Terug

Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Remissie

Soort gratie Remissie
Gratie Mechelen
Gratieverlener Karel V
Suppliant(en) Reym Jacobszoen
Soort delict Doodslag
Delict Arnemuiden
Gedagvaarde officier Jorys Pietersz baljuw van Arnemuiden, Pieter de Lalo baljuw van Middelburg en Claes van Dam de substituut van de Procureur-Generaal van Holland
Toedracht en bijzonderheden Reijm Jacobszoen geboren in 'Crommenierdyck in Kermerlant' (Krommeniedijk Kennemerlant) is 2 jaar geleden als bootsgezel in Arnemuiden in Zeeland geweest op 'dat Middelburchsche gaet' ten huize van Jan Bouwensz In het gezelschap was ook een 'jonckgesele' Claes Dircx. Er ontstaat een woordenwisseling, waarin zij elkaar 'onbequaemheyt' als bootsgezel verwijten. Claes Dircxzoen zegt dat Reym zich uitgeeft als 'bevaren man' terwijl het zijn eerst reis wordt. Dit om te verhinderen dat de suppliant zou worden aangenomen als bootsgesel. Reym zegt, dat wanneer hij aan boord zijn zegje kan doen , hij zal mogen blijven en Claes niet. Dit zint Claes niet en hij gooit Reym een kandelaar met een kaars naar zijn hoofd zodat de kaars dooft. Deze probeert de kandelaar te ontwijken en is er goed afgekomen. Claes wil niet stoppen en wil hem met een stoel (?stock) te lijf gaan. Ook Reym pakt een stoel (?stock) en zegt: 'laten we niet gaan vechten'. Hij probeert het gevecht te voorkomen en te vluchten, maar wordt door Claes flink verwond aan zijn arm. Als er weer kaarslicht is, en Reym het bloed ziet, wordt hij boos en verwondt hij Claes met een broodmes in zijn borst. Hier is Claes zeer ziek van geworden. Later heeft hij bekend dat het gevecht zijn schuld was en dat hij de suppliant vergaf. Suppliant heeft zich met Claes Dircx verzoend. Deze is vijf à zes dagen later overleden. Hoewel de familie hem vergeven heeft, is Reym gevlucht, hij leeft in armoede en durft niet terug te keren. T.g.v. Goede Vrijdag krijgt hij gratie. Hij moet civiele betering betalen en de kosten van de justitie. (er staat maart 1525.> pasen is 1-4-1526, dus 30-3-1526) Gedaagd was Dirck Cleasz, vader van de overledene, die consenteerde in het interinement. Gedaen in Den Haag 6 februari 1527