Back to search results

2.05.37 Inventaris van het archief van de Directie Economische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1919- 1940

Enter a search query
PreviousNext

Archief

Titel

2.05.37
Inventaris van het archief van de Directie Economische Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1919- 1940

Auteur

K. Bokstijn, J. van der Lelie, R. Jochems

Versie

20-02-2024

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1987 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Buitenlandse Zaken: DEZ-dossiers (Directie Economische Zaken)
BuZa / Economische Zaken

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1919-1940

Archiefbloknummer

Z21107

Omvang

5758 inventarisnummer(s); 82,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Buitenlandse Zaken / Directie Economische Zaken ((1919-1932)) Ministerie van Buitenlandse Zaken / Economische en Consulaire Directie ((1933-1935)) Ministerie van Buitenlandse Zaken / Afdeling Consulaire en Handelszaken ((1936-1940))

Samenvatting van de inhoud van het archief

De in 1919 opgerichte Directie Economische Zaken was belast met de buitenlandse economische betrekkingen. Na 1933 is de informatiewaarde van het archief minder, omdat vanaf dat jaar de primaire verantwoordelijkheid voor de handelspolitiek lag bij het ministerie van Economische Zaken.
Het archief is geheel op onderwerp geordend, waarbij de omvang van de dossiers sterk uiteen loopt. Het bevat onder meer de rapportage van de diplomatieke en consulaire ambtenaren over de economische situatie in het land van hun standplaats. Het archief betreft onder meer stukken over: arbeidswetgeving, belastingen, financiële en monetaire zaken, certificaten van oorsprong, in- en uitvoerrechten, havens, scheepvaartverbindingen, luchtvaart, posterijen, spoorwegen, visserij, olieproductie. De serie door Nederland gesloten handelsverdragen is per land geordend.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
( Gegevens voor deze inleiding zijn ontleend aan:, pp. 197-207 ) F.J.M. Otten, Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, 2004)
De Directie Economische Zaken was van 14 februari 1919 tot en met oktober 1922 ondergebracht in de percelen Bezuidenhoutseweg 97 en 99. In oktober 1922 is Directie Economische Zaken weer teruggebracht naar het gebouw Plein 23. Van 14 februari 1919 tot en met 31 december 1923 werd een zelfstandige administratie gevoerd met eigen archief en secretarie.
1. Organisatie
Onder de in 1918 nieuw aangetreden minister H.A. van Karnebeek werd bij Buitenlandse Zaken een reorganisatie doorgevoerd, die in grote lijnen tot 1940 ongewijzigd zou blijven. Daarbij bleef de verdeling in afdelingen op basis van inhoudelijke taakverdeling, met een scheiding tussen politiek en economie, het uitgangspunt.
Van Karnebeek richtte najaar 1918 een nieuwe Directie van Economische Zaken (DEZ) op, als voortzetting van bureau B van de oude Tweede Afdeling. Kort daarna werd ook de (onder)afdeling Consulaire Zaken bij de nieuwe directie gevoegd, die onder leiding kwam van een energieke directeur, A.M. Snouck Hurgronje. Tegelijk met de instelling van DEZ werd ook een Raad van Bijstand in het leven geroepen, bestaande uit prominente figuren uit de wereld van handel, industrie en scheepvaart en met een door Buitenlandse Zaken bemand secretariaat. DEZ en Raad van Bijstand moesten in nauwe samenwerking vorm geven aan de buitenlandse economische politiek. DEZ verbleef van 1918 tot begin 1922 in een apart gebouw en beschikte daar ook over een eigen secretarie.
Begin jaren-1930 was er een toenemende kritiek vanuit het bedrijfsleven over de behandeling door Buitenlandse Zaken van handelspolitieke zaken. Al eerder was al eens overwogen DEZ en de afdeling Handel van het toenmalige ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel samen te voegen. Bij de kabinetsformatie van 1933 werd bepaald, dat de beleidsverantwoordelijkheid voor de buitenlandse economische betrekkingen zou worden geconcentreerd bij het departement van Economische Zaken. Ook de beide door Buitenlandse Zaken (in casu de chef DEZ) geleide commissies, namelijk de Commissie voor de herziening der handelsverdragen (ingesteld in 1921) en de Commissie voor de onderhandelingen over handelsverdragen (1923), werden naar Economische Zaken overgebracht. De Raad van Bijstand, die al geruime tijd een weinig actieve rol speelde, werd opgeheven. Als gevolg van deze ingrepen werd de status van DEZ verlaagd tot afdeling Consulaire en Handelszaken.
2. Taken
De rol van Buitenlandse Zaken op het beleidsterrein van de buitenlandse economische betrekkingen is niet altijd even groot geweest. Vanaf circa 1930 kwam de verantwoordelijkheid voor het beleid steeds meer te liggen bij het ministerie van Economische Zaken. Voorts was de heffing van rechten van in-, uit- en doorvoer een zorg van het ministerie van Financiën.
