Back

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Pardon en rappel van ban

Soort gratie Pardon en rappel van ban
Gratie Mechelen
Gratieverlener Karel V
Suppliant(en) Lenaert Arentszoen de Hollaer
Soort delict Bedreiging
Gedagvaarde officier De baljuw van Putter, de schout van Dordrecht en de Procureur-Generaal van Holland
Amende honorable Ja
Amende civiel Ja en de justitiele kosten
Advies gevraagd aan Eerst aan de Raad van Holland, later aan de baljuw en mannen van Putten, daarna aan de president en luiden van de Raad van Holland
Toedracht en bijzonderheden Lenaert Aerentszoen de Hollaer, uit het land van Putten, heeft brieven van pardon en rappel van ban, van juli 1526, vanwege het feit dat hij de schout van Dordrecht (tevens dijkgraaf) gedreigd had met een 'graeff' (=schop, spade) op zijn hoofd te slaan. Vanwege dit feit, hoewel hij het dreigement niet had uitgevoerd, was hij door de baljuw van Putten veroordeeld om 'op den derthien dag in de Koerdoer van Westenryk' te gaan in linnen kleding met een kaars van een pond was, en achter de processsie aan te lopen en luid te zeggen: dit moet ik doen omdat ik de schout van Dordrecht als dijkgraaf, met een 'graef' op de dijk van Westenryck 'wilde slaen'. 'Ic bid den scout en alle zijn vrienden dat zij 't mij willen vergeven'. Bovendien wordt hij voor eeuwig uit de heerlijkheid van Putten verbannen op 'verbuerte' van zijn rechterhand. En tevens moet hij de baljuw 60 pond betalen. Ter presentie van leenmannen als Leenaert Vranckezn tollenaer, Adr....Adriaensz, Anthonis Paets Jacobszoen, Willem Pieterszn, Pieter Waddezoen, Peter Thomaszoen, Jan Ysbrantszoen en Huych Heynrixchsz heeft Cornelis van Drenckwaert, baljuw en ruwaert van Putten voor de Hoge Vierschaar geroepen ene Tholaaers Theentgen, wonend in Westenryck, die heeft verteld dat hij Jan van Drencwaert, schout van Dordrecht het hoofd van achteren 'gecloeft' zou hebben als het hem niet belet was. De baljuw vindt dat Leenaert zijn lijf en goed verbeurd heeft. De gedaagde vindt het tegendeel en houdt dit vol. De partijen gehoord hebbend, vonnissen ze dat bij de Raad van Holland advies gevraagd moet worden. Daar hebben ze het advies gekregen hem op 6 januari in de processsie te laten lopen (zie hierboven) Het vonnis is van 29 december 1525. Omdat Lenaert zich financieel niet kan veroorloven een groot proces tegen de baljuw te voeren, heeft hij de amende honorable voldaan. Hoewel hij vanwege de verbanning niet in het land van Putten mocht komen, is hij er vanwege zijn vrouw en kinderen, die anders zouden verhongeren wel een paar keer geweest. Uit vrees voor de jusititie durft hij alleen terug te keren als hij gratie, en rappel van ban krijgt. Beide krijgt hij. De gratie is verleend te Mechelen in juli 1526. De gedagvaarde officieren consenteren. Gedaen in Den Haag 18-7-1527.