Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Datum interinement: 10-06-1545

Datum interinement 10-06-1545
Gratie Brussel
Gratieverlener Karel V
Dader(s) Pieter Evertsz.
Woonplaats dader(s) Amsterdam
Slachtoffer(s) Joost Zijbrantsz.
Soort delict doodslag
Jurisdictie delict Amsterdam (schoutambacht)
Gedagvaarde officier Willem Dirksz., schout van Amsterdam
Dader gevangen bij gratieverzoek? Nee
Verzoening Ja, wel tot stand gekomen
Amende civiel 25 kar.g
Toedracht en bijzonderheden De lijkschouwing op Joost Zijbrantsz. vond plaats op 10-02-1542 (Gemeentearchief Amsterdam, rechterlijk archief nr 5061, justitieboek 1524-1566, nr. 567, f. 103v) Met Joris Mathijsz. en Cornelis Roothooft de bal op het ijs geslagen. Vervolgens in de herberg bij de kaatsbaan buiten de Jan Rooden Poort 14 pinten Hamburger bier gedronken. Voordat de poort gesloten zou worden binnen de stad gegaan, alwaar Cornelis Roothooft van hen scheidde (Joris gaat mee, maar hij blijft in het verdere verslag buiten beeld). Naar de herberg 'In de druif' van Gretgen Hendriksdochter om daar nog een kanne bier of twee te drinken. De waardin levert hen en tiktakspel waarmee ze speelden om het gelag te kunnen betalen, dat ze buiten de poort verdronken hadden en wat ze nog verdrinken zouden. Als ze moeten afrekenen (het is omtrent twaalf uur en de waardin verzoekt hen af te rekenen en te vertrekken) zegt Joost dat suppliant het meest gedronken heeft en voor hem moet betalen. Suppliant zegt dat hij geen geld heeft en te zeer in schuld is bij de waardinne en dat hij hem morgen wel zal betalen. Als Joost aanhoudt dat hij voor hem zal betalen, biedt hij hem zijn mantel aan, die wordt aangenomen, maar de waardin zegt dat hij hem terug moet geven en dat zij wel tevreden is. Hij wil dit niet voordat suppl. het gelag voor hem betaalt. Suppliant raakt verhit en in grammen moede Neemt hij zijn mantel weer en zegt: 'Gij arm bedelpersoon, zoudt gij mijn mantel houden ik ben machtig genoeg mijn gelag te betalen'. Joost wilde tegen de suppliant opstaan, maar de waardin houdt hem nederzittend om alle kwaad te behoeden. Suppliant gaat weg. Joost gaat kijven tegen de waardin dat zij hem heeft gehouden. Zij zegt dit gedaan te hebben om beterswille en om alle kwaad te beletten. Ze probeert hem tegen te houden als hij de keukendeur ontnagelend met getrokken mes de suppliant zoekt. Om zijn lijf te beschermen geeft suppliant Joost een kwetsure waaraan deze kort daarna overlijdt.