Back to search results

1.13.01 Inventaris van het archief van G.J. Beeldsnijder van Voshol [levensjaren 1791-1853], 1413-1849

Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

1.13.01
Inventaris van het archief van G.J. Beeldsnijder van Voshol [levensjaren 1791-1853], 1413-1849

Auteur

R. Fruin, D.J. Kortlang

Versie

14-09-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1994 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie Beeldsnijder van Voshol
Beeldsnijder van Voshol

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1413-1849

Archiefbloknummer

1236

Omvang

; 151 inventarisnummer(s) 1,46 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in heten in het.
Nederlands
Frans

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte documenten. Kennis van 15e, 16e, 17e en 18e eeuwse handschriften is noodzakelijk.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Beeldsnijder van Voshol, G.J.

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de collectioneur G. J. Beeldsnijder van Voshol bevat aktes, brieven en orders van diverse prominente personen uit de Vaderlandse Geschiedenis. Daarnaast bevat het archief een aantal Turkse stukken en een uitgebreide verzameling van facsimile's van handtekeningen van vooraanstaande personen uit binnen- en buitenland met biografische aantekeningen en afbeeldingen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Jhr. Gerard Johannes Beeldsnijder, heer van Voshol en Vrije Nes, werd op 30 mei 1791 te Amsterdam geboren. In 1814 werd hij 2e luitenant der Nationale Garde. Op 12 maart 1818 trouwde hij te Gouda met M.A.M. van Toulon, dochter van de burgermeester van die stad. Aansluitend woonde hij negen jaar als ambteloos burger op zijn landgoed Rupelmonde aan de Vecht totdat hij lid werd van de Ridderschap en Provinciale Staten van Utrecht.
Zijn liefde voor verzamelen werd opgewekt door een verlamming die hem tot een zittend leven dwong. Hij was lid van vele genootschappen in binnen- en buitenland, hij was o.a. directeur van de historische genootschappen van Utrecht en Zeeland.
Hij overleed op 19 april 1853 te Utrecht. Zijn echtgenote overleed in 1880.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Zijn erfgenamen schonken een groot deel van zijn verzameling aan het Rijk. Naar aanleiding van een rapport van de Utrechtse rijksarchivaris ( Rapport van de archivaris van Utrecht aan de minister van Binnenlandse Zaken, dd. 14 oktober 1881, no. 135 ) werd in 1883 een gedeelte (2 kisten) van de collectie op last van de minister van Binnenlandse Zaken door de archivaris van Utrecht overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief ( VROA 1883, p. 4 e.v. ) .
Bij de verzameling is geraakt inv.nr. 145. Deze wordt in de Aanwinstenlijst apart beschreven onder nr. 1883 XXI.
In 1891 werd op een veiling van boekhandelaar E.J. Brill te Leiden nog wat aangekocht uit de collectie Beeldsnijder van Voshol, nl. de negen delen met facsimilés van handtekeningen (de huidige inv.nrs. 133-141) ( Aanwinsten 1891 A 22. ) .

