51 1550 Maart 17
Nicolaus a Nova Terra, bisschop van Hebron, en N. Ruysch, commissarissen vanwege den bisschop van Utrecht, machtigen de Regulieren van Steyn, zich te vestigen in het Brigittenklooster binnen der Gouwe, na taxatie door den overste van het kapittel van Syon, terwijl de Brigitten over andere kloosters van hunne orde verdeeld zullen worden.
Gedaen ter Goude a°. 1550 den XVIIen Martii.
Afschrift ( Inv. no. 1 ). Met de handteekeningen van beide commissarissen.
52 [1551]
De conventualen van 't klooster der orde van de Regulieren in Steyn en van Sinte Brigida in Gouda vragen Gregorius de Egment, bisschop van Traiectum, goed te keuren, dat de Brigittijnen haar convent afstaan aan de Regulieren, wier huis vóór enkele jaren door brand is vernield en zelf naar elders verhuizen.
Afschrift ( Inv. no. 1 ).
Het Regulierenconvent in Steyn brandde af in 1519 en de goedkeuring zal waarschijnlijk spoedig na de definitieve verhuizing in 1551 gevraagd zijn.
reg nos. 51 en 52.
53 1554 April 10
Meester Cornelis Frederixz. van Montfoort neemt aan, volgens bestek te verbouwen de sacristie der Regulieren van Steyn, die het huis van de Brigitten bewonen.
Aldus geschiet in den convente voirn. ten tiende in April anno vier ende vijftich.
Oorspr. Op papier. ( Inv. no. 2 ). Met de onderteekeningen van Cornelis Frederyckz. burgemeester, Jan Gerrit Hey Daemsz. en den kerkmeester Jan Janz. Ouwerkerk. In dorso staat de afbetaling genoteerd.
reg. no. 53.
Twee stukken zijn een aanwinst 1951 van Gouda.
Aanwinst 1951 van gemeente Gouda
reg. nos. 22, 40, 43, en 45.
22 1443 Mei 26
Phillips, hertog van Bourgoengiën enz., gelast Huych Hermansz. geene bede te eischen van het ambacht de vrije Hove in het land van Steyn, omdat het eene vrije heerlijkheid op Stichischen grond is.
Gegeven opten XXVI dach in Meye int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende veertich.
Gevidimeerd in den brief dd. 1516 Maart 5 (zie regest no. 43).
40 1475 Juli 21
Notaris Anthonius Jacobusz. instrumenteert, dat Johannes Walterusz., Henricus Albertusz. en Gerardus Gerardusz. de Veen, te Gouda, Ghijsbertus de Eynde, Bartholomeus Emontdusz. en Emondus Theodericusz. te Haestrecht en Ellardus Johannesz., schout in het land van Steyn, verklaard hebben altijd te hebben gehoord, dat het land van Steyn onder de iurisdictie van het kapittel van Oudemunster staat, waarvan de stad Gouda het in leen heeft gekregen en niet onder die van de graven van Hollandia.
Acta sunt hec in loco ac habitationibus predictis sub anno indictione mense diebus horis et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto indictione octava mensis Julii die vero vicesima prima infra decimam et undecimam horam prelibate diei circa meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti digna Dei providencia huiusmodi nominis pape quarti annc eius quarto.
Gedivimeerd in den brief dd. 1516 Maart 5 (reg. no. 43).
43 1516 Maart 5
De offlciaal van 't hof van Traiectum geeft vidimus van de brieven d.d. 1443 Mei 26 (zie no. 22) en d.d. 1475 Juli 21 (zie no. 40) en gelast op verzoek van prior en convent in Stheyn bij Gouda de ter recognitie dezer brieven opgeroepen personen te verschijnen voor zijn gerechtshof te Traiectum.
Datum et actum Traiecti in dicto consistorio Traiectensi sub anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo sexto indictione decima quarta die Mercurii quinta mensis Martii hora primarum pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Leonis divina providentia pape decimi anno tercio.
Oorspr. ( Inv. no. 3.1 ). Met het signatuur van notaris Martinus Kaluwe.
45 1523 September 18
Deken en kapittel der kerk van Oudemunster Tutrecht oorkonden, dat aangezien het land van Steyn bij Gouda sinds 400 jaar eene vrije heerlijkheid hunner kerk is, het klooster der Regulieren aldaar geene schatting behoeft op te brengen aan de grafelijkheid van Hollant.
Ghegeven int jaer ons Heeren dusent vijffhondert drie en twyntich den XVIIIten in Septembri.
"Oorspr. ( Inv. no. 3.2 ). Met het opgedrukte kapittelzegel in groene was; zeer geschonden."
Aanwinst 1951 van gemeente Gouda
27 1449 September 15
Burgemeester, schepenen en raad van der Goude geven onder bevestiging van de handvesten van 1350 van heer Jan van Henegouwen, heer van Byamond, nieuwe voorschriften over den waterstaat en de schouw in het land van Steyn, o. m. inhoudende, dat de Regulieren aldaar wegens hunne groote bezittingen, behalve eene plaats voor een hoogen heemraad, er tevens een van een lagen heemraad, mogen bezetten.
Gegeven opten vijffthiensten dach in Septembry int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende veertich.
Oorspr. ( Inv. no. 4 ). Het stadszegel verloren.
37 1462 December 28
Burgemeesters, schepenen en raad van der Goude geven een handvest over den waterstaat en de schouw in het land van Steyn, o. m. inhoudende, dat de Regulieren aldaar wegens hunne groote bezittingen behalve eene plaats van een hoogen er tevens een van een lagen heemraad mogen bezetten.
Gegheven opten achtentwintichsten dach in Decembri int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 4 ). Het stadszegel verloren.
reg. nos. 27 en 37.
41 1478 April 30
Volpert Feyssoen, schout, en de heemraden en landgenooten in het land van Steyn koopen van Jan Woutersz. een viertel land in het land van Steyn om daarop ten behoeve van dat land tegen 1 pond, 2 penningen Vlaamsch 's jaars een watermolen te bouwen.
Opten dertichsten dach in April int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tzeventich.
Afschrift ( Inv. no. 5 ). Gecollationneerd door notaris Cornelis Jansz. priester.
reg. no. 41.
44 1519 Augustus 27
Jan Jacobsz., schout van het land van Steyn, en Gherit Pietersz. en Gosen Ghysbertsz., gezworenen aldaar, oorkonden, dat Adriaen Willemz. met de heemraden van 't land van Steyn is overeengekomen, dat hij zal maken en onderhouden eene kade, gelegen in den omloop van 't land van Steyn, op voorwaarde, dat dat land aarde zal moge halen uit de ½ hoeve lands, toebehoorende aan Aryen Willemsz. voornoemd, ten behoeve van de gemeene lands kade.
Den XXVIIsten dach in Augusto anno XVc ende neghenthien.
Oorspr. ( Inv. no. 6 ). Met het zegel van den schout in groene was.
reg. no. 44.
49 1543 Januari 15
Burgemeester, schepenen en raad van der Goude bevestigen op verzoek van ingelanden van het land van Steyn de regeling tot vergoeding door het gemeene land van de onkosten van het schouwen door schout en heemraden.
Den vijften dach in Januario int jair ons Heeren XVc drie ende veertich na den ghemeen schryven van Utrecht.
Oorspr. ( Inv. no. 7 ). Met het stadszegel in groene was.
reg. no. 49.
1 stuk is Aanwinst 1951 van gemeente Gouda
Aanwinst 1951 van gemeente Gouda.
Herkomst onbekend.
reg. nos. 4, 5, 7, 8, 21, 28, 29, 34, en 35
4 1393 Maart 28
Dirc van Zulen, heer van Zevender, knaap, geeft . . . . Henrics Lewen vrouw vonnis in zake de beschikking over 22 morgen land, gelegen in het land van Steyne, die zij van hem in leen houdt.
Ghegheven int jaer ons Heren duzent die hondert dre ende tnegentich des Vrydaghes na onzer Vrouwen dach Annuciacio.
Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was (losgeraakt).
5 1408 Augustus 26
Dirc van Zulen, knaap, heer van der Zevender, beleent Ghisebrecht van den Vliet Gherydsz. met 22 morgen land, die deze geerfd heeft van zijne moeder Lisebet, en die gelegen zijn in het land van Steyn.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Sonnendaghes na Sinte Bertelmeeus'dert des heylighen Apostels.
Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Het zegel van den oorkonder verloren.
21 1440 December 30
Dirc van Zulen, heer tot Zuevender, knaap, beleent Heynric van den Vliete Ghijsberts, met 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende veertich des Vridaghes voir Jairsdach.
Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Met het zegel van den oorkouder in groene was (losgeraakt).
29 1450 October 10
Dirc van Zulen ende van Hermalen, knaap, heer ter Zevender, beleent Alijt Henricsdochter van de Vliet met 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Victors dach.
Oorspr. ( Inv. no. 8 ). Het zegel van Dirc van Zullen verloren.
7 1422 Juli 10
Dirc van Zulen ende van der Zevender, ridder, beleent Henric van den Vlyete Ghijsbertsz. met 22 morgen land, gelegen in het land van Steyn.
Ghegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert twe ende twintich des Vrydages na Sinte Martijns dach translacio.
Oorspr. ( Inv. no. 8.2 ). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
8 1422 Juli 10
Dirc van Zulen ende van der Zevender, ridder, oorkondt, dat Henric van der Vlyete Ghijsbertsz. afstaat aan zijne vrouw Lijsbet, Bertelmeeus Lambertszoons dochter, zoolang zij geene kinderen heeft, het vruchtgebruik van de helft van 22 morgen land, die hij van Dirc voornoemd in leen houdt, en die gelegen zijn in het land van Steyn.
Gheheven int jair ons Heren dusent vierhondert twe en twintich des Vridaghes na Sinte Martins dach translatio.
Oorspr. ( Inv. no. 8.3 ). Met het geschonden zegel van den oorkonder in groene was.
28 1450 October 10
Dirc van Zulen en Hermalen, knaap, heer ter Zevender, oorkondt, dat Alijt Henricsdochter van der Vlyet van de 22 morgen land in het land van Steyn, die zij van hem te leen houdt, de helft na haar dood in vruchtgebruik geeft aan haar man Gheryt Mertijns zoon en hare moeder Lijsbet Bertholomeus Lambertszoons dochter.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftich op Sinte Victoers dach.
Oorspr. ( Inv. no. 8.4 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
34 1459 Augustus 6
Dirc van Zulen, knaap, geeft den prior der Regulieren in het land van Steyn 11 morgen land aldaar in vrijen eigendom.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich opten sesten dach in Augusto.
Oorspr. ( Inv. no. 8.5 ). Met do zegels van Dirc van Zulen, knaap, en van Alfert van der Mye in groene was.
35 1459 Augustus 6
Bertelmees Emendsz., schout in het land van Steyn, oorkondt, dat Dirc van Zulen 11 morgen land, gelegen in het land van Steyn, in vrijen eigendom aan de Regulieren aldaar geeft.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende vijftich opten sesten dach in Augusto.
Oorspr. ( Inv. no. 8.6 ). Met het zegel van den oorkonder in groene was.
10 1429 April 1
Harman Jacobsz., Dirc Stael en Aernt van Elten, schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Hughe Dapper den prior en 't convent der Regulierenorde in het land van Steyn belooft te zullen vrijwaren als ouderlijk erfdeel van zijn zoon heer Dirc 1½ viertel land aldaar en voor het ouderlijk erfdeel van zijn zoon Heynric, Regulier aldaar ½ hoeve land in de Vrije Hoeve en de helft van 1½ viertel land, gelegen in het land van Steyn.
Gegeven op den eersten dach in Aprille int jair ons Heren M° CCCC° negen en de twintich.
"Oorspr. ( Inv. no. 9 ). Met de zegels van Harman Jacobsz. en Aernt van Elten in groene was; dat van Dirc Stael verloren."
reg. no. 10.
reg. nos. 2, 3, 13 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 9.), 14, 15, 16, 17 en 18.
2 1391 Juli 26
Rudolphus de Ysendoren, proost, en deken en kapittel van Sint Petrus te Traiectum, verhuren aan Nycholaus van der Zevender, knaap, twee stukken land, het ééne geheeten Dirc Henrics halve hoeve, groot 11 morgen en 4 hont, en het andere groot ½ viertel, beide gelegen in het land van Steyn.
Datum anno Domini millessimo trecentesimo nonagesimo primo in crastino festi beati Jacobi Apostoli.
Gevidimeerd in den brief dd. 1391 Augustus 4 (zie regest no. 3).
3 1391 Augustus 4
De offlciaal van het hof te Traiectum, geeft naar aanleiding van een geschil tusschen den proost en deken van Sint Petrus te Traiectum eener- en Nycolaus van der Zeventer, knaap, anderszijds, vidimus van den brief dd. 1391 Juli 26 (zie no. 2).
Acta sunt hec Traiecti in ecclesia Traiectensi anno Domini millessimo trecentesimo nonagesimo primo indictione quartadecima mensis Augusti die quarta hora terciarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini domini Bonifacii pape noni anno secundo.
Oorspr. ( Inv. no. 10.1 ). Met het zegel van. den officiaal en van Nycolaus van der Zevender in groene was, en de signatuur van den notaris Paulus Wilhelmi.
13 1436 Mei 23
Jacob van Lichtenberch, proost en deken en kapittel der kerk van Sint te Peter t'Utrecht, machtigen Jan Petersz., om den prior en 't convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude voor schout en geburen van genoemd land over te geven alle recht en aanspraak, die zij hebben op ½ hoeve land, gelegen in het land van Steyn en geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op een ½ viertel land, aldaar.
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert zess ende dertich op den drie ende twintichsten dag in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 10 ). De zegels van den proost en van deken en kapittel verloren.
14 1436 Mei 24
Jan van der Sevendair Jansz. verkoopt aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude zijne aanspraken op ½ hoeve land, gehecten Dirc Heynricszoon halve hoeve, en op ½ viertel land aldaar.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vier hondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 10.2 .) Met de geschonden zegels van Jan van der Sevendair en zijn neef Jan van der Sevendair Stevensz. in groene was.
15 1436 Mei 24
Emond Gherritsz., schout, Gherrit Jacopsz., Jan Allartsz., Pieter Jansz. en Jacop Gherritsz., buurlieden in het land van Steyn, oorkonden, dat Jan van der Sevendair Jansz. aan den prior der Regulieren in het land van Steyn, verkoopt zijne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op ½ viertel lands aldaar.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier en de twintichsten dach in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 10.3 ). Met de zegels van den schout Gherrit Jacopsz. en Jan Allartsz. in groene was.
16 1436 Mei 24
Jan van der Sevendair Stevensz verkoopt aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij der Goude zijne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricszoons halve hoeve, en op ½ viertel land aldaar.
Ghegeven int jaer om Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 10.4 ). Met de geschonden zegels van Jan van der Sevendair Stovensz. en Jan van der Sevendair Jansz., zijn neef, in groene was.
17 1436 Mei 24
Jacob van Lichtenberch, proost, en deken en kapittel der Sinte Peterskerk t'Utrecht, verkoopen aan prior en convent der Regulieren in het land van Steyn bij den Goude hunne aanspraken op ½ hoeve land, geheeten Dirc Heinricszoons halve hoeve, en op ½ viertel lands aldaar.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert zess ende dertien op den vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.
"Oorspr. ( Inv. no. 10.5 ). Met het zegel van den proost in roode en dat van deken en kapittel in groene was; het eerste met contrazegel."
18 1436 Mei 24
Emond Gherritsz, schout in 't land van Steyn, Gheryt Jacopsz, Jan Allartsz, Jacop Gherytsz. en Pieter Jansz, buurlieden, oorkonden, dat proost en deken en kapittel van Sint Pieter t'Utrecht aan den prior der Regulieren in het land van Steyn overdragen ½ hoeve land, geheeten Dirc Heynricsoens halve hoeve, en ½ viertal land aldaar.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 10.6 ). Met het zegel van den schout in groene was.
reg. nos. 11 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 8.), 31, 32 en 33.
Charter regestnr. 32 is Aanwinst 1951 uit Gouda.
11 1435 Augustus 11
Jan van der Zevendair Jansz. doet ten behoeve van het convent der Regulieren in het land van Steyn afstand van alle rechten en aanspraken, op het goed Haestenborch, gelegen in genoemd land.
Ghegheven int jaer ons Heeren MCCCC vijf ende dartich upten elfften dach van Augusto.
Oorspr. ( Inv. no. 11 ). De zegels van Jan van der Zevendair, Jacob die Weldich en Willam Heinricsz. verloren.
31 1457 April 5
Philipps, hertog van Bourgongen enz., verkoopt aan Hughes van Zwieten de helft van 9 viertel lands Haestenborch geheeten, gelegen in het land van Steyn, die deze van hem in leen hield.
Ghegeven opten vijften dach van Aprille int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende vijftich naden lope van onsen Hove.
a. Oorspr. ( Inv. no. 11 ). Het zegel van Philips verloren.
b. Gevidimeerd in den brief dd. 1457 Mei 23 (zie regest no. 33).
32 1457 April 21
Bertholmeeus Emondsz., schout in het land van Steyn, Jan Allaertsz. en Pieter van Tol, hooge heemraden en buurlieden in genoemd land, oorkonden, dat Hughe van Woerden, den baljuw en kastelein van 't land van Woerden, den prior der Regulieren van Steyn de helft van 9 viertel land, Haestenborch geheeten en gelegen in het land van Steyn, overdraagt.
Ghegeven int jaer onzes Heren dusent vierhondert seven ende vijftich opten een ende twintichsten dach in Aprille.
Oorspr. ( Inv. no. 11.1 ). Met het zegel van de schout in groene was. Ander zegel verloren.
33 1457 Mei 23
Burgemeesters van der Goude geven vidimus van de brieven dd. 1457 April 5 en 21 (zie nos. 31 en 32).
Ghegeven int jaer ons Heeren dusent vierhondert seven ende vijftich opten drie ende twintichsten dach in Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 11.2 ). Met het stadszegel in groene was.
12 1436 April 20
Gheryt Jacobsz. oorkondt, dat, toen hij nog schout was in het land van Steyn, Jacob Aerntsz. van Hove aan heer Dirc van der Aer, prior der Regulieren in het land van Steyn, gegeven heeft 9 morgen land aldaar, geheeten de Craker.
Int jaer ons Heren MCCCC ses ende dertien opten twintichsten dach in April.
Oorspr. ( Inv. no. 12 ). Het zegel van der oorkonder verloren.
reg. no. 12 (Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 7.).
19 1436 Mei 24
Emond Gherytsz., schout in 't land van Steyn, Jan Allartsz. en Pieter Jansz., buurlieden in genoemd land, oorkonden, dat Gheryt Jacopsz. geeft aan den prior der Regulieren in 't land van Steyn een viertel land aldaar.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dartich opten vier ende twintichsten dach in die maent van Meye.
Oorspr. ( Inv. no. 13 ). Met het zegel van den schout in groene was.
reg. no. 19.
26 1449 Januari 20
Huge Dappersz., poorter binnen Goude, oorkondt, dat Fie en Pieter Jacobs kinderen den Regulieren in 't land van Steyn bij testament hebben vermaakt eene rente van één nobel 'sjaars, een viertel land, in het land van Steyn in Willens en 5 morgen land, in drie stukken gelegen in Rotbroec.
Int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende veertich op sinte Agnieten avont.
"Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met het geschonden zegel van Hugo Dappersz. in groene was; het conventszegol verloren."
reg. no. 26.
46 1529 Augustus 16
Jan Jacobsz., schout, en Jacob Huygez, Dirck Maertynsz. en Michiel Dammisz, gezworenen in het land van Steyn, oorkonden, dat Cornelia Floer Dammisz. weduwe aan het convent in het land van Steyn verkoopt 1½ viertal land, aldaar aan de IJssel.
Den XVI dach van Augusto int jaer ons Heren duysent vijf hondert ende negen ende twyntich.
Oorspr. ( Inv. no. 15 ). Met het zegel van den schout in groeno was.
reg. no. 46.
30 1456 October 4
Jan Florys Minnenz., Witte Wittenz. en Geryt Hagensz., schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Oude Jan Pieter Janszoonsz. belooft den pater en 't convant der Regulieren in het land van Steyn niet te zullen hinderen in het bezit van de erfenis, hun aangekomen door Jonge Jan Pieter Janszoonsz., medebroeder in genoemd klooster, van Pieter Jan Aerntszoonszoon.
Gegeven upten vierden dach in Octobri int jair ons Heren M. CCCC. ses ende vijfftich.
Oorspr. ( Inv. no. 16 ). Met twee schepenzegels in groene was.
reg. no. 30.
Aanwinst 1951 van Gouda.
1 1379 Januari 21
Dirc Kerstantsz., Wolfaert Willamsz., en Pieter Hermansz., schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Aelwijn Willamsz., toen hij van Heynric Heynenz. een huis kocht, beloofd heeft, dat de steeg, tusschen hen beiden gelegen in de Raemstraet, blijven zou, zooals ze was.
Ghegeven op Sente Agnieten dach int jaer ons Heren MCCC. neghen ende tseventich.
"Oorspr. ( Inv. no. 17 ). Met het zegel van Dirc Kerstantsz, in groene was; die der beide anderen verloren."
reg. no. 1 Oud-Bisschoppelijke Klerezy XII, 2.
6 1419 December 8
Jacob Vredericxz., Dirc Airntsz. en Bertelmees Jacobsz., schepenen binnen der Goude, oorkonden, dat Florys Heynricxz. Jan Hobbenz. beloofd heeft de 3 morgen land, in de oude Goude, die hij hem verkocht heeft, te zullen vrijwaren met zijn huis en erf in Handscoopp.
Gegeven op onsser Vrouwen dach Conceptio int jaer ons Heren M° CCCC° ende negentien.
Oorspr. ( Inv. no. 18 ). Met de zegels der drie schepenen in groene was.
reg. no. 6 Oud-Bisschoppelijke Klerezy, XII, 5.
Herkomst onbekend.
reg. nos. 56 en 57.
56 1565 Januari 29
Gerrit Hendrixz., ambachtsheer van Sluipwyck, Ravensberghe enz., transporteert aan Claes Dircksz. Kiewyt 1 morgen land, gelegen in een perceel land, groot omtrent 12 morgen, begrensd door de Landfesteynsche en de Hobbendijksche kade en den Gravendijk.
Opten negen ende twyntichsten January XVc vijf ende tsestich.
Oorspr. ( Inv. no. 19.2 ). Met het zegel van den oorkonder in roode was. Met transfix dd. 1565 Maart 24 (zie nr. 57). In dorso staat: twalif mergen in Slupic.
57 1565 Maart 24
Gerryt Dirickxz., schout in den ban en het land van Sluypick, Nuwenbroeck en Gravencoop, Cornelis Claesz. en Ariaen Pietersz., buurlieden in hetzelfde ambacht, oorkonden, dat Claes Dirickxz. Kievit aan prior en convent der Regulieren van Steyn binnen der Goude overdraagt 1 morgen land, vermeld in den brief dd. 1565 Januari 29 (zie no. 56), waardoor deze gestoken is.
Den XXIIIIen dach Martii anno XVc vijf ende tsestich stilo communi.
Oorspr. ( Inv. no. 19.1 ). Met het zegel van den schout in groene was.
reg. nos. 36, 38, 39, 54 en 55.
36 1462 October 14
Huuch Claesz., schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Florys Claesz. en Ymme, zijne vrouw, den prior der Regulieren in het land van Steyn geven de helft van 24 morgen land, geheeten de Berchove, gelegen in het ambacht Waerder.
Int jaer ons Heren MCCCC twee ende tsestich opten viertienden dach in Octobri.
Oorspr. ( Inv. no. 20 ). Met het zegel van den schout.
39 1472 Februari 20
Herman Valkenz. schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Florys Jansz. den prior der Regulieren in het land van Steyn geeft 4½ morgen land, in het ambacht van Waerder, gelegen in de zate de Berchoef.
Int jaer ons Heeren dusent vier hondert twee ende tseventich opten twintichsten dach in Zulle.
a. Oorspr. ( Inv. no. 20.1 ). Met geschonden zegel van de oorkonder.
b. Gevidimeerd in den brief dd. 1564 April 8. (zie regest no. 55).
54 1564 April 8
Cornelis Woutersz., Symon Ghenenz. en Dirck Andriesz. schepenen binnen Goude, geven vidimus van een brief dd. 1468 September 9 (zie no. 38).
Upten VIIIen Aprilis anno XVc vier ende tsestich nae Paesschen.
Oorspr. ( Inv. no. 20.2 ). Met de zegels der drie schepenen.
38 1468 September 9
Huych Claessen, schout in het land en ambacht van Waerder, oorkondt, dat Pieter Huybertz. geeft aan de Regulieren in het land van Steyn 7½ morgen land, gelegen in het ambacht van Waerder, in de zate Berchhoeff.
Int jaer ons Heeren duysent vierhondert acht ende tsestich opten negenden dach in Septembri.
Gevidimeerd in den brief dd. 1564 April 8 (zie regest no. 54).
55 1564 April 8
Cornelis Woutersz., Symon Ghenenz. en Dirck Andriesz., schepenen binnen Goude, geven vidimus van een brief dd. 1472 Februari 20 (zie no. 39).
Upten VIIIen Aprilis anno XVc vier ende tsestich nae Paesschen.
Oorspr. ( Inv. no. 20.3 ). Met de zegels der drie schepenen.
42 1515 April 4
Ffredrick van Vuckell, schout te Weerder, Jacob Hugensz., Derick Artsz. en Peter Petersz. Cauwell, buurlieden en landgenooten in dat ambacht, oorkonden, dat Jacob Petersz., aan de geestelijke heeren van Emaus in het land van Steyn verkoopt 8 morgen land, gelegen in Karffland aldaar.
Int jaer ons Heren dusent vyeff hundert ende vyeftyen den vyerden dach in Aprille.
Oorspr. ( Inv. no. 21 ). Met het zegel van den schout in groene was. In dorso staat. Berschok.
reg. no. 42.
20 1436 December 19
Scoeter Willemsz., schout op die Weyde, Willem Haghensz., Dirc Louwenz. en Gheryt Willemsz., landgenootenen buren, oorkonden, dat Claes Dircz. aan de Regulieren in het land van Steyn 6 morgen land geeft, gelegen in de Hoeven.
Ghegheven int jaer ons Heren MCCCC ses ende dertich op neghentiensten dach in Decembri.
Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met het zegel van den schout in groene was.
reg. no. 20.
47 1532 Mei 15
"Notaris Splinterus Laurentiusz. instrumenteert, dat Neeltgen en Machtelt, dochters van Henrick Neck, aan het convent in het land van Steyn hebben afgegeven tot afkoop van het ouderlijk erfdeel van haar broeder Pieter, Regulier in Steyn, een lijfrentebrief van 3 pond Vlaamsch 's jaars ten lijve van Pieter voornoemd en zijne zuster Machtelt; en een lijfrentebrief van 1 pond 's jaars voor denzelfden en zijne zuster Katrijn."
Actum Goude ten huyse van Cornelia ende Machtelt voirser. in de jaire, indictie, maent, dach, Spausdoms ende der K.M. coronatie als boven (in den jaire ons Heeren duysent vijffhondert twee ende dertich den vijften indictie des maents van Meye den vijftiensten dach tusschen thien ende elff uren voirmiddach spausdoms ons alderheylichtste vader in Christo ende heere heer Clemens by der godlijcker voirsinicheyt den sevenden paus van die name in tnegende jaire sijnre coronatie ende des alderdnerluchtichste ende victorieuste Karolus keyser van de Romeynen die vijfte van die name int derde jaire sijnre coronatie.
Oorspr. ( Inv. no. 23 ). Met de signatuur van den notaris. In dorso staat eene nadere regeling.
reg. no. 47.
59 1572 Maart 21
Cornelis Claesz. Hoechtwout, baljuw en schout in het land van Steyn, Gerryt Willemsz. en Aryen Gerrytsz. gezworenen in dat land, oorkonden, dat Emont Aryensz. bekent schuldig te zijn aan 't convent der Regulieren van Steyn eene rente van 3 pond 's jaars, gaande uiteen viertel land, met huis en erf, gelegen in het land van Steyn.
Den XXIen dach van Maert anno XVc twee ende tseventich stilo communi.
Oorspr. ( Inv. no. 24 ). Met zegel van den schout in groene was.
reg. no. 59.
48 1541 October 19
Broeder Robbert Jansz., prior, en het convent der Regulieren in het land van Steyn verkoopen aan Claes Jansz. eene rente van 1 pond Vlaamsch 's jaars, losbaar met den penning 16.
Int jaer ons Heren vijfthienhondert ende een ende veertich den neghenthienden dach in Octobri.
Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Het conventzegel verloren. In dorso staat, dat de rente in 1551 afgelost is.
reg. no. 48.
50 1546 Juli 26
Broeder Robbert Jansz, prior, en het convent der Regulieren in het land van Steyn buiten der Goude verkoopen aan Aeltgen Gerritsdochter eene rente van 6 Carolusguldens jaarlijks, gaande uit 2 viertel lands, genoemd Rommersland, groot 10 morgen, gelegen in het land van Steyn, losbaar met den penning 16.
Int jair ons Heeren dusent vijfhondert ses ende veertich daechs nae Sinte Jacobs dach in Julio.
Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Het conventzegel en het zegel van Cornelis Dierksz. schout van 't land van Steyn verloren. In dorso staat, dat de rente in 1551 is afgelost.
reg. no. 50.
58 1567 Juli 25
Evertgen Willemsdochter, abdis van het Brigittencon vent Mariënborch te Zoest, verklaart ontvangen te hebben van de Regulieren binnen der Goude 262 Carolusgulden aan rente over een jaar.
Actum int jair ons Heren XVc seven ende tsestich op Sint Jacobs dach.
Oorspr. op papier ( Inv. no. 27 ). Met opgedrukt officiezegel in groene was.
reg. no. 58.
9 1425 Juli 26
Swederus elect van Traiectum, bekrachtigt den brief d.d. (1425 Mei 31), waardoor deze gestoken is.
Datum anno Domini M CCCC° vicesime quinto in crastino beati Jacobi Apostoli.
Afschrift ( Inv. no. 28 ). Op hetzelfde blad afschrift van regest no. 23. De brief, waardoor deze gestoken was, is het instrument, waarbij heer Dirc Florensz. het collatiehuis vermaakte, welk instrument niet meer aanwezig is, doch afgedrukt is bij J. W(alvis) Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 139-140.
23 1443 Augustus 23
Broeder Claes de Wyt, prior der Regulieren in den Hem bij Schoenhoven, en broeder Jan Claesz. prior der Regulieren in het land van Steyn, dragen over aandeHeilige-Geest-meesters binnen der Goude het collatiehuis met toebehooren, hun vermaakt door wijlen heer Dirick Florisz.
Int jaer ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich des daghes na onser Vrouwen octave Assumptio.
a. Afschrift naar het Register van den Heiligen Geest, gecollationneerd door P. Cornelisz., notaris ( Inv. no. 28 ).
b. Afschrift.
Op hetzelfde blad als waarop het afschrift b geschreven is, staan nog bijzonderheden vermeld omtrent de herkomst van het collatiehuis en verdere lotgevallen, alsook eene opsomming van renten, boeken en huisraad, die met het huis werden getransporteerd.
Gedrukt bij J. Walvis: Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 140-141.
24 1447 November 21
Burgemeesters, schepenen en raad van der Goude oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aan Heyndrick van Erp, Thomas van Aernhem, Pieter van der Vere, priesters, en den pater der broeders van Delft overdragen het collatiehuis en toebehooren, gelegen achter de kerk in de Spierincstraet, hun aangekomen van de Regulieren, onder voorwaarde o. m., dat voornoemde broeders en hun nakomelingen, zullen blijven leven als die van Zwolle en Deventer en geene andere orde zullen aannemen zonder toestemming van hunne vaders van Overijssel.
Gegeven opten een ende twintichsten dagh in Novembry int jaer ons Heeren duysent vier hondert seven ende veertich.
Geïnsereerd in den brief d.d. 1447 December 20 (zie regest no. 35).
25 1447 December 20
Heyndrick van Erp, Thomas van Aernhem, Pieter van der Vere, priesters, verklaren onder aanhaling van den brief dd. 1447 November 21 (zie no. 24), dat zij ontvangen hebben van de Heilige-Geestmeesters van der Goude het collatiehuis met toebehooren aldaar, afkomstig van wijlen heer Dirick Florysz.
Int jaer ons Heeren MCCCC seven ende veertich op Sinte Thomas des Apostels avont.
Afschrift naar het Register van den Heiligen Geest te Gouda, gecollationneerd door notaris P. Cornelisz. ( Inv. no. 38 ). Gedrukt bij J. Walvis, Beschrijving van Gouda, deel II, blz. 141.
reg. nos. 9, 23, 24 en 25.
reg. nos. 23, 24, en 25 zijn Oud-Bisschoppelijke Klerezy, XII, 10