Terug naar zoekresultaten

2.21.006.47 Inventaris van het archief van J.B.R. baron van Velde de Melroy [levensjaren 1743-1824], (1724) 1793-1821

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.006.47
Inventaris van het archief van J.B.R. baron van Velde de Melroy [levensjaren 1743-1824], (1724) 1793-1821

Auteur

jhr. A.H. Martens van Sevenhoven

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1913 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 047 Van Velde de Melroy
Velde de Melroy, van

Periodisering

archiefvorming: 1793-1821
oudste stuk - jongste stuk: 1724-1821

Archiefbloknummer

C22310

Omvang

; 21 inventarisnummer(s) 0,40 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale, geschreven en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Jean Baptiste Robert baron van Velde van Melroy (1743-1824)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Jean Baptiste Robert baron van Velde van Melroy (1743-1824) was Bisschop van Roermond tijdens de Franse tijd. Nadat hij gedwongen werd afstand te doen van het op Frans gebied gelegen deel van zijn diocees, bleef hij door de op Bataafs gebied gelegen dekanaten Nijmegen en Cuijk toch een der belangrijkste vertegenwoordigers van de R.K. kerk in de Nederlanden. Dit kwam tevens tot uitdrukking door zijn benoeming door Koning Lodewijk Napoleon tot eersten almoezenier. Na de inlijving door Frankrijk bracht Van Velde nog enige tijd in Franse gevangenschap door. Het archief bestaat uit o.a. stukken betreffende zijn benoeming, zijn verblijf te Grave, de inkomsten van het Bisdom Roermond en zijn positie t.a.v. Lodewijk Napoleon.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Jean Baptiste Robert baron van Velde de Melroy ( Litteratuur: Jos. Habets, Geschiedenis van het Bisdom Roermond (Roermond 1875-1892), II bldz. 619 vlg.; L. H. C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch. (St. Michielsgestel 1870-1876), I bldz. 229 vlg. ) , geboren te Brussel 9 Juli 1743, licentiaat in de beide rechten, sinds 1779 geestelijk raadsheer en meester der verzoekschriften bij den hoogen raad van Mechelen, sinds 1782 proost van St. Rombout aldaar, werd door Keizer Frans II benoemd tot bisschop van Roermond, welke benoeming werd goedgekeurd door Paus Pius VI bij bul van 21 Februari 1793 ( Zie de origineele bul in no. 1 van den inventaris. Habets, I bldz. 621, geeft abusievelijk 27 Februari 1794 op ) . Het bisdom Roermond, welks zetelstad tot de Oostenrijksche Nederlanden behoorde, strekte zich destijds bovendien uit over het grondgebied van Pruisen, de Republiek en de Keurpalts. Van de souvereinen der vier genoemde landen ontving de bisschop eene jaarlijksche uitkeering, die het grootste gedeelte zijner inkomsten uitmaakte. Van Velde de Melroy, die, vermoedelijk tengevolge van den oorlogstoestand, eerst 3 Juli 1794 van zijn bisschoppelijken zetel bezit kon nemen, moest reeds 22 Juli d. a. v. wegens de nadering der Franschen Roermond verlaten, den kanunnik Sijben als zijn vicaris-generaal achterlatende. Eerst 17 Augustus ontving hij te Dusseldorp van den kardinaal de Montmorency-Laval de heilige wijding. Hij zag zich vervolgens, na een kort verblijf te Emmerik, genoodzaakt, drie jaren buiten zijne diocese, hoofdzakelijk te Munster, door te brengen. Van 18 November 1797 tot 20 Augustus 1802 zetelde hij met toestemming van de Pruisische regeering te Emmerik, in het Pruisische deel zijner diocese. Van hieruit oefende hij ook in de Hollandsche missie zijne bisschoppelijke bediening uit, waartoe hij door bemiddeling van den internuntius Ciamberlani verlof had gekregen. Hij nam in deze jaren ijverig deel aan het verzet tegen den eed van trouw aan de Republiek en haat tegen het koningschap, die 26 September 1795 door het Directoire aan de Belgische geestelijkheid was opgelegd. Paus Pius VII betuigde hem deswegens in een brevet van 10 Juli 1800 zijne tevredenheid. In 1801 werd het bisdom Roermond opgeheven tengevolge van het concordaat tusschen Paus Pius VII en den eersten consul, dat voor het geheele Fransche gebied eene nieuwe indeeling in bisdommen, in hoofdzaak met die der departementen overeenstemmende, voorschreef. Op verzoek