Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 03-07-1551

Datum interinement 03-07-1551
Soort gratie pardon
Gratie Brussel
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Andries Thomasz.
Woonplaats dader(s) Amsterdam
Soort delict handel met Schotland (tegen de geboden in)
Gedagvaarde officier schout van Amsterdam
Oppositie procureur generaal Ja, mits verificatie
Amende honorable Ja, in de audientie van het Hof van Holland blootshoofds vergiffenis
Verleend ter gelegenheid van Goede Vrijdag
Advies gevraagd aan stadhouder van Holland en admiraal van de zee (neef keizer, heer van Beveren); schout van Amsterdam; Raad van State; tresorier van de espargne (heer Cornelis Schepperus); heer van Eecke; landvoogdes
Toedracht en bijzonderheden 01-07-1548 paspoort en consent gekregen van de keizer om zijn schip te laden met koopwaar van 3000 kar. gulden waarde en daarmee naar schotland te varen en van het geld schepen te kopen die door de schotten van onze onderzaten waren berooft en afgenomen. de goederen waren hem meegegeven zodat hij voor een redelijke prijs de schepen zou kunnen terug kopen. Toen hij daar kwam waren de schepen al verkocht en heeft hij een deel van de goederen verkocht een deel daargelaten met zijn dienaars om op te passen zodat ze het later tegen een betere prijs konden verkopen. Hij kwam thuis zijn crediteuren wilden het gld maar dat had hij nog niet voldoende ze wilden hem gevangen laten nemen. De goederen zijn een jaar daar blijven liggen, hij kon ze dus niet betalen en de crediteurs behoorden geduld te hebben gehad en hem uitstel of termijn geven, en wilden hem laten vangen. In sept. 1549 uit angst te worden gevangen heeft hij zijn schip stiekum volgeladen met zijn gewoonlijke koopwaar, het schip secretelijk naar schotland gestuurd, omdat hij zelf niet durfde te varen. een dienaar heeft alle waar (ook wat daar opgeslagen was verkocht, schaapsvellen gekocht en de schaapsvellen is de suppliant naar het maasdiep gereisd en heeft de schaapsvellen naar Amsterdam gestuurd om te verkopen. Dit kwam de kapitein van de admiraal en de schout van Adam te weten. de kapitein heeft het schip verkocht en de schout de overgebleven schaapsvellen en de penningen doen arrsteren en dat uit krachte van de plakkaatbrief van 7 mei 1544 waarbij het verboden is in schotland handel te drijven. de suppliant beweert niet dat hij dat niet wist, voert ook verder geen verzachtende omstandigheid aan behalve vrouw en kk.