Back to search results

4.WCA Inventaris van kaarten en tekeningen behorend tot het archief van het Ministerie van Waterstaat en voorgangers, (1681) 1814-1940 (1982)

Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

4.WCA
Inventaris van kaarten en tekeningen behorend tot het archief van het Ministerie van Waterstaat en voorgangers, (1681) 1814-1940 (1982)

Auteur

Centrale Archief Selectiedienst

Versie

22-06-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2000 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Waterstaat: Kaarten- en Tekeningenarchief
Waterstaat / Kaarten en Tekeningen

Periodisering

archiefvorming: 1814-1940
oudste stuk - jongste stuk: 1681-1982

Archiefbloknummer

WCA

Omvang

19986 inventarisnummer(s); 2,70 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Voor Belgische plaatsnamen worden zo nodig debenamingen vermeld.
Nederlands
Franse

Soort archiefmateriaal

Het archief bevat kaarten en tekeningen, gedrukt en in manuscript.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

(1814-1815.)(1815-1819.)(1820.)(1820-1823.)(1823-1829.)(1830-1831.)(1831-1877) Generale directie van Waterstaat, bruggen en wegen Ministerie van Waterstaat en publieke werken Minister van staat, voorlopig belast met het beheer der wegen en de dienst der mijnen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Waterstaat: centrale administratie van de waterstaat, afd. wegen en bruggen, afd. personeel van de waterstaat, afd. rivieren en droogmakerijen, afd. zeewerken, afd. landsgebouwen Ministerie van Binnenlandse Zaken (Onderwijs en Waterstaat), administratie van Waterstaat, wegen en publieke werken Ministerie van Waterstaat, Nationale Nijverheid en Koloniën, afd. Waterstaat Ministerie van Binnenlandse Zaken, 3e afd. Waterstaat Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid Ministerie van Waterstaat

