Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 15-02-1541

Datum interinement 15-02-1541
Soort gratie remissie
Gratie Gent
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Adriaan Cornelisz., bakker
Slachtoffer(s) Adriaan Jansz.
Soort delict doodslag (medeplichtigheid)
Delict Kerkwerve (Schouwen)
Jurisdictie delict Bewesterschelde (rentmeesterschap)
Gedagvaarde officier rentmeester van Bewesterschelde
Oppositie procureur generaal Ja, mits verificatie
Verzoening Ja, wel tot stand gekomen
Verleend ter gelegenheid van Blijde Inkomst
Welke blijde inkomste Triomftocht van Karel V door de Nederlanden in 1540 n.a.v. de Vrede met Frankrijk en de overwinningen op de Turken (en Neerslaan van de Gentse Opstand)
Toedracht en bijzonderheden Pinksteren 1538, ruzie tussen Jan Cornelisz. (alias Boone, beroep wever, broer van de suppliant) en Adriaan Jansz. slachtoffer. Gevecht suppliant bemoeide zich ermee uit broederliefde. A. J. stak suppliants broer een lang mes door de rechterarm. Suppliant sloeg A.J. enkele keren met een 'geprickelden stock' zonder hem te raken. maar hij had hem wel gestoken als hij had gewild omdat er een ijzeren pin aan zijn stok zat maar hij 'begheerde hem gheen arch' A. J. was echter wel gewond door Jan Cornelisz. en overleed.Hoewel suppliant weet dat hij niet schuldig is aan de dood van het slachtoffer, is hij toch bang straf te krijgen omdat hij zich er wel mee heeft bemoeid en ook naar het slachtoffer geslagen heeft. hij is bij de certifficatie op het feit genomen niet belast maar omdat hij uit vrees in deze doodslag geleid te worden met partijen heeft verzoend wil hij voor de zekerheid remissieNB verzoening zou schuldbekentenis kunnen zijn, vraagt daarom remissieAdriaan Cornelisz. Backer vertelde aan het slot van zijn rekest dat hij zich met de nabestaanden had verzoend, hoewel hij volgens de aanwezige bewijsstukken 'daerinne nyet belast' was. Hij had naar de overledene gestoken met zijn 'geprickelden stock', echter zonder hem te verwonden, en hij 'begheerde hem gheen arch' zoals hij in het rekest uit de doeken had gedaan. Hij had uit broederlijke liefde zijn broer verdedigd die uiteindelijk het slachtoffer wel dodelijk verwondde. Hij had de verzoening geregeld 'uuyt vreese dair van in desen dootslach geleyt te wordden'. Bang daarom 'in laste te commen' wilde hij 'tot versekertheyt van zynen lyve' ook nog remissie.