Archief
Titel
2.14.68 Inventaris van het archief van de Stichting 'Nederlandse Onderwijs Film' (NOF) van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, 1941-1969
Auteur
C.D.E.M. VierlingVersie
31-03-2022
Copyright
Nationaal Archief, Den Haag
1992 cc0Beschrijving van het archief
Naam archiefblok
Ministerie van OCW: Stichting "Nederlandse Onderwijs Film" (NOF) Ned. Onderwijs Film
Periodisering
oudste stuk - jongste stuk: 1941-1969
Archiefbloknummer
O6Omvang
; 60 inventarisnummer(s) 0,13 meterTaal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het
Nederlands
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.Archiefdienst
Nationaal ArchiefLocatie
Den HaagArchiefvormers
Ministerie van OCW / Stichting "Nederlandse Onderwijs Film" (NOF), A.A. Schoevers
, 1941-1969
Samenvatting van de inhoud van het archief
De Stichting Nederlandse Onderwijs Film (NOF) werd opgericht tijdens de Duitse bezetting. Onder toezicht van het Departement van Onderwijs zouden films geproduceerd en gedistribueerd moeten worden voor vertoning op scholen. Tijdens WOII wist het departement door de productie van eigen films de Duitse Nationaal-Socialistische propagandafilms buiten de klaslokalen te houden. Na de oorlog werd de organisatie aangepast aan de tijd, en ging zelfstandig van het departement films produceren. In 1969 werden nieuwe statuten aanvaard door het bestuur waarbij de naam werd gewijzigd in 'Stichting Nederlands Instituut voor Audiovisuele Media voor het Onderwijs', (NIAM).
Het archief bevat o.a. stukken betreffende de organistie, filmaangelegenheden, de naoorlogse zuivering, diverse filminstellingen, en documentatie (instructieboekjes, affiches, brochures).Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
De Stichting Nederlandse Onderwijsfilm (NOF), 1941-1967
In de jaren dertig werden op de scholen films vertoond van diverse productiemaatschappijen. Het waren geen schoolfilms maar films die een culturele bijdrage dienden te geven aan voorprogramma's in de bioscopen. Schoolfilms werden in die periode nog niet geproduceerd.
A.A. Schoevers, oprichter en directeur van de bekende kantoor- en handelsopleiding, zag de kansen welke op dit terrein onbenut lagen. Zelf was hij een enthousiast amateur-cineast. Hij maakte films speciaal bestemd om de lessen op zijn instituut aan te vullen en te illustreren waarbij hij zich goed realiseerde welke voordelen dit medium het onderwijs te bieden had. Schoevers maakte diverse plannen om te komen tot een organisatie van de onderwijsfilm. Onder toezicht van het Departement van Onderwijs zouden de films geproduceerd en gedistribueerd moeten worden. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden deze plannen eerst op een laag pitje gezet.
Echter in de loop van het eerste bezettingsjaar bleek dat de Duitsers het plan koesterden Duitse films op de Nederlandse scholen te vertonen. Het waren films met nationaal-socialistische propaganda. In Duitsland waren sinds 1934 door de Reichsanstalt für Film und Bild in Wissenschaft und Unterricht, films ingevoerd met het doel dit machtig en suggestief leermiddel te gebruiken om de kinderen in nationaal-socialistische zin op te voeden.
Schoevers wilde dit in Nederland zonder meer voorkomen. Hij ging contact zoeken met het Ministerie van Onderwijs, later omgedoopt tot Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. Van die kant kwam weinig tot geen reactie. Hij wendde zich daarom tot de Duitse autoriteiten en kon overtuigen dat een Nederlandse organisatie beter zou kunnen functioneren dan een Duitse. Om de zaak te rekken werd er veel onderhandeld met de diverse organisaties. Dit moest omzichtig gebeuren zodat de Duitsers geen argwaan zouden krijgen.
Op 6 mei 1941 werd op het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming in Den Haag de Stichting 'Nederlandse Onderwijs Film' in het leven geroepen. C. Schreuder werd aangesteld als plv. directeur, hij was deskundige op onderwijsgebied. Hij kreeg als taak zorg te dragen voor de pedagogisch-didactische verantwoording van de onderwijsfilms. Men startte onmiddellijk de productie van eigen films en verstrekte filmprojectoren aan de scholen.
Voor het selecteren van de Duitse films nam men zeer ruim de tijd. Pas tegen het einde van de oorlog kwamen enkele onschuldige filmkopieën gereed. De opzet om Duitse propagandafilms buiten de scholen te houden kan daarmee geslaagd worden genoemd.
Na de oorlog werd de productie van stomme films voortgezet omdat deze de voorkeur hadden boven de geluidsfilms. De films waren vooral bestemd voor de lagere scholen.
In 1952 werd de organisatie aangepast aan de tijd. Zij ging principieel onafhankelijk van het departement fungeren, werd ook financieel onafhankelijk en ging als uitvoerend orgaan werken voor de Stichting voor de Katholieke Onderwijsfilm, de Stichting Onderwijsfilm voor Openbare en Neutrale Bijzondere Scholen en de Stichting Protestants Christelijke Scholenfilm. De naam veranderde van Stichting 'Nederlandse Onderwijs Film' in 'Stichting Nederlandse Onderwijs Film'.
In die periode ging de geluidsfilm steeds meer terrein winnen. Men ging nu ook geluidsbanden produceren.