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het kaarten- en tekeningenarchief van het Ministerie van Waterstaat en voorgangers is gerubriceerd in hoofdindelingen op onderwerp. De volgende hoofdrubrieken zijn gedefinieerd: in banden bijeengebonden verzamelde kaarten; waterstaatswerken; wegen en spoorwegen; mijnwezen; rijksgebouwen; posterijen, telegrafie en telefonie; elektriciteitsvoorziening; luchtvaartterreinen; visserij. Deze hoofdrubrieken zijn, indien mogelijk, onderverdeeld in subrubrieken. Zo is de hoofdrubriek 'Waterstaatswerken' in de volgende subrubrieken verdeeld: zeeweringen; rivieren; kanalen en vaarten; havens; bedijkingen, droogmakerijen en inpolderingen; ontginningen en verveningen; waterschappen; nauwkeurigheidswaterpassing. De verdere onderverdeling is gestandaardiseerd, waarbij steeds eerst een rubriek ‘Algemeen’ wordt gebruikt, gevolgd door een indeling op provincie, waarna - indien van toepassing - kaarten en tekeningen betreffende België de revue passeren. Bij elke beschrijving is, voor zo ver mogelijk, de naam van het betreffende object, een geografische aanduiding, een schaalaanduiding en een datering gegeven.
Naast kaarten en tekeningen van objecten onder beheer of toezicht van het Ministerie van Waterstaat zijn er ook kaarten van militaire objecten in dit archief te vinden (onderverdeeld in rubrieken: algemeen; plans en plattegronden; situatieplans; gebouwen). Daarnaast bevat het archief een collectie kaarten van Oost- en West-Indië, benevens een verzameling buitenlandse kaarten, die voornamelijk op landen en waterstaatkundige objecten binnen Europa betrekking hebben.
De kaarten en tekeningen zijn apart geborgen van de geschreven stukken waar ze bij horen. Deze zijn te vinden in de verschillende archieven van de respectievelijke departementen van Binnenlandse Zaken; van Binnenlandse Zaken en Waterstaat; van Waterstaat; van Waterstaat, Nijverheid en Koloniën en van Waterstaat, Handel en Nijverheid.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het Kaarten- en tekeningenarchief van het ministerie van Waterstaat na 1813, (WCAP).
Herkomstgeschiedenis.
Reeds in het begin van de 19e eeuw was bij het departement van Binnenlandse zaken afd. Waterstaat sprake van een afzonderlijk archiefbeheer van de kaarten en tekeningen, die van de ingenieurs van de Rijkswaterstaatdienst(en) werden ontvangen of getekend in verband met de rijkswaterstaatswerken. Om verschillende redenen was het voor het archiefbeheer praktischer deze kaarten en tekeningen vanwege formaat niet te deponeren bij de overige archiefbescheiden, maar apart te bergen. Dit maakte tevens een aparte registratie van de kaarten en tekeningen die werden ontvangen noodzakelijk. Aan de hand van de dienstvoorschriften en instructies uitgevaardigd door de Waterstaat kan dit worden gereconstrueerd.
Instructies kaarten- en tekeningengebruik.
Per circulaire 3 mei 1817 (nr. 4424) werden de waterstaatsingenieurs verplicht om van inspecties, herstelwerken en ontwerpen in tweevoud in te zenden "behoorlijke kaarten, situatietekeningen en profillen, duidelijk aantonende de voorgestelde wijze van constructie, de staat waarin zich de werken bevinden en derzelver uitvoering". ( -. 2.16.10.13 Vervallen inventarissen, transcripties door M. v.d. Linden uit 1950. Circulaire d.d. 3 mei 1817 (nr. 4424). ) Een exemplaar werd gedeponeerd in het archief van het ministerie, het tweede exemplaar werd na goedkeuring teruggezonden aan de hoofdingenieur bestemd om na uitvoering te worden gedeponeerd in het districtsarchief. Reeds in 1818 was de hoeveelheid kaarten en tekeningen die in duplo werden ingezonden kennelijk zo groot, dat de instructie van 1817 werd beperkt. Volgens een nadere toelichting op de instructie werd in het vervolg onderscheid gemaakt tussen het aantal in te zenden kaarten en tekeningen in:
  • Enkelvoud: kaarten ed. van inlichtingen over de uitvoering van werken waarvoor geen goedkeuring nodig was; de kaarten van voorlopige opgave van de nog uit te voeren werken, en van de nog aan te besteden werken;
  • Tweevoud: kaarten van uit te voeren werken, van alle bestekken en ontwerpen die in daggeld werden uitgevoerd;
  • Drievoud: kaarten van projecten bestekken van werken aan publieke gebouwen uitgevoerd in daggeld waarbij een architect werd aangesteld. ( -. Ibid. Circulaire van 29 juni 1818 (nr. 9498). )
De naleving van deze instructie liet blijkbaar te wensen over blijkens de herhaling van de instructie nog hetzelfde jaar 1818 waarbij ingenieurs werden opgedragen om alle kaarten van uit te voeren in tweevoud in te zenden. Tevens werd bepaald dat deze kaarten en tekeningen voorzien moesten zijn van een duidelijk opschrift en ondertekening. ( - Ibid. Circulaire d.d. 29 september 1818 nr. 15275. ) Bij de rijkswaterstaatsingenieurs in de provincies en de waterstaatsinspecteurs was het gebruikelijk dat men de kaarten en tekeningen behorend tot het bureau-archief onder zich hield, en na verandering van dienstbetrekking mee werd genomen naar de volgende standplaats. Uiteindelijk kwamen deze ambtshalve gevormde kaarten-en tekeningenarchieven veelal in handen van families, die niet werden ingeleverd bij het ministerie. Een aantal van deze familie-archieven, zoals Blanken, Goudriaan, Goekoop, Krayenhoff, Dibbets, Van Ommeren zijn terecht gekomen op het ARA. Behalve het kaartarchief van Blanken (BLF) dat in 1984 is geïnventariseerd, komen deze kaartenarchieven -indien niet geïnventariseerd- in aanmerking om te worden teruggevoerd naar de Waterstaat. Dit betreft de familie-archieven Goekoop; Dibbets; Van Ommeren. Behalve het aantal kaarten en tekeningen in voorgeschreven gevallen werd ook de schaal en inhoud ambtelijk vastgesteld door de invoering van de 10-delige tekenschaal bij Waterstaat in 1819, in navolging van het departement van Oorlog uit 1816. De aanleiding tot de invoering van deze uniforme tekenschaal voor het tekenwerk van kaarten en tekeningen was de decentralisatie van het waterstaatsbeheer waarbij in 1819 rijkswerken werden overgedragen aan de provincies. Om de rijkswerken die zich uitstrekten over verschillende provincies (wegen en kanalen) toch onderling te kunnen vergelijken en aansluiten, was een uniforme wijze van karteren noodzakelijk. De instructie voor het schaalgebruik was vrijwel identiek als die van het departement van Oorlog uit 1816, zodat de waterstaatskaarten en militaire topografische kaarten onderling op elkaar aansloten. De schaalinstructie had zowel betrekking op kaarten als tekeningen en op de nieuwe nog te vervaardigen kaarten en tekeningen als op oude reeds in het archief van Waterstaat, inspecties, en districten gedeponeerde kaarten, plattegronden en tekeningen bij de gehele Waterstaat. Op het oude materiaal dat uit het archief werd opgevraagd, moest door de ingenieurs de nieuwe decimale schaal worden getekend. Het kopiëren en overtrekken van oud kaartmateriaal dat voor de dienst werd gebruikt, was vanaf 1819 verboden. ( - 2.04.07.01 Biza Waterstaat inv. nr. 672, Verbaal d.d. 10-6-1819 nr. 9103 : "tiendeelige tekenschalen voor den dienst van den -Waterstaat". ) De belangrijkste schalen die vanaf 1819 voor de verschillende tekeningen, plattegronden en bij de Waterstaat werden gebruikt waren:
Schalen Voorwerp/afbeelding
1:20 Tekeningen van onderdelen van werktuigen, stoommachines, molens, draaiende delen van sluizen en bruggen.
1:50 Tekeningen van grote werktuigen, gehele sluizen, molens, bruggen, beschoeiingen, publieke gebouwen.
1:100-1:200 Dwarsprofielen van kanalen, dijken, wegen.
1:500 Plattegronden van traverses door steden.
1:1000 Niet vermeld.
1:2.000 Plattegronden van bebouwde of beplante gedeelten van wegen, waarvoor onteigeningen van eigendommen noodzakelijk zijn.
1:5.000 Kaarten van: ontwerpen van wegen, kanalen of rivieren, sluizen, kribben, bermen. Lengteprofielen van wegen en kanalen.
1:20.000 (Algemene) kaarten van wegen en kanalen die voor de planning en voor het aangeven van de algemene richting tot overzicht van een ontwerp.
1:50.000 Kaarten van gehele provincies of (waterstaatsdistricten) aaneenschakeling van wegen en kanalen.
