vergrijpen bekend. Hij had vervolgens een deel daarvan aan de keizer voorgelegd en pardon gekregen en de procureur-generaal, de officier van justitie en de geïnteresseerde partij gedagvaard voor het interinement. Omdat hij hierbij echter de 'petulantien of ongeregeldheden' niet te kennen had gegeven en verzwegen, had hij niet durven verschijnen. Hij vroeg nu voor al die verzwegen feiten nog pardon. Het pardon werd verleend 'abolierende ende affdoende alle procedueren' nadat de Geheime Raad advies had gevraagd aan de wet van Delft. zie hoofdstuk het pardon