In 1969 werden nieuwe statuten aanvaard door het bestuur waarbij de naam werd gewijzigd in 'Stichting Nederlands Instituut voor Audiovisuele Media voor het Onderwijs', (NIAM).
A.A. Schoevers
Adriaan Adolf Schoevers, oprichter en algemeen directeur van het Instituut Schoevers te 's-Gravenhage. Maakte als amateur-cineast zelf films die speciaal bestemd waren om lessen op zijn instituut aan te vullen en te illustreren. Bepleitte reeds voor de oorlog de oprichting van een filminstituut voor het onderwijs en was betrokken bij de oprichting van de Stichting Nederlandse Onderwijs Film, waarvan hij van 6 mei 1941 tot 30 juni 1945 directeur was. Daarna was Schoevers in de periode van 1 juli 1946 tot 31 december 1949 waarnemend directeur van prof. dr. Ph. Kohnstamm.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In 1991 verscheen op het archief van de Stichting Nederlandse Onderwijsfilm een voorlopige inventaris van de hand van dr. J.A.A. Bervoets, hoofd Acquisitie en inventarisatie particuliere archieven van de Tweede Afdeling. Bij de inventarisatie bleek het archief enkele persoonlijke stukken van de heer A.A. Schoevers, oprichter en eerste directeur van de stichting, te bevatten. Deze werden toen nog niet van het stichtingsarchief afgezonderd.
De uitgebrachte films van de Stichting 'Nederlandse Onderwijs Film' (NOF) en de daarbij behorende documentatie (instructieboekjes, uitleg van de stomme films) heeft de stichting niet lang daarna ondergebracht bij het Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam.
Vanaf het ontstaan van de stichting tot aan de verzelfstandiging in 1952 vond een deel van de archiefvorming plaats op het ministerie. Dit deel van het archief werd in 1992 geïnventariseerd door C.D.E.M. Vierling, medewerker van de Afdeling Documentaire en Grafische Faciliteiten, Onderafdeling Centrale Archiefbewaarplaats. Bij de inventarisatie bleek dat archiefstukken van andere organisatieonderdelen van het ministerie naar dit archief waren afgedwaald.
De secretaris van de Stichting NOF was als ambtenaar werkzaam op het ministerie. Hierdoor heeft onvermijdelijk enige archiefvermenging plaatsgevonden. Zo bevonden zich in het archief enkele stukken die behoren tot het archief van de Afdeling LO en het Kabinetsarchief. Aangezien deze archieven reeds eerder geïnventariseerd waren, werden deze stukken voorlopig in dit archiefblok gelaten. Voorts bevonden zich nog stukken van de Afdeling FC in het archief, in totaal 3 dozen. Deze werden evenwel van dit archiefblok gescheiden.
In 1988 heeft de stichting - inmiddels omgedoopt tot Nederlands Instituut voor Audiovisuele Media voor het Onderwijs - haar archief tot 1967 aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen.
Overbrenging van een overheidsarchief
Inhoud en structuur van het archief
Selectie en vernietiging
De omvang van het op het ministerie achtergebleven archief besloeg 20 dozen en is bij de bewerking teruggebracht tot 7 dozen. Vele dozen waren slechts gedeeltelijk gevuld. Uit het archief zijn de volgende stukken vernietigd: geleidebrieven, uitnodigingen, salarisoverzichten, financiële meerjarenramingen, controlerapporten, huurovereenkomsten, bouwdossiers, aankoopovereenkomsten, bankrekeningen en verzoeken van diverse filmmaatschappijen voor het vertonen van films op scholen.
Verantwoording van de bewerking
In 2004 bood het Ministerie van OCW het archief van de Stichting `Nederlandse Onderwijs Film' aan de CAS te Winschoten ter bewerking aan. Er bleek toen dat een deel van dit archief al eerder aan het Algemeen Rijks Archief (thans: Nationaal Archief) was overgedragen. ( Thans opgenomen als inv.nrs. 1, 4, 5, 7, 8, 11, 22, 25-30, 33, 36, 38, 43, 47-49, 55, 58-60. ) Op beide bestanden bestond al een toegang, zij het dat dit in het laatste geval slechts een plaatsingslijst was. Besloten werd om de CAS te vragen deze bestanden fysiek samen te voegen en in één inventaris te beschrijven. Voor de indeling werd uitgegaan van het schema dat in de inventaris van OCW was gebruikt. Na de bewerking, die begin 2005 werd afgerond, werd het archief overgebracht naar het Nationaal Archief. De persoonlijke stukken van de heer A.A. Schoevers zijn als gedeponeerde archief aangemerkt en apart in deze toegang beschreven.
Daarnaast werden tijdens de inventarisatie ook stukken uit het Kabinetsarchief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en uit het archief van de Afdeling Lager Onderwijs aangetroffen. Deze werden als vreemd archief afgezonderd.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
- Creëer een account of log in.
- Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
- Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van OCW: Stichting "Nederlandse Onderwijs Film" (NOF), nummer toegang 2.14.68, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Onderwijs Film, 2.14.68, inv.nr. ...
Verwant materiaal
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
De films van de NOF zijn ondergebracht bij het Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam. Vermoedelijk is deze verzameling compleet. Deze bevat, behalve de eigenlijke films, ook documentatie van de uitgebrachte films: enveloppen met beschrijvingen van de films, instructieboekjes, werkboekjes, feed-back-rapporten en enkele stills. Veelal dienen deze stukken als documentaire uitleg van de stomme films.