Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 26-07-1537

Datum interinement 26-07-1537
Soort gratie pardon
Gratie Brussel
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Adriaan Gijsbrechtsz. en Willem Cornelisz.
Woonplaats dader(s) Bodegraven
Soort delict geweldpleging ('forfeyten mesusen en gewelden')
Delict Bodegraven
Jurisdictie delict Woerden (kasteleinschap)
Gedagvaarde officier kastelein van Woerden
Dader gevangen bij gratieverzoek? Nee
Amende civiel beiden 50 kar.g en kosten van justitie: 21 kar.g 3 st.
Advies gevraagd aan Hof van Holland
Toedracht en bijzonderheden int.: forfeyten mesusen en geweldenOp allerheiligen in Bodegraven als organist door de kerkmeesters en gemene buren aangenomen geweest. Ter verdediging van een door de kerkmeesters van Bodegraven, zonder toestemming van de buren, ontslagen organist, heer Claas, priester. Hem werd belet om de mis te doen, de ornamenten werden in zijn kerk van het altaar gehaald. Eén van de supplianten zei uit haistighe gramme moede dat de andere ornamenten in de andere kerken dan ook van het altaar moesten worden gehaald om de sacrificie van de andere priesters te beletten. Dit omdat de meerderheid van de geburen de organist wilden houden. Suppliant 1 is vechtend geworden met Willem Soete één van de drie kerkmeesters, maar niet op het gewijde en heeft hem niet gekwetst. Gijsbrecht Smit vader van W.S. heeft ze gescheiden. Niemand gekwetst. Suppliant 1 is met Jacob Cornelisz. gekomen die d'eene vierscouwer is van het huis van Cornelis Jacobsz. schout van Bodegraven wetende dat er verwisselde kinders zaten. Glazen ingegooid in het huis van de schout, de schoutinne had ze binnen moeten laten (de vuurschouwer, om zijn werk te doen) en deed dat niet en zei dattet oNeerlijk was te schrijven 'et offenderet aures audientium. suppliant 1 vond dit lelijke smadelijke woorden. Het glazen ingooien is veraccordeert en afgedronken en de kastelein van Woerden, Albrecht van Egmondt een boete van 10 pond (20 stuivers tpond), zoals de costumen en handvesten in deze plaats voorschrijven. Daarna zijn beide supplianten met een ton bier en andere goederen met twee personen, mr. Jan Haga organist te Leiden en Claas Gillis gekomen uit Gouda elk met een stuifslee naar Bodegraven van geen kwade mare wetende maar vrolijk callende werden gevolgd door Pieter Dirksz. voerman met een paard en slede en op de slede zaten de pastoor en de voorn. schout van Bodegraven, met willem Zoet en de andere kerkmeesters. Ze riepen dat ze uit de weg moesten gaan, maar suppliant vond het niet nodig te wijken, omdat er ruimte genoeg was en ze konden ook moeilijk wijken omdat er sNeeuw op het ijs lag. Na wassende woorden zijn de voerman en de schout gekwetst door de supplianten, zonder enige leemten of gebreken gehouden te hebben. De vechtpartij gebeurde in de heerlijkheid van Steyn en onze officier is aldaar van zijn breuken vernoegd. Dit is ter ore gekomen van de P.G. van het HvH. ze hebben zekere deffaulten wegens non-comparitie gekregen en vrezen nu in de eis en conclusie van de p.g. veroordeeld te worden. Hoewel ze hopen in deze zaak noch lijf noch lid verbeurd te hebben vrezen ze rigeur van rechte en weten zich insuffisant en impotent tegen de p.g. in rechte te treden