Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Remissie en rappel van ban

Soort gratie Remissie en rappel van ban
Gratie Mechelen
Gratieverlener Karel V
Suppliant(en) Katheryne Pietersdochter, huysvrouw van Henrick Dirxzz
Soort delict Doodslag
Delict Nabij Sijbekarspel
Gedagvaarde officier Jan Aelbertsz, officier van de plaats delict en Claes van Dam, als substituut van de Procureur-Generaal van Holland
Amende civiel Ja, 2 Carolus guldens en de kosten van de justitie
Toedracht en bijzonderheden Interinement dd. 5 februari 1527 stilo curie (= 5-2-1528). Katheryne Pietersdr, huisvrouw van Henrick Dircxz, heeft een brief van remissie en rappel van ban van de keizer verkregen in september 1527, vanwege doodslag op Evert Aelbrechtsz. Ze heeft vele kleine kinderen. Het betreft 4 koeien, die haar man circa 10 jaar geleden geschut heeft. Ze waren eigendom van Jan Evertsz. Voor elke koe hoorde hij 2 stuivers te krijgen. Jan is met de kinderen van Evert Aelbrechtsz gekomen, om de koeien te halen. Hij wil Henrick het hem toekomende bedrag niet betalen maar maar 5 penningen. Dit accepteert Henrick niet, er ontstaat onenigheid. Evert vraagt, afkomend op het huilen van de kinderen, waarom ze huilen. Ze zeggen dat Henrick hen wil slaan. Hoewel de koeien niet van hem zijn, gaat hij naar het huis van Henrick en zegt: 'Geef de koeien aan Jan Evertsz terug!' Deze 2 personen hadden de dag daarvoor ruzie gehad en Henrick voegt hem boos toe, dat hij een dief is en pakt zijn 'pieck' Katheryne adviseert Evert weg te gaan om ongelukken te voorkomen. Evert roept: 'geef mij je pieck' en haal je lange mes. Evert slaat Katheryne op haar hoofd. Een ander zegt: 'sla die vrouw niet, ze is in verwachting'. Als Henrick ziet dat zijn vrouw geslagen wordt, wordt hij nog bozer. Als Evert wegloopt, volgt hij hem en als deze valt, verwondt hij hem in zijn 'die' met het mes. Hieraan is deze twee dagen later overleden. Suppliante heeft de verwondingen niet toegebracht, het gebeurde spijt haar. Hoewel er verzoening gedaan is, is ze gevlucht en leeft ze in grote armoede 'als balling 's lands' met haar man. De ban, zoals die tegen haar, door de schout van Sijbekarspel is uitgesproken, wordt teniet gedaan. Alle familieleden, die gedagvaard zijn, consenteren in de remissie. Het lijkt erop dat dit een zelfde zaak is, of dat deze verband houdt met die van het vorige interinement (3543 f 00142v) Dat het nu echter, de vrouw van de man betreft. Alleen staat daar dat het over de geschutte koeien van Jan Claesz gaat en hier om die van Jan Evertsz. Is er sprake van verschrijving in een van beide interinementen?? De rest van de geschiedenis is identiek. De amende civiel is aanmerkelijk lager.