Deze schaalinstructie uit 1819 is verplicht geweest bij de Waterstaat tot 1854-1856, toen een nieuw kaartvoorschift voor de rijksdiensten werd ingevoerd. Wel werden er onder invloed van de ontwikkelingen in de grafische techniek voor de vervaardiging van tekeningen nieuwe reproductie technieken geïntroduceerd. In 1849 werd bij circulaire van 28 maart nr. 88 aan de hoofdingenieurs en ingenieurs verzocht om voortaan bij de bestekken eenvoudige tekeningen te voegen zodanig getekend dat deze geschikt waren om er lithografische reproducties te kunnen maken. De lithografische reproductie van bestektekeningen werden verplicht opgenomen in de bepalingen van de Algemene Voorwaarden (art. 10) bij bestekken, en kwamen ten laste van de aannemers. Behalve kaarten die in eigen beheer werden vervaardigd, werd tevens gebruik gemaakt van het reeds voor handen zijnde kaartmateriaal van het kadaster en de eerstaanwezend ingenieurs. Er werden vanaf c. 1850 uittreksels van de kadastrale kaarten bij de kantoren van de Hypotheek bewaarders overgetekend en gekopieerd. De kadastrale uittreksels konden worden gebruikt voor bijvoorbeeld onteigeningskwesties. Tevens stelde departement van Oorlog de grootschalige plattegronden van de zogenaamde Verboden Kringen kopieën ter beschikking van de waterstaat. ( - 2.16.10.13. Circulaire van 29 maart 1856 nr. 157. ) In 1856 werd de instructie van 1819 gewijzigd door nieuwe voorschriften voor het gebruik van tekens op kaarten die in druk werden uitgegeven door Rijksdiensten. Op basis van een advies van een speciale commissie in 1853 door het ministerie van Oorlog belast om standaardtekens voor de vervaardiging van getekende en gegraveerde kaarten te bepalen, werden de aanbevelingen in 1854 door de minister van Waterstaat voor de gedrukte kaarten bij de Waterstaat overgenomen. Op rapport van de hoofdingenieurs Ferrand en Van der Kun werden de voorschift niet verplicht voor getekende kaarten. Het voorschrift werd bij KB van 21 juni 1856 nr. 73 vastgesteld. De standaard schalen beperkt tot 1:5.000/10.000 en 25.000. Deze instructie was echter niet van toepassing op de kaarten en tekeningen die voor de Staatsspoorwegen werden getekend. Hiervoor waren andere afzonderlijk voorschriften in gebruik, ingesteld door de Commissie voor de staatsspoorwegen vastgesteld. ( - Zie de Verzameling Wetten, Besluiten betreffende de Staatsspoorwegen, § 28;33-35 Nr. 12 en Nr. 13 van de Commissie voor de Staatsspoorwegen. Jaar en Inhoud van de instructies onbekend. ) 1860 Nieuwe Algemene Voorwaarden bij de Waterstaatsdienst, betekende een vereenvoudiging in de bestekken In 1864 werden de ingenieurs verzocht om bij adviezen schetstekeningen ter verduidelijking toe te voegen. Dit gold met name voor grondtransacties, op aandrang van het ministerie van Financiën. In 1865 moest van gronden die door rijkswaterstaat in gebruik werd gegeven tekeningen in drievoud van de concessie worden ingediend. Hiervoor konden de rijkswaterstaatsingenieurs beschikken over kopieën van de kadastrale kaarten die bij de Hypotheekkantoren werden getekend van de minuutplans met de kadastrale perceelaanduiding. De tekeningenproductie bij de bestekken had in 1878 kennelijk een te grote omvang aangenomen zodat dit tot administratieve problemen bij de Waterstaat aanleiding gaf. Tenminste door de Waterstaat werden de hoofdingenieurs aangeschreven om de bestektekeningen voortaan op kleinere schaal en dus van geringere afmetingen te laten vervaardigen. (16-4-1878 nr. 10 D177 index p. 10). Naar aanleiding van een nieuw voorschrift op de vervaardiging van tekeningen dat bij het departement van Oorlog en de genie in 1892 werd ingevoerd, werd de oude kaarttekeninstructie van 1856 van Oorlog ingetrokken. In navolging hiervan werd bij KB de instructie van 1856 vervallen verklaard voor de hele rijksdienst, zonder dat er een nieuw voorschrift van kracht werd. Hoogstwaarschijnlijk hadden de kaart-en tekeningenproducerende instanties zoals het kadaster, de topografische dienst hun productie gespecialiseerd. In hoeverre ook bij de waterstaat in periode na de intrekking van de kaartinstructie in 1891 tot ca. 1920 toen nieuwe algemene standaardnormen van kracht werden, is onbekend. De waterstaatsarchieven is geen nieuw voorschrift tussen 1891-1926 te vinden. In hoeverre de regels van andere rijksdiensten zoals bijvoorbeeld van het departement van Oorlog werden gevolg is evenmin duidelijk. Aan de kaarten die door de waterstaat werden geproduceerd en in druk uitgegeven sinds ca. 1845, zoals de rivierkaart op schaal 1:10.000 en de waterstaatskaart op schaal 1:50.000 sinds 1864 lagen aparte standaardnormen ten grondslag.
Normalisatie
Vanaf ca. 1920 werden de kaarten en tekeningen vervaardigd volgens de vaste standaardnormen, die in Nederland werden vastgesteld door de Hoofdcommissie voor de normalisatie, later het Nederlands Normalisatie Instituut bekend van de NEN-normen. De Hoofdcommissie voor de normalisatie had een subcommissie ingesteld die tot doel had meer eenheid te brengen in de uitvoering van het technisch tekenen. In deze subcommissie was het ministerie van Waterstaat vertegenwoordig door ingenieurs, die normen vaststelden voor kaarten en technische tekeningen voor de civiele techniek, electrotechniek, spoorweg- en waterbouwkunde enz. Hiervoor werden verschillende normen opgesteld ten aanzien van tekeningen, schaalgebruik, afbeeldingen van symbolen die na publicatie verplicht werden voorgeschreven voor de hele waterstaatsdienst. Het betreft de volgende normen voor technische tekeningen (zie bijlagen):
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Het oorspronkelijke kaarten- en tekeningenarchief van het ministerie van Waterstaat van na 1813 berustte bij het Algemeen Rijksarchief (ARA).
Het bestand kende de volgende blokken:
WCAP Waterstaat Catalogus Putters, 1813-c.1930, inventarisnummers 1-5752.
Bij dit bestand behoren de volgende toegangen:
- 4. WCAP IND1, gedrukte Catalogus Putters 1868, op nrs. WCAP 1-2145 op alfabetisch-geografische volgorde.
- 4. WCAP01, register met nummerieke lijst nrs. 1-5111.
- 4. WCAP05, register op nrs.1-2145.
- 4. WCAP04, register /agenda op WCAP nrs. 5112-5752.
- 4. WCAP IND2, index op beschrijvingen WCAP, nrs. 3482-5752 uit 1984.
WCAP-W Portefeuilles en delen voorlopig genummerd 1A, zijnde het niet-fotomateriaal, met als toegang:
- 4. WCAP-W plaatsingslijst van 1970.
WBW Kaarten en tekeningen van de Waterstaatswerken in de Zuidelijke Nederlanden (België), 1813-1832, behorend tot het Verbaalarchief Binnenlandse Zaken, Waterstaat voor 1830, afgezonderd voor ruil met België, doch nooit afgestaan, met plaatsingslijst 4. WBW.
WAAN Waterstaat, losse aanwinsten, zonder toegang.
WAT Waterstaatskaartserie schaal 1:50.000, gedrukte series, 1865 1934, zonder toegang, volgens bladwijzer onderverdeeld.
WRHR Waterstaat, gedrukte rivierkaarten schaal 1:10.000, 2e herziene editie 1873-1908 en 3e editie 1909-1961. Incompleet en zonder toegang, bladwijzerkaart indeling van de bladen.
WMR Waterstaat Rivierkaartserie uitgave Meetkundige Dienst, RWS 1962, zonder toegang.
ECM Kaartenarchief van het Bureau Mijnwezen, voorheen Afdeling Mijnwezen en Afdeling Vervoer- en Mijnwezen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, (1881) 1906-1940, met als toegang :
- 4.ECM plaatsingslijst van het kaartenarchief van het Bureau Mijnwezen, 1991 en Inventaris van het ministerie van Waterstaat, Afdeling Mijnwezen 1923-1926 en Afdeling Vervoer- en Mijnwezen, 1927-1940; toegangsnummer 2.16.26.01/02.
WDGR Kaartenarchief van waterstaats-inspecteur W. van Ommeren, 1800-1849, inv.nrs. 1-136, met als toegang:
- plaatsingslijst 4. WDGR.
WGO Kaartenarchief van waterstaats-inspecteur Goekoop, 1813-1838, met als toegang:
- plaatsingslijst.
AANW Aanwinstencollectie 1814-heden, met als toegang:
- plaatsingslijst 4.AANW.
MBAW Kaarten en tekeningen afkomstig uit de verbaalarchieven van de Afdeling Waterstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken, 1814-1877, zonder toegang.
De reeds bestaande toegangen omvatten niet alle blokken en geven niet altijd een beschrijving per tekening, maar per onderwerp. Hierdoor was het exacte aantal tekeningen niet bekend. Parallel aan de bewerking van het kaarten-en tekeningenarchief vond bij de CAS ook de bewerking van bovengenoemd verbaalarchief (MBWA) van de Afdeling Waterstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken plaats. De in dit archief aangetroffen tekeningen werden uit dat bestand gelicht en ingevoegd in deze inventaris. Tijdens de bewerking werd verder nog een klein bestand Staatsspoorwegen, Lijn F, aangetroffen.
Doel van de bewerking bij de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) was om alle tekeningen apart toegankelijk te maken, middels één nieuwe toegang.
Uit het archief is niet vernietigd; alleen dubbele tekeningen werden afgescheiden en in een aparte toegang beschreven. Tekeningen, niet behorende tot het taakgebied van de Waterstaat, werden, voorzover mogelijk, afgescheiden. Dit betrof voornamelijk de gedrukte kaarten van de Hydrografische Dienst van de Marine en de Topografische Dienst van het ministerie van Oorlog. Deze kaarten zijn geretourneerd aan het ARA.
