Back to search results

3.18.27 Inventaris van het archief van het klooster Emaus in het Land van Stein

Het archief bevat grotendeels stukken met betrekking tot het beheer van de goederen, zoals eigendomsbewijzen en rentebrieven, alsmede akten betreffende de heerlijkheid het Land van Stein en de vestiging van het klooster.
Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

3.18.27
Inventaris van het archief van het klooster Emaus in het Land van Stein

Auteur

H.J.M. Levelt

Versie

08-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1920 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Klooster Emaus in het Land van Stein
Klooster Emaus

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1379-1572

Archiefbloknummer

36026

Omvang

; 55 inventarisnummer(s) 0,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief. De Duitse stukken zijn grotendeels in het Kurrentenschrift geschreven.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Klooster Emaus

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat grotendeels stukken met betrekking tot het beheer van de goederen, zoals eigendomsbewijzen en rentebrieven, alsmede akten betreffende de heerlijkheid het Land van Stein en de vestiging van het klooster.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het onderhavige archief is afkomstig van het klooster Emaus in het Land van Stein ( Zie Kerkhistorisch archief I, blz. 327, vlg. Van Heussen en Van Rijn, Historie van 't Utrechtsche bisdom (1719), deel II, 319 en J. W.(alvis), Beschrijving van Gouda, 1714, deel II. ) . Een korte geschiedschrijving.
In 1419 stond Jan, bastaard van Blois, ridder en heer van Treslong, door Oudmunster of St. Salvator te Utrecht beleend met het land van Stein, aan enige Regulieren toe zich aldaar te vestigen, waarop de goedkeuring van bisschop Frederik van Blankenheim en Huych Ellinck, pastoor van Haastrecht, volgde. Zij bouwden hun klooster op de rechter oever van de IJssel een uur gaans van Gouda onder Haastrecht.
Jan, zoon van de bovengenoemde, beweerde in 1436, dat de Regulieren zijn vader beloofd hadden, dat al hun land zou liggen onder zijn buurrecht in het land van Stein, en bepaalde, dat dit de 120 morgen niet mocht overschrijden. In 1438 verkocht hij de heerlijkheid aan de stad Gouda in erfpacht, welke in 1451 een nieuwe overeenkomst met het klooster sloot. Het zou nl. goederen mogen bezitten tot een jaarlijkse opbrengst van 500 Engelse nobels, van welke som het beweerde "noch al verde te sijn".
De Regulieren leefden volgens de regel van St. Augustinus en sloten zich aan bij het kapittel van Sion. Volgens Erasmus, die sinds 1487 enige jaren gedwongen in dit klooster leefde, ontbrak er desniettemin veel aan de kloostertucht. ( Zie Archief voor kerkelijke geschiedenis XVIII, 72. )
In 1425 vermaakte Dirc Florysz., priester te Gouda, aan de Regulieren van Stein, Den Hem en Delft een collatiehuis te Gouda in de Spieringstraat achter de kerk, waar zij op feestdagen collationes of toespraken tot het volk zouden houden. Tot 1443 hielden zij dat vol; toen verkochten zij het wegens te grote last en onkosten (het was bovendien in 1438 verbrand en weder opgebouwd) aan de Heilige-Geestmeesters, die het op hun beurt vier jaar later aan fraters uit St. Hieronymusdal te Delft verkochten.
De 16den Juli 1549 brandde het klooster af en kregen de Regulieren van bisschop Georgius van Egmont en van de stad Gouda verlof zich aldaar te vestigen in het Brigittijnenklooster, hetgeen in 1551 tot uitvoering kwam. Daar bleven zij tot de hervorming. In 1576 werd het gebouw verkocht en gesloopt.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Van de hier beschreven charters behoren er acht (nos. 1, 4a, 9, 10, 11, 21, 22 en 23) aan de Oud-Bisschoppelijke Klerezy, de overige zijn afkomstig uit de collectie Cheltenham.
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Klooster Emaus in het Land van Stein, nummer toegang 3.18.27, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Klooster Emaus, 3.18.27, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
        • reg. nos. 4, 5, 7, 8, 21, 28, 29, 34, en 35

          • 4 1393 Maart 28

            Dirc van Zulen, heer van Zevender, knaap, geeft . . . . Henrics Lewen vrouw vonnis in zake de beschikking over 22 morgen land, gelegen in het land van Steyne, die zij van hem in leen houdt.

