Back to search results

3.18.16 Inventaris van het archief van het klooster Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande

Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

3.18.16
Inventaris van het archief van het klooster Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande

Auteur

J.M. Sernée, S.W.A. Drossaers, W.G. Feith

Versie

08-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1920 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Kloosters Delfland: Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande
Kloosters Delfland / Maria Magdalena in Bethanië

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1266-1582

Archiefbloknummer

36015

Omvang

183 inventarisnummer(s) 0,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief. De Duitse stukken zijn grotendeels in het Kurrentenschrift geschreven.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Klooster "Maria Magdalena in Bethanië"

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat grotendeels stukken met betrekking tot het financieel beheer van het klooster, zoals stukken betreffende landerijen en huizen (zowel binnen als buiten de stad en het ambacht 's-Gravenzande) en rentebrieven. Daarnaast bevinden zich in het archief stukken betreffende de stichting van het klooster, waaronder een giftbrief en een akte van Philips van Bourgondië.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
In de eerste helft der 13de eeuw werd door de graven van Holland in hun residentie 's-Gravenzande een gasthuis gesticht om als logement te dienen voor zwervers. Het reglement ( zie het cartularium (Inv. no. 5) fol. XVI verso. ) spreekt van een hospitalium pro reysantibus in Zeelandia ( Met Zeelandia zal natuurlijk niet bedoeld zijn het graafschap Zeeland, maar een gebied in de omgeving van 's-Gravenzande. Misschien heette wel aldus het eiland, waarop 's-Gravenzande is ontstaan. (zie "de Masemude" van Dr. A. A. Beekman in Tijdschr. v. h. Kon. Ned. Aardrijksk. Genootsch. 2e Ser. dl. XXXVI afl. 3). In de 14de eeuw komt te 's-Gravenzande de naam Zeelander of van Zoeland herhaaldelijk voor en is ook wel sprake van Zeelandersland. In het request om secularisatie of verhuizing, vermeld in Bijdr. bisd. Haarl. XXV 371 beklagen de broeders zich, wenschende bevrijd te worden van de landloopers en vagebonden, die hen, "als niet wijt van de Zeelant leggende", dagelijks lastig vallen. ) , waar men slechts één nacht onderdak kon vinden en bij storm hoogstens twee; wie aldaar ziek werd, moest worden geëvacueerd naar Delft of den Haag. Aan het hoofd stonden 2 gasthuismeesters, die tevens het beheer der inkomsten hadden. In het begin der 15e eeuw schijnen zij dit verwaarloosd en de gelden voor andere doeleinden besteed te hebben. De Regulieren van St. Hieronymusdal te Delft maakten hiervan gebruik door zich tot PHILIPS DEN GOEDE te wenden, wijzend op dit wanbeheer, met verzoek hun die inkomsten te schenken tot het stichten van een klooster hunner orde te 's-Gravenzande. Waarschijnlijk is hun aandacht juist op dit gasthuis gevallen, doordat een hunner conventualen in 1404 door den graaf begiftigd werd met de kapelanie op het altaar der Heilige Maagd en St. Anna in het gasthuis. Den 24sten April 1427 droeg hertog PHILIPS als ruwaard van Holland deze inkomsten over, op voorwaarde, dat de Regulieren het gasthuis met 8 bedden in stand zouden houden. Den 3den December 1427 verhief bisschop ZWEDER van Utrecht het huis tot een klooster der orde van Reguliere Kanunniken van St. Augustinus met bevestiging van deze overdracht. De stad scheen een overdracht door den ruwaard niet voldoende te achten, want in Augustus had zij zich tot gravin JACOBA - in 1427 in naam nog de landsvorstin - gewend om deze overdracht te bewerkstelligen. Zonder echter dit antwoord af te wachten, gaf het stadsbestuur in November zijn toestemming tot het oprichten van dit klooster, waarbij het aan zich houdt de benoeming van de gasthuismeesters uit de poorters. Eerst in Februari 1433 gaf JACOBA haar toestemming, in haar antwoord sprekend, alsof nog geen klooster tot stand ware gekomen. De Regulieren uit Delft echter onder hun conventuaal NICOLAUS THOMAS' zoon, betrokken, steunend op de bovengenoemde bisschoppelijke bevestiging, dadelijk het nieuwe klooster. Het beheer der gasthuisgoederen schijnt er nadien niet beter op geworden te zijn, want in 1439 werd naast het klooster Bethanië ook dat van Syon door den bisschop gemachtigd tot de beschikking over de inkomsten. Het gasthuis stond ten Noorden achter de kerk, op een terrein van 41/2 morgen; ten Oosten daarvan werd het klooster gebouwd buiten de bebouwde kom, waardoor verklaard wordt, dat in de stukken afwisselend sprake is van het klooster binnen en buiten 's-Gravenzande. Voor het klooster, achter de kerk, lag het bagijnhof, dat zoo nauw aan het gasthuis grensde, dat het paterhuis van het eerste met een verdieping over het terrein van het gasthuis uitstak. De onderlinge ligging dezer gebouwen blijkt duidelijk uit de kaarten in de beide kaartboeken (Inv. nos. 6 en 7), waar men ook een indruk krijgt van den omvang der kloostergebouwen met een ruim binnenhof en de kapel. Deze nabijheid, maar misschien nog meer de rijke inkomsten van het bagijnhof gaven aanleiding, dat reeds in 1428 de prior een poging deed - doch tevergeefs - om het bagijnhof onder zijn bewind te brengen. Nadat het klooster zich in 1437 had weten los te maken van de parochie, waarbij het het recht kreeg een eigen kerk en kerkhof te hebben, stelde het zich in 1444 onder het kapittel van Syon ( Römer. a. w. I 391. ) . In het midden der 16de eeuw werd het klooster der Cellezusters te Brielle en der Regularissen te Rijswijk door den bisschop van Utrecht onder het toezicht van den prior van Bethanië gesteld ( Bijdr. bisd. Haarl. XXV 366. ) .
Behalve het zegel van het convent, dat o.a. voorkomt aan het charter, vermeld regest no. 176, gebruikte ook de prior een apart zegel (zie reg. no. 159).
Hoewel het klooster vermogend was - zijn landerijen brachten jaarlijks 1500 carolusguldens ( Bijdr. bisd. Haarl. XXV 373. ) op - begon het in de 16e eeuw te kwijnen, voornamelijk door de geleidelijke ontvolking, een gevolg van het uitzenden van conventualen als biechtvaders e.a. naar vrouwenkloosters - er waren nog 7 broeders in het convent en 6 elders ( Oud-Archief der Gem. 's-Gravenzande no. 86. ) , - zoodat omstreeks 1560 het zich tot den koning wendde, met een verzoek om geseculariseerd te worden ( Römer, a. w. I 659 ) en te mogen verhuizen. Dit werd echter afgewezen. Bij de hervorming schijnt het convent het klooster te hebben verlaten en naar Delft (Syon?) te zijn gegaan, doch in 1572 beklaagde de stad 's-Gravenzande zich bij den Prins, dat de conventualen aldaar nog immer pachten en renten inden ( Bijdr. bisd Haarl. XXV 371 noot 1. ) . Zooals elders werden ook hier ten slotte de goederen door de Staten in beslag genomen en gesteld onder een ontvanger. Aangezien het klooster in dien tijd ongeveer 52 gezinnen te 's-Gravenzande ondersteunde en deze thans ten laste der stad kwamen, werd bij akte ( Oud-Archief der Gem. 's-Gravenzande no. 1. ) van 20 Februari 1580, het gasthuis benevens de goederen van het bagijnhof aan de stad gegeven, op voorwaarde, dat zij de 7 overgebleven conventualen zou onderhouden. Het gasthuis is tot het begin der 19de eeuw door de stad geëxploiteerd en stond onder beheer der Heilige-Geestmeesters; in 1806 is het afgebroken. Volgens JUNIUS ( Bat. Hist 302 ) waren in 1575 de kloostergebouwen nog in wezen; de kloosterhof, groot 3 morgen 4 hont, werd gekocht door ADRIAEN DUYCK, rekenmeester van Holland. Later zijn de gebouwen afgebroken en is ter plaatse een buitenplaats Vreeburg gebouwd, waarvan de boomgaard nog over is.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De meeste stukken bevinden zich van ouds in het A.R.A.
No. 5 is uit de collectie Van Voorst, in 1860 aangekocht bij Fred. Muller.
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Kloosters Delfland: Maria Magdalena in Bethanië te 's-Gravenzande, nummer toegang 3.18.16, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kloosters Delfland / Maria Magdalena in Bethanië, 3.18.16, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
De inventarisnummers, die zich bevinden in de thans nog niet aan het Nationaal Archief overgedragen collectie Van Vredenburch zijn aangeduid met een *.
No. 7 bevindt zich in het oud-archief der gemeente 's-Gravenzande (tegenwoordig Historisch Archief Westland).

Inventories

      • reg. nos. 60, 63 en 82.

        zie ook reg. nos. 100, 104, 101 en 103.

        • 63 1427 December 3

          Swederus, bisschop van Trajectum, bevestigt de overdracht van goederen aan de kanunniken der orde van de Regulieren, zooals vermeld in den brief d.d. 1427 April 24 (regest no. 60), waardoor deze gestoken is, en verheft het gasthuis tot een klooster van genoemde orde onder den naam Bethania en neemt het in zijn bescherming.

          Datum ...... anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo septimo tercia die mensis Decembris.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 1.1 ). Met het bisschoppelijk zegel en contrazegel in rode was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. II verso.

          c. Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (regest no. 82).

        • 82 1432 Februari 11

          Notaris Heynricus Robbertus' zoon geeft, op verzoek van heer Andreas Theodoricus' zoon, prior van het klooster Bethania van de orde der reguliere kanunniken van Sint Augustinus bij de stad sGravenzand, vidimus van den brief d.d. 1427 April 24 (regest no. 60) en van den daardoor gestoken brief d.d. 1427 December 3 (regest no. 63).

          Acta fuerunt hec in Naeldwijc ...... sub anno indictione mense die hora et pontificatu predictis (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo secundo indictione decima mensis Februarii die undecima hora vesperarum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Eugenii divina providentia pape quarti anno primo).

          a. Oorspr. ( Inv. no. 1.3 ). Met de signatuur van den notaris.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , folio VII verso.

        • 60 1427 April 24

          Phillips, hertog van Bourgongen, graaf van Vlaendren, van Arthois en van Bourgongen paltsgraaf, heer van Saluns en van Mechelen, ruwaard en oor der landen van Hollant, Zeelant en Vrieslant, draagt de goederen, eertijds door zijn voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken en die thans niet volgens de bestemming gebruikt worden, over aan de Regulieren binnen de stad Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensande, op voorwaarde, dat ze een gasthuis met 8 bedden in stand zullen houden en elke week een mis zullen doen houden voor hem en zijn geslacht, terwijl hij het nieuwe klooster in zijn bescherming zal nemen.

          Gegeven upten vier ende twintichsten dach van Aprille int jaer ons Heeren MCCCC zeven ende twintich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 1 ). Met het geschonden hertogelijk zegel met contrazegel in rode was. Door dezen is gestoken de brief d.d. 1427 December 3 (regest no. 63). In dorso staat, dat Nycolaus Wit, prior der Regulieren te Delf, Mr. Heynricus de Gorikem, doctor in de godgeleerdheid, geraadpleegd heeft over deze overdracht, en dat deze meende, dat de broeders zonder bezwaar van deze goederen zouden kunnen bestaan.

          b. Afschr. in Invent. no. 5, fol. I verso.

          c. Gevidimeerd in den brief d.d. 1432 Februari 11 (regest no. 82).

          Gedrukt in Bijdr. bisd. Haarlem dl. XXVI bl. 385.

      • 62 1427 November 19

        Schout, schepenen, raden en vroedschap der stad sGravesande geven toestemming aan de prior en het convent der Regulieren van Sinte-Jheronimusdal binnen Delff een klooster hunner orde te stichten op de gronden van het gasthuis, die zij daartoe met de andere inkomsten van de grafelijkheid gekregen hebben, op voorwaarde een gasthuis voor de armen met 8 bedden te zullen houden, te beheeren door 2 gasthuismeesters, daartoe op voordracht van den prior door de stad aan te stellen.

        Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende twintich op sinte Elyzabetthen dach.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 2 ). Met de geschonden zegels van de stad en het convent in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CL.

        reg. no. 62.

      • 87 1433 Februari 17

        Jacob, hertogin van Beyeren enz., draagt de goederen, eertijds door haar voorvaderen aan het gasthuis te sGravensande geschonken, over aan de Regulieren binnen Delff tot het bouwen van een klooster hunner orde te sGravensanden en neemt het in haar bescherming onder bepaling, dat in dat klooster iedere week een mis voor haar zal worden gezongen.

        Gegeven upten zeventiensten dach in Februario int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich na den loope van onsen Hove.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 3 ). Met het geschonden zegel van Jacoba van Beieren in rode was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. III.

        reg. no. 87.

        • 125 1451 Februari 13

          Aeriaen Barselys' zoon, Aeriaen Hughe zoon en Jan Aernt Gheryts zoons zoon, schepenen in Abbenbroeck, oorkonden, dat Jan Matheeus' zoon verkoopt aan het convent der Regulieren bij sGravenzande 2½ met en 1 lijn lands in Abbenbroeck.

          Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende vijftich opten dertiensten dach in Februario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 13 ). Met geschonden schepenzegels van Aeriaen Barselys' zoon en van Jan Aernt Gheryts zoons zoon in groene was; dat van Aeriaen Hughe zoon verloren.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXX.

          reg. no. 125.

        • reg. nos. 64, 65, 68 en 70

          • 64 1428 April 9

            Swederus, bisschop van Trajectum, geeft aan prior en Reguliere kanunniken in des Graven zande benevens aan de bewaarsters en zusters van de bagijnen aldaar toestemming 4 honts land onderling te ruilen.

            Datum Leydis nostre diocesis anno Domini millesimo quadringentesimo vicesimo octavo mensis Aprilis die nona.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 14.1 ). Met het geheim zegel van den bisschop in rode was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVII.

          • 65 1428 Juni 17

            Notaris Heynricus Robbertus' zoon instrumenteert, dat Machteldis Gherardus' dochter en Zoeta Johannes' dochter, bewaarsters, en 8 andere bagijnen van het bagijnhof te tsGravenzande tegen een vergoeding, nader vast te stellen door 4 arbiters, in ruil afstaan aan prior en convent der Regulieren in Delft de 4 hont land, die deze noodig hebben bij den bouw van hun klooster, doch afwijzen het voorstel om zich onder hun bewind te stellen, te eerder zoolang zij geen toestemming daartoe hebben van den bisschop van Trajectum of den abt van Insula beate Marie.

            Acta sunt hec in tsGravenzande in beghutario et in domo Katherine relicte Heymanni .... sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentisimo vicesimo octavo indictione sexta mensis Junii die decima septima hora missarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini pape quinti anno undecimo).

            a. Oorspr. ( Inv. no. 14 ). Met de signatuur van den notaris.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CL verso.

            c. Afschr., (doch met weglating van de weigering) in Inv. no. 5 , fol. CLII verso.

            Zie regest no. 1.

          • 68 1428 November 19

            Machtelt Gheryts dochter en Soete Jans dochter, bewaarsters van het bagijnhof te tsGravensand, transporteeren aan de procurator der Regulieren van Delf ten behoeve van het klooster der Regulieren van tsGravensand 4 hont land oostwaarts van het bagijnhof over de heensloot.

            ...... op sinte Lijsbetten dach int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende twintich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 14.3 ). Met een overblijfsel van het zegel van Allairt Berthelmees' zoon en het geschonden zegel van Floris Dirc Harmens zoon in groene was. - Met transfix d.d. 1429 April 28 (regest no. 70).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVII verso.

          • 70 1429 April 28

            Swederus, bisschop van Traiectum, bekrachtigt de overdracht door de bewaarsters van het bagijnhof te tsGravensand aan rector en Regulieren van het klooster van sint Maria Magdalena aldaar, nader vermeld in den brief d.d. 1428 November 19, waardoor deze is gestoken (zie regest no. 68).

            Datum anno Domini M° CCCC° vicesimo nono mensis Aprilis die vicesima octava.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 14.2 ). Met het geschonden zegel van de oorkonder in rode was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVII.

        • Bekend als inv. nr. 15* (coll. Van Vredenburcht no. 262-263). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

          reg. nos. 164 en 165.

        • 213 1494 Februari 23

          Schout, burgemeesters en schepenen der stad sGravensande oorkonden, dat Willeboy Jacobs zoon ten verzoeke van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, onder eede verklaart, dat deze eertijds bij den verkoop aan hem van het huis in het Zuideinde aan de Cortestraet bedongen heeft een uitweg van den boomgaard naar de straat, breed 3 roevoeten, op zekere voorwaarden.

          ......opten XXIIIen dach van Februario in den jare ons Heeren dusent vierhondert vier ende tneghentich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 16 ). Met geschonden stadszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 fol. CXXXIX.

          reg. no. 213.

        • reg. nos. 193 en 219.

          • 219 1498 April 22

            Notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynck instrumenteert, dat Claes Jans zoon, leekebroeder van het convent der Regulieren van Bethania te tsGravenzand, zijn testament maakt, waarbij hij al zijne goederen aan het klooster vermaakt, onder beding, dat het aan zijne erfgenamen zal betalen eene jaarlijksche rente van 1 pond Vlaamsch, losbaar met den penning 16, benevens aan de broeders en leeken van het convent 2 pond Hollandsch tot een pitantie.

            Acta sunt hec in conventu praedicto in cella dicti testatoris sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo nonagesimo octavo indictone prima mensis Aprilis die vicesima secunda hora prima vel quasi pontificatus sanctissimi in Domino patris ac domini nostri domini Alexandri pape sexti anno suo sexto).

            a. Oorspr. ( Inv. no. 17.2 ). Met de signatuur van den notaris.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXIIII.

            Bekend als inv.nr. 17*. (coll. Van Vredenburcht no. 269). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

          • 193 1477 December 2

            Schepenen in den Hage oorkonden, dat Clais Adriaens zoon verkoopt aan Clais Jans zoon een huis met 1½ morgen land binnen de stad tsGravensande tusschen de vaart en de Hoflaan.

            Gescreven upten anderden dach in Decembri int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 17.1 ). Met het schependomszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIV verso.

        • 275 1558 October 20

          Deken en kapittel van Naeldwijck verkoopen, na jarenlang geschil over den eigendom en behoudens toestemming van hun patroon, den heer van Naeltdwijck, aan prior en convent van sGravenzande 4½ hont land aldaar achter de tuinen, terwijl deze bovendien zullen voldoen de achterstallige pacht van dit land over 6 jaar.

          Actum tot Naeldwijck opten twintichsten dach van der maendt October anno vijfthyenhondert acht ende vijftich.

          Oorspr. ( Inv. no. 18 ). Met geschonden zegels van het kapittel in roode, en van het convent in groene was.

          reg. no. 275.

      • zie ook de reg. nos. 108, 144, 206, 218, 250 en 257 en reg. no. 4 van het Bagijnhof v. 's-Gravenzande.

        • 32 1407 November 13

          Pieter van der Woude verkoopt aan Gherit Floris' zoon1) het tweedeel van 10 morgen land bij Gravensande bij de molen, genaamd Floris' land van Brabant.

          Int jaer ons Heren MCCCC ende zeven des Sondaghes na sinte Mertins dach in den winter.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 19 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLVII.

          reg. no. 32.

        • 35 1410 Juli 13

          Joost Pieter Hoven zoon verkoopt aan Jan Hughe Cleymans zoon ten behoeve van Jacob Aernts zoons kinderen 1½ morgen land in Zandambacht in het Noortlant.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tyen op sinte Margrieten dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 20 ). Met geschonden zegel van Aernt Gherryts zoon1), schout te 's-Gravenzande, in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XC verso.

          reg. no. 35.

        • 42 1417 Januari 6

          Jan Fyneyoy, Matte Jan Louwen zoon en Symon Jacobs zoon verkoopen aan Ymme Ghijsbrechts dochter 4 hont en 82 gaarden land tsGravenzand in het Noirlant op de Zandelingh bezuiden den Noorlantsdijk.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert ende seventien upten sesten dach in Januario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 21 ). Met het zegel van Claes die Bes in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXX.

          reg. no. 42.

        • 50 1419 Juli 4

          Gheryt Florys' zoon 1) verkoopt aan Bartolomees Imnen zoon 8½ morgen 2 hont land in het ambacht tsGravenzande in het Nyewelant tusschen den ouden Maasdijk en den Nyewelant tusschen dijk.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien op sinte Martijnsdach translacio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 22 ). Met de zegels van Dirc Jacobs zoon en Pieter Jans zoon (van der Sterre) in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXVIII verso, in 1589 gecollationeerd door notaris J. de Wolfswinckel.

          reg. no. 50.

        • reg. nos. 33 en 56.

          • 33 1408 Juni 25

            Heynric van Naeldwijc, ridder, maarschalk van Noort-Holland, verkoopt aan Gheryt Florys' zoon1)en Aelbrecht Jacobs zoon 5½ morgen lands in het ambacht sGravenzande benevens 11 hont land aldaar bewesten den Poel, gekocht van den abt van Sinte-Mariënwaerde.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte des Manendaghes na sinte Jans dach Baptista.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 23.1 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLI.

          • 56 1422 Februari 2

            Jan Kog Jacobs zoon verkoopt aan Bertelmeeus Geryts zoon1) ¼ van 5½ morgen land in het ambacht van tsGravensande en van 11 hont aldaar bewesten den Poel.

            Gegeven up onser Liever Vrouwen dach purificatio int jair ons Heren MCCCC twee ende twintich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 23.2 ). Met. het zegel van Michiel Kog Pieters zoon, oom van de oorkonder, in groene was.

            b. Afschr. in Inv. .no. 5, fol. XLI verso.

        • 74 1429 October 1

          IJsbrant van Scoten verkoopt aan Geryt Florys' zoon het zoogenaamde Teylingher land, gelegen in het ambacht tsGravenzande in het Ouwelant, dat hij in gemeenschap bezit met Jan van Scoten, priester, en met genoemden Geryt Florys' zoon.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende twintich op sinte Baven dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 24 ). Met het zegel van IJsbrant van Scoten in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLVII verso.

          reg. no. 74.

        • 124 1451 Januari 3

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bal Dirc Olyviers zoons (weduwe) verkoopt aan de prior van sGravenzande ten behoeve der Regulieren 2½ morgen land in het Nuwelant.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich opten derden dach in Januario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 25 ). Met het geschonden landschepenzegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LIIII.

          Zie regest no. 126.

          reg. no. 124.

        • 130 1452 Maart 9

          Bertolmees Willems zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 1 morgen land in het ambacht sGravenzande en ½ morgen land aldaar.

          ...... int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende vijftich opten neghenden dach in Maerte.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 26 ). Met het geschonden zegel van Geryt Colijns zoon in groene was

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVIII verso.

          reg. no. 130.

        • 136 1455 October 29

          Mr. Aernt Florys' zoon1) verklaart, dat wijlen zijn vader Florys Gheryts zoon met goeddunken van zijne echtgenoote en zijne kinderen bij zijn sterven gegeven heeft aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 5½ morgen land in de Grote Gheesttiende aldaar bewesten den Ouden dijk tot het houden van de missen, die zijn grootvader Gheert Florys' zoon bij zijn dood had bepaald.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich opten neghen ende twintichsten dach in Octobri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 27 ). Met geschonden zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LIIII verso.

          reg. no. 136.

        • reg. nos. 98, 102 en 142.

          • 98 1439 Januari 8

            Pieter Wormbouts zoon verkoopt aan Heynric Bertelmees' zoon al het land, dat hij en zijn kinderen in het ambacht 'sGravensande bezitten, groot 2 morgen, genaamd Pinakersland, waarvan zij 5 deelen bezitten tegen Pieter Claes' zoon 3 deelen.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich des Donredaghes na den heilighen Dertienen dach.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 28.1 ). Met de zegels van Gheryt Hughen zoon en Philips Hughe Starcken zoon in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LIIII.

          • 102 1439 Mei 12

            Heynric Bertelmees' zoon verkoopt aan zijn neef Willem Pieters zoon 5/8 van 2 morgen land in het ambacht tsGravenzande, waarvan 3/8 behoort aan Pieter Claeys van Pijnakers zoon.

            Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende dertich op sinte Pancracius' dach.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 28.2 ). Met het geschonden zegel van de oorkonder in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXIII verso.

          • 142 1456 December 7

            Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat de kinderen van wijlen Jacob Pieters zoon met Jan Claes' zoon verkoopen aan Willem Pieters zoon op het Upstal te Naeldwijck 3/8 van 2 morgen land, waarvan 5/8 hem reeds toebehoort, liggende ½ morgen hiervan in het Pachtelant benoorden den Puel en het overige in het Nyeuwelant.

            Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zess ende vijftich opten sevensten dach in Decembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 28.3 ). Met het landzegel in groene, was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXVI verso.

        • 155 1460 Mei 24

          Notaris Wilhelmus Jacobus' zoon uit Noirtwijck instrumenteert, dat Christijn Peters dochter, bagijn te sGravensande, schenkt aan Johannes de Jonghe, prior, Wilhelmus Georgius' zoon, supprior, Nycolaus Arnoldus' zoon, procurator, en het convent van het klooster der Regulieren van de Heilige Maria Magdalena in Bethania bij sGravensande eenige perceelen land in het ambacht sGravenzande en renten uit huizen aldaar, als omschreven in de mede overgegeven schepenbrieven, te weten 2 halve morgens 66 gaarden land beoosten den heerweg, ½ morgen in Donyssvelt bewesten den heerweg, het land in Noortlant, verhuurd voor 1 wilhelmusschild 7 groot, benevens de jaarlijksche renten van 3 Rijnsche guldens, gaande uit de helft van 4 morgen 7 gaarden in Noortlant, 25 groot en 1 pond uit huizen in de Langhestraat, terwijl ze hun tevens al haar kleinoodiën en juweelen schenkt, onder voorbehoud van het gebruik.

          Acta sunt hec in sGravensande in ecclesia monasterii Regularium supradicti sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo indictione octava die vero vicesima quarta mensis Maii hora primarum vel eo circa pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape secundi anno secundo).

          a. Oorspr. ( Inv. no. 29 ). Met de signatuur van den notaris.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXIII.

          reg. no. 155.

        • 158 1460 Juli 4

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bertelmees Gheryts zoon1) geeft, ten behoeve van zijne kinderen Joest en Katrijn, aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande en aan het convent van Sint Lijsbetten zusters in den Haghe te zamen 2 weer land, gelegen in den Andel buiten sGravenzande, 8½ hont land aldaar tusschendijks, 1½ gouden Rijnsche guldens 's jaars, gaande uit een weer land van het Sint Lijsbetten zusterhuis in den Haghe, en de helft van 1/7 van de grazen, uitgorzen en de Bank, behorende tot den Andel.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tsestich opten vierden dach in Julio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 30 ). Met geschonden landzegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXI, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589.

          zie ook reg. no. 211.

        • 163 1463 Maart 8

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Heynric Pieters zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande ¼ van 6 morgen lands aldaar in het Nuwelant bewesten den Ouden dijk.

          ...... opten achten dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 31 ). Met het geschonden schependomszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LV.

          reg. no. 163.

        • 166 1464 Januari 4

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Bertolmees Gheryts zoon1) verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën 5½ morgen land in het ambacht sGravenzande in het Noortlant beoosten den dijk, zooals omschreven staat in het pachtboek van Voren.

          ...... opten vierden dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 32 ). Met het geschonden schependomszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCII.

          reg. no. 166.

        • reg. nos. 77 en 99.

          zie ook reg. no. 167.

          • 77 1430 Februari 12

            Aelbrecht Gheryt bastaardzoon van der Wateringhe verkoopt aan Jan Vridachs zoon 1½ morgen land in het ambacht van sGravenzand in het Oudelant.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich op den twalefsten dach in Februario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 33.1 ). Met de zegels van Allairt Bartelmees' zoon, grootvader van Aelbrecht, en van Jacob Buys in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIX.

          • 99 1439 Januari 13

            Jan Dirck Vrydachs zoon verkoopt aan Claes die Buyzer 1½ morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1430 Februari 12 (regest no. 77).

            Gegeven int jair ons Heren duysent vierhondert negen ende dertich up sinte Ponciaens avont.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 33.1 ). Met de geschonden zegels van Aernt van der Does en Aernt Geryts zoon1) in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIX.

        • reg. nos. 71, 86 en 106.

          zie ook reg. no. 168.

          • 106 1440 April 2

            Jan Wouters zoon verkoopt aan Claes die Buyser 2½ morgen lands, hem door huwelijk met Lijsbeth, weduwe van Willem Claes' zoon van Delf, aangekomen en nader omschreven in de brieven d.d. 1433 Januari 27 (regest no. 86) en 1429 Mei 18 (regest no. 71).

            Int jair ons Heren M CCCC ende viertien upten anderden dach in Aprille.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 34.3 ). Met het geschonden zegel in groene was van Gerryt Potter van der Loo.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. L.

          • 86 1433 Januari 27

            Jan Dirc Vrydachs zoon verkoopt aan Willem Claes' zoon van Delf en Lijsbeth, zijn echtgenoote, 2½morgen land tusschen den Ouden dijk en het Waeltgen.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert dreëndertich upten sevenentwyntichsten dach in Januario.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 34.2 ). Het zegel van Allert Bertelmeeus' zoon verloren.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIX verso.

          • 71 1429 Mei 18

            Dirc Muel verkoopt aan Jan Dirc Vrydachs zoon 2½ morgen land in het Ouwelant in het ambacht van tsGravenzande tusschen den Ouden dijk en het Waeltgen.

            Int jair ons Heeren dusent vierhondert neghen ende twintich des Woensdaghes in die Pinxter heilichdagen.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 34.1 ). Met het zegel van Florys Dirx zoon in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXXVII.

        • 169 1464 September 20

          Joest Claes' zoon, rector, Aecht Heynrics dochter, priorin, en het convent der Regularissen van Sinte Agnieten klooster, genaamd int dal van Jozaphat binnen de stad Delft, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande de helft van 2 morgen land aldaar in het Donixvelt.

          ...... opten twintichsten dach van Septembri int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 35 ). Met het conventszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXXVII verso.

          reg. no. 169.

        • 170 1464 December 14

          Claes Claes' zoon verkoopt aan heer Bertelmees, priester, ten behoeve van het Regulierenklooster te tsGravenzande 4 hont land aldaar.

          ..... upten XIIIen dach in Decembri int jair ons Heren M CCCC vier ende tsestich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 36 ). Met geschonden zegels van Dammas Zijsman Pieters zoon en Pieter Geryts zoon in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LV.

          reg. no. 170.

        • reg. nos. 189 en 177.

          • 177 1470 Maart 31

            Wouter Geryts zoon verkoopt aan Dirc van Poelgeest, priester, kanunnik te Nailwijck, 1½ morgen land in het ambacht sGravenzande bewesten den Ouden dijk.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende tseventich upten laetsten dach van Marte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 37.1 ). Met het geschonden zegel van Ghijsbrecht van Mattenes, schout te Naald wijk,ingroene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LV verso.

            Aan het oorspr. is vastgehecht het charter d.d. 1476 Januari 23 (regest no. 189).

          • 189 1476 Januari 23

            Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat heer Dirck van Poelgheest, priester en kanunnik te Naildwijck, verkoopt aan de prior en het convent van de Regulieren te sGravensande 1½ morgen lands aldaar bewesten den Ouden dijk.

            Upten drie ende twintichsten dach in Januario in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 37.2 ). Met geschonden schependomszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LVI.

            Het oorspr. was vastgehecht aan no. 177.

        • reg. nos. 186 en 187.

          • 187 1474 Mei 1

            Ghijsbrecht van Raephorst geeft aan zijn neef Aelbrecht van Raephorst Diricx zoon in eigendom de hofstede van Raephorst met bijbehoorend land, die deze van hem in leen houdt en gekocht heeft van Heinric Sadelpoger.

            ...... den iersten dach in Meye in jair duysent vierhondert vier ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 38.2 ). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 fol. XLIII verso.

          • 186 1474 April 22

            Aelbrecht van Raphorst, schout van Hairlem, verkoopt aan Costijn Jans zoon 26 morgen land in het ambacht van tsGravensande en 8 hont land in den ban van Monster ten Oosten van den Puel, in gebruik bij de Regulieren van tsGravensande.

            ...... opten XXIIen dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC vier ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 38.1 ). Met geschonden zegel van de oorkonder in roode, en dat van Claes Pieters zoon, schout van Rijswijk, in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIIII.

        • reg. nos. 172 en 207.

          • 207 1487 Februari 11

            Jan Gheryt Potters zoon, baljuw en schout, Dirck Jacobs zoon, burgemeester, Jan Symons zoon, schepen te tsGravenzandt, Jan Jacobs zoon en Jan Pieters zoon, schepenen van Zandtambacht, oorkonden, dat heer Jan Jans zoon, prior der Regulieren van Bethaniën aldaar, hun medepoorter Everling Everlings zoon, die reeds 12 à 13 jaar in het klooster woont, toelaat als leekebroeder, waarna deze zijn geheele vermogen aan het klooster vermaakt.

            Dit is aldus ...... gesciet opten Sonnendach septuagesima voir noen ende was die elffste dach van Februario int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 39.2 ). Met geschonden zegels van Jan Potter, van de stad en van Zandambacht in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXVII verso.

          • 172 1465 November 32

            Landschepenen van tsGravensande oorkonden, dat Willem Jans zoon van der Burch opdraagt aan Everlijn Everlijns zoon 2½ morgen en 1 hont land aldaar, waarvan 1 morgen in het Ouwelant, 4 hont in den Hoenretyende en 8 hont in den Heen, grenzende oostzuid-oost aan de Zuytpuel, welk land hem aanbestorven was van zijn vader en zijn broeder.

            In den jaer ons Heeren dusent vyerhondert vijf ende tsestich upten dryen ende twintichsten dach in Novembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 39.1 ). Met het landzegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLIII verso.

        • 215 1494 December 31

          Landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkonden, dat Willem Willems zoon, wever aldaar, verkoopt aan zijn natuurlijke dochter Jutte 2 morgen pachtland in Noorlant bewesten den Noorlantschen dijk op voorwaarde, dat hij en zijn echtgenoote dit land hun leven lang zonder huur te betalen zullen gebruiken.

          ...... opten lesten dach van Decembri in den jaere ons Heeren dusent vierhondert vier ende tnegentich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 40 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , foL LXXI verso.

          reg. no. 215.

        • 227 1502 December 14

          Schout en landschepenen van het ambacht van sGravensande oorkonden, dat Wormbrecht Willems zoon transporteert aan prior en convent der Regulieren van Bethaniën aldaar 3½ morgen pachtland tegen eeuwig levensonderhoud, welk land gelegen is: 1 morgen in de Pachtlandsche tiende benoorden de Puelweteringe, ½ morgen in Noirlant tusschen den Banckdijk en de Oude Wateringe, 2 hont in Noirlant tusschen de kreek en den dijk en 10 hont in Donysvelt.

          ...... upten vierthiensten dach in Decembri in den jare ons Heeren dusent vijfhondert ende twee.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 41 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXXVIII.

          reg. no. 227.

        • 231 1507 Februari 7

          Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Jan Willems zoon, poorter van sGravensande, verkoopt aan de prior en het convent der Regulieren te sGravensande 2 morgen en 36 gaarden land in het Noorlant bewesten den Noorlantsen dijk.

          Upten sevenden dach van Februario inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende seven.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 42 ). Met geschonden gemeen ambachtszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXII.

          reg. no. 231.

        • 233 1510 April 6

          Landschepenen van sGravensande oorkonden, dat Jasper Willems zoon als echtgenoot van Mergriete Ghijsbrechs dochter verkoopt aan de prior en het gemeen convent der Regulieren van Bethaniën te sGravensande de helft van een weer land in het Nyewelant van den Maasdijk tot den Nyewelantschen dijck.

          Upten sesten dach van Aprille inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende thien.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 43 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXIII.

          reg. no. 233.

        • 239 1517 Maart 15

          Schout en gerecht van de stad sGravenzande oorkonden, dat Johanna Jans dochter van Naeltwijck, bagijn, verklaart voor zich zelve en voor haar zuster Katherine Jans dochter van Berckenroede, dat haar moeder Alijt Claes de Grebbers dochter vermaakt heeft aan de Regulieren buiten genoemde stad o.m. een half weer land in het Niewe land tusschen den Noortlantschen en den Nieuwlantschen dijk.

          Anno vijftienhondert ende seventien opten vijftiensten dach van Mairte.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 44 ). Met geschonden stadszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXVIII gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel 1589.

          In dorso van het oorspr. staat: Een half weer lants int Nyeuwelant gecomen van Joffrouw van Wateringhe int 39 weer.

          reg. no. 239.

        • 242 1520 Mei 7

          Prior en procurator van het convent der Regulieren te tsGravensant vergunnen aan Jan Heynricx zoon om op hun grond een dijk te leggen met greppels aan beide zijden, en verhuren hem ½ morgen geestland, loopende van den Geest tot den Heerweg, gedurende 10 jaar.

          In den jaere duysent vijfhondert ende twintich den zevenden dach in Meye.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 45 ). Met signatuur van den notaris Cornelis Cornelis' zoon Gaerdinck.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXIX verso.

          Het stuk is een chirograaf.

          reg. no. 242.

        • 243 1520 September 20

          Cornelys Willems zoon, Louwerys Ghijsbrechs zoon en Jan Willems zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravensande, verkoopen, met consent van het gemeen gerecht, aan de prior en het convent der Regulieren van Bethaniën binnen sGravensande 1 morgen land in Teylinger tiende, tegen een ander genaamd de Breede Morgen.

          ...... opten thienden dach van September in den jaere ons Heeren dusent vijfhondert ende twintich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 46 ). Met het stadszegel van 's-Gravenzande in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLVII verso.

          reg. no. 243.

        • reg. nos. 27, 48, 49, 161, 162 en 248.

          • 49 1419 Mei 27

            Bertelmees Geryts zoon1) doet afstand van zijn aanspraken op de 10 morgen land, door zijn vader verkocht aan Jan Spiegel.

            ...... des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.2 ) Met het zegel van Floris Geryts zoon, broeder van de oorkonder, in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXV verso.

          • 27 1404 Mei 30

            Jan van Yselsteyn verkoopt aan Gheryt Florys' zoon1) 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van sGravenzande benoorden de vaart.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vier tsFrydages na sinte Urbanus' dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.1 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXV.

          • 48 1419 Mei 27

            Gheryt Florys' zoon 1) verkoopt aan Jan Spiegel 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van tsGravensande benoorden de vaart.

            ...... des Zatersdages na sinte Urbanus' dach int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.3 ). Met het zegel van Floris Geryts zoon, zoon van de oorkonder, in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXV.

          • 161 1463 Januari 5

            Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alckemade, tegen zekere renten.

            ...... opten vijften dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.4 ). Met de zegels van de oorkonder en Clays Aernt Gheryts zoon1) in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVI.

          • 162 1463 Januari 5

            Jacob Clays Reyniers zoons zoon van Eten verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 10 morgen land, geheeten het land van Alckemade, in het ambacht sGravenzande.

            Opten vijften dach in Januario int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.5 ). Met de zegels van de oorkonder en van Clays Aernt Gheryts zoon 1) in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVI verso.

            Uit het opschrift blijkt, dat dit de andere helft is van die, genoemd in regest no. 161.

          • 248 1528 December 19

            Claes Claes' zoon en Frans Geryt Doen zoon, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Jan Claes Cornelis' zoons zoon, oude Dirck Jan Reyers zoons zoon, Willem Dircx zoon en Geryt Boeckels zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, met consent van het gerecht verkoopen aan het klooster en convent van de Regulieren te tsGravesande de helft van 10 morgen land, genaamd het land van Alcmade, in het ambacht van tsGravezande, waarvan de andere helft reeds aan het convent behoort.

            Int jaer ons Heeren duysent vijfhondert acht ende twintich upten negenthienden dach in Decembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 47.6 ). Met de zegels der beide schepenen in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXVI verso.

        • 252 1530 December 23

          Allaert Geryts zoon en Jacop Jacops zoon, smid, schepenen van de stad sGravensande, oorkonden, dat Johanna van Wateringe Jans dochter, bagijn aldaar, op verzoek van den prior en procurator te sGravenzande onder eede verklaard heeft, dat 31 jaar geleden haar nicht Lijsbeth van Duyvenvoerde Willems dochter gegeven heeft aan het convent der Regulieren te tsGravensant de helft van een derde deel van een half zevendeel in het Niewelant.

          ...... opten drie ende twintichsten dach in Decembri in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende dertich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 48 ). Met geschonden stadszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXIII verso. Gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589.

          reg. no. 252.

        • 253 1532 December 9

          Het Hof van Hollant wijst sententie, waarbij het, met vernietiging van het vonnis der schepenen in het baljuwschap van sGravensande, toewijst de door pater, procurator en convent der Regulieren aldaar ingestelde revindicatie van de helft van 5 morgen land in de Hoendertiende, hun bij den dood van Bertelmeeus Gheryts zoon1) aangekomen door zijn beide zoons, broeders in genoemd klooster, met veroordeeling in de kosten van de echtgenoote van Claes Dircs zoon.

          ...... den IXen dach in Decembri anno XVc twee ende dertich....

          a. Oorspr. ( Inv. no. 49 ). Met geschonden zegel van justitie in rode was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXV.

          reg. no. 253.

        • reg. nos. 147, 148, 149 en 261.

          • 147 1457 Maart 16

            Jan Jans zoon en Jan Hoeven zoon, schepenen in tsGravenzande, oorkonden, dat Huyge Jans zoon, Ghijsbrect Jans zoon en Jan Adriaens zoon, Heilige-Geestmeesters aldaar, verkoopen, met toestemming van den provisor van Delfland en van het gerecht van tsGravenzande, aan het Sinte Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in een half weer land, den Heiligen Geest vermaakt door Huyge Jacops zoon Hoeghuis en gelegen in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk.

            Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich upten zestiensten dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 50.1 ). Met de zegels van de oorkonders in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXVIIII, gecoll. in 1579 door notaris J. de Wolfswinckel.

            Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 148, 149 en 261.

          • 148 1457 Maart 20

            Landschepen van tsGravenzande oorkonden, dat Pieter Claes' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Haghe alle land, hem aanbestorven van Gheryt Schilders zoon in een half weer land in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens ½ morgen land aan de Banck met bijbehorende uitgors.

            Int jaer ons Heeren duussent vierhondert seven ende vijftich upten twintichsten dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 50 ). Met geschonden landschapszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXX, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel.

            Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 147, 148 en 261.

          • 149 1457 Maart 20

            Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Mees Mees' zoon verkoopt aan de gasthuismeesters van Sinter Nyclaes' gasthuis in den Hage het land in een half weer land, hem aangekomen van zijn echtgenoote Wive, gelegen in het nieuwe bedijkte land tusschen den ouden en den nieuwen Maasdijk, benevens ½ morgen land aldaar voor de Banck met bijbehorende uitgors.

            Int jaer ons Heeren duussent vierhondert zeven ende vijftich upten twinticsten dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 50.3 ). Met geschonden landschapszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXVIIII verso, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel.

            Aan het oorspr. zijn gehecht de charters, waarvan reg. nos. 147, 148 en 261.

          • 261 1538 Maart 27

            Jan Cornelis' zoon Cammaker, Maerten Adriaens zoon, Huych Adriaens zoon, goudsmid, en Adriaen Dirixs zoon, gasthuismeesters van Sinte Nycolaes gasthuis in den Hage, ruilen met den prior en den procurator van het convent van sGravensande tegen 7 hont land benoorden den Hage aan de westzijde van den weg naar Sceveninge, nader vermeld in een mee overgegeven schepenbrief van den Hage, een half weer land met buitenland in het nieuwe bedijkte land, nader omschreven in de brieven d.d. 1457 Maart 16, 20 en 20 (reg. nos. 147, 148 en 149) waaraan deze gehecht is, .uitgezonderd den ½ morgen, in genoemde brieven mede vermeld.

            ...... upten XXVIIen dach van Maert anno XVc acht ende dertich nae 't scryven tbisdoms van Uuytrecht.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 50.4 ). Met het landschapszegel van 's-Gravenzande in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXX, gecollationneerd door notaris J. de Wolfswinckel in 1589.

        • reg. nos. 224 en 262.

          zie ook reg. no. 230.

          • 224 1501 Augustus 10

            Landschepenen van het ambacht sGravensande oorkonden, dat Dirck Heynrick Ancenis' zoon ruilt met het convent der Regulieren van Bethaniën een half weer land zonder uitgorzen in het Nieuwelant, genaamd de Andel, tusschen den Maasdijk en den Nieuwelantschen dijk, hem aangekomen van Mr. Adriaen Jans zoon, priester, en van den Heiligen Geest te sGravenzande tegen een half weer land daarnevens met bijbetaling van 22 pond Hollandsch.

            ...... upten thienden dach van Augusto in den jaire ons Heeren dusent vijfhondert ende een.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 51.1 ). Met ambachtszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXIIII, gecoll. in 1589 door notaris J. de Wolfswinckel.

          • 262 1540 Februari 18

            Cornelis Willems zoon en Cornelis Aeriaens zoon Puel, schepenen van Zandtambachte, oorkonden, dat ten overstaan van Gijsbrecht Lourys' zoon, baljuw aldaar, Gerit Willems zoon aan de Banck, poorter, op zijn sterfbed op verzoek van prior en procurator der Regulieren verklaard heeft, dat Dirck Hondt de aan zijn vader verhuurde ½ weer land in het Nieuwelandt eertijds verruilde met de Regulieren, en dat derhalve niemand anders er eigenaar van geweest is, terwijl de priesters, die de vicarie te Leyden bezaten, de huur van nooit meer dan ½ weer land ontvingen.

            ...... upten achtyenden dach in Februario in den jaire ons Heeren vijfthienhondert ende veertich nae gemeen scriven.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 51.2 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXXV verso.

        • 266 1543 December 17

          Mr. Symon Diricx zoon, Katrijn Clemens' dochter, mater, Geertgen Frans' dochter, procuratrix, en het convent van het Sint Agnieten klooster binnen Delff verkoopen den Regulieren van Betaniën tsGravenzande 2 hont land, gelegen in sGravenzantambacht in de Hoftienden bezuiden de Gantel en bewesten den Poel.

          Upten XVIIen Decembris anno XVc drie ende veertich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 52 ). Met het conventszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLV.

          Zie ook supplement na p. 279.

          reg. no. 266.

        • reg. nos. 267 en 265.

          • 265 1542 November 10

            Cornelis Willems zoon en Dirck Willems zoon, schepenen in Zandtambacht, oorkonden, dat Lenairtgen Pieters dochter, weduwe van Thou Jans zoon op het Swet, verkocht heeft aan Pieter Claes' Backer te sGravensande de helft van 7 hont land aldaar.

            Opten thyenden dach in Novembri in den jaer ons Heeren vijfthienhondert twee ende veertich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 53.2 ). Met het ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1544 December 18 (zie regest no. 267).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXX verso.

          • 267 1544 December 18

            Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Maerten Thomas' zoon, schepenen van Zandambacht, oorkonden, dat Pieter Claes' zoon Backer te sGravenzande ruilt met het convent der Regulieren van Bethaniën aldaar 7 hont land in de Grote Thiende, bewesten de oude Creecksloot, waarvan de helft vermeld staat in den brief d.d. 1542 November 10 (regest no. 265), waardoor deze gestoken is, tegen 9 hont land.

            ...... upten achtyende Decembris int jare ons Heeren vijfthyen hondert vyer ende veertich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 53.1 ). Met geschonden ambachtszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXXI.

        • reg. nos. 181 en 269.

          • 181 1472 September 12

            Prior en convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande erkennen, dat de helft van de 2 morgen lands min 9½ gaard in het Noortlant, hun ten overstaan van schout en schepenen geschonken door Katrijn Heymans weduwe, en waarvoor zij ingeschreven staan in het hofboek van Voorne, toebehoort aan Heynric Heymans zoon, leesmeester in het Augustinenklooster binnen de stad Dordrecht.

            ...... opten twaleften dach in Septembri in den jare ons Heren dusent vierhondert twie ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 54.2 ). Met geschonden conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1546 October 25 (regest no. 269).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXI.

            In dorso het oorspr. staat: 1°. littera de uno nobili in tsGravesant; 2°. van LII stuivers staende up twie morgen lants in Noirtlant, dien wy den Augustijnen plagen te geven tot Dordrecht.

          • 269 1546 October 25

            Pieter van Hasselt, prior van het convent der Augustijnen binnen Dordrecht, en Augustijn van Baerlle, supprior, Adriaen van Baerlle, cursor, Jan, procurator, en het convent doen afstand van alle rechten, voortspruitende uit den brief d.d. 1472 September 12 (regest no. 181), waardoor deze gestoken is.

            ...... upten vijff ende twintigsten dach van October anno vijftienhondert zes ende veertich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 54.1 ). Met geschonden conventszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXI.

        • reg. nos. 270 en 271.

          • 270 1549 Maart 6

            Prior, supprior, procurator en capitularen der Regulieren van het Onse Vrouwen klooster te Syon buiten Delff erkennen ontvangen te hebben van prior en capitularen der Regulieren te Bethaniën tsGravenzande 52 pond 6 schellingen 3 penningen Vlaamsch, waarvoor zij hem ten gebruike afstaan eenige perceelen land in Noortlant.

            Ghedaen den sesten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 55.1 ). Met geschonden conventszegel in groene was.

          • 271 1549 Maart 13

            Prior, supprior, procurator en convent der Regulieren van Onser Vrouwen klooster te Syon buiten Delff verkoopen met het oog op den herbouw van hun verbrand klooster aan prior en convent der Regulieren te Bethaniën te sGravenzandt 1½ morgen land in Noortlant tusschen den Maasdijk en de kreek, 10 hont land aldaar bewesten de kreek en 1½ morgen benoorden den Noortlandschen weg.

            Ghedaen den dertiensten dach in Maerte int jaer XVc acht ende viertich nae scrivens sHoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 55.2 ). Met geschonden zegels van het convent Syon en hun visitatoren, de priors van de Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven en in het land van Steyn buiten Gouda, in groene was.

        • reg. nos. Suppl. 7 en Suppl. 9.

          Wellicht hetzelfde land als vermeld in inv.nr. 49.

          • Suppl. 7 1551 november 15

            Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Mathijs zoon, schepenen in Sandt-amocht, oorkonden dat floris Dircks zoon in erfhuur genomen heeft van broeder Floris Joesten, prior, en broeder Anthonis Pieters zoon van Auwenhoven, procurator der Regulieren van Bethania te sGravensande, 2 1/2 morgen land voor de som van 11 pond Hollands 's jaars.

            ....kint jaer ons Heeren XVc ende eenenvijftich op ten XVen Novembris.

            Oorspr. ( Inv. no. 55A.1 ). Het ambachtszegel verloren.

            In dorso: "Erfhuyer in de Hoenderthiende van Floris Dircxzoon van XI pond".

          • Suppl. 9 1553 juli 6

            Vranck Jans zoon, Adriaen Mahijszoon en Cornelis Adriaens zoon, schepenen in het ambacht van t'sGravensande, oorkonden dat Wouter Jans zoon in erfhuur genomen heeft van broeder Anthonis Pieters zoon van Auwenhove, prior, en van broeder Hendrijck Dirckx zoon van de Berch, procurator der Regulieren van Bethaniën, 2 1/2 morgen land, te voren in gebruik bij Floris Dircxzoon voor de som van 12 pond 2 schellingen 8 penningen en 2 kappoenen 's-jaars.

            ....opten VIen Julij int jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende LIII.

            Oorspr. ( Inv. no. 55A.2 ). Met het geschonden ambachtszegel in groene was.

        • 272 1551 April 26

          Vranck Jans zoon, Wouter Jans zoon en Adriaen Mathijs' zoon, schepenen van Sandtambacht, oorkonden, dat broeder Floris Joesten, prior, en broeder Anthonis Pieters zoon van Auwenhove, procurator der Regulieren van Bethania tsGravensande, uit naam van het convent ruilen met Cornelis Willems zoon, genaamd Lange Neel aan de Maasdijk, een morgen land in Pachtlandstiende bewesten den Puel tegen 4 hont land bezuiden de stad tsGravensande in Teylingerthyende.

          ...... upten XXVIen Aprilis in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ende eenenvijftich.

          Oorspr. ( Inv. no. 56 ). Met geschonden convents- en schepenzegel in groene was.

          *Zie ook supplement na p. 279

          reg. no. 272.

        • 274 1556 Augustus 10

          Cornelis Adriaens zoon, Joris Willems zoon en Pieter Ryverts zoon, schepenen van het ambacht tsGravensandt, oorkonden, dat broeder Antonis Pieters zoon van Oudenhove, prior, en broeder Henryck Dircks zoon van der Borch, procurator der Regulieren van Bethaniën, ruilen met Maerten Cornelis' zoon, poorter aldaar, 6½ hont land in Noerlant tusschen den Maasdijk en de Kreek en 64 roeden in Noerthyende tegen 7 hont 25 roeden in Noerlant.

          ...... upten Xen Augusti in de jaer ons Heeren dusent vijfhondert ses ende vijftich.

          Oorspr. ( Inv. no. 57 ). Met het gemeen ambachtszegel in groene was.

          reg. no. 274.

        • reg. nos. 277 en 278.

          • 278 1559 November 15

            Landschepenen van Sandtambocht oorkonden, dat Nyclaes Spyring, licentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmelitenconvent binnen Haerlem, transporteert aan prior en convent der Regulieren te sGravensande 5 hont lands in Teylinger tiende, nader vermeld in den brief d.d. 1559 Juli 1, waardoor deze is gestoken (zie reg. no. 277).

            ......up den vijfthyensten Novembri anno XVc negenenvijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 58.1 ).

            Het charter is losgeraakt, van no. 277, het ambachtszegel is daaraan gehecht gebleven.

          • 277 1559 Juli 1

            Nicolaes Spyring, licentiaat in de godgeleerdheid, prior van het Carmelitenconvent binnen Haerlem, Sebastiaen van Bombergen, leesmeester, Barnardt Utemans, supprior, en Helizeus van Naerden, consellier, met alle broeders en capitularen van het convent bevestigen den verkoop van 5 hont land door wijlen Cornelis Pieters zoon, prior, aan prior en convent der Regulieren te sGravesande, welk land gelegen is bezuiden de poort van sGravesande.

            Gegeven den eersten dach Julii anno XVc negen ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 58.2 ). Met geschonden zegels van de prior provinciaal Mr. Pieter van Rees, overste van de orde der Carmelieten in rode, en dat van het convent der Carmelieten in groene was. Met transfix d.d. 1559 November 15 (regest no. 278).

            Het transfix is losgeraakt, behalve het zegel daarvan.

        • reg. nos. 180, 184, 191. 192, 194, 196 en 238.

          zie ook reg. no. 234. De akten, waarvan reg. nos. 180, 191 en 192, zijn in de collectie Van Vredenburch (niet in het Nationaal Archief).

          • 194 1479 April 2

            Doen Wouters zoon, Jacob Willems zoon en Witte Jacobs zoon, schepenen van Grijsoirde, oorkonden, dat Symon, prior van het godshuis der Regulieren te Bethaniën buiten tsGravenzande, en Vrederina, Geryt bastaard van Culemborchs dochter, echtgenoote van Willem van Nyelant, verdeelen het land in Grijsoirde, hun aangekomen van genoemden Geryt, zoodanig, dat het convent krijgt het land in Battenoort in Hootland, ingepolderd door Goidscalck Oom van Wijngaarden, en het land in het Noortnyeuwelant benoorden de weg, van de watering achter het nieuwe dorp langs tot den Oudelantschen dijk.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert negenne ende tseventich den anderen dach in Aprille.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.1 ). Met geschonden zegels van de drie schepenen en Willem van Nyelant in groene was. Het conventszegel is verloren.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXIX.

          • 191 1477 Juli 21

            Notaris Florentius de Dam instrumenteert, dat, door bemiddeling van Mr. Jacobus Ruys, deken van Davantria, doctor in het canonieke recht, en Tyelmannus Oom, raden van de hertogin van Bourgundia, Theodricus de Zwieten, meester van de Rekenkamer van Hollandia, en de 4 executeurs testamentair Mr. Arnoldus de Zande1), doctor in het canonieke recht, kanunnik in de collegiaatkapel van de heilige Maria in het Hof van Haga, Mr. Tyelmannus Heynricus' zoon, provisor en deken van Delflandia, cureit in Dircxlant, en heer Walterus de Overrijn, cureit in sGravenzande, een overeenkomst is gesloten tusschen Gerardus, bastaard van Culemburch, en Symon, prior van het convent der Regulieren tsGravenzande, eenerzijds, en Wilhelmus de Nylant, echtgenoot van Fedruyna van Amerongen anderzijds, over het testament van genoemden Gerardus, waarbij besloten is, dat Willem van Nylant, aangezien hem de helft der 120 gemeten land in Grijsoord reeds als huwelijksgift toegezegd is, van de overige 60 de helft in eigendom zal ontvangen als wettelijk erfdeel, terwijl de resteerende 30 gemeten aan de Regulieren zullen komen, behalve de 3, die Gerardus gaf voor de nieuwe kerk te Grijsoord of Tonge.

            Acta fuerunt hec infra septa conventus seu monasterii Predicatorum in Hagis sub anno indictione mense die hora et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo indictione decima mensis vero Julii die vicesima prima hora quinta post vesperas vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno sexto).

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.4 ). Met de signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1473 Mei 5 (regest no. 184).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXVII verso.

            Charter is niet aanwezig.Maakt deel uit van niet overgedragen gedeelte familiearchief Van Vredenburch.

          • 192 1477 October 12

            Symon Pieters zoon, prior, en het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande en Willem van Nyelant met zijn vrouw Fedruyna van Amerongen komen overeen zich te houden aan de afspraak, vermeld in het instrument d.d. 1477 Juli 21 (regest no. 191), waardoor deze gestoken is.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tseventich upten twaleften dach van October.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.5 ). Met de zegels van Willem van Nylant, Tielman Oom van Wijngairde, raad van den hertog van Oostenrijck, en Dirc van Zwieten, meester van den Register van Hollant in groene was. Het conventszegel is verloren.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXVIII verso.

            Charter is niet aanwezig. Maakt deel uit van niet overgebracht gedeelte familiearchief Van Vredenburch

          • 196 1479 Juni 5

            Schepenen in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1471 Maart 9 (regest no. 180).

            Gescreven upten vijften dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC negen ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.2 ). Met geschonden schepenzegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXX.

            180 1471 Maart 9

            Aelyaen Jans zoon, Doen Wouters zoon en Jacob Willems zoon, schepenen in Grijsoorde, oorkonden, dat de oude Jan Oom en Mr. Heynric Oom, Goidscalcx kinderen, en Margriet Goidscalcx weduwe verkoopen aan Geryt van Culemburch, bastaard, 120 gemeten lands nl. 19 gemeten 80 roeden bezuiden den zeedijk, 9 gemeten 267 roeden beoosten den middeldijk, alle in Battennoirt, 83 gemeten 100 roeden beoosten, bezuiden en bewesten den dijk en 7½ gemet Hoetland benoorden den middeldijk alle in het Noirtnyeuwelant.

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een ende tseventich upten negensten dach in Maerte.

            Gevidimeerd in den brief d.d. 1479 Juni 5 (regest no. 196).

          • 238 1516 December 13

            Friderick de Conynck, kanunnik ten Dom te Utrecht, staat aan de prior en het convent der Regulieren te sGravenzande af zijn aanspraken op de 40 gemeten lands in de Nyewetongen binnen de landen van Voirn, hem aanbestorven van Freduyne, echtgenoote van Willem van Nuelandt in den Haghe.

            Int jair ons Heeren duysent vijffhondert sesthien den dertiensten dach in Decembri.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59.3 ). Met geschonden zegel van Frederick de Koninck in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXXI.

          • 184 1473 Mei 5

            Gheryt van Culenborch, bastaard, maakt zijn testament, waarbij hij aan het convent der Regulieren buiten sGravenzande vermaakt tot het houden van een dagelijksche mis op het Heilige-Kruisaltaar in hun kerk en met last tot eenige jaarlijksche uitkeringen o.a. aan de Heilige-Geestmeesters binnen Uutrecht de helft van 120 gemeten land in Grijsoorde, waarvan de andere helft is toegezegd aan zijn dochter Frederijn van Amerongen bij haar huwelijk met Willem van Nyelant.

            Gescreven upten vijften dach van Meye int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tseventich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 59 ). Met de handteekening van den erflater en de geschonden zegels in groene was van hem en Mr Tyelman Heynrics zoon, provisor en deken van Delflant.

            b. Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynk.

            c. Afschr. in Inv. no. 5 , foL CLXXV.

            In dorso van het oorspr. staan twee nadere beschikkingen: a. dat de jaarrente van 4 pond Hollandsch i. p. v. aan de Heiligen Geest te Utrecht moet uitgekeerd worden aan het klooster der Prekerorde in den Hage, b. dat, als door overstrooming het gelegateerde land minder opbrengt, het bedrag, beschikbaar voor missen, moet verkleind worden. In dorso van het afschrift staat, dat in 1501 de conservator der Regulieren Mr. Jacobus Ruys heeft uitgemaakt, dat als het land niets opbracht, de Predikheeren niets zouden ontvangen. Zie regest no. 191.

        • 280 1566 Januari 3

          Jochem Jans zoon en Coman Heyn Harrens zoon, schepenen van Nyeuwerkerken in Grijssoort, oorkonden, dat Doen Gillis' zoon, hun medeschepen, verkoopt aan het convent te sGravesande een huis met toebehooren, gelegen op het land van het convent.

          ...... den III Januarii anno XVc sesentzestich stilo communi.

          Oorspr. ( Inv. no. 60 ). De schepenzegels verloren.

          reg no. 280

        • 120 1448 December 19

          Jan Heyne zoon de smid vermaakt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 6 gemeten min 1 lijn land op den Heenvlietschen grond aan de Nyenhorensche zijde, met opdracht tot het doen houden van zekere diensten voor zijn ziel, waarvoor de broeders telkenmale 1 Rijnschen gulden voor wijn zullen ontvangen.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich opten neghentienden dach in Decembri.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 61 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXIV verso.

          reg. no. 120.

          zie ook reg. no. 96.

        • Bekend als inv. nr. 62*. (coll. Van Vredenburcht no. 259). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

          118 1444 Juli 6

          Clays Aernt Gheryts zoons zoon1) verkoopt aan de prior en het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande eene weide, groot 1½ morgen, in Lyerambacht, waarvoor hij hen in het hofboek heeft doen inschrijven.

          ...... opten sesten dach in Julio int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 62* ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVI.

          reg. no. 118.

        • 119 1446 Februari 14

          Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Robbrecht Doe zoon en Marijtgen Ockers weduwe huren van Willem Clays' zoon, rentmeester der Regulieren van sGravenzande, 1½ morgen land in het ambacht Maeslant voor den tijd van 10 jaar.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende viertich op sinte Valentijns dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 63 ). Met het geschonden schependomszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVI.

          reg. no. 119.

        • reg. nos. 195, 76 en 84.

          • 195 1479 Mei 23

            Schepenen van Maeslant oorkonden, dat Geertuyd Dirck Suysen weduwe geeft aan het Regulieren klooster te tsGravenzande de helft van 7 morgen lands in het ambacht Maeslant.

            Int jaer ons Heeren dusent vierhondert negen ende tseventich opten drie ende twintichsten dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 64.3 ). Het ambachtszegel verloren.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVII verso.

            Het oorspr. is vastgehecht aan dat d.d. 1430 Januari 30 (regest no. 75). In dorso staat: Item nota, quod ratione reddituum terre in hac littera comprehense obligamur perpetuis temporibus in qualibet ebdomada dicere duas missas ad placitum in nostro conventu pro Geertrude Theoderici Zuys et aliis pro quibus desideravit. Onus istud conventualiter acceptavimus anno et die quibus nobis terram prescriptam dedit.

          • 84 1432 Juni 11

            Willem Robbrechts zoon geeft aan Dirc Jacob Suysen zoon bij diens huwelijk met zijne dochter de helft van 7 morgen land, nader vermeld in den brief d.d. 1430 Januari 30 (zie regest no. 76), waardoor deze gestoken is.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert twie en dertich op sinte Odulfs avont.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 64.2 ). Met het geschonden zegel van de oorkonder in groene was. -

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVII verso.

          • 76 1430 Januari 30

            Dirc van Hodenpijl Aernts zoon en Aernt van Hodenpijl, zijn broeder, verkoopen gezamenlijk aan Willem Robbrechs zoon de helft van 7 morgen land in het ambacht van Maeslant.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich des Manendaghes voir onser Vrouwen dach te lichtmisse.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 64.1 ). Met de geschonden zegels van Jan van den Dorp, oom van de oorkonders, en Jan van der Hove in groene was. - Met transfix d.d. 1432 Juni 12 (regest no. 84).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVII.

            Vastgehecht aan de brief d.d. 1479 Mei 23 (zie regest no. 195).

        • 264 1542 Maart 9

          Schepenen in het ambacht van Maeslandt oorkonden, dat Willem Pieters zoon en zijn zwagers Egbert Claes' zoon en Krijn IJsbrants zoon afstand doen van alle aanspraken op de 7 hont land in Borgerdijck, broeder Doe Pieters zoon, Regulier te tsGravenzande, aanbestorven van hun vader Pieter Willems zoon.

          Gedaen upten negenden in Meerte anno XVc twee ende veertich nae tgemeen scriven.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 65 ). Met het ambachtszegel in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXVIII verso.

          reg. no. 264.

          zie ook reg. no. 249.

      • zie ook de reg. nos. 14, 26, 36 en 223.

        • reg. nos. 67 en 23.

          • 67 1428 September 22

            Gijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer), Jacob Mast Pelgrims zoon (van Waetselaer), Gijsbrecht Clais' zoon en Bertelmeeus Geryts zoon1) verkoopen aan Gerydt Florys' zoon1) .3 morgen land in Monsterambacht, door hun vader Pelgrim Wyerts zoon (van Waetselaer) gekocht van Oudenare, hun aanbestorven door den dood van Bette, hun moeder.

            Gegeven up sinte Mauricius' dach int jair ons Heren dusent vierhondert achte ende twintich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 66.1 ). Met het zegel van den vader der oorkonders in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXII.

            In dorso staat: Dit gaf ons Gerryt Floris' zoon ende leyt in die Poeldijc. - Op het zegel staat: S. Dirc. Pillegrim.

          • 23 1396 December 14

            Heynric van Naeldwijc, maarschalk van Noirt-Holland, geeft aan zijn neef Jan Oudenaer in eigendom het land, dat deze van hem in leen had.

            ......des Donredaghes na sinte Luciën dach int jaer ons Heren MCCC sesse ende tneghentich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 66 ). Het zegel van de oorkonder verloren.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLI.

        • reg. nos. 83 en 85.

          • 85 1432 Juli 9

            Heynric van Liesvelt, vrouwe van der Doirtoech, Jan van der Lec en jonkvrouw Heynric, heeren Dircx dochter van Egmont, verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGravenzande 13 morgen land in Monsterambacht, waarvan de helft toebehoort aan genoemde vrouwe, ¼ deel aan Jan van der Lec, hem aanbestorven door zijne echtgenoote, heeren Dircs dochter, en ¼ deel aan jonkvrouw Heynric, haar aanbestorven van heer Dirc van Egmont, haren vader.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert twye ende dertich opten neghendach in Julio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 67.2 ). Met de geschonden zegels van Jan van der Lec, Willem Dippinc en Allairt Berthelmees' zoon in groene was.

            b. Afschr. Met signatuur van notaris Cornelis Gaerdynck.

            c. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCIX.

            d. Afschr. van b. in Inv. no. 5 , fol. CXV verso.

          • 83 1432 Maart 9

            Schout, schepenen en buren van Monster bepalen in het belang der parochie, dat het land, nagelaten door heer Dirc van Egmonde, ridder, liggende in genoemd ambacht, vrij zal zijn van schot, tegen betaling van 3 pond Hollandsch 'sjaars.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende dertich op den negenden dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 67.1 ). Met het zegel van Jan Jans zoon (Uitermarsch), schout van Monster, in groene was, daartoe aangezocht, aangezien de schepenen en buren zelf geen zegel hebben en het schepenzegel slechts voor jaar en dag geldt.

            b. Afschr. op perkament met signatuur van notaris Cornelius Cornelius' zoon Gaerdynck.

            c. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCIX.

        • 90 1437 Januari 9

          Claes Jacobs zoon stelt de Regulieren van Syon bij Delf in het bezit der landen, hun aangekomen door zijn broeder Jan, hun medebroeder, van zijn vader Jacob Aernts zoon, te weten ½ morgen land in Monster in den Poeldijk aan het eind van de hooge laan en vele kleinere perceelen daarbij.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dartich opten neghenden dach in Januario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 68 ). Met het geschonden zegel van Florys Geryts zoon in groene was. Met transfix d.d. 1437 Februari 6 (regest no. 93).

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. C verso.

          94 1437 Februari 8

          Prior en gemeen convent der Regulieren tot Onzer Vrouwen te Syon bij Delff waarborgen aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande den ongehinderden eigendom van de landen, vermeld in den brief d.d. 1437 Januari 9 (zie regest no. 90), mits hun, in geval van aanspraken, deze brief weder wordt ter hand gesteld.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich sVridachs na sinte Aechten dach.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 68 ). Het conventszegel verloren.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CI verso.

          Het oorspr. is vastgehecht aan no. 93.

          93 1437 Februari 6

          Jan, prior, en gemeen convent der Regulieren tot Onzer Vrouwen in Syon buiten Delff verkoopen aan het convent der Regulieren te Bethaniën bij sGravesande alle landen en renten, vermeld in den brief, d.d. 1437 Januari 9, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 90).

          Int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende dertich sDonderdages na sinte Aechten dage.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 68 ). Het conventezegel verloren.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CI.

          Aan het oorspr. is vastgehecht de brief d.d. 1437 Februari 8 (regest no. 94).

          reg. nos. 90, 93 en 94.

        • 113 1443 Maart 1

          Pieter Hoen Yoests zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 8½ hont land in Monster in een kamp land, geheeten de Baerdemaker, benoorden de Boema.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte.

          Oorspr. ( Inv. no. 69 ). Het zegel van de oorkonder verloren.

          reg. no. 113.

        • 114 1443 Maart 1

          Willem Willems zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 4½ hont land, gelegen in het ambacht Monster in Loserdijc bij de Wendigenssloot.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich opten eersten dach in Maerte.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 70 ). Met het geschonden zegel van Pieter Hoen Yoests zoon in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CII.

          reg. no. 114.

        • 116 1444 Februari 24

          Amelgaer Phillips' zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 2 hont land in het ambacht Monster.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich op sinte Mathijs' avont in Februario.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 71 ). Met het zegel van Clays Aernts zoo1), schout van 's-Gravenzande, in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CII verso.

          reg. no. 116.

        • 117 1444 Februari 26

          Amelgaer Vrerics zoon verkoopt aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande 1 hont land in het ambacht Monster.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende viertich opten ses ende twintichsten dach in Selle.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 72 ). Met het zegel van Aernt van Camp, schout van Monster, in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CII verso.

          reg. no. 117.

        • 138 1456 April 20

          Lijsbeth Mourys' dochter, Jan Dircs zoons weduwe, en haar zoons Dirck en Geryt verkoopen aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij tsGavesande 1 morgen land in een kamp van 3½ morgen land, gelegen in het ambacht Monster in den Poeldijck tusschen de Wennetgenssloot en de Woumade.

          Gegeven opten twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heeren duysent vierhondert ses ende vijftich.

          a. Afschr. ( Inv. no. 73 ). Met handteekening van den notaris B. van Assendelft.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CIII verso.

          c. Afschr. van 1) in Inv. no. 5 , fol. CXVII

          reg. no. 138.

          zie ook reg. no. 122.

        • reg. nos. 73, 143 en 150.

          • 143 1457 Maart 9

            Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoghe Noirt en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich opten neghenden dach in Maerte.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 74.3 ). Met de zegels van Clays Aernts zoon1), schout van 's-Gravenzande,Pieter Gheryts zoon, schout van Monster, (geschonden) en Adriaen Jacobs zoon, bode van Monster, in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CIV verso.

          • 73 1429 Juli 9

            Kerstin Pouls dochter verkoopt aan Jan Dirx zoon de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster, genaamd de Hoige Ort.

            Int jair ons Heren M CCCC negen ende twintich tSaterdages na sinte Martijns dage translacio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 74.1 ). Met het geschonden zegel van Claes Hart en het zegel van Willem Herpers zoon (van Foreest) in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCVI verso.

            Aan het oorspr. is vastgehecht een brief d.d. 1457 April 28 (zie regest no. 150). Zie ook reg no. 131.

          • 150 1457 April 29

            Katrijn Jan Dircs zoons weduwe geeft aan de Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de helft van 8 morgen land in het ambacht Monster genaamd de Hoghe Noort en de Gantelcamp, in ruil tegen eenig land en een bedrag in geld.

            ...... opten acht ende twintichsten dach in Aprille int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 74.2 ). Met de zegels van Clays van Leyen Heynrics zoon, baljuw van Naaldwijk, en Jan Gheryts zoon van der Wateringhe in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCVII.

            Aan het oorspr. is gehecht de brief d.d. 1429 Juli 9 (regest no. 73).

        • reg. nos. 151 en 24.

          • 151 1458 April 9

            Broeder Jan, prior, en het convent der Carthusern tSinte Andries ther Saligher Havene bij de stad van Aemstelredamme verkoopen den Regulieren van Bethaniën bij Schravenzande 6 morgen en 90 gaarden land in Monsterambacht, vermeld in den brief d.d. 1397 April 7 (reg. 24), waardoor deze gestoken is.

            Gegeven upten neghenden dach in Aprill int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 75.1 ). Met het geschonden conventszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCV verso.

          • 24 1397 April 7

            Henric van der Woerde verkoopt aan de Carthusers tot Sinte Andreas ter Saligher Haven bij Amstelredam 6 morgen 90 gaarden land in Monsterambacht.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert sevenentneghentich des Saterdaghs na Letare in der vasten.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 75.1 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1458 April 9, (zie regest no. 151).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCV verso.

        • 156 1460 Juni 6

          Schepenen van het ambacht Monster oorkonden, dat Lijsbeth Jan Dericx' weduwe verkoopt aan heer Martijn Dericks zoon, kanunnik te Naeldwijk, 1½ morgen land in den Poeldijck bewesten de Wennetgenssloot.

          Int jair ons Heeren duesent vierhondert tsestich opten sesten dach in Junio.

          a. Afschr. van een afschrift ( Inv. no. 76 ). Met de handtekeningen van de notarissen B. van Assendelf en Jo. de Goch.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXVII verso.

          reg. no. 156.

        • Bekend als inv. nr. 77* (coll. Van Vredenburch no. 274). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

          reg. no. 173.

        • reg. nos. 185 en 188.

          zie ook reg. no. 30.

          • 188 1475 Maart 31

            Notaris Thomas Theodericus zoon van Medemblick instrumenteert, dat Bartolomeus Gerardus' zoon1), inwoner van tsGravenzande, zijn testament d.d. 1474 Januari 9 (regest no. 185) handhaaft, niettegenstaande zijn zoon Theodoricus, Regulier in Bethania, thans overleden is.

            Acta fuerunt haec in opido tsGravenzandensi in ecclesia parochiali in choro sancti Nycolai (anno a nativitate eiusden Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto indictione secundum usum stilum consuetudinem et communem modum scribendi civitatis et dyocesis Traiectensis octava die autem Veneris ultima mensis Marti hora quasi decima ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno quarto).

            a. Oorspr. ( Inv. no. 78 ).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXX.

          • 185 1474 Januari 9

            Notaris Thomas Theodricus' zoon van Medemblick instrumenteert, dat Bertolmees Gheryts zoon1) zijn testament maakt, waarbij hij o.a. aan het godshuis te sGravenzande vermaakt de helft van 5 morgen land in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en de helft van 5 morgen land in het Noortlant, waarvoor de godshuismeesters zijn jaarge tijde moeten houden; voorts o.a. aan de Regulieren te sGravenzande 2 Rijnsche guldens 's jaars uit de helft van 6 gemeten land te Rugge buiten den Briele en de helft van 18 morgen in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de Groote en de Kleine Gantel en al zijn geld en huisraad.

            Anno a nativitate euisdem Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto indictione septima die vero dominica nona mensis Januarii hora undecima vel quasi ante meridiem pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Sixti divina providentia pape quarti anno suo tercio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 78.1 ). Met de signatuur van den notaris.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CV verso.

        • 225 1502 September 11

          Doman Jans zoon verkoopt aan prior en broeders van de orde der Regulieren te tsGravensande 7 morgen land in Monster ambacht, genaamd de Laghe Noort.

          Opten XIen dach in Septembri int jair ons heren M CCCCC ende twee.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 79 ). Met geschonden zegels van Doman Jans zoon en van het ambacht in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. C.

          Zie regest no. 216.

          reg. no. 225.

          zie ook reg. nos. 216 en 69.

        • reg. nos. 232 en 38.

          zie ook reg. no. 14.

          • 232 1507 Februari 11

            Juliana Dirc Jan Soncken weduwe en haar kinderen verkoopen bij consent der raadsluiden van Delff aan het convent van de Regulieren te tsGravesande 3 morgen lands in Monsterambacht, nader vermeld in den brief d.d. 1413 November 24, waardoor deze gestoken is (zie regest no. 38).

            ...... opten XIen dach in Februario int jair ons Heeren duysent vijfhondert ende ses na den loep sHoefs van Hollant.

            a. Oorspr. in duplo. ( Inv. no. 80.2 ) en ( Inv. no. 80.1 ). Met geschonden zegel van Jan de Heuyter, schout van Delft, in roode, en dat van Cornelis Pieters zoon in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCVI verso en CVIII verso.

          • 38 1413 November 24

            Ghijsbrecht Reynbrants zoon en Claes Reynel zoon verkoopen aan Pieter Ruysch 3 morgen land in het ambacht Monster bezuiden de Bomade.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende dertien up sinte Katrinen avont.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 80.1 ). Met het geschonden zegel van Dirc Claes Ruysken zoon in groene was, dat van Voppe Reymbrants zoon verloren. - Met transfix d.d. 1507 Februari 11 (regest no. 232).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCVI.

        • reg. nos. 43, 235, 39 en 37.

          zie ook reg. nos, 132, 209, 236,

          • 37 1413 Januari 30

            Jan van Heemsteden, heer van Benthuysen, verkoopt aan Jacob van Bleyswijck Jacops zoon 17 morgen 4½ hont land en een woning met twee bergen, groot 1 morgen, in Monsterambacht in den Poeldijck tusschen de scheidwaters de Groote en de Kleine Gantel.

            Gegeven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende dertyen sManendages na sinte Pouwels' dach conversio.

            a. Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (regest no. 235).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CX verso.

            Door het oorspr. van deze was gestoken de brief d.d. 1414 Januari 29 (regest no. 39).

            39 1414 Januari 29

            Jacob van Bleyswijck Jacobs zoon verkoopt aan Clays van Essch, genaamd Deventer, het land, omschreven in den brief d.d. 1413 Januari 30 (regest no. 37), waardoor deze gestoken is.

            Ghegheven int jair ons Heren duyssent vierhondert ende viertyen des Manendages na sinte Pouwels' dach conversio.

            a. Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (regest no. 235).

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXI.

            235 1513 Maart 23

            Schepenen te Monster geven vidimus van de brieven d.d. 1413 Januari 30 (regest no. 37), 1414 Januari 29 (regest no. 39) en 1417 Mei 7 (regest no. 43).

            Int jair ons Heren duyssent vijffhondert ende dertyen opten drie ende twintichsten dach in Marcio.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 81.1 ). Met geschonden schependomszegel in groene was.

            b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXIII verso.

          • 43 1417 Mei 7

            Claes van Esch, genaamd Deventer, geeft Ghijsbrecht Pelgrims zoon (van Waetselaer) ter gelegenheid van diens huwelijk met zijn dochter Margriete de helft van het land, dat hij kocht van Jacob van Bleyswijck, terwijl hij de andere helft verkocht aan Pelgrim Wyers zoon (van Waetselaer).

            Gegeven int jair ons Heeren dusent vierhondert ende zeventien upten zevenden dach in Meye.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 81.2 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

            b. Opgenomen in een vidimus d.d. 1513 Maart 23 (regest no. 235).

            c. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXI verso.

            Zie regest no. 39.

        • 244 1522 Februari 9

          Heer Pieter Pieters zoon Deym en de prior en de procurator van het convent te tsGravenzande hebben in 1521 een overeenkomst gesloten van erfhuur van 7½ morgen 1 hont land voor zoolang als hij of zijn moeder Lijsbet Willems dochter op dit land woont, terwijl bij elke verandering van bewoner deze het convent een rantsoen van een jaar huur extra zal geven.

          ...... hec acta sunt ...... anno Domini MVc XXII die vero nona Februarii.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 82 ). Met de signatuur van notaris Wilhelmus de Milenberch.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CVIII.

          reg. no. 244.

        • 175 1466 November 2

          Notaris Jacobus Nycolaus zoon Berchsz instrumenteert, dat Theodorica Margareta, weduwe van Symon Gijsbertus zoon, een testament maakt, waarbij ze o.a. vermaakt aan haar zoon, kanunnik in het klooster der Regulieren in sGravenzande, 7 1/2/ morgen lands in de Souteveen en een rente van 2 pond Hollandsch uit een huis bij den Vorwairdijcke, op voorwaarde, dat de broeders haar een lijfrente zullen uitkeren van 12 Rijnsche guldens en enige schulden zullen betalen.

          Acta fuerunt hec in opido Delffensi in domo habitationis mei notarii sub anno indictione mense die hora et pontifacatu quibus supra (anno a nativitatie eiusdem Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo sexto indictione decimaquarta mensi Novembrias die secunda hora quinta vel quasi post vesperas pontificatu sanctissimi in Christo Patris ac domini nostri domini Pauli divina providentia pape secundi anno eius tercio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 82A ). Met de signatuur van de notaris.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXV.

          reg. no. 175.

      • reg. nos. 258 en 259.

        • 258 1536 Juli 14

          Kaerle, Roomsch keizer enz., verkoopt, in strijd met de ordonnantie van 1495 van zijn vader, den koning van Castilliën, op de reïntegratie en augmentatie van domeinen en eigen bepalingen daaromtrent, aan de Regulieren van sGravesand 4 partijen erfhuur samen 25 pond 8 penningen van landerijen in het Oudelandt, Neyenlandt en Noerderlandt in het ambacht sGravezande en in Monster, ten alle tijde losbaar.

          Gegeven in onse stede van Brussel den XIIIIen dach van Julio int jaer ons Heeren duysent vijfhondert zessendertich, van onsen keyserijcke 't XVIIe ende van onsen conincrijcken van Castilliën ende anderen 't XXIe.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 83.1 ). Met geschonden zegel van den keizer in rode was met contra zegel.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXXIII verso.

          In dorso van het oorspr. staat het interinement van hoofden, tresorier-generaal en gecommitteerden van de domeinen en financiën d.d. 1536 Augustus 6. Zie regest no. 259.

        • 259 1536 Augustus 10

          Henry Stercke, raad en ontvanger-generaal der keizerlijke financiën, erkent ontvangen te hebben van het convent der Regulieren te sGravensande 500 pond 14 schellingen en 2 penningen Vlaamsch als koopsom van zekere erfhuren.

          ...... le Xe jour daoust lan XVc trentesix.

          Oorspr. ( Inv. no. 83 ). Het opgedrukt signet van financiën verloren. Met de handtekeningen van Phil. de Croy, Ruffault, Vincent Cornelis en H. Stercke.

      • Bekend als inv. nr. 84*. (coll. Van Vredenburch no. 267). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

        reg. nos. 201 en 145.

      • 20 1387 December 24.

        Kerstandt van den Rijn en Herper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Jan van der Poel erkent schuldig te zijn aan Jan Pieters zoon een jaarlijkse rente van 20 groot Hollands, gaande uit zijn huis aan de Langestrate

        Int jair ons Heren M CCC zeven ende tachtig upten Kersavondt.

        Oorspr. ( Inv. no. 84A ). De beide schepenzegels verloren.

        Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII verso.

        reg. no. 20.

      • 21 1387 December 24.

        Kerstandt van den Rijn en Harper Odziers zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Gherijt Claes Hille zoons zoon erkent schulig te zijn aan Jan Pieters zoon een jaarlijkse rente van 20 groot Hollands, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate

        Int jair ons Heren M CCC zeven ende tachtig upten Kersavondt.

        Oorspr. ( Inv. no. 84B ). Met de zegels van Kerstant van den Rijn en Harper Odziers zoon in groen was, de laatste zeer geschonden.

        Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII verso.

        reg. no. 21.

      • reg. nos. 16, 17, 19 en 22

        • 16 1377 October 26.

          Jan van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Vrancke Coerts zoon erkent schuldig te zijn aan Huge van Keeten een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands, gaande uit zijn huis en erf aan de Cortestrate

          Int jair ons Heren M CCC zeven ende tseventich des Manendaechs na Elfduysent maechden dach .

          Oorspr. ( Inv. no. 84C.1 ). Met het geschonden zegel van Jan van der Strate in groene was.

          Door het oorspr. van deze zijn gestoken de brieven dd. 1377 december 2 (reg.no 17), 1386 augustus 29 (reg.no. 19) en 1394 november 16 (reg.no. 22).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII.

        • 17 1377 December 2.

          Tierion van der Strate en Claes van Zeelant, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Huyge van Keeten verkoopt aan Katrij Jans weduwe van Beesde de rente van 1 pond Hollands, vermeld in de brief d.d. 1377 oktober 26 (reg. no. 16), waardoor deze gestoken is

          Int jair ons Heren M CCC zeven ende tseventich des Woensdaechs na sinte Andrie dach .

          Oorspr. ( Inv. no. 84C.2 ). Met de geschonden zegels van Tierion van der Strate en Claes van Zeelant in groene was.

          Door het oorspr. van deze zijn gestoken de brieven dd. 1377 oktober 26 (reg.no 16), 1386 augustus 29 (reg.no. 19) en 1394 november 16 (reg.no. 2).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII.

        • 19 1386 Augustus 29.

          Allaert Bertelmees zoon en Dirck Maselants zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Kerstyne Jans dochter van Beesde verkoopt aan Claes Pieters zoon de rente van 1 pond Hollands, vermeld in de brieven van d.d. 1377 oktober 26 (reg. no. 16) en 1377 december 2 (reg.no. 17), waardoor deze gestoken is

          Int jair ons Heren M CCC zes ende tachtich des Manendaechs na onser Vrouwen dach assumptio .

          Oorspr. ( Inv. no. 84C.3 ). Met de geschonden zegel van Dirck Maeselants in groene was, het andere verloren.

          Door het oorspr. van deze zijn gestoken de brieven dd. 1377 oktober 26 (reg.no 16), 1377 december 2 (reg.no. 17) en 1394 november 16 (reg.no. 22).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII verso.

        • 22 1394 November 16.

          Allaert Bertelmees zoon en Pieter Telder, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Claes Pieters zoon verkoopt aan zijn broeder Jan de rente vermeld in de brieven van d.d. 1377 oktober 26 (reg. no. 16) , 1377 december 2 (reg.no. 17) en 1386 augustus 29 (reg. no. 19), waardoor deze gestoken is

          Int jair ons Heren M CCC vier ende tnechentich des Manendaechs na Sinte Maertijnsdach in die winter .

          Oorspr. ( Inv. no. 84C.4 ). Met de zegels van Allaert Bertelmees zoon en Pieter Telder in groene was.

          Door het oorspr. van deze zijn gestoken de brieven dd. 1377 oktober 26 (reg.no 16), 1377 december 2 (reg.no. 17) en 1386 augustus 29 (reg. no. 19).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIII verso.

      • reg. nos. 18 en 31

        • 18 1382 December 3.

          Jan van der Strate en Jan Pieters zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Florys Aderep erkent schuldig te zijn aan William Hugen zoon een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands, gaande uit zijn huis aan de Langestrate naast het Molenslop.

          Int jair ons Heren M CCC twie ende tachtich up sinte Barbaren avondt .

          Oorspr. ( Inv. no. 84D.1 ). Met het zegel van Jan van der Strate in groene was, het andere verloren.

          Door het oorspr. van deze is gestoken de brief dd. 1407 februari 24 (reg.nr. 31).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIIII.

        • 31 1407 Februari 24.

          Allaert Bertelmees zoon en Dirck Pieters zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Willem Hugen zoon verkoopt aan Claes Claes zoon de rente , vermeld in de brief d.d. 1382 december 3 (reg. no. 18), waardoor deze gestoken is

          Int jair ons Heren duysent vierhondert ende zeven up sinte Mathijs dach .

          Oorspr. ( Inv. no. 84D.2 ). Met het geschonden zegel van Allaert Bertelmees zoon in groene was, het andere verlorgen.

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIIII.

      • 51 1419 November 12.

        Dirck Jacobszoon en Claes die Besse, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Aernt Dircs zoon erkent schuldig te zijn aan Pieter Jans zoon een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands, gaande uit zijn huis en erf aan de Langestrate.

        Int jair ons Heren duysent vierhondert ende negenthien op sinte Lebuyns dach.

        Oorspr. ( Inv. no. 84E ). De beide schepenzegels verloren.

        Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXV verso.

        reg. no. 51.

      • 57 1422 September 18.

        Dirck Jacobs zoon en Florys Dircs zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Anneboy Aernts zoon erkent schuldig te zijn aan Geryt Florys zoon een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands, gaande uit zijn huis en aan de Cortestraet.

        Int jair ons Heren duysent vierhondert twie ende twintich des Vrydaechs na sinte Lambrechts dach.

        Oorspr. ( Inv. no. 84F ). De beide schepenzegels verloren.

        Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXVI.

        reg. no. 57.

      • reg. nos. 29 en 58

        • 29 1405 April 12.

          Allert Bertelmees zoon en Bertelmees Wissen zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Herper Uyttervoert erkent schuldig te zijn aan Ghijsbrecht Hubrechts zoon een jaarlijkse rente van 20 schellingen Hollands, gaande uit zijn huis aan de Cortestrate.

          Int jair ons Heren duysent vierhondert ende vive upten twalefsten dach in April.

          Oorspr. ( Inv. no. 84G.1 ). Met het geschonden zegel van Allaert Bertelmees zoon in groene was, het andere verloren.

          Door het oorspr. van deze is gestoken de brief dd. 1423 januari 11 (reg. no. 58).

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXV.

        • 58 1423 Januari 11.

          Jacob Hectoers zoon en Jan Willems zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden, dat Mees Jacops zoon verkoopt aan Pieter Jans zoon van der Sterre de rente van 1 pond 's-jaars , hem aangekomen door zijn huwelijk met Geertruyt en vermeld in de brief d.d. 1405 april 12 (reg. no. 29), waardoor deze gestoken is, welke rente genoemde Pieter zijn dochter Kerstijn geeft in mindering van wat haar aanbestorven is van haar moeder en van haar zuster Kathrijn.

          Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende twintich des Manendaechs na Dertienen dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 84G.2 ). Met het zegel vanJan Willem zoon in groene was, het andere verlorgen.

          Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXIIII.

          Zie reg.nos. 16, 17 en 19.

      • 183 1472 December 23.

        Jan Geryts zoon en Heynrick Gielis Storms zoon, schepenen in sGravenzande, oorkonden dat Dirck Willem Dippijns zoon verkoopt aan Jan Dircxzoon, den molenaar, een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands, gaande uit zijn huis op de hooek van de Ommeloep, beoosten de straat, waardoor men naar de kerk gaat .

        ....den XXIIIen dach van December int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich.

        Oorspr. ( Inv. no. 84H ). Met de geschonden zegels van de oorkonders in groene was.

        Afschrift: Inv.no. 5 fol. CXXXVIII verso.

        reg. no. 183.

      • Bekend als inv. nr. 85*. (coll. Van Vredenburch no. 270). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

        246 1522 Februari 28

        Burgemeesters en schepenen van sGravensande oorkonden, dat Bertholomees Jans zoon erkent schuldig te zijn aan de prior en het convent der Regulieren van Bethaniën 20 stuivers 's jaars, voor de helft losbaar met 15 pond Hollandsch, gaande uit zijn huis bij de vaart benoorden de Hoflaen, en zulks ter vervanging van een rente van 15 stuivers uit een huis aan de Langstraat.

        ...... opten laetsten dach van Februario inden jaere ons Heeren dusent vijfhondert twie ende twintich.

        Oorspr. ( Inv. no. 85* ). Met geschonden stadszegel in groene was.

        reg. no. 246.

      • 190 1476 Mei 1

        Henrick Yelys Storms zoon, burgemeester, en Jacop Maertijns zoon, schepen der stad van sGravensande, oorkonden, dat aan Mr. Aernt Feutgens zoon, kanunnik van Naeldwijck, is toegepacht 2 pond Hollandsch 's jaars wegens het 4 jaar lang niet ontvangen van 3 pond uit het huis in het Noorteynde.

        ...... upten eersten dach in Meye in den jair ons Heren dusent vierhondert ses ende tseventich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 86 ). Met de zegels van de oorkonders in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXXVIII verso.

        Zie regest no. 109.

        reg. no. 190.

        zie ook reg. no. 109.

      • 217 1497 juni 20

        Deken en kapittel van Sint Adriaen te Naeldwijc erkennen schuldig te zijn aan het convent der Regulieren te sGravensande een jaarlijkse rente van 8 pond Hollands, hun vermaakt door Heynric van Naeldwijc, ridder, tot het doen van missen voor hem en zijn echtgenote Machtelt van Raephorst, vrouwe van Naeldwijc, en hun beider ouders en kinderen enz. en een gerekgelde uitkering van 30 groot voor wijn, welke rente gaat uit 44 morgen land bij Delft, geheten het Land ter made met de madewerf, aan het kapittel vermaakt door Henric van Naeldwijc voornoemd.

        .Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tnegentich twintich dagen in Junio

        a. Oorspr. ( Inv. no. 87 ). Met geschonden kapittelzegel in rode was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXV.

        reg. no. 217.

      • Bekend als inv. nr. 88*. (coll. Van Vredenburch no. 271). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

        reg. no. 247.

      • 108 1441 Februari 4.

        Landschepenen van tsGravenzande oorkonden, dat Kerstant Claes zoon met de Regulieren van Bethaniën aldaar verruild heeft een stuk land tegen een ander met toegift van een jaarrente van 12 schellingen Hollands, gaande uit 4 hont land aldaar beoosten mijns Herenweg

        .Int jaer ons Heeren duysent vierhondert een ende veertich upten viertienden dach in Februario.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88A ). Het schependomszegel verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXXVI

        reg. no. 108.

      • 111 1442 September 7.

        Huych Floys zoon en Heyl, zijn echtgenote, schenken den Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarrente van 1 Rijnse gulden, gaande ui 1/2 morgen land in het Vrylant, begrensd ten Oosten en ten Westen door de Gantel, tegen het houden van kerkelijke plechtigheden.

        .Int jaer ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten sevenden dach in Septembri.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88B ). Het conventszegel en de zegels van de schout Clays Aernts zoon en van Symon Dircx zoon verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XLII verso

        reg. no. 111.

      • 127 1451 Mei 1.

        Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Lambrecht Aernts zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën een jaarlijkse rente van 2 pond Hollands, gaande uit de helft van 7 hont land in het Nuwelant, te betalen op Kerstavond en onze Vrouwen lichtmis.

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich op die Meys dach.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88C ). Het schependomszegel verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LII

        In margine staat: "Deze twee pond Hollands betaalt anno 1585 Doe Aerts zoon aen de Maesdijck"

        reg. no. 127.

      • reg. nos. 126 en 129.

        • 126 1451 Februari 22.

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Pieter Balle zoon verkoop aan Bertholmees Geryts zoon een jaarlijkse rente van 2 gouden wilhelmusschilden, gaande uit 2 1/2 morgen land in het Nieuwelant beoosten de Maesdijck.

          Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich upten twie ende twintichsten dach in Zelle.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 88D.1 ). Het schependomszegel verloren.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXIII verso

          Aan het oorspronkelijke was gehecht de brieff d.d. 1451 Mei 27 (reg. no. 129)

        • 129 1451 Mei 17.

          Bertholmees Geryts zoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën, bij sGravenzande 2 gouden wilhelmusschilden jaarlijks, nader vermeld in de brief dd. 1451 februari 2 (reg. no. 126) waaraan deze gehecht is .

          Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende vijftich upten seventienden dach in Meye

          a. Oorspr. ( Inv. no. 88D.2 ). Met het zegel van de schout Clays Aernts in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXIIII

      • 152 1459 Maart 12.

        Landschepenen van sGravnezande pachten de Regulieren aldaar, op verzoek van heer Scouwe, hun procurator, een jaarlijkse rente van 2 groot 3 penningen Hollands toe, gaande uit 9 hont lands, die Aernt Dircs zoon in het Noortlant heeft bezuiden de Noortlandse weg, wegens het achterstallig zijn van 20 groot.

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten twalefsten dach in Maerte.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88E ). Het schependomszegel verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XCI.

        reg. no. 152.

      • 154 1459 Mei 19.

        Bertholmees Geryts zoon verkoopt aan Pieter Aernts zoon van der Sloet een jaarlijkse rente van een gouden Rijnse gulden, gaande uit 4 morgen 2 hont weiland in Nortlant benoorden de Noortlandse dijk.

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert negen ende vijftich upten negentienden dach in Mey.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88F ). Met het geschonden zegel van de schout Clays Aernts in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXX.

        reg. no. 154.

      • 159 1460 Augustus 12.

        Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Dirck Gerytszoon verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën aldaar 53 schellingen 4 penning Hollands 's jaars, gaande uit 2 1/2 morgen bij zijn woning in Donysvelt tussen de heerweg en de dijk voor de Banck.

        .....upten twaleften dach in Augusto Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende sestich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88G ). Het schependomszegel verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. XXXVII

        Zie regest no. 71.

        reg. no. 159.

      • 174 1466 Februari 22.

        Landschepenen van sGravenzande oorkonden, dat Heynrick Pieters zoon verkoopt aan de prior der Regulieren van Bethaniën aldaar een jaarlijkse rente van 1 1/2 pond, gaande uit zijn huis en 8 hont land in het Nieuwelant beoosten de oude Maasdijk, uit 2 hon land ten noorden daarvan en uit 4 hont land in he tNieuwelant ten westen van de Oude dijk

        Upten seven ende twintichsten dach in Februario Int jair ons Heeren duysent vierhondert ses ende sestich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 88H ). Met het geschonden schependomszegel in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXVII.

        reg. no. 174.

      • Suppl. 5 1548 Januari 25.

        Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Adriaen Mathijs zoon, schepenen in Zandambochte, oorkonden dat Willem Corneliss zoon in den Boem verkocht heeft aan de ingelanden van de Nieuwe landen buiten 's-Gravenzande een losrente van 6 gouden Carolusguldens Vlaams 's jaarts, losbaar tegen de penning 16, verzekerd op 8 hont land in de Costverlorenthiende.

        .... den vijfentwintichsten dach in Januario Int jair ons Heeren XVC acht en viertich nae tgemeen lants scriven.

        Oorspr. ( Inv. no. 88I ). Het ambachtszegel verloren.

        In dorso "Regulieren convent sGravenzande".

        reg. no. Suppl. 5

      • Suppl. 6 1548 Oktober 15.

        Wouter Jans zoon, Franck Jans zoon en Adriaen Mathijs zoon, schepenen in Zandambochte, oorkonden dat Willem Corneliss zoon in den Boom verkocht heeft aan het convent der Regulieren van Bethanyën te 's-Gravenzande een losrente van 6 gouden Carolusguldens Vlaams 's jaarts, losbaar tegen de penning 16, verzekerd op het land van zijn vader Cornelis Willem zoon , gelegen in de Costverlorenthiende.

        Den vijfthyenden dach in Octobri Int jair ons Heeren XVC acht en viertich.

        Oorspr. ( Inv. no. 88J ). Met het geschonden ambachtszegel in groene was.

        reg. no. Suppl. 6

      • Suppl. 10 1558 Januari 15.

        Landschepen van tsGravenzande oorkonden, dat Crijn Jans zoon Joncker verkocht heeft aan het convent der Regulieren tsGravensande een losrente van 4 pond Hollands 's jaars, gaande uit 3 1/2 morgen en uit 1 1/2 morgen land, gelegen in Noorlant.

        ...upten XVen Januarij in de jaer dusent vijf honderd acht en vijftich na tgemeen scriven.

        Oorspr. ( Inv. no. 88K ). Met het geschonden schependomszegel in groene was.

        reg. no. Suppl. 10

      • 171 1464 December 29

        Jacob Clays' zoon van Eeten verkoopt aan het convent der Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande de jaarrente van 4 pond, die hij destijds van hem kocht, nader vermeld in de brieven d.d. 1416 November 19 (regest no. 41), 1433 September 22 (reg. no, 88) en 1434 Juni 16 (regest no. 89).

        ...... upten negen ende twintichsten dach in Decembri int jair ons Heeren duysent vierhondert vier ende tsestich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 89 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXII.

        Gecancelleerd. Blijkens aanteekening op fol. CXXI is deze rente in 1560 verkocht met den penning 26 (sic).

        reg. no. 171.

        zie ook de reg. nos. 41, 88 en 89.

      • 78 1431 April 27

        Deken en kapittel van Sinte-Mariënkapel in den Hage geven vidimus van den brief d.d. 1401 Juni 24 (regest no. 25).

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende dertich seven ende twintich dage in April.

        a. Afschr. ( Inv. no. 90 ), 1534 April 20 gecollationeerd door J. Beauvoir.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXIIII verso.

        25 1401 Juni 24

        Hillegondt Uuterwijck Aerter Seuders zoons weduwe verkoopt aan haar zuster Clemens, weduwe van Claes van Aderichen, een jaarrente van 12 gouden Engelsche nobels, gaande uit 28 morgen land aan de Poeldijck.

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende een op sinte Jans dach te Midtsomer.

        Gevidimeerd in den brief d.d. 1431 April 27 (regest no. 78).

        reg. nos. 25 en 78.

      • Reg. nos. 110 en 112

        • 110 1442 April 18

          Aernt Engelbrechs zoon verkoopt aan Geryt Voppen een jaarrente van 1 gouden Engelse nobel, gaande uit 2/3 van 3 morgen 1 1/2 hont land in het ambacht van Monster.

          Int jair ons Heeren duysent vierhondert twie ende veertich upten achtienden dach in Aprelle

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90A.1 ).

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLV verso.

          Door deze was gestoken de brief d.d. 1443 Februari 26 (reg.no. 112)

        • 112 144(3) Februari 26

          Geryt Voppenzoon verkoopt ade Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarrente van 1 gouden Engelsen nobel, vermeld in de brief dd. 1442 April 18, waardoor deze gestoken is (reg.no. 110)

          Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich upten zes ende twintichsten dach in Februario

          a. Oorspr. ( Inv. no. 90A.2 ).

          B. Afschr. (doch met jaartal 1444) op het papier, waarop de akten van een andere jaarrente van 1 Eng. nobel, zie reg. nos. 150 en 141 (inv.no. 91)

          c. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXX

      • 131

        a. Oorspr. ( Inv. no. 90B ).

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLV verso.

        Reg. no. 131

      • 140

        a. Oorspr. ( Inv. no. 140 ).

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLV verso.

        Reg. no. 140

      • 112 144(3) Februari 26

        Geryt Voppenzoon verkoopt den Regulieren van Bethaniën bij sGravenzande een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1442 April 18, waardoor deze gestoken is (reg, no. 110).

        Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende veertich upten ses ende twintichsten dach in Februario.

        a. Afschr. (doch met jaartal 1444) op het papier, waarop de akten van een andere jaarrente van 1 Eng. nobel (zie reg. nos. 105 en 141), ( Inv. no. 91 ).

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXX.

        141 1456 November 25

        Jacob Dircx zoon verkoopt aan Dirck Jan Gomans zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, vermeld in den brief d.d. 1440 Januari 17 (regest no. 105).

        Int jair ons Heren duysent vierhondert ende zes ende vijftich up den vijff ende twintichsten dach in Novembri.

        a. Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester, gesteld op hetzelfde papier als de akten, waarvan reg. nos. 105 en 112 ( Inv. no. 91 ).

        b. Afschr. van a. in Inv. no. 5 , fol. CXIX.

        105 1440 Januari 17

        Aernt Engebrechts zoon verkoopt aan zijn schoonzoon Jacob Dircx zoon een jaarrente van 1 gouden Engelschen nobel, gaande uit 2/3 van 3½ morgen land in de Made binnen het ambacht van Monster.

        Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende viertich up den seventienden dach in Januario.

        a. Afschr. door notaris Dirck Sproncx zoon, priester ( Inv. no. 91 ).

        b. Afschr. van a. in Inv. no. 5 , fol. CXVIII verso.

        Op hetzelfde papier als 1) zijn geschreven de akten, waarvan de regesten nos. 112 en 141.

        reg. nos. 105, 112 en 141.

        zie ook reg. no. 110.

      • 66 1428 Juni 27

        Claes Grijp erkent de ecththeid van den brief betreffende een rente uit 4 morgen land, die Geertruyt van der Horn en heer Jan, haar zoon, van hem hebben.

        Int jaer ons Heeren dusent vierhondert achte ende twintich des Sonnendaghes voir sinte Peter.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 92 ). Met de geschonden zegels van Bartolomeus Hughenzoon en zijn broeder Aernt, schout van Rijswijk, in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXIII verso.

        Blijkens de indeeling van het cartularium ligt dit land te Rijswijk.

        reg. no. 66.

      • reg. nos. 97, 107, 55 en 13.

        zie ook reg. no. 54.

        • 13 1368 April 13

          Jan Jans zoon van der Burch verkoopt aan Dieric Steffaens zoon 12½ morgen land in het ambacht van Rijswijck, genaamd de Sculenburch.

          Int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tsestich des Donredaghes na beloken Paeschen.

          Gevidimeerd in den brief d.d. 1420 December 8 (regest no. 55).

          Zie regest no. 54.

          55 1420 December 8

          Jan Zoet Vrancken zoon geeft vidimus van den brief d.d. 1368 April 13 (regest no. 13).

          Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twintich op onser Vrouwen dach concepcio.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 93.1 ). Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXII verso.

        • 97 1438 Juli 31

          Jan van der Burch verklaart Claes Jan Scouten zoon met geen leenrechten te zullen aanspreken, aangezien de rente, die deze kocht van Florys Dirck Steffens zoon, gaande uit de Sculenburch, reeds bestond, voordat dit land, dat Florys voornoemd in leen heeft van de hofstede ter Burch, leenroerig werd.

          Gegeven upten lesten dach van Julio int jair ons Heeren duysendt vierhondert acht ende dertich.

          a. Gevidimeerd in den brief d.d. 1440 April 11 (regest no. 107).

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXIII verso.

          Zie regest no. 54.

          107 1440 April 11

          Deken en kapittel van Onser Liever Vrouwen kapel binnen den Hove van der Hage geven vidimus van den brief d.d. 1438 Juli 31 (regest no. 97).

          Gegeven in den Hage upten elfsten dach in Aprille int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 93.2 ). Met geschonden zegel van de oorkonder in rode was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXXIIII.

      • Bekend als inv. nr. 94* (coll. Van Vredenburch no. 274). Niet aanwezig in Nationaal Archief.

        276 1559 Mei 12

        Pieter Jans zoon, smid, en Cornelis Dirx zoon Verhoel, schepenen van het gerecht van Wateringe, oorkonden, dat Dirck Westen zoon verkoopt aan de prior en de conventualen te sGravenzandt eene jaarlijksche rente van 18 pond, 15 stuivers, gaande uit zijn huis en 4½ morgen land in het ambacht Wateringhe bezuiden de Vliet.

        ......opten XIIen May anno XVc negen ende vijftich.

        Oorspr. ( Inv. no. 94* ). Met geschonden zegel van Pieter Gerits van Hoeff, schout van het ambacht Wateringen, in groene was en de handtekeningen van beide schepenen.

        reg. no. 276.

      • 160 1461 Februari 5

        Provisor en deken van Delfland geven sententie in de zaak tusschen Nycholaus Arnoldus' zoon1) en Elizabeth Arnoldus' weduwe1) en haar erfgenamen over den uitersten wil van Gherardus Florentius' zoon1), waarbij zij Elizabeth en genoemde erfgenamen aanwijzen, ieder voor zoover het hem aangaat, als degenen, die dit testament moeten uitvoeren en een plaats bepalen, waar de besproken missen moeten gehouden worden.

        In Delf in loco consistoriali nostro solito anno millesimo quadringentesimo sexagesimo primo ipso die sancte Agathe virginis.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 95 ). Met de zegels van den provisor (Tyelmannus Heynricus' zoon) en den deken (Wilhelmus Geraerdus' zoon Uter Lyer) in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXI verso.

        Zie regest no. 80.

        reg. no. 160.

        zie ook reg. no. 80.

      • 273 1552 Juni 19

        Notaris Henricus Gerardus' zoon Montfoert van Haerlem instrumenteert, dat Anthonis Pieters zoon van Auwenhoven, prior, Augustijn Arnolds, supprior, Henrick Dircks zoon, procurator, en de conventualen van het convent der Regulieren van Bethaniën te tsGravenzandt als provenier en conventuaal opnemen Cornelis van Puelgheest, natuurlijken zoon van Jacop van Puelgeest, met belofte voor zijn levensonderhoud en onderwijs te zullen zorgen, tegen ¼ van een vordering van 500 carolusguldens, in handen van den pater van Sinte Agnyeten zusterhuis te Rotterdam en zijn aandeel in de erfenis van Mr. Goesen (Jacobs zoon), vader van zijn moeder Baertgen volgens diens testament, hierbij in copie overgeleverd, en na den dood van Jacob van Puelgheest een losrente van 6 carolusguldens 'sjaars.

        Aldus gedaen binnen der steede van tsGravenzande int capittellhuys des convents van Bethaniën voorszegd in den jaire, indictie, maendt, dach, ure, paeusdoms ende keyserrijcxs als boven (in den jaire van der geboorte desselffs ons Heeren duysent vijffhondert twee ende vijftich den thyenste indictie den XIXen dach van de maendt Junius paeusdoms ons alderheylichste vaders in Goode ende heere, heer Julius bij der voorsichtichheyt Goids die derde paeuws van dier naeme int derde jaer sijnder coronatiën, regneerende den doerluchtichsten ende onverwinlicxten prince ende heere, heer Karolus bij der gratie Goids Roemsch keyser, altijt vermeerder srijcxs die vijffte keyser van dier naeme int twee ende twintigsten jaer sijnder crooningen.

        Oorspr. ( Inv. no. 96 ). Met de signatuur van den notaris en de handtekeningen van Jacop van Puelgheest en C. Jacops zoon.

        reg. no. 273.

      • reg. nos. 266A en 272A (reg.nos. Suppl. 4 en 8).

        • 266A (Suppl. 4) 1544 November 9

          Notaris Rutgerus Boschuis instrumenteert, dat Mr. Goessen Jacobs zoon, chirurgijn te Rotterdam, zijn testament maakt, waarbij hij vermaakt o.a. 1/3 deel van zijn vermogen gezamenlijk aan zijn zoons Gheryt en Mr. Cornelis, chirurgijns te Rotterdam, en Cornelis Jacobs zoon van Poelgeest, zoon van wijlen zijn dochter Bertgen, onder handhaving van de making aan zijn dochter Lijsbeth, zuster in het bagijneklooster Sinte Agnieten in Rotterdam.

          Dits alsus gheschiet binnen Naeltwijck .... int jaer indictie dach maent uure etc. als boven (Int jaer des gheboerten ons Heeren duysent viefhondert vier ende viertich ter tweede indictie den neghenden dach Novembris omtrent drie uren nae noen paus wesende doer die verhenghenesse Goets den alderheylichsten vaeder in Christo Paulus den derden van dien naem het elfste jaer sins pausdoms regneerende den alderonverwinlixsten keyser Kaerll den vieften van dien naem het vieftiende jaer zijnre croninghe).

          Afschrift op perkament ( Inv. no. 96A.1

          Dit afschrift wordt vermeld in den brief d.d. 1552 Juni 19 (reg. no. 273).

        • 272A (Suppl. 8) 1552 Juni 19

          Jacob van Poelgeest geeft aan prior en convent der Regulieren van Bethaniën te sGravesandt een rente van 6 Rijnsche guldens 's jaars voor onderhoud van zijn natuurlijken zoon Cornelis en voor een jaarlijksche memorie voor hem en zijn echtgenoote Adriana van Craendonck en zijn verdere aanverwanten.

          Opten negentiensten dach van Junius anno XVc tweeënvijftich stilo communi.

          Oorspr. ( Inv. no. 96A.2 . Met het geschonden zegel van de oorkonder in rode was

          Aanwinst Algemeen Rijksarchief Derde Afdeling 1959 III no. 17.

      • reg. no. Suppl. 1 en Suppl. 11

        • Suppl. 1 1507 December 20.

          Landschepenen van sGravenzande oorkonden dat Simon Heynrickszoon, Pieter Huymans zoon, als man van Margriete Heynrics dochter, Jan Ghijsbrechs zoon, als vooged van Florys Ghysbrechs zoon kinderen, van Merritgen Claes dochter gekomen, Claes Claes zoon Morre de oude, als voogd van zijn vrouw, Cornelis Jans zoon van Wou, als voogd van zijn stiefkind Floris Gerits zoon, en mr. Cornelis Cornelis zoon, als gemachtigde van Heynricks Heynrickx zoons kinderen, alle erfgenamen van Herman Heynricks zoon, verkopen aan het convent van de zusters van Sint Elyzabeth in den Haeghe, drie pond Hollands payment jaarlijks, gevestigd op twee morgen pachtland, gelegen in de Hoenderthiende in mindering van de schuldvordering, ontstaan door de uitkoop van Haesgen Heynrics dochter.

          ....opten twintichsten dach van December inden jare ons Heeren dusent vijfhondert ende zeven.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 96B.1 ). Het ambachtszegel verloren

        • Suppl. 11 1562 Mei 10

          Cornelis Aryens zoon, Joris Willems zoon, en Joost Ruelen zoon, schepenen in het ambacht van sGravenzande, oorkonden, dat heer Jan Claes zoon, pater, Marigte Aryens dochter, Baertgen Bartels dochter , Jannitgen Barens dochter, Jannitgen Dircx dochter en Lijsbet Gerets dochter, religieuzen in het klooster van sinte Elisabet in den hage, overdragen aan het klooster van Bethanië tot sGravesande de rente, vermeld in de brief dd. 1507 december 20, waardoor deze gestoken is (zie reg. no. Suppl. 1)

          a. Oorspr. ( Inv. no. 96B.2 ). Met het ambachtszegel in groene was.

      • Suppl. 12 1570 Januari 24

        Sweer Harmsszn. van Poll, baljuw en schout, zomede Vranck Bouwerszoon en Eewout Corneliszn. , schepenen in Hazerswoude, oorkonden dat Leendert Adriaenszoon aan convent en prior van de Regulieren te sGravenzande een som van 75 Karolusgulden schuldig is voor onderhoud van zijn schoonvader Govert Claeszn, dat deze schuld verzekerd is op goederen in en op de grens van Hazerswoude en de hoofdsom en renten in vier jaar moeten zijn afgelost.

        ....anno XV C ende tseventich opten XXIIIIen dach January stilo communi.

        Oorspr. ( Inv. no. 96C ). Met geschonden zegel van Sweer Harmsszn. van Poll, baljuw en schout van Hazerswoude, in groene was; handtekeningen van beide schepenen, ende van de secretaris en een verwijzign naar folio CXVII van het register van Hazerswoude.

        In dorso:"Een rentebrieff op Lenart Areinessen tot Benthysen....toecomende de Regulieren convent eertijts tot sGravenzande".

        reg. no. Suppl. 12

      • 52 1419 December 16

        Fye Mr. Clais' weduwe geeft aan Bartolemees, Gheryt Florys' zoons zoon1) kwijting voor de aflossing van de 40 schellingen 's jaars, gaande uit zijn weiden.

        Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien des Saterdages na sinte Luciën dach.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 97 ). Het zegel van Pieter Jans zoon verloren.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. LXX.

        reg. no. 52.

      • 205 1486 Juni 10

        Lijsbeth Florys' dochter1), bagijn te tsGravenzand, en haar broeder en zusters verklaren hun aandeel ontvangen te hebben uit de nalatenschap van hun oom Bertelmees Gerits zoon.1)

        Int jair ons Heeren dusent vierhondert ses ende tachtich opten tienden dach in Junio.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 98 ). Met geschonden zegel van Jan Symons zoon in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLXXII.

        Zie het testament onder no. 185.

        reg. no. 205.

        zie het testament Inv. no. 78.

      • reg. nos. 208, 210 en 226.

        • 210 1492 Mei 31

          Jan Symons zoon, schout, Dirc Jacobs zoon en Bertelmeeus Jans zoon, schepenen te tsGravenzand, oorkonden, dat Dirc Banneze kwijting geeft aan de Regulieren aldaar voor alles wat hem aanbestorven is van zijn beide zusters Lijsbeth én Geertruyt Pieters dochters, bagijnen te Delf, alsmede van zijn broeder heer Jan Dou.

          Int jair ons Heeren dusent vierhondert twee ende tnegentich opten lesten dach van Maeymaent.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 99.2 ). Met het zegel van den schout in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXLVII verso.

          Aan het oorspr. zijn gehecht de brieven d.d. 1488 Januari 30 en 1502 October 29 (zie de nos. 208 en 226).

        • 208 1488 Januari 30

          Heer Willem Claes' zoon, vicepastoor van de Oude kerk binnen Delf, heer Andries Otten zoon, priester, Dammas Sijsman Pieters zoon en Wigger Pieters zoon als executeurs van den uitersten wil van Mr. Willem Vryman Pieters zoon, priester, keeren zijn nalatenschap uit, n.l. ¼ aan zijn broeder heer Jan, priester, Regulier te sGravensande, ¼ aan zijn zuster Marrie, zuster in het convent van Synte Aechten binnen Delf, ¼ aan zijn zuster Alijt, zuster in het convent van Sinte Barbara binnen Delf, en ¼ aan de kinderen van zijn zuster Margriete.

          Gedaen opten XXXen dach in Januario anno viertienhondert seven ende tachtich na beloep sHoefs van Hollant.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 99.2 ). Met de zegels van de beide laatstgenoemde executeurs in groene was.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXLVII.

          Het oorspr. is gehecht aan de nos. 210 en 226.

        • 226 1502 October 29

          De voogden van Jacop Geryts zoon Copbruynen kinderen, Jacop Geryt Copbruynen zoon, Claes Jans zoon en Jannetgen Jans dochter, vrouw van Jan Heynrix zoon, geven kwijting aan de Regulieren te sGravenzande voor de renten, die zij hadden uit genoemd klooster.

          ...... opten XXIXen dach in Octobry int jair ons Heeren MCCCCC ende twee.

          a. Oorspr. ( Inv. no. 99 ). Het zegel van Jacop Dircx zoon van Ende in groene was; dat van Dammas Symons zoon verloren.

          b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CXLVIII.

          Het oorspr. is vastgehecht aan de nos. 208 en 210.

      • 75 1430 Januari 10

        Schout, schepenen en burgemeesters van 's-Gravenzande oorkonden, dat zij verlof geven aan de Regulieren aldaar te koopen, te huren of te ruilen van de bagijnen 4 hont land benoorden hun kerk van den bagijnenboomgaard tot de vaart.

        Int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich opten tienden dach in Januario

        a. Oorspr. ( Inv. no. 100 ). Met het geschonden stadsgezel in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , foL XXVIII.

        reg. no. 75.

        De toestemming van de stad, onderdeel van oud inv.nr. 100* reg. no. 81 bevindt zich in de collectie Van Vredenburch no. 257. Deze bevindt zich niet in het Nationaal Archief.

        zie ook reg. nos. 1, 72 en 229.

      • 72 1429 Mei 28.

        Notaris Heynricus Robbertus zoon instrumenteert, dat Nicolaus Thomas zoon, priester, reguliere kanunnik van het klooster St. Jheronimus in Delf, thans rector van het klooster van dezelfde orde bij de stad sGravenzande, belooft de gracht, die tussen het erf der Reguliereen en de boomgaard der bagijnen aldaar loopt, van 12 tot 20 voet te verbreden en de wal daarlangs, waarmede reeds een begin gemaakt is, tot manshoogte te voltooien op boete van 50 pond Hollands, te betalen binnen 6 weken, de helft aan de kerk ter stede, de helft aan de Heilige Geestmeesters aldaar.

        Acta fuerunt hec in predio sive domistadio Regularium sed et in communi via et platea publica monasterii et civitatis....anno nativitatis Eiusdem millesimo quadringentesimo vicesimo nono indictione septima mensis Maii die vicesima octava hora quasi nona de mane pontifcatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Martini dominica providentia pape quinti anno suo duodecimo;.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 72 ). Met signatuur van de notaris

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLI verso.

        reg. no. 72.

      • 222 1499 Maart 12

        Mr. Jan Claes' zoon, barbier, Ghijsbrecht de smid en Wouter Mees' zoon, Heilige-Geestmeesters te sGravenzande, samengekomen in het klooster der Regulieren van Bethaniën binnen genoemde stad, wisselen tegen elkander uit de renten, die zij elkander schuldig waren, waarna het klooster nog schuldig is aan de Heiligen Geest 20 stuivers 's jaars, gaande uit 8 hont land in den Heen in het ambacht sGravenzande ten N.W. van den Suytpoel, waarvan de Heilige Geest ¼ bezit, benevens een zak tarwe jaarlijks, gaande uit het land tusschen de vaart en de Hoflaan binnen genoemde stad.

        Upten XIIten dach van Maerte in den jaer ons Heeren dusent vierhondert neghen ende tnegentich.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 101 ). Met geschonden stadszegel in groene was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLV verso.

        reg. no. 222.

      • 240 1517 Mei 4

        Schout, burgemeesters, schepenen en vroedschap van tsGravezande, pater en convent der Regulieren te Bethaniën en bewaarsters en convent van het bagijnhof aldaar komen overeen elkander geen schade te berokkenen aan heiningen enz., terwijl ze een regeling maken omtrent het onderhoud van de vaart achter langs hun boomgaard.

        ...... op den vierden dach van Mey int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende seventien.

        a. Oorspr. ( Inv. no. 102 ). Met het stadszegel en geschonden zegel der Regulieren in groene, en het zegel van Johanna Jans dochter van Naeldwijck in rode was.

        b. Afschr. in Inv. no. 5 , fol. CLVI verso.

        reg. no. 240.