Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Remissie

Soort gratie Remissie
Gratie Mechelen
Gratieverlener Karel V
Suppliant(en) Colm Cornelisz
Soort delict Doodslag
Delict 'den dorpe van den Berch'
Gedagvaarde officier Adriaen van Dorp, baljuw van Rotterdam en Claes van Dam, substituut van de Procureur-Generaal van Holland
Amende civiel 6 Carolus guldens en de kosten van de justitie
Advies gevraagd aan De baljuw en mannen van Schieland en daarna de president en luiden van de Raad van Holland
Toedracht en bijzonderheden Colm Cornelis (of: Colin Cornelis) een arm schamel man, geboren onder het baljuwschap van Schieland, heeft op St. Jacobsdag in 1523 (=25 juli) in de herberg van Pieter Cornelis Claesz in 'den dorpe van den Berch' zitten drinken met zijn vader Cornelis Claesz. In de herberg zat ook Claes Cornelisz., die ruzie zoekt met Cornelis Claesz en zei: 'oom ghy zyt my noch schuldich eenen gouden gulden'. Deze ontkende dit en sprak hem aan met 'neve' en probeerde hem te kalmeren. Claes Cornelisz verlaat de herberg zeggende 'oom, ik zal dat geld hebben' of 'het lyff van eenige van u zoenen' en andere lelijke woorden. Hij blijft buiten de herberg wachten op Cornelis Claesz en diens zoon om hem kwaad te doen. Als het te lang duurt, komt hij weer binnen, hij wil niet luisteren naar de aanwezigen en wordt steeds bozer. Door het rumoer valt een kan van de tafel . Colm wil zijn oude vader verdedigen. Er ontstaat een handgemeen, waarbij suppliant Claes in zijn buik verwondt. Korte tijd later overlijdt hij aan deze verwonding. Suppliant vlucht en hoewel hij met de familie verzoend heeft, durft hij niet terug te komen. Hij houdt zich op, op gewijde plaatsen. Suppliant krijgt gratie. De interinatie is gedaan in Delft. Van degenen die gedagvaard zijn, is alleen de subsituut verschenen, en allen consenteren in het interinement. De datum van het interinement is 30-3-1527 stilo curie Hollandie, = 30-3-1528.