            Ghegheven int jaer ons Heren duzent die hondert dre ende tnegentich des Vrydaghes na onzer Vrouwen dach Annuciacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was (losgeraakt).

          • 5 1408 Augustus 26

            Dirc van Zulen, knaap, heer van der Zevender, beleent Ghisebrecht van den Vliet Gherydsz. met 22 morgen land, die deze geerfd heeft van zijne moeder Lisebet, en die gelegen zijn in het land van Steyn.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Sonnendaghes na Sinte Bertelmeeus'dert des heylighen Apostels.

            Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Het zegel van den oorkonder verloren.

            21 1440 December 30

            Dirc van Zulen, heer tot Zuevender, knaap, beleent Heynric van den Vliete Ghijsberts, met 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende veertich des Vridaghes voir Jairsdach.

            Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Met het zegel van den oorkouder in groene was (losgeraakt).

            29 1450 October 10

            Dirc van Zulen ende van Hermalen, knaap, heer ter Zevender, beleent Alijt Henricsdochter van de Vliet met 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Victors dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Het zegel van Dirc van Zullen verloren.

          • 7 1422 Juli 10

            Dirc van Zulen ende van der Zevender, ridder, beleent Henric van den Vlyete Ghijsbertsz. met 22 morgen land, gelegen in het land van Steyn.

            Ghegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert twe ende twintich des Vrydages na Sinte Martijns dach translacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 8.2 ). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was.

          • 8 1422 Juli 10

            Dirc van Zulen ende van der Zevender, ridder, oorkondt, dat Henric van der Vlyete Ghijsbertsz. afstaat aan zijne vrouw Lijsbet, Bertelmeeus Lambertszoons dochter, zoolang zij geene kinderen heeft, het vruchtgebruik van de helft van 22 morgen land, die hij van Dirc voornoemd in leen houdt, en die gelegen zijn in het land van Steyn.

            Gheheven int jair ons Heren dusent vierhondert twe en twintich des Vridaghes na Sinte Martins dach translatio.

            Oorspr. ( Inv. no. 8.3 ). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was.

          • 28 1450 October 10

            Dirc van Zulen en Hermalen, knaap, heer ter Zevender, oorkondt, dat Alijt Henricsdochter van der Vlyet van de 22 morgen land in het land van Steyn, die zij van hem te leen houdt, de helft na haar dood in vruchtgebruik geeft aan haar man Gheryt Mertijns zoon en hare moeder Lijsbet Bertholomeus Lambertszoons dochter.

            Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Victoers dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 8.4 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 34 1459 Augustus 6

            Dirc van Zulen, knaap, geeft den prior der Regulieren in het land van Steyn 11 morgen land aldaar in vrijen eigendom.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich opten sesten dach in Augusto.

            Oorspr. ( Inv. no. 8.5 ). Met do zegels van Dirc van Zulen, knaap, en van Alfert van der Mye in groene was.

          • 35 1459 Augustus 6

            Bertelmees Emendsz., schout in het land van Steyn, oorkondt, dat Dirc van Zulen 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn, in vrijen eigendom aan de Regulieren aldaar geeft.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich opten sesten dach in Augusto.

            Oorspr. ( Inv. no. 8.6 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • 10 1429 April 1

          Harman Jacobsz., Dirc Stael en Aernt van Elten, schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Hughe Dapper den prior en 't convent der Regulierenorde in het land van Steyn belooft te zullen vrijwaren als ouderlijk erfdeel van zijn zoon heer Dirc 1½ viertel land aldaar en voor het ouderlijk erfdeel van zijn zoon Heynric, Regulier aldaar ½ hoeve land in de Vrije Hoeve en de helft van 1½ viertel land, gelegen in het land van Steyn.

          Gegeven op den eersten dach in Aprille int jair ons Heren M° CCCC° negen en de twintich.

          "Oorspr. ( Inv. no. 9 ). Met de zegels van Harman Jacobsz. en Aernt van Elten in groene was; dat van Dirc Stael verloren."

          reg. no. 10.

        • reg. nos. 2, 3, 13 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 9.), 14, 15, 16, 17 en 18.

          • 2 1391 Juli 26

            Rudolphus de Ysendoren, proost, en deken en kapittel van Sint Petrus te Traiectum, verhuren aan Nycholaus van der Zevender, knaap, twee stukken land, het ééne geheeten Dirc Henrics halve hoeve, groot 11 morgen en 4 hont, en het andere groot ½ viertel, beide gelegen in het land van Steyn.

            Datum anno Domini millessimo trecentesimo nonagesimo primo in crastino festi beati Jacobi Apostoli.

            Gevidimeerd in den brief dd. 1391 Augustus 4 (zie regest no. 3).

            3 1391 Augustus 4

            De offlciaal van het hof te Traiectum, geeft naar aanleiding van een geschil tusschen den proost en deken van Sint Petrus te Traiectum eener- en Nycolaus van der Zeventer, knaap, anderszijds, vidimus van den brief dd. 1391 Juli 26 (zie no. 2).

            Acta sunt hec Traiecti in ecclesia Traiectensi anno Domini millessimo trecentesimo nonagesimo primo indictione quartadecima mensis Augusti die quarta hora terciarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini domini Bonifacii pape noni anno secundo.

            Oorspr. ( Inv. no. 10.1 ). Met het zegel van. den officiaal en van Nycolaus van der Zevender in groene was, en de signatuur van den notaris Paulus Wilhelmi.

          • 13 1436 Mei 23

            Jacob van Lichtenberch, proost en deken en kapittel der kerk van Sint te Peter t'Utrecht, machtigen Jan Petersz., om den prior en 't convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude voor schout en geburen van genoemd land over te geven alle recht en aanspraak, die zij hebben op ½ hoeve land, gelegen in het land van Steyn en geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op een ½ viertel land, aldaar.

            Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert zess ende dertich op den drie ende twintichsten dag in die maent van Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 10 ). De zegels van den proost en van deken en kapittel verloren.

          • 14 1436 Mei 24

            Jan van der Sevendair Jansz. verkoopt aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude zijne aanspraken op ½ hoeve land, gehecten Dirc Heynricszoon halve hoeve, en op ½ viertel land aldaar.

            Ghegeven int jaer ons Heren dusent vier hondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 10.2 .) Met de geschonden zegels van Jan van der Sevendair en zijn neef Jan van der Sevendair Stevensz. in groene was.

          • 15 1436 Mei 24

            Emond Gherritsz., schout, Gherrit Jacopsz., Jan Allartsz., Pieter Jansz. en Jacop Gherritsz., buurlieden in het land van Steyn, oorkonden, dat Jan van der Sevendair Jansz. aan den prior der Regulieren in het land van Steyn, verkoopt zijne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op ½ viertel lands aldaar.

            Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier en de twintichsten dach in die maent van Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 10.3 ). Met de zegels van den schout Gherrit Jacopsz. en Jan Allartsz. in groene was.

          • 16 1436 Mei 24

            Jan van der Sevendair Stevensz verkoopt aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude zijne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op ½ viertel land aldaar.

            Ghegeven int jaer om Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 10.4 ). Met de geschonden zegels van Jan van der Sevendair Stovensz. en Jan van der Sevendair Jansz., zijn neef, in groene was.

          • 17 1436 Mei 24

            Jacob van Lichtenberch, proost, en deken en kapittel der Sinte Peterskerk t'Utrecht, verkoopen aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij den Goude hunne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heinricszoons halve hoeve, en op ½ viertel lands aldaar.

            Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert zess ende dertien op den vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.

            "Oorspr. ( Inv. no. 10.5 ). Met het zegel van den proost in roode en dat van deken en kapittel in groene was; het eerste met contrazegel."

          • 18 1436 Mei 24

            Emond Gherritsz, schout in 't land van Steyn, Gheryt Jacopsz, Jan Allartsz, Jacop Gherytsz. en Pieter Jansz, buurlieden, oorkonden, dat proost en deken en kapittel van Sint Pieter t'Utrecht aan den prior der Regulieren in het land van Steyn overdragen ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricsoens halve hoeve, en ½ viertal land aldaar.

            Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 10.6 ). Met het zegel van den schout in groene was.

        • reg. nos. 11 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 8.), 31, 32 en 33.

          Charter regestnr. 32 is Aanwinst 1951 uit Gouda.

          • 11 1435 Augustus 11

            Jan van der Zevendair Jansz. doet ten behoeve van het convent der Regulieren in het land van Steyn afstand van alle rechten en aanspraken, op het goed Haestenborch, gelegen in genoemd land.

            Ghegheven int jaer ons Heeren MCCCC vijf ende dartich upten elfften dach van Augusto.

            Oorspr. ( Inv. no. 11 ). De zegels van Jan van der Zevendair, Jacob die Weldich en Willam Heinricsz. verloren.

            31 1457 April 5

            Philipps, hertog van Bourgongen enz., verkoopt aan Hughes van Zwieten de helft van 9 viertel lands Haestenborch geheeten, gelegen in het land van Steyn, die deze van hem in leen hield.

            Ghegeven opten vijften dach van Aprille int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende vijftich naden lope van onsen Hove.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 11 ). Het zegel van Philips verloren.

            b. Gevidimeerd in den brief dd. 1457 Mei 23 (zie regest no. 33).

          • 32 1457 April 21

            Bertholmeeus Emondsz., schout in het land van Steyn, Jan Allaertsz. en Pieter van Tol, hooge heemraden en buurlieden in genoemd land, oorkonden, dat Hughe van Woerden, den baljuw en kastelein van 't land van Woerden, den prior der Regulieren van Steyn de helft van 9 viertel land, Haestenborch geheeten en gelegen in het land van Steyn, overdraagt.

            Ghegeven int jaer onzes Heren dusent vierhondert seven ende vijftich opten een ende twintichsten dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 11.1 ). Met het zegel van de schout in groene was. Ander zegel verloren.

          • 33 1457 Mei 23

            Burgemeesters van der Goude geven vidimus van de brieven dd. 1457 April 5 en 21 (zie nos. 31 en 32).

            Ghegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende vijftich opten drie ende twintichsten dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 11.2 ). Met het stadszegel in groene was.

        • 12 1436 April 20

          Gheryt Jacobsz. oorkondt, dat, toen hij nog schout was in het land van Steyn, Jacob Aerntsz. van Hove aan heer Dirc van der Aer, prior der Regulieren in het land van Steyn, gegeven heeft 9 morgen land aldaar, geheeten de Craker.

          Int jaer ons Heren MCCCC ses ende dertien opten twintichsten dach in April.

          Oorspr. ( Inv. no. 12 ). Het zegel van der oorkonder verloren.

          reg. no. 12 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 7.).

        • 19 1436 Mei 24

          Emond Gherytsz., schout in 't land van Steyn, Jan Allartsz. en Pieter Jansz., buurlieden in genoemd land, oorkonden, dat Gheryt Jacopsz. geeft aan den prior der Regulieren in 't land van Steyn een viertel land aldaar.

          Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.

          Oorspr. ( Inv. no. 13 ). Met het zegel van den schout in groene was.

          reg. no. 19.

        • 26 1449 Januari 20

          Huge Dappersz., poorter binnen Goude, oorkondt, dat Fie en Pieter Jacobs kinderen den Regulieren in 't land van Steyn bij testament hebben vermaakt eene rente van één nobel 'sjaars, een viertel land, in het land van Steyn in Willens en 5 morgen land, in drie stukken gelegen in Rotbroec.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende veertich op sinte Agnieten avont.

          "Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met het geschonden zegel van Hugo Dappersz. in groene was; het conventszegol verloren."

          reg. no. 26.

        • 46 1529 Augustus 16

          Jan Jacobsz., schout, en Jacob Huygez, Dirck Maertynsz. en Michiel Dammisz, gezworenen in het land van Steyn, oorkonden, dat Cornelia Floer Dammisz. weduwe aan het convent in het land van Steyn verkoopt 1½ viertal land, aldaar aan de IJssel.

          Den XVI dach van Augusto int jaer ons Heren duysent vijf hondert ende negen ende twyntich.

          Oorspr. ( Inv. no. 15 ). Met het zegel van den schout in groeno was.

          reg. no. 46.

        • 30 1456 October 4

          Jan Florys Minnenz., Witte Wittenz. en Geryt Hagensz., schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Oude Jan Pieter Janszoonsz. belooft den pater en 't convant der Regulieren in het land van Steyn niet te zullen hinderen in het bezit van de erfenis, hun aangekomen door Jonge Jan Pieter Janszoonsz., medebroeder in genoemd klooster, van Pieter Jan Aerntszoonszoon.

          Gegeven upten vierden dach in Octobri int jair ons Heren M. CCCC. ses ende vijfftich.

          Oorspr. ( Inv. no. 16 ). Met twee schepenzegels in groene was.

          reg. no. 30.

        • Aanwinst 1951 van Gouda.

        • reg. nos. 56 en 57.

          • 56 1565 Januari 29

            Gerrit Hendrixz., ambachtsheer van Sluipwyck, Ravensberghe enz., transporteert aan Claes Dircksz. Kiewyt 1 morgen land, gelegen in een perceel land, groot omtrent 12 morgen, begrensd door de Landfesteynsche en de Hobbendijksche kade en den Gravendijk.

            Opten negen ende twyntichsten January XVc vijf ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 19.2 ). Met het zegel van den oorkonder in roode was. Met transfix dd. 1565 Maart 24 (zie nr. 57). In dorso staat: twalif mergen in Slupic.

          • 57 1565 Maart 24

            Gerryt Dirickxz., schout in den ban en het land van Sluypick, Nuwenbroeck en Gravencoop, Cornelis Claesz. en Ariaen Pietersz., buurlieden in hetzelfde ambacht, oorkonden, dat Claes Dirickxz. Kievit aan prior en convent der Regulieren van Steyn binnen der Goude overdraagt 1 morgen land, vermeld in den brief dd. 1565 Januari 29 (zie no. 56), waardoor deze gestoken is.

            Den XXIIIIen dach Martii anno XVc vijf ende tsestich stilo communi.

            Oorspr. ( Inv. no. 19.1 ). Met het zegel van den schout in groene was.

        • reg. nos. 36, 38, 39, 54 en 55.

          • 36 1462 October 14

            Huuch Claesz., schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Florys Claesz. en Ymme, zijne vrouw, den prior der Regulieren in het land van Steyn geven de helft van 24 morgen land, geheeten de Berchove, gelegen in het ambacht Waerder.

            Int jaer ons Heren MCCCC twee ende tsestich opten viertienden dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 20 ). Met het zegel van den schout.

          • 39 1472 Februari 20

            Herman Valkenz. schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Florys Jansz. den prior der Regulieren in het land van Steyn geeft 4½ morgen land, in het ambacht van Waerder, gelegen in de zate de Berchoef.

            Int jaer ons Heeren dusent vier hondert twee ende tseventich opten twintichsten dach in Zulle.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 20.1 ). Met geschonden zegel van de oorkonder.

            b. Gevidimeerd in den brief dd. 1564 April 8. (zie regest no. 55).

          • 54 1564 April 8

            Cornelis Woutersz., Symon Ghenenz. en Dirck Andriesz. schepenen binnen Goude, geven vidimus van een brief dd. 1468 September 9 (zie no. 38).

            Upten VIIIen Aprilis anno XVc vier ende tsestich nae Paesschen.

            Oorspr. ( Inv. no. 20.2 ). Met de zegels der drie schepenen.

            38 1468 September 9

            Huych Claessen, schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Pieter Huybertz. geeft aan de Regulieren in het land van Steyn 7½ morgen land, gelegen in het ambacht van Waerder, in de zate Berchhoeff.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert acht ende tsestich opten negenden dach in Septembri.

            Gevidimeerd in den brief dd. 1564 April 8 (zie regest no. 54).

          • 55 1564 April 8

            Cornelis Woutersz., Symon Ghenenz. en Dirck Andriesz., schepenen binnen Goude, geven vidimus van een brief dd. 1472 Februari 20 (zie no. 39).

            Upten VIIIen Aprilis anno XVc vier ende tsestich nae Paesschen.

            Oorspr. ( Inv. no. 20.3 ). Met de zegels der drie schepenen.

        • 42 1515 April 4

          Ffredrick van Vuckell, schout te Weerder, Jacob Hugensz., Derick Artsz. en Peter Petersz. Cauwell, buurlieden en landgenooten in dat ambacht, oorkonden, dat Jacob Petersz., aan de geestelijke heeren van Emaus in het land van Steyn verkoopt 8 morgen land, gelegen in Karffland aldaar.

          Int jaer ons Heren dusent vyeff hundert ende vyeftyen den vyerden dach in Aprille.

          Oorspr. ( Inv. no. 21 ). Met het zegel van den schout in groene was. In dorso staat. Berschok.

          reg. no. 42.

        • 20 1436 December 19

          Scoeter Willemsz., schout op die Weyde, Willem Haghensz., Dirc Louwenz. en Gheryt Willemsz., landgenootenen buren, oorkonden, dat Claes Dircz. aan de Regulieren in het land van Steyn 6 morgen land geeft, gelegen in de Hoeven.

          Ghegheven int jaer ons Heren MCCCC ses ende dertich op neghentiensten dach in Decembri.

          Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met het zegel van den schout in groene was.

          reg. no. 20.

      • 47 1532 Mei 15

        "Notaris Splinterus Laurentiusz. instrumenteert, dat Neeltgen en Machtelt, dochters van Henrick Neck, aan het convent in het land van Steyn hebben afgegeven tot afkoop van het ouderlijk erfdeel van haar broeder Pieter, Regulier in Steyn, een lijfrentebrief van 3 pond Vlaamsch 's jaars ten lijve van Pieter voornoemd en zijne zuster Machtelt; en een lijfrentebrief van 1 pond 's jaars voor denzelfden en zijne zuster Katrijn."

        Actum Goude ten huyse van Cornelia ende Machtelt voirser. in de jaire, indictie, maent, dach, Spausdoms ende der K.M. coronatie als boven (in den jaire ons Heeren duysent vijffhondert twee ende dertich den vijften indictie des maents van Meye den vijftiensten dach tusschen thien ende elff uren voirmiddach spausdoms ons alderheylichtste vader in Christo ende heere heer Clemens by der godlijcker voirsinicheyt den sevenden paus van die name in tnegende jaire sijnre coronatie ende des alderdnerluchtichste ende victorieuste Karolus keyser van de Romeynen die vijfte van die name int derde jaire sijnre coronatie.

        Oorspr. ( Inv. no. 23 ). Met de signatuur van den notaris. In dorso staat eene nadere regeling.

        reg. no. 47.

      • 59 1572 Maart 21

        Cornelis Claesz. Hoechtwout, baljuw en schout in het land van Steyn, Gerryt Willemsz. en Aryen Gerrytsz. gezworenen in dat land, oorkonden, dat Emont Aryensz. bekent schuldig te zijn aan 't convent der Regulieren van Steyn eene rente van 3 pond 's jaars, gaande uiteen viertel land, met huis en erf, gelegen in het land van Steyn.

        Den XXIen dach van Maert anno XVc twee ende tseventich stilo communi.

        Oorspr. ( Inv. no. 24 ). Met zegel van den schout in groene was.

        reg. no. 59.

      • 48 1541 October 19

        Broeder Robbert Jansz., prior, en het convent der Regulieren in het land van Steyn verkoopen aan Claes Jansz. eene rente van 1 pond Vlaamsch 's jaars, losbaar met den penning 16.

        Int jaer ons Heren vijfthienhondert ende een ende veertich den neghenthienden dach in Octobri.

        Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Het conventzegel verloren. In dorso staat, dat de rente in 1551 afgelost is.

        reg. no. 48.

      • 50 1546 Juli 26

        Broeder Robbert Jansz, prior, en het convent der Regulieren in het land van Steyn buiten der Goude verkoopen aan Aeltgen Gerritsdochter eene rente van 6 Carolusguldens jaarlijks, gaande uit 2 viertel lands, genoemd Rommersland, groot 10 morgen, gelegen in het land van Steyn, losbaar met den penning 16.