van den Paus deed Van Velde 24 November 1801 afstand van het op Fransch gebied gelegen deel zijner diocese. Daar een klein gedeelte van die diocese niet bij de Fransche Republiek ingelijfd was, nl. de van ouds tot de Republiek der Vereenigde Nederlanden behoord hebbende dekanaten van Nijmegen en Cuyk, en in die streken derhalve het concordaat niet van kracht was, bleven na zijn afstand nog omstreeks 50000 zielen, inwoners der Bataafsche Republiek, aan de herderlijke zorg van Van Velde toevertrouwd. Met toestemming van het Staatsbewind vestigde hij zich in 1802 te Grave. Hij was daar weliswaar bisschop over eene kleine diocese en met zeer geringe inkomsten ( Het Departementaal bestuur van Brabant verleende hem eene toelage van f 2000. ) , doch daar hij de hoogste ambtsdrager der R.-K. Kerk in de Bataafsche Republiek was, bepaalde zich zijn arbeid niet tot de grenzen dier diocese. Lodewijk Napoleon versterkte zijne positie door hem, bij Koninklijk decreet van 31 Juli 1806 no. 29, te benoemen tot zijn eersten aalmoezenier. Dientengevolge hield hij zich gedurende de regeering van dezen koning doorgaans in diens residentieplaatsen op, van waar hij in de gelegenheid bleef zijne bisschoppelijke functiën in geheel Holland uit te oefenen. Ook hield hij jaarlijks eenigen tijd te Grave verblijf. Ingevolge Keizerlijk decreet van 18 Augustus 1810 werd het ambt van eersten aalmoezenier 1 September van dat jaar opgeheven. In 1811 werd Van Velde door Napoleon naar Parijs ontboden en daar geruimen tijd gevangen gehouden. De keizer toch had, bij besluit van 15 Mei 1810, zonder de medewerking van den H. Stoel een nieuw bisdom 's-Hertogenbosch opgericht, waarvan de grenzen samenvielen met die van het departement der Monden van den Rijn ( Vgl. Coppens, Nieuwe beschrijving van 's-Hertogenbosch, I bldz. 201-204. ) , en daar, mede zonder 's Pausen toestemming, zekeren Van Camp tot bisschop benoemd. Hij wenschte nu eerst, dat Van Velde dezen onwettigen bisschop tot zijn vicaris-generaal zou benoemen voor het deel zijner diocese, dat in het genoemde departement was gelegen, later, dat hij van zijne bisschoppelijke waardigheid geheel afstand zou doen. Toen hij eindelijk was overreed geworden, den afstand aan den Paus voor te dragen, werd hem vergund, zich naar Brussel te begeven. Daar werd hij, met zijn secretaris F. A. Consgen, die hem steeds had vergezeld, door zijn broeder gehuisvest. Pius VII stemde niet toe in den afstand, betuigde integendeel na de veranderde orde van zaken, in eene breve van 12 November 1814, tevredenheid over zijne gehoorzaamheid aan den H. Stoel en bevestigde hem in de bisschoppelijke waardigheid over het deel der diocese, waarvan hij in 1801 niet had behoeven afstand te doen, en dat hem derhalve nog steeds rechtmatig toekwam.
Intusschen liet Van Velde, die oud en ziekelijk was, zich sinds 1813 vertegenwoordigen door den vicaris-generaal Gerardus Hermans, die ook na zijn dood onder laatsgenoemden titel de belangen der diocese behartigde. Na zich te Brussel nog op verschillende wijzen voor de R. K. kerk verdienstelijk te hebben gemaakt, overleed hij aldaar 22 Januari 1824.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De door Van Velde de Melroy nagelaten papieren, in dezen inventaris beschreven, bevonden zich tot dusverre in dat gedeelte van het archief van het Departement van den R. K. eeredienst, hetwelk werd overgenomen van het Departement van Justitie. Op welke wijze zij met dat archief zijn vereenigd, is niet gebleken.
De in deze inventaris beschreven papieren werden op 30 Juni 1909 door den Algemeenen Rijksarchivaris overgenomen van het Departement van Justitie.
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De papieren in dit archief bestaan grootendeels in origineele ingekomen en minuut-uitgegane brieven. De laatstgenoemde zijn ten deele van de hand van Van Velde zelf, ten deele door zijn secretaris Consgen geschreven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 047 Van Velde de Melroy, nummer toegang 2.21.006.47, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Velde de Melroy, van, 2.21.006.47, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar