Back to search results

2.16.61 Inventaris van het archief van de Commissie Vervoersmogelijkheid, 1919-1939

Het archief bevat onder meer stukken betreffende concrete, mogelijk te nemen maatregelen in geval van spoorwegstaking of verkeerproblemen, een agenda van ingekomen en uitgegane post, en algemene stukken betreffende instelling, taak en werkzaamheden van de commissie.
Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

2.16.61
Inventaris van het archief van de Commissie Vervoersmogelijkheid, 1919-1939

Auteur

H.B. Misérus

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1978 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Waterstaat, Commissie Vervoersmogelijkheid
Waterstaat, Cie. Vervoersmogelijkheid

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1919-1939

Archiefbloknummer

W23176

Omvang

; 35 inventarisnummer(s) 0,25 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Commissie Vervoersmogelijkheid

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat onder meer stukken betreffende concrete, mogelijk te nemen maatregelen in geval van spoorwegstaking of verkeerproblemen, een agenda van ingekomen en uitgegane post, en algemene stukken betreffende instelling, taak en werkzaamheden van de commissie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Commissie Vervoersmogelijkheid werd ingesteld bij beschikking van 19 november 1919, Afdeling Kabinet nummer 117 van de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ( Zie inventarisnummer 1. ) . Voorzover kon worden nagegaan zijn bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat geen notulen aanwezig van de door de commissie gehouden vergaderingen. Dit kan zeer waarschijnlijk worden verklaard door het geheime karakter van de door de commissie behandelde materie, en zal wellicht het gevolg zijn van de omstandigheid, dat de instelling der commissie destijds op min of meer geheimzinnige wijze - na bespreking in de Ministerraad - is geschied en dat haar werkzaamheden nimmer in het openbaar zijn getreden ( Zie inventarisnummer 7. ) .
De voornaamste taak van de commissie was om - in geval van staking der spoorwegdiensten of bij andere belangrijke verkeersstoornissen - het functioneren van de postdienst en de meest urgente voedseltransporten gaande te houden. Daartoe werd door de commissie een onderzoek ingesteld naar de maatregelen, welke moesten worden getroffen om de gevolgen van een tekort aan transportmogelijkheden te voorkomen, althans deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Met het oog hierop werden regelingen ontworpen, waarbij de belangrijkste uitgangspunten waren, dat het normale vervoer zoveel mogelijk voortgang moest vinden en dat het particulier initiatief moest trachten zolang mogelijk op eigen benen te blijven staan. De organisatie kwam onder de centrale leiding van de commissie te berusten, terwijl de uitvoering werd gedecentraliseerd.
Voor de instandhouding van het noodzakelijkste vervoer zou zonodig de Motor- en Vaartuigendienst van het Vrijwillig Landstorm Korps worden ingeschakeld.
Een honderdtal afdelingscommandanten en commissarissen van dit korps was gemachtigd tot het vorderen van vervoermiddelen, ingevolge de Wet van 7 december 1918 Stb. 774 en die van 22 december 1919 Stb. 885 ( Zie inventarisnummer 7. ) . Genoemde functionarissen waren bovendien in het bezit van een speciale instructie, waarin richtlijnen waren opgenomen om maatregelen te treffen voor het veilig stellen van de transporten en voor de beschikbaarstelling van de benodigde fondsen.
In geval van spoorwegstaking was een speciale regeling getroffen voor het vervoer van melk, gist, meel, steenkolen, petroleum en post. Behalve bij het vervoer van gist en post - welk vervoer tot in details was geregeld - werd bij de transporten een belangrijk gedeelte aan het particulier initiatief, in casu de directies van de betrokken meel- en melkfabrieken, overgelaten.
Voor alle regelingen gold, dat zij binnen 24 uur in werking konden treden.
De plaatselijke autoriteiten beschikten over een uitvoerige instructie, hoe moest worden gehandeld in geval van nood. De belangrijkste punten betroffen:
  1. handhaving van de orde en de beveiliging van personen en goederen,
  2. voedselvoorziening,
  3. voorziening van water, gas, elektriciteit en steenkolen,
  4. volksgezondheid,
  5. vervoermiddelen benodigd voor de instandhouding van vorengenoemde diensten,
  6. communicatie met (hogere) regeringsinstanties.
Ook in deze instructie lag de nadruk op het particulier initiatief. Alleen in bijzondere gevallen kon worden teruggevallen op de plaatselijke overheid en - zonodig - de Commissie Vervoersmogelijkheid. Teneinde in tijden van nood de verbinding van de plaatselijke met de centrale overheid te waarborgen, werden in de hoofdsteden van alle provincies, alsmede in Amsterdam, Amersfoort en Breda draadloze telegraafstations ingericht die - zodra de regering daartoe aanleiding vond - in werking konden treden.
Tot de belangrijkste militaire en burgerlijke organisaties, welke in actie zouden komen ingeval zich een noodsituatie zou voordoen, behoorden o.a.:
  1. de Marechaussee,
  2. de Motor- en Vaartuigendienst van het Vrijwillig Landstorm Korps,
  3. de Militaire Politie,
  4. de Genie,
  5. de Burgerwacht,
  6. de Nationale Bond tegen Revolutie,
  7. de Studenten Weerbaarheids Organisaties.
Slechts in het uiterste geval zou worden overgegaan tot het inzetten van een deel van de op dat moment onder de wapenen zijnde dienstplichtige militairen.
De datum van opheffing der commissie is niet bekend.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Er heeft geen vernietiging plaatsgevonden.
Verantwoording van de bewerking
Bij bewerking van het archief bleek de materiële staat goed te zijn. Het archief werd niet geheel compleet aangetroffen. De omvang van het archief bedraagt na inventarisatie 0,2 m'.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Waterstaat, Commissie Vervoersmogelijkheid, nummer toegang 2.16.61, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Waterstaat, Cie. Vervoersmogelijkheid, 2.16.61, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar