Terug naar zoekresultaten

2.21.422 Inventaris van het archief van de familie Immink-Ninaber, 1721-1944

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.422
Inventaris van het archief van de familie Immink-Ninaber, 1721-1944

Auteur

A. Poelwijk

Versie

26-09-2017

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2011 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Familie Immink-Ninaber
Immink-Ninaber

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1721-1944

Archiefbloknummer

C25076

Omvang

; 141 inventarisnummer(s) 2,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel van de stukken is in het. Een klein gedeelte is in heten.
Nederlands
Frans
Latijn

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, gedrukte en getypte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Immink
Ninaber
Biben. Johanna Elisabeth
Biben, Martin Gerard
Bouwmeester, Johanna Elisabeth
Brouwer, Wilhelmina
Gorter, Klara Cornelia
Immink, Adam Philip Wynold
Immink, Adrianus Johannes
Immink, Johan Elisa
Immink, Petrus
Immink, Petrus
Immink, Wernerus
Laer, Aleida van
Ninaber, Adrianus Johannes
Ninaber, Adrianus Johannes
Ninaber, Adrianus Johannes
Ninaber, Cornelia Henrietta Ninaber
Ninaber, Engelbertus Cornelius
Ninaber, Johan Derk
Ninaber, Johan Derk
Ninaber, Johanna Elisabeth
Ninaber, Johannes Coenradus
Ninaber, Wilhelmus Antonius
Noordink, Johanna Jacoba
Roos, Cornelia Margaretha Jacoba
, , 1789-1832, , 1753-1815, , 1857-1885, , 1838-1914, , 1861-1924, , 1776-1841, , 1830-1900, , 1806-1876, , 1784-1829, , 1717-1765, , 1775-1861, , 1847-1896, , 1692-1725, , 1782-1812, , 1817-1848, , 1809-1876, , 1779-1848, , 1747-1803, , 1833-1905, , 1855-1940

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de families Immink en Ninaber (1721-1944) bestaat uit stukken van het predikantengeslacht Immink en de aangetrouwde familie Ninaber. De stukken zijn onder andere van juridische aard inzake het recht in Nederland en voornamelijk Nederlands-Indië: te vinden zijn onder meer ontwerp-koninklijke besluiten, aantekeningen en brieven inzake de gelijkstelling van 'Inlanders' en Europeanen, de organisatie van de landraden in Nederlands-Indië, en de rechtspositie in het geval van gemengde huwelijken en nalatenschappen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Voor zover bekend is de familiale band tussen de families Immink en Ninaber gelegd door het huwelijk tussen dominee Wernerus Immink en Johanna Elisabeth Ninaber dat op 21 juli 1829 werd gesloten in Hellendoorn, waar Wernerus toen predikant was.
Familie Immink
( Een genealogisch overzicht van de familie Immink is te vinden in: ) Nederlands Patriciaat ( , jaargang XXIX (1943), 145-191. Daarin komen ook leden van verwante families aan de orde. ) De familie Immink zou als een predikantengeslacht getypeerd kunnen worden. Diverse generaties waren werkzaam als dominee. Van vader op zoon werd het predikantenambt doorgegeven door achtereenvolgens: Warnerus Immink (1671-1724), predikant te Eibergen, aan zijn zoon Jacobus Immink (1698-1767), predikant te Enschede, aan diens zoon Warnerus Immink (1734-1778), predikant te Enschede, aan diens zoon Petrus Immink (1776-1841), predikant en rector Latijnse school te Ootmarsum. Hij gaf het ambt op zijn beurt door aan zijn zonen Wernerus Immink (1806-1876), predikant te Kamperveen en te Doesburg, en Willem Arnold Immink (1808-1875), predikant te Zeddam. ( Ook de schoonzoon van Petrus was dominee, te weten Antonius Jacobus Josinus Warnsinck (1816-1892) die in 1841 in het huwelijk trad met Petrus’ dochter Petronella Jacoba Immink (1813-1861). ) De zoon van deze laatste Wernerus zette de traditie voort: Petrus Immink (1830-1900) was Nederlands Hervormd predikant, op het laatst van zijn leven in Bergen in Noord-Holland. ( Ook de schoonvader van Petrus was dominee: Adam Philip(pus) Winold Noordink, de vader van Petrus’ echtgenote Johanna Jacoba Noordink, was predikant. )
Naast deze religieuze activiteiten waren de leden van de familie Immink ook actief in bestuurlijke functies. Adrianus Johannes (1838-1914) en Johan Elisa (1861-1924) zijn daarvan goede voorbeelden.
Adrianus Johannes Immink werd op 12 maart 1838 in Doesburg geboren. Hij studeerde rechten in Utrecht, en sloot zijn studie af met een promotie in 1861 op een proefschrift over brandstichting. Daarna ging hij studeren aan de Koninklijke Academie in Delft. Na zijn grootambtenaarsexamen te hebben afgelegd werd hij in 1864 benoemd tot ambtenaar van de eerste klasse voor de burgerlijke dienst in Nederlands-Indië. Dit was het begin van een langdurige carrière in de Nederlands-Indische rechterlijke macht, waarin hij het uiteindelijk in 1882 bracht tot raadsheer van het Hooggerechtshof van Nederlands-Indië. Op zijn eigen verzoek werd Adrianus Johannes in 1889 eervol ontslag verleend. Hij keerde toen terug naar Nederland. Daar werd hij in 1892 lid van de Staatscommissie tot herziening van het Indisch privaatrecht. A.J. Immink bleef daarnaast ook wetenschapper. Gedurende zijn gehele bestuurlijke en ambtelijke carrière heeft hij publicaties over het Nederlands-Indische rechtssysteem en de rechterlijke macht in Nederlands-Indië het licht doen zien. ( Zie voor meer informatie over mr. A.J. Immink: C. Fasseur, “Immink, Adrianus Johannes (1838-1914)” in: Biografisch Woordenboek van Nederland (te raadplegen via internet: ) http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN ( ). Enkele publicaties van de hand van A.J. Immink zijn terug te vinden in het familiearchief: zie inventarisnummers 68, 71, 72 en 75. )
De op 7 januari 1861 in Noord-Scharwoude geboren Johan Elisa maakte een bescheiden bestuurlijke carrière door op te klimmen van ambtenaar op de secretarie van de gemeente Sloten (1883) via burgemeester van Buiksloot en van Kuinre en Blankenham tot burgemeester en secretaris van Stolwijk aan het einde van zijn carrière (vanaf 1905 tot zijn dood in 1924).
Een aantal leden van de familie Immink waren als militair actief. De broers Willem Arnold (1801-1875) en Antonie Johannes Bernardus Immink (1810-1882) namen deel aan de militaire campagne in het huidige België, de Tiendaagse Veldtocht. In augustus 1831 schreven zij vanuit Hasselt en Leuven een brief aan hun vader Petrus Immink in Ootmarsum. Daarin vertellen zij over hun ervaringen en maken zij melding van de succesvol afgeronde vredesonderhandelingen. ( Zie inventarisnummer 41 ) Antonie Johannes Bernardus bleef vervolgens in de Zuidelijke Nederlanden achter, om zich daar als koopman te vestigen. In 1854 trouwde hij in Namen met Rosalie Bailly. Willem Arnold keerde na de militaire activiteiten terug naar het noorden om als predikant de familietraditie voort te zetten.
Familie Ninaber
Waar de familie Immink duidelijke kenmerken van een domineesfamilie vertoont, is de familie Ninaber minder gemakkelijk te duiden. Dat heeft te maken met het feit dat over de diverse leden van de familie Ninaber in het familiearchief minder materiaal aanwezig is dan over de familie Immink. Toch zijn ook hier wel enkele karakteriseringen te geven.
Allereerst kende de familie Ninaber, evenals de familie Immink, een aantal opvolgende generaties van dominees: Henricus (†1711) was predikant te Wilpe, zijn zoon Engelbertus Cornelius (1692-1725) was predikant te Amboine en diens zoon Adrianus Johannes (1717-1765) was predikant te Hoevelaken.
Andere leden van de familie Ninaber waren actief in bestuurlijke (soms deels militaire) functies: Wilhelmus Antonius (1747-1803) was actief als lid van het bestuur van het Departement van de Ouden IJssel/Overijssel ( Zie inventarisnummer 11. Een overzicht van de bestuurlijke functies van W.A. Ninaber is opgenomen op de website van Parlement & Politiek ( ) www.parlement.com ( ). ) en Adrianus Johannes (1775-1851) maakte deel uit van de gewapende burgermacht. ( Zie inventarisnummer 13. ) Daarnaast studeerden zowel Adrianus Johannes Ninaber (1717-1765) als zijn naamgenoot, achter-achter-kleinzoon Adrianus Johannes (1847-1896), rechten, respectievelijk aan de Gelderse Academie te Harderwijk en aan de Universiteit Leiden. ( Zie inventarisnummers 10 en 31. Zoals hiervoor reeds is vermeld studeerde ook de naamgenoot uit de Immink-tak, Adrianus Johannes Immink (1838-1914), rechten aan de Universiteit Leiden. ) Deze laatste Adrianus Johannes Ninaber doorliep vervolgens ook een bestuurlijke carrière die hem via de vervulling van het ambt van burgemeester van Wanneperveen in 1875 het burgemeesterschap van Hellendoorn opleverde. ( Zie inventarisnummers 32 en 33. ) Enkele leden van de familie Ninaber doorliepen een militaire carrière. Johan Derk (1782-1812) begon zijn militaire loopbaan in 1799 als cadet in het Bataafse leger, om uiteindelijk te eindigen als 1e Luitenant van het 2e Regiment de Grenadiers a Pied de la Garde in het Franse leger. ( Zie voor meer informatie over Johan Derk Ninaber: Mathieu Willemsen, “Joan Derk Ninaber” in: Hattem, Mark van, Mariska Pool & Mathieu Willemsen (samenst.), Voor Napoleon. Hollanders in oorlogstijd 1792-1815 (Bussum 2005), 76-79. ) In die hoedanigheid maakte hij deel uit van het Franse leger dat onder leiding van keizer Napoleon de Russische Veldtocht ondernam. Tijdens deze expeditie maakte Johan Derk op 7 september 1812 de slag bij Borodino op afstand mee en was hij vervolgens diep onder de indruk van de intocht in het brandende Moskou. Op 17 november 1812 kwam hij om in de slag bij Krasnoe. De brieven die Johan Derk tijdens deze militaire expeditie naar huis schreef, geven een zeer direct en indringend beeld van zijn ervaringen in het napoleontische leger. ( Zie inventarisnummer 17. ) Naast Johan Derk doorliepen ook Johannes Coenradus Ninaber, een broer van Johan Derk, een carrière als beroepsmilitair. Hij begon zijn loopbaan in het Bataafse Gemenebest en kwam via het leger van Lodewijk Napoleon terecht in het Franse leger als kapitein (1813). Daarna maakte hij nog carrière in het Nederlandse leger, en was hij een (korte?) tijd gelegerd op Curacao. ( Zie inventarisnummer 14. ) Een van het voorgaande afwijkende loopbaan had Johan Derk Ninaber (1817-1848), die werd vernoemd naar zijn in Rusland omgekomen oom. Johan Derk studeerde medicijnen in Leiden en promoveerde aldaar op een proefschrift over groeistoornissen. Daarna vestigde “Doctor Ninaber” zich als “Stads-Doctor”. ( Zie inventarisnummers 26, 27 en 30. De naambordjes “Doctor Ninaber” en “Stads-doctor” zouden wellicht ook kunnen hebben toebehoord aan Engelbertus Cornelius Ninaber (1789-1868). Deze bekleedde diverse medische functies in het Bataafsche Leger (waarmee hij onder andere de Spaanse Veldtocht mee in 1810) en vestigde zich daarna als burger-geneesheer in Arnhem. Zie hiervoor zijn “Levensschets” in inventarisnummer 1. )
Geschiedenis van het archiefbeheer
Zoals mr. dr. Petrus Wernérus Adam Immink (1908-1965) de schenker was van het archief van zijn oudoom, mr. A.J. Immink, aan het toenmalige Algemeen Rijksarchief, was hij vermoedelijk ook de archivaris voor de bescheiden over (de) andere leden van de gelieerde families Immink en Ninaber. Het Familiearchief Immink – Ninaber waarvan dit de inventaris is, is hoogstwaarschijnlijk door hem bijeengehouden en wellicht –gebracht.
Door Petrus Immink is uitgebreid onderzoek gedaan naar zijn voorouders. Hij is daarmee een belangrijke verzamelaar en archivaris van het Familiearchief Immink – Ninaber. Waarschijnlijk is om die reden het zwaartepunt van het archief enigszins op de familie Immink komen te liggen.
Daarnaast heeft echter Adrianus Johannes Ninaber (1775-1861) een cruciale rol gespeeld in het bijeenbrengen en bijeenhouden van een familiearchief. Daarvan getuigen de door hem verzamelde en opgestelde aantekeningen over de geschiedenis van de familie Ninaber en aangetrouwde families. ( Zie inventarisnummer 12. ) Via zijn naar hem genoemde kleinzoon zijn de familieaantekeningen terechtgekomen bij zijn achter-kleindochter Jacoba Aleida Johanna Ninaber. De ongetrouwd gebleven Jacoba heeft de familie-papieren overgedragen aan Petrus Wernerus Immink.
Een deel van het Familiearchief Immink-Ninaber berust al 60 jaar op het Nationaal Archief, een ander deel is in 2007 aan het Nationaal Archief in bewaring gegeven.
De Collectie A.J. Immink (1838-1924), 1892-1902 is door prof.mr. P.W.A. Immink afgestaan aan de Utrechtse Universiteitsbibliotheek. Door de universiteit is het archief in 1948 overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Van deze collectie is een inventaris opgesteld (toegangsnummer 2.21.091.01). De omvang van deze collectie is ongeveer 0,20 meter.
In 2007 is door mevrouw dr. G.K. Immink een collectie archiefmateriaal afkomstig van de familie(s) Immink en Ninaber over de periode 1740-1920 aan het Nationaal Archief in bewaring gegeven. Dit archief heeft een omvang van ongeveer 1 strekkende meter.
Zoals vrijwel altijd bij familiearchieven geldt ook voor het Familiearchief Immink – Ninaber dat de verdeling van het archiefmateriaal over de verschillende leden van de beide families zeer ongelijkmatig is. Over vooral Adrianus Johannes en Johan Elisa is erg veel materiaal te vinden, terwijl over anderen weinig tot niets in het archief is overgeleverd. Ook zijn de leden van de familie Ninaber in sterke mate ondervertegenwoordigd ten opzichte van de familie Immink.
Deze laatste onevenwichtigheid zal te maken hebben met het feit dat mr. dr. Petrus Wernérus Adam Immink (1908-1965) zeer uitgebreid onderzoek heeft gedaan zijn voorouders. Hij is daarmee een belangrijke verzamelaar en archivaris van het Familiearchief Immink – Ninaber. Waarschijnlijk is om die reden het zwaartepunt van het archief enigszins op de familie Immink komen te liggen.
Daarnaast heeft echter Adrianus Johannes Ninaber (1775-1861) een cruciale rol gespeeld in het bijeenbrengen en bijeenhouden van een familiearchief. Daarvan getuigen de door hem verzamelde en opgestelde aantekeningen over de geschiedenis van de familie Ninaber en aangetrouwde families. ( Zie inventarisnummer 12. ) Via zijn naar hem genoemde kleinzoon zijn de familieaantekeningen terechtgekomen bij zijn achter-kleindochter Jacoba Aleida Johanna Ninaber. De ongetrouwd gebleven Jacoba heeft de familie-papieren overgedragen aan Petrus Wernerus Immink.
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Bij de inbewaringgeving van het archiefmateriaal door mevrouw Immink in 2007 is gestipuleerd dat de beide archiefcollecties als Familiearchief Immink – Ninaber in één gezamenlijke inventaris beschreven zullen worden. De reeds bestaande inventaris op de collectie A.J. Immink is ongewijzigd opgenomen in de hierna volgende inventaris (zie rubriek 2.4.1). Op die manier blijft deze collectie als aparte eenheid te herkennen.
Een deel van het archief dat in 2007 aan het Nationaal Archief in bewaring is gegeven, bevond zich in een houten kistje, het zogenoemde “Ninaber-kistje”. Aanvankelijk werd afgesproken om de stukken uit het Ninaber-kistje ook daadwerkelijk hierin opgeborgen te houden. Vanuit het oogpunt van het behoud van het archiefmateriaal bleek dat echter niet wenselijk. Daarom is er uiteindelijk voor gekozen de stukken fysiek apart te bergen. De stukken uit dit kistje hebben in deze inventaris alle een zelfstandig inventarisnummers gekregen. Het betreft de nummers 1-39. Deze stukken en het kistje zelf (inv.nr. 8) zijn gescand en via de website raadpleegbaar.
De indeling van de inventaris volgt het patroon dat ook voor andere persoons- en familiearchieven die in het Nationaal Archief aanwezig zijn, gebruikelijk is. Elk lid van de families Immink en Ninaber van wie of over wie het archief stukken bevat, is –samen met zijn of haar partner- in de inventaris opgenomen als een aparte subrubriek. Daarbij zijn de persoonsnamen dus min of meer opgevat als thematisch aanduidingen. Dit wil zeggen dat alle stukken die zijn gevormd dan wel zijn ontvangen door een persoon, alsmede de stukken die op deze persoon betrekking hebben, alle in dezelfde subrubriek zijn geplaatst.
Het archief is volledig openbaar. Wel worden met het oog op behoud en conservering van het archiefmateriaal enkele stukken slechts in de vorm van een (digitale) kopie aan onderzoekers op de studiezaal van het Nationaal Archief ter beschikking gesteld. Zoals in de Overeenkomst van inbewaringgeving is vastgelegd, gaat het daarbij in ieder geval om de stukken die oorspronkelijk in het Ninaber-kistje geborgen waren.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Familie Immink-Ninaber, nummer toegang 2.21.422, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Immink-Ninaber, 2.21.422, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen