8 1524 Juli 5
De Geheime Raad van Mechelen verwijst de zaak tussen de keizer en de heer van Brederode met diens zoon, beschuldigd de Gelderschen, vijanden van de keizer, in Vianen binnengelaten te hebben en de graaf van Buren de toegang geweigerd te hebben naar de Grote Raad en gelast, dat de heer van Brederode gevangen zal blijven in het hotel Jacques te Mechelen en dat zijn zoon die stad niet mag verlaten.
Afschrift z.j. (16e eeuw). ( Inv. no. 1 .)
9 Z.j. (1524?)
(Walraven), heer van Brederode, en Wolphert, zijn zoon, gedaagd om in persoon voor de Geheime Raad te Mechelen te verschijnen, verzoeken de keizer toe te staan, dat zij procureur mogen stellen en uit hun gevangenis ontslagen worden onder belofte om op de eerste aanmaning terug te keren.
Afschrift z.j. (16e eeuw). ( Inv. no. 1 .)
Reg. nos. 8 en 9.
10 1532 Februari 20
Maria van Hongarije, landvoogdes, verklaart Reinout, heer van Brederode, diligent in het proces door de keizer tegen hem over zijn wapen gevoerd, hoewel het jaar, dat hem de uitspraak nog tot zijn verdediging was toegekend, verstreken is.
Fait à Bruxelles le xx jour de février lan xve trente deux.
Oorspr. ( Inv. no. 2 ).
11 1534 Mei 9
Maria van Hongarije, landvoogdes, maakt uit naam van de keizer de provisionele uitspraak in de zaak tegen Reinout, heer van Brederode, tot een difinitieve, doch vergunt hem het wapen zijner voorouders, bestaande uit een leeuw met barensteel, te voeren.
A Bruxxeles IX du mois de Mai lan quinze cent trentequatre.
Oorspr. ( Inv. no. 2 ).
12 1534 Mei 11
De griffier van de Raad van State te Brussel verklaart ten verzoeke van Reinout, heer van Brederode, dat de uitspraak van de landvoogdes, uit naam van de keizer gedaan over het wapen van Brederode, in de Raad van State afgekondigd is.
Oorspr. ( Inv. no. 2 ).
Reg. nos. 10-12.
13 1550 Juni 13
De Grote Raad van Mechelen verleent uitstel tot 8 juli aan de procureur generaal als eiser tegen de heer van Brederode in het proces over Vianen.
Faict à Malines le XIII de juin XV cinquante.
Oorspr. ( Inv. no. 3 ).
Reg. no. 13. De in de oorspronkelijk beschrijving genoemde bijlagen uit 1579 ontbreken (DjK 3-5-2109)
14 1557 April 14
Herry de Torvy, gouverneur en baljuw van Haverincourt, legt als gemachtigde van Lodewijk van Brederode, heer van Haverincourt, de eed van trouw aan de leenheer, de koning van Frankrijk af.
Ainsi faict le XIII jour d'apvril XVcLVI avant Pasques.
( Inv. no. 4 .)
Door de dood van Lodewijk van Brederode in 1557, kwam Haverincourt aan zijn broeder Hendrik, heer van Brederode.
Reg. no. 14
Zij was een dochter van Wallerande, zuster van Walraven, de heer van Brederode, die in 1531 stierf.
Ondertekent door hem en getuigen Wyllemine en Theodora van Haeften
Zie verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1909, blz. 160 no. 310.
Zij was de weduwe vna Hendrik van Brederode (gest. 1568)
Bij een dezer brieven bevinden zich als bijlagen twee brieven, ingekomen bij Herbert Stalpaert van der Wiele te Haarlem.
Deze was tevens baljuw van Brederode, Bergen en het Hooge.
Briefnr. 11086 in Correspondentie Willem van Oranje
Johan Schellart was burgemeester van Woudrichem.
Herkomst onbekend: depotvondst 2008.
"Dit alles aan mester Jan Dircksen tot Bommel"
Stephan Gans zu Putlitz (overl. 1626) was getrouwd met Helena van Brederode (1594-1666), een zus van Reinout (1598-1618)
Een dezer brieven is gericht aan Bartolomeo Cavalla, de overige zijn zonder adres. Reinoud overleed in 1618 te Gradisca bij Venetië
Aangetroffen in inv. no. 40; het verband blijkt niet.
Waarschijnlijk is deze brief doorgezonden aan de weduwe van Johan Wolfert van Brederode.
1 1248 december 30
Willem, Roomsch koning (graaf van Holland), oorkondt, dat hij aan Willem van Brederode, ridder, vergunning geeft om Reesveld en twee daaraan grenzende stukjes land, zogenaamde geren, te verkopen of vervreemden als allodiaal goed en geeft hem tevens het volle jachtrecht, doch geen tiendrecht of rechtspraak.
Datum apud Werdam anno Domini millesimo ducentesimo quadragesimo nono, tertio kalendas Januarii indictione sexta.
"Gevidimeerd in de brief d.d. 1342 december 21. (zie reg. no. 5; inv. no. 43 )."
Gedrukt in v.d. Bergh Oorkondenboek I, no. 483.
3 1255 April 29
Willem, Roomsch koning, (graaf van Holland,) oorkondt, dat hij aan Hugo van Naeldwick vergunning geeft om aan Willem van Brederode het ambacht Velsen met alles wat daartoe behoort, te verkopen, zoals Hugo dat van hem in leen houdt, op voorwaarde, dat hij het recht behoudt dat van Willem van Brederode terug te kopen binnen een jaar te rekenen van Marcus ev. (25 april).
Datum Syrise tertio kalendas Maji indictione tredecimo anno Domini millesimo ducentesimo quinquagesimo quinto.
Gevidimeerd in de brief d.d. 1342 december 21. (zie reg. no. 5, inv. no. 43 ).
Gedrukt in v.d. Bergh Oorkondenboek I, no. 607
4 1268 Februari 23
Dirk, heer van Tylinghe, oorkondt, dat hij aan Willem van Brederode verkocht heeft alle goederen genaamd Gravenbroek, gelegen bij Voshol, met alles wat daartoe behoort, met de bepaling, dat deze en diens opvolgers de tienden en de rechtspraak van hem in leen zullen houden, doch de grond in zuiveren eigendom zullen bezitten. Datum anno Domini millesimo ducentesimo sexagesimo octavo feria sexta ante dominicam Invocavit.
Gevidimeerd in de brief d.d. 1342 december 21. (zie reg. no. 5, inv. no. 43).
5 1342 December 21
Johannes, prior van het predikherenklooster in Haarlem en Everard, prior van St. Maria op de berg Carmel, geven vidimus van brieven d.d. 1248 december 30, 1250 juli 27, 1255 april 29 en 1268 februari 23. (zie Reg. nos. 1,2,3 en 4.)
Anno Domini millesimo trecentesimo quadringentesimo secundo in die beati Thomae apostoli.
"Afschrift z.j. (17e eeuw); gecollationneerd door Paulus Voet. ( Inv. no. 43 .)"
Reg. nos. 1 - 5.
2 1250 Juli 27
Willem, Roomsch koning, (graaf van Holland), oorkondt, dat hij aan Willem van Brederode een stuk land geschonken heeft bij Reesveld, dat in het oosten begrensd wordt door de weg naar Reesveld en in het westen raait op het land van vrouwe Machteld van Foreest, tussen de weg van Nieuwenroode en Wilthorst, met het recht om dat land te verkopen, doch op voorwaarde, dat Willem van Brederode en diens erfgenamen het tiendrecht van hem en zijn opvolgers in leen houden.
Datum in castris apud Bertoldeshem anno Domini millesimo ducentesimo quinquagesimo, sexto kalendas Augusti, indictione octava.
Inv. 43A en gevidimeerd in de brief d.d. 1342 december 21 (zie reg. no. 5, inv. no. 43 ).
Gedrukt in v.d. Bergh Oorkondenboek I, no. 525.
Reg. no. 2.
6 1358 April 29
Schepenen in Tiel oorkonden, dat Theodericus van Herwynen verkocht en opgedragen heeft aan heer Johannes van Culemborg, ridder, ten behoeve van diens twee zoons Johannes en Wolphert als allodiaal goed 5 morgen land in Herwynen, gelegen in Spaenshove tussen het land van jonkvrouw Adelisa van Herwynen en dat van Wilhelmus Ghiselberts zoon en Theodoricus van Loven, voorts 4 morgen gelegen tussen het land van Petrus Collart en Wadergraeft, en nog 4 morgen in Bronishove tussen het land van Heymericus Honichoet en het huis van Matthias.
Datum anno Domini MCCC quinquagesimo octavo dominica post Marci evangeliste.
Oorspr. (Inv. np. 44). Met één geschonden schepenzegen, het andere verloren.
Reg. no.6.
7 1394 Januari 21
Hendrick, heer van Vianen, van der Goye en van Ameide, oorkondt, dat hij Johan van Vianen, zijn broer, beleend heeft met een rente groot 100 Geldersche gulden jaarlijks, gevestigd op het veer te Vianen, totdat hij hem ter verzekering van de bedoelde rente een stuk land zal hebben gegeven volgens aanwijzing van twee scheidsrechters.
Gegeven int jaer ons Heeren dusent driehondert vier entnegentich op Sint-Agnietendach.
Afschrift z.j. van notaris Henricus Montfoert ab Haarlem. ( Inv. no. 45 .)
Reg. no. 7.
De zoon van deze Gerard, heer van Assendelft, nl. Nikolaas, heer van Assendelft, was gehuwd met Wilhelmina van Haeften, die later hertrouwde met Walraven, heer van Brederode.
Ex Rekenkamer.
Ex Rekenkamer.
Ex Rekenkamer
Ex Rekenkamer
Deze inventaris bevat sieraden, kledingstukken, goud en zilverwerk, wapen, boeken en portretten en is afgedrukt in "De Navorscher, 1873, p. 273.
In "De Navorscher", 1872 (pp. 80, 329 en 593 zijn uittreksels uit dezen inventaris afgedrukt.
Hierin worden ook enkele stukken betreffende Vianen vermeld.
Wellicht waren dit archiefstukken, die zich op het huis Batestein bevonden.
In 1677 was N.N. Dwingloo secretaris van de heer van Vianen (zie inv. no .31)
Ketner, OSU., IV, nr. 2399. Was blijkens een oude inventaris afkomstig uit het archief Brederode. Oud nummer 89A. Er wordt verwezen naar Charters Grafelijkheid (Nedersticht)
Uit deze akte blijkt dat J. van Dortmont secretaris was bij zijn excellentie.