Hof van Holland: Remissies en pardonnen, Soort gratie: Remissie
Periode:
1523 - 1806
Soort gratieRemissie
GratieMechelen
GratieverlenerKarel V
Suppliant(en)Willem Cornelisz
Soort delictDoodslag
DelictCapelle a/d Ijssel
Gedagvaarde officierAdriaen van Dorp, baljuw van Schieland en Claes van Dam, substituut van de Procureur-Generaal van Holland
Amende civielJa, 8 Carolus guldens en de kosten van de justitie
Advies gevraagd aanDe baljuw en mannen van Schieland en daarna aan de President en luiden van de Raad van Holland
Toedracht en bijzonderhedenWillem Cornelisz was in Capelle a/d IJssel ten huize van Joris Hugensz, waard, waar ook Adriaen Claesz en zijn twee broers waren. Er ontstaat een woordenwisseling, waar suppliant boos op reageert. De broers van Adriaen zijn hierop slaags geraakt met Willem, waarbij deze is verwond door Aert Claes Claesz. De waard en de andere aanwezigen probeerden de vechtenden te scheiden. Hierdoor kon de gekwetste 'sijn leedt niet wreken', woedend trekt hij zijn 'dagghe' en gooit die naar het lichaam van Adriaen. Deze overlijdt kort daarna aan de verwonding. Hoewel Willem zich met de familie verzoend heeft, is hij uit vrees voor de jusitie uit Holland gevlucht. Hij heeft gratie gekregen, mede op advies van de tante van de keizer, de aartshertogin van Oostenrijk. In Mechelen heeft hij de remissiebrief gekregen. De gedaagden gaven te kennen niet te verschijnen en het met het interinement eens te zijn.
Deze vertaling is automatisch gegenereerd en kan fouten bevatten. Pagina's die persoonlijke informatie bevatten worden vanwege de privacy niet automatisch vertaald en zijn alleen beschikbaar in het Engels. Lees hier meer over onze vertaalde website.