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Volgens de nog bestaande Aanwinstenlijst bestond het uit de huidige inv.nrs. 1-132 en 142-143 en later overgebrachte stukken ( Aanwinstenlijst Eerste Afdeling (inventariskamer) ) . De stukken die het Rijksarchief ontving werden door Algemeen Rijksarchivaris L.P. van den Bergh over het algemeen als onbelangrijk aangemerkt ('beter geschikt voor bibliotheken'). Als belangrijk zag hij stukken uit het archief van de Admiraliteit van Zeeland ('uit het door brand en roof jammerlijk geschonden archief van het Ministerie van Marine'), stukken betreffende Buren, brieven van Jacoba van Beijeren, Philips II, Michiel A. de Ruyter en Willem de Groot, de briefwisseling van de graven van Mansveld en enkele historische oorkonden; een ondertekende brief van Jacoba van Beijeren uit 1436, een handvest van dezelfde Jacoba voor de Grote Waard van Zuid-Holland uit 1417 en enkele brieven van de hertogen van Gelre (o.a. een brief aan Paus Urbanus)
Er ontbreken enkele stukken.
Verantwoording van de bewerking In 1921 vroeg de Algemene Rijksarchivaris R. Fruin aan de minister machtiging om de 'daar nog altijd berustende autografenverzameling Beeldsnijder van Voshol ' op te ruimen. Volgens Fruin waren slechts betrekkelijk weinig stukken van de collectie archiefstukken die 'natuurlijk met de archieven waaruit zij afkomstig zijn, vereenigd moeten worden'. De overige stukken vond hij van meer waarde voor de handschriftencollecties van de verschillende Rijksarchieven in de provincie of bibliotheken ('brieven van geleerden en professoren'). Hij liet de verzameling in twee delen splitsen; 'stukken die in Rijksarchieven thuis behooren of er althans kunnen worden geplaatst, en andere voor bibliotheken bestemd'. De laatst genoemde stukken werden aan de bibliothecaris Molhuyzen van de Koninklijke Bibliotheek gestuurd met het verzoek er uit te halen wat voor bibliotheken van waarde was ( VROA, 1921, 1e deel, p. 77. ) .
Molhuyzen gaf aan hoe de stukken verdeeld moesten worden en na machtiging van de minister stuurde Fruin de stukken naar de Koninklijke Bibliotheek en de universiteitsbibliotheken van Leiden, Utrecht, Groningen en Amsterdam.
De overgebleven stukken werden tenslotte beschreven door Fruin; de inventaris verscheen in de VROA van 1922. ( VROA 1922, p. 41 en p. 69 e.v. ) Deze inventaris liep echter slechts tot inv.nr. 131, terwijl de collectie in het depot pas bij inv.nr. 152 eindigde. Het blijkt nu, volgens de oude Aanwinstenlijst, dat de overige inventarisnummers gewoon deel hebben uitgemaakt van de collectie en om onduidelijke redenen niet in de oude inventaris zijn opgenomen ( Inv.nr. 132, het adelsdiploma van Van Oldenbarnevelt zou volgens de oude Aanwinstenlijst zijn geplaatst in de handschriftencollectie van de Derde Afdeling (RAZH). Dit is echter niet gebeurd. ) .
Van de door Fruin beschreven inventarisnummers zijn later nog enkele overgebracht naar andere archieven. Deze nummers zijn in deze inventaris gemerkt.
Tot inv.nr. 131 is de oude inventaris van Fruin bijna integraal overgenomen. Alleen wat al te uitvoerige N.B. 's zijn verwijderd of ingekort en hier en daar is de spelling aangepast .
Overgebrachte inventarisnummers zijn herkenbaar aan het doorgehaalde nummer. In een N.B. wordt de nieuwe vindplaats genoemd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Beeldsnijder van Voshol, nummer toegang 1.13.01, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Beeldsnijder van Voshol, 1.13.01, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal Andere delen van de omvangrijke verzameling gingen in 1883 naar andere instituten ( VROA 1883, p. 54. De alba amicorum naar het Departement van Binnenlandse Zaken, het handschrift 'J. Beeldsnijder, Annalen, 1660' naar de Kon. Bibliotheek, stukken uit het archief Huygens naar de Kon. Ac. van Wetenschappen en platen en prenten naar het Rijksprentenkabinet. ) . In 1922 werden uit het 'archiefgedeelte' stukken overgedragen aan de tien rijksarchieven, de gemeentearchieven van 's-Gravenhage, Leiden, Rotterdam, Dordrecht, Delft, Gouda, Ammerstol en Reeuwijk, het Koninklijk Huisarchief, de classis van Middelburg, de kerkeraden van 's-Gravenhage en Vleuten, het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, het genootschap De Nederlands Leeuw, het Krijgsgeschiedkundig archief van de Generale Staf en aan gezanten van Frankrijk, Oostenrijk, Spanje en Zweden. Daarnaast werd een vijfentwintigtal stukken door Fruin apart gehouden i.v.m. de archiefruil met België ( VROA 1922, 1e deel, p. 40 e.v. ) . De rest van de collectie onderging een tweede schifting. In de eerste plaats bleek een aantal papieren afkomstig te zijn uit het archief van Buren. Deze werden overgebracht naar het archief van de Nassause Domeinraad en zijn later beschreven in de inventaris van mej. Drossaers. Een ander gedeelte was afkomstig van generaal Chassé. Deze werden apart beschreven ( VROA 1922, p. 106 e.v. ) . Deze verzameling berust nu bij de Tweede Afdeling. Tenslotte werden enkele stukken geplaatst in de bibliotheek.
KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK
Collectie G.J. Beeldsnijder van Voshol, 1800-1853, 1m
bevat ingekomen brieven, gedichten, andere stukken en autografenverzameling
ALGEMEEN RIJKSARCHIEF, 1E AFDELING
Nassause Domeinraad, Buren 2e vervolg, 0,1m

Bijlagen

Overzicht van geraadpleegde bronnen Alfabetische catalogus der handschriftelijke documenten, brieven enz. berustende in de verzameling van jhr. G.J. Beeldsnijder van Voshol , Utrecht, 1838 (21 B 12) Alphabetisch generaal-register op de album's berustende in de verzameling van jhr. G.J. Beeldsnijder van Voshol , Utrecht, 1839 (21 B 13) Extracten uit het journaal van de kapitein J.H. van Kinsbergen aan boord van 's lands schip d'Admiraal-Generaal (73 J 7a) Facsimilé's van stukken inzake de aanslag op Willem II te Amsterdam (73 J 7) Nathan, A.J.R., Facsimilés van handschriften van beroemde mannen , Utrecht, 1837 (H 34 D 5)