Met het oog op de behartiging van de belangen van de Nederlandse handel- en scheepvaart beschikte Buitenlandse Zaken in veel landen over consulaire agenten. Er waren drie consulaire rangen: consul-generaal, consul en vice-consul; de twee eerste categorieën werden bij KB benoemd. Hun primaire taak was de bescherming van Nederlandse onderdanen, vooral hun belangen bij handel en scheepvaart: inklaring, aan- en afmonstering, het afgeven van zeebrieven, voorzieningen bij schipbreuk e.d. Zij moesten het departement periodiek informatie verschaffen. In landen waar Nederland diplomatiek niet vertegenwoordigd was, verzorgden de consuls-generaal tevens de politieke rapportage.
De Directie Economische Zaken) voerde de onderhandelingen over de uitvoering en instandhouding van de verdragen en overeenkomsten betreffende handel en scheepvaart, post, telecommunicatie en luchtvaart. Daarnaast had de afdeling de zorg voor de regeling van de consulaire dienst. De meeste handelsverdragen kenden overigens een summiere inhoud, veelal neerkomend op meestbegunstiging of behandeling op dezelfde voet als eigen onderdanen.
De uitbreiding van de economische taken leidde vanaf circa 1920 tot toenemende integratie van de economische taken van de consulaten met de werkzaamheden van de gezantschappen: veel consuls-generaal werden tevens hoofd van nieuwe economische afdelingen van gezantschappen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van de begin 1919 opgerichte Directie Economische Zaken bevat de stukken betreffende de buitenlandse economische betrekkingen, met uitzondering van de consulaire zaken. DEZ vormde in de jaren 1919-1923 een zelfstandige administratie met een eigen secretarie en archief. Ook na 1923 bleef het gevormde archief bestaan uit een aparte serie dossiers. De informatiewaarde van het archief neemt vanaf 1933 af, omdat toen de primaire verantwoordelijkheid voor dit beleidsterrein en de economische voorlichting kwam te ressorteren onder het ministerie van Economische Zaken..
Ordening van het archief
Net als bij de A- en B-dossiers in het hoofdarchief van het ministerie (archiefinventaris 2.05.01), is er ook hier veelal sprake van rubrieken, die in verband met hun omvang weer zijn onderverdeeld in sub-rubrieken.
In het jaar 1919 werden de stukken nog chronologisch geborgen op agendanummer (inv.nrs. 1-8).
In 1920 ging men over op een zogenaamd ‘zaken-dossier’-stelsel, met een nummering in volgorde van ontstaan.
Omdat dit leidde tot een onoverzichtelijk aantal dossiers, schakelde men per 1 januari 1921 over op ordening op (ruimere) onderwerpen; in de praktijk leidde dit tot een beperkter aantal (330) dossiers, die meestal een sub-nummering kenden.
In 1924 startte men een nieuwe reeks `dossiers' (lees: rubrieken), waarbij indeling en nummering overigens vrijwel geheel overeen kwamen met die uit de periode 1921-1923. Wel vervielen nu de sub-nummers en werden de stukken binnen een rubriek meestal op jaar, maar ook wel op land geordend. Dit laatste was bijvoorbeeld het geval bij dossiers inzake de handelsverdragen of inzake certificaten van oorsprong voor goederen bij invoer in andere landen.
Het aantal dossiers nam licht toe van 330 tot 339, binnen welke nummering nogal wat lacunes zijn te constateren.
Waarschijnlijk zijn in de Tweede Wereldoorlog vrij wat stukken verloren gegaan. Anderzijds bevatten sommige dossiers uit de periode 1924-1940 stukken uit jaren vóór 1924.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: DEZ-dossiers (Directie Economische Zaken), nummer toegang 2.05.37, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, BuZa / Economische Zaken, 2.05.37, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Kunt u het door u gezochte onderwerp in de beschrijvingen niet vinden (tijdens de inventarisatie is gebleken dat veel correspondentie ontbreekt met onbekende oorzaak: vernietiging, vervreemding?), dan kunt u nog raadplegen de toegangen op onder andere de DEZ dossiers, welke zijn ondergebracht bij de toegangen behorend bij het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 1871-1940 (2.05.34). Het betreft de volgende inventaris nummers:
  • Agenda's van 1919-1923 onder inventarisnummer 1349 t/m 1407.
  • Accusatieboek over de jaren 1920-1923 onder inventarisnummer 1408-1411.
  • Expeditieboek over de jaren 1919-1922 onder inventarisnummer 1412-1415.
  • Klappers op het expeditieboek, legaties 1919-1922 onder inventarisnummer 1416-1419.
  • Klappers op het expeditieboek, particulieren 1919-1922 onder inventarisnummer 1420-1423.
  • Namen en zakenklapper 1920-1930 onder inventarisnummer 1424-1459.

Inventories