Aanwezige foto's zijn uit het archief verwijderd om later samengevoegd te worden in een nog te vormen fotoblok van de Waterstaat.
Voor de bewerking golden de normen goede en geordende staat conform de standaardeisen van de Rijks Archief Dienst 1991-1994. De tekeningen werden gevlakt en ook als zodanig opgeborgen. In de inventaris werd door de vermelding "schade" aangegeven, dat bepaalde tekeningen scheurvorming of andere beschadigingen vertoonden. Zwaar beschadigde tekeningen gingen onbewerkt retour naar het ARA om daar gerestaureerd te worden.
In de nieuwe inventaris zijn de tekeningen ingedeeld naar bergingsformaat met een daarbij behorende nummerserie die van tevoren is vastgesteld. Het is dus niet gezegd dat al deze nummers gebruikt zijn. De volgende bergingsformaten zijn te onderscheiden:
Affichemap: nrs. 1-4999 en 40.000-49.999
A-formaat: nrs. 10.000-16.500
B-formaat: nrs. 7000-9999 en 19.000-29.999
C-formaat: nrs. 5000-6999
Jezet: nrs. 30.000-39.999
Bulk: nrs. 50.000-50.499
Standaard: nrs. 50.500-50.999
Dubbel standaard: nrs. 51.000-51.499
Buiten formaat: nrs. 51.500-51.999
Gezien de verwachte omvang van het aantal tekeningen en daarmee samenhangend de bewerkingstijd, werd gekozen voor een vorm van beschrijven die niet overeenkomt met de geldende beschrijvingsregels voor kaarten en tekeningen. Er is bij het beschrijven gekozen voor een telegramstijl. Door gebruikmaking van een alfabetische ordening van de beschrijvingen binnen de rubrieken is getracht de verschillende werken of objecten en de onderdelen daarvan bij elkaar te houden.
Binnen de beschrijvingen is gekozen voor een vaste volgorde; inventarisnummer, inhoud met de geografische plaatsaanduiding en een omschrijving van het waterstaatsobject/-werk met de schaal en de datering.
Als één tekening uit meerdere stukken bestond is dit vermeld bij de beschrijving. In dat geval hebben alle stukken wel hetzelfde inventarisnummer gekregen.
Bij de geografische aanduiding werden Belgische plaatsnamen zowel ingevoerd met de Nederlandse als de Franse naam.
Aangezien bij de bewerking niet kon worden beschikt over geschreven materiaal, zijn de beschrijvingen gemaakt "vanaf de tekening". Om de koppeling met het geschreven archief te bewerkstelligen zijn in de inventaris de kenmerken, die verwijzen naar verbalen en/of dossiers, genoteerd.
De indeling van de inventaris in rubrieken is als volgt geschiedt:
- de hoofdindeling is op onderwerp:
  • 1 Kaarten en tekeningen van objecten, onder beheer of toezicht van het ministerie van Waterstaat
  • 1.1 Waterstaatswerken
  • 1.2 Wegen en spoorwegen
  • 1.3 Mijnwezen
  • 1.4 Rijksgebouwen
  • 1.5 Posterijen, telegrafie en telefonie
  • 1.6 Electriciteitsvoorziening
  • 1.7 Luchtvaartterreinen
  • 1.8 Visserij
  • 2 Overige kaarten en tekeningen
- de hoofdrubrieken zijn indien mogelijk onderverdeeld in sub-rubrieken:
  • 1.1 Waterstaatswerken
  • 1.1.1 Zeeweringen
  • 1.1.2 Rivieren
  • 1.1.3 Kanalen en vaarten
  • enz.
De verdere onderverdeling is standaard, waarbij eerst Algemeen wordt gebruikt en daarna een onderverdeling op provincie: Groningen - Limburg en dan, indien van toepassing, België. De totale onderverdeling is te vinden in de inhoudsopgave.
Al tijdens de bewerking werden de definitieve inventarisnummers aan de kaarten toegekend; reden waarom de inventaris geen oplopende nummering kent.
Na afloop van de bewerking bleek het totale bestand te bestaan uit 26.238 kaarten en tekeningen, waarvan er 6084 dubbel aanwezig bleken te zijn. Het afgescheiden gedeelte bestaat uit 638 tekeningen. Het aantal tekeningen dat is opgenomen in deze inventaris bedraagt 19.516 stuks.
De uiteindelijke datering van de in deze inventaris opgenomen kaarten en tekeningen is 1681-1982. De datering op de stickers is echter voor aanvang van de bewerking vastgesteld op 1814-1940.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Waterstaat: Kaarten- en Tekeningenarchief, nummer toegang 4.WCA, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Waterstaat / Kaarten en Tekeningen, 4.WCA, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
2.16.02 - Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid: Afdeling Spoorwegen en voorgangers, 1878-1905
2.16.22 - Ministerie van Waterstaat, afdeling Spoorwegen, 1905-1940.

Bijlagen

SchalenVoorwerp/afbeelding

Inventories