Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 24-10-1558

Datum interinement 24-10-1558
Soort gratie remissie
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Lijsbeth Hendriksdr.
Woonplaats dader(s) Delft
Slachtoffer(s) Cornelis Jansz.
Soort delict doodslag
Delict Delft
Dader gevangen bij gratieverzoek? Ja
Amende civiel 20 kar.g
Toedracht en bijzonderheden onnozel procedurekwesties na verdenking van sub- en obreptie toch interinementZoals samengevat in de Index op de CrimiNeele Sententien van het Hof van Holland 1538-1572 (inv. nr. 5654)Lijsbeth Hendriksdr. van Arnhem heeft wegens het ombrengen van haar man brieven van gratie verkregen. De procureur generaal concludeert dat deze zullen worden verklaard te zijn verkregen sub- en obreptief. De impetrante wordt ter torture gebracht en volhardt in haar vroegere verklaring. Het Hof interiNeert de brieven van remissie en veroordeelt haar in een geldboete.Nadere uitwerking: In de remissiebrief stelde de suppliante dat ze tijdens haar huwelijk 'dickmaels' met vuisten of anders is geslagen door haar man, Cornelis Jansz. Op een dag bracht hij een lichte vrouw mee naar huis en dreigde hij haar weer te 'smyten' en te slaan en met een 'poignAart' te steken., terwijl zij die hoer het huis uit wilde gooien. Ze had de kinderen te eten gegeven en het mes nog in de hand had ze Jan van Woerden, haar schoonvader die wilde interveniëren, gezegd dat hij zijn zoon niet moest tegenhouden. Terwijl ze hem omslingerde had ze per ongeluk haar man in het 'dunne' van zijn buik geraakt. Hij overleed kort daarna aan de verwonding.De vrienden en magen zijn non-comparanten. Het hof (?) verklaart dat 'dair off acte gemaict ende gevoucht soude worden bij de remissie omme int visiteren vandien dairop alzulck regart genomen te worden alst behoiren soude'. De pg zegt nu dat Cornelis BackeNeel (haar man, die dus eerst steeds Cornelis Jansz. heet) op een heel andere wijze door haar is omgebracht. (De gebeurtenissen zijn anders, er is geen sprake van een lichte vrouw en het komt erop Neer dat ze toesteekt, terwijl hem het mes al is afgenomen.) Hij concludeert tot sub-en obreptie. Voordat het hof haar ex-officio onder tortuur doet brengen is er geprocedeert (er is een ordinaris enqueste aangesteld etc.). Onder tortuur verklaart ze dat ze haar man 'met gheen opsette lage ende meeninge' dood heeft gestoken en dat het 'onnoselick' gebeurd is volgens de inhoud van haar remissiebrief. Het Hof vindt dan dat men het proces 'termineren mach sonder enquestie te doen op de feyten'. Het interinement op 24 oktober 1558 gaat gepaard met een a.c. van 20 kg.
Vindplaats beschikking extern ARB, Rekenkamer, inv. nr. 49581, z.f