Back

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 20-03-1532

Datum interinement 20-03-1532
Soort gratie remissie
Gratie Gent
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Lenard Aliaansz. en Anthonis Aliaansz.
Woonplaats dader(s) BommeNee (bij Dreischor)
Slachtoffer(s) Cornelis Thomsz.
Soort delict doodslag
Jurisdictie delict Dreischoor (baljuwschap)
Gedagvaarde officier Joost Adriaansz., baljuw van Dreischoor
Dader gevangen bij gratieverzoek? Nee
Verzoening Ja, wel tot stand gekomen
Amende civiel 2x 10 kar.g
Verleend ter gelegenheid van Blijde Inkomst
Toedracht en bijzonderheden 1528 Zitten drinken op een zondag omtrent negen uur 'savonds ten huize van Hendrik Jansz. in Zonnemare zitten drinken samen met Matheus Ailliaensz. bolderhouck, Cornelis Thomsz. looper, Ailliaen Thomsz. looper en Anthonis Ailliaensz suppl. voorschr. met meer ander gezelschap. Van buiten is Lenard A. broer van Anthonis gekomen en toen hij daar enige tijd had gezeten, heeft M.A. geeist van hem betaling van een boete, daarinne hij alleer jegen hem als op die tijd schout gecondemneerd geweest was. suppl.:'Oom Mattheus gij hebt mij die kwijtgescholden en de hand dair aff upt hooft geleyt, waarbij ik daaraf niet schuldig ben. L. en M. zijn nu twistende geworden zover dat de waard tegen spl. zei: 'Gij hebt hier geen gelag, gaat thuis, want gij zeyt wel bij drancke. Spl: 'nu zal ik gaan'. En weggaande zei hij: 'Zaer u moeder' ende als hij uitging kwam daar Cornelis Thonisz inne die hadde buiten geweest om zijn water te maken. En de spl. zei tegen hem: 'Bistu daar buurman ende want hij niet en sprak zei hij nog eens: 'Bistu daar looper. Corn. Thomsz. zei daarop: 'Bistu dair Carremans leene en ging Lenard suppl. mitsdien uit het huis zijn weg. C.T. zei tegen het gezelschap deze of gelijke woorden in substantie: L.A. is daaruit gegaan, hadde hij zovele tot mij gezeyt als hij tot M.A. doet, ik zou daar meer toe gedaan hebben. A.A. vroeg hem daarop wat hij dan gedaan zou hebben. Atwoord: 'Ik zou hem een kanne op zijn harsebecke geworpen hebben. A.A.: 'dat mag je dan doen'. C.T. nam daarop een kan en wierp deze naar A.A. deze ontweek hem en schoot op en trok zijn dagge, onderling vechtende. buiten riep een meisje naar L.A. :'Uw broer A. wordt vermoord'. Zeer ontroert is hij haastig naar binnen gegaan, zag dat zijn broer A. buiten den haarde zijnde een uitgetrokken dagge hadde en insgelijks Cornelis Thomsz. binnen den haerde die beyde van de bijstanders gescheiden gehouden worden heeft spl. toch zonder te kijken omdat hij verstuurt en verbaasd was ingaande in de haard met een dagge C.T.een steek voor in zijn hoofd gegeven, meteen dood. De vrienden van de dode hebben beide suppl. in de doodslag geleyt 'niettegenstaande dat de dode maar één steek gehad heeft'. De goederen van L. zijn geapprehendeert en geconfisceert maar die van A. niet want hij had er geen. Verzoend, maar beduchtende rigeur van justitie,durven niet te frequenteren in onze landen en heerlijkheden maar tot hun zwaar verdriet en achterdeel houden ze zich in vreemde contreien in grote miserien. Deurwaarder Jacob Beyersz.