        Int jair ons Heeren dusent vijfhondert ses ende veertich daechs nae Sinte Jacobs dach in Julio.

        Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Het conventzegel en het zegel van Cornelis Dierksz. schout van 't land van Steyn verloren. In dorso staat, dat de rente in 1551 is afgelost.

        reg. no. 50.

      • 58 1567 Juli 25

        Evertgen Willemsdochter, abdis van het Brigittencon vent Mariënborch te Zoest, verklaart ontvangen te hebben van de Regulieren binnen der Goude 262 Carolusgulden aan rente over een jaar.

        Actum int jair ons Heren XVc seven ende tsestich op Sint Jacobs dach.

        Oorspr. op papier ( Inv. no. 27 ). Met opgedrukt officiezegel in groene was.

        reg. no. 58.

      • 9 1425 Juli 26

        Swederus elect van Traiectum, bekrachtigt den brief d.d. (1425 Mei 31), waardoor deze gestoken is.

        Datum anno Domini M CCCC° vicesime quinto in crastino beati Jacobi Apostoli.

        Afschrift ( Inv. no. 28 ). Op hetzelfde blad afschrift van regest no. 23. De brief, waardoor deze gestoken was, is het instrument, waarbij heer Dirc Florensz. het collatiehuis vermaakte, welk instrument niet meer aanwezig is, doch afgedrukt is bij J. W(alvis) Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 139-140.

        23 1443 Augustus 23

        Broeder Claes de Wyt, prior der Regulieren in den Hem bij Schoenhoven, en broeder Jan Claesz. prior der Regulieren in het land van Steyn, dragen over aandeHeilige-Geest-meesters binnen der Goude het collatiehuis met toebehooren, hun vermaakt door wijlen heer Dirick Florisz.

        Int jaer ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich des daghes na onser Vrouwen octave Assumptio.

        a. Afschrift naar het Register van den Heiligen Geest, gecollationneerd door P. Cornelisz., notaris ( Inv. no. 28 ).

        b. Afschrift.

        Op hetzelfde blad als waarop het afschrift b geschreven is, staan nog bijzonderheden vermeld omtrent de herkomst van het collatiehuis en verdere lotgevallen, alsook eene opsomming van renten, boeken en huisraad, die met het huis werden getransporteerd.

        Gedrukt bij J. Walvis: Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 140-141.

        24 1447 November 21

        Burgemeesters, schepenen en raad van der Goude oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aan Heyndrick van Erp, Thomas van Aernhem, Pieter van der Vere, priesters, en den pater der broeders van Delft overdragen het collatiehuis en toebehooren, gelegen achter de kerk in de Spierincstraet, hun aangekomen van de Regulieren, onder voorwaarde o. m., dat voornoemde broeders en hun nakomelingen, zullen blijven leven als die van Zwolle en Deventer en geene andere orde zullen aannemen zonder toestemming van hunne vaders van Overijssel.

        Gegeven opten een ende twintichsten dagh in Novembry int jaer ons Heeren duysent vier hondert seven ende veertich.

        Geïnsereerd in den brief d.d. 1447 December 20 (zie regest no. 35).

        25 1447 December 20

        Heyndrick van Erp, Thomas van Aernhem, Pieter van der Vere, priesters, verklaren onder aanhaling van den brief dd. 1447 November 21 (zie no. 24), dat zij ontvangen hebben van de Heilige-Geestmeesters van der Goude het collatiehuis met toebehooren aldaar, afkomstig van wijlen heer Dirick Florysz.

        Int jaer ons Heeren MCCCC seven ende veertich op Sinte Thomas des Apostels avont.

        Afschrift naar het Register van den Heiligen Geest te Gouda, gecollationneerd door notaris P. Cornelisz. ( Inv. no. 38 ). Gedrukt bij J. Walvis, Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 141.

        reg. nos. 9, 23, 24 en 25.

        reg. nos. 23, 24, en 25 zijn Oud-Bisschoppelijke Klerezy, XII, 10