Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Pardon

Soort gratie Pardon
Gratie Bergen op Zoom
Gratieverlener Karel V
Suppliant(en) Dirck Franss
Soort delict 'Mesuzen' belediging met bedreiging
Delict Delft
Gedagvaarde officier Jan de Heutert, schout van Delft; de kerkmeesters van de Nieuwe kerk te Delft, nl. mr. Bertelmeeusz. en Jan Dircksz.
Amende civiel Ja, 20 Carolusguldens
Advies gevraagd aan Schout, burgemeester en schepenen van Delft en daarna aan de president en luiden van de raad van Holland.
Toedracht en bijzonderheden Dirck Franss, ± 28 jaar oud, heeft brieven van pardon van 29-8-1526 van de Keizerlijke Majesteit m.b.t. 'mesuzen' door hem binnen Delft begaan aan Cornelis Jansz Bosz en Bosch Jansz gebroeders. Dirck heeft een vrouw en vele kleine kinderen. Enige jaren geleden is zijn vader Frans Claesz, de bontwerker overleden. Deze heeft Cornelis Jansz Bosz tot executeur testamentair aangesteld. Cornelis Jansz heeft vanuit zijn executeurschap goederen aanvaard en gebruikt. Dirck en Cornelis hebben hierover 'scerpe woirden gecregen'. Om erger te voorkomen, hebben de 'vrunden en magen' hen 'verenicht bij een scepenen steen' in Delft op 12-12-1524 'mets dat de suppliant zoude in effect zyn ongelick kennen'. Op St. Jansmisdag lestleden (= 24 juni) is suppliant omtrent vespertijd op het 'Mertvelt' Cornelis Jansz tegen gekomen en heeft gezegd: 'heb dy noch gheen berouwe dat ghy die zelvere lepellen die mynder huysvrouwen op hare bruytstoel gegeven waren, gehouden hebt ende nyet wederkeeren wilt ende vreest ghy nyet dat u Godt plagen zal?' Waarop deze antwoordde 'die leppelen houde Iicke voir myn te weesen want seghdy dat Iick se gestoelen hebbe of dat Ick een Dieff byn?' Bosch Jansz de broer van Cornelis is erbij gekomen en vraagt of zijn broer een dief genoemd wordt. Dirck Jans heeft boos tegen Cornelis gezegd 'God gheeft u Sint Jansplaege'. Hierop slaat hij Cornelis zijn 'bonnette' van het hoofd en trekt zijn brootmes om zich te verdedigen maar raakt niemand. Partijen proberen hun geschil te beëindigen maar komen er niet uit doordat de suppliant zijn vergrijp niet erg vindt, en er niemand gewond is. Omdat hij ook niet bekend is met de keur van de stad Delft, begeerde Cornelis Jans een 'scepenen suen'. De 'scepenen suen' is de suppliant 'verloren gegeven' en Cornelis Jansz gewonnen 'volgens een gepretendeerde keur' van de stad Delft en zo kreeg de schout opdracht om hem in de gevangenis te zetten. Daar zit hij doende zijn 'calenge' betwistende de suppliant naar uitwijzen van de keuren 'verbuert te hebben zijn een handt, hem voorts beteyckende dach van Rechte om te comen antwoorden verduechtende mitsdien de zake bij de voorss schepenen int zwaerste gewegen mochte worden, biddende oitmoedelick anst... nemende dat nyemant gequest oft gewont en is geweest' en hij altijd eerlijk geweest is en dat hij graag vergiffenis wil voor wat hij misdaan zou hebben. Hij moet voldoen aan wat de keuren van de stad Delft voorschrijven, m.u.v. 't verbuernisse van der handt'. In plaats daarvan zal hij 'eerlick reparatie doen' en civiele betering van 20 Carolus guldens betalen alsmede de kosten van de justitie. Verder moet hij voor de schout en het gerecht van Delft op een open Vierschaar verschijnen, blootshoofds met een brandende kaars van een pond was in zijn handen. Nadat hij om vergiffenis gevraagd heeft, moet hij de kaars naar de Nieuwe kerk dragen en daar offeren voor het Heilig Sacrament. Hiermee heeft hij 'de brieven van pardoen' geïnterineerd.