Zie ook Collectie De Gijselaar, nr. toegang 3.20.21
Overgebracht naar Collectie Van Heemskerk, nummer toegang 1.02.01, inv.nr. 297
Voorheen inv.nr. 199
Overgebracht naar archief familie Hop, nummer toegang 1.10.97, inv.nr. 342
Voorheen inv.nr. 203
Overgebracht naar archief familie Hop, nummer toegang 1.10.97, inv.nr. 343
Voorheen inv.nr. 204
Franstalig
"receptum 31 october 1608"
"Renvoie au Comité de Salut Public" [Ruil met Frankrijk]
Voorheen inv. nr. 214. Overgebracht naar Collectie Verspreide West-Indische Stukken, nr. toegang 1.05.06, inv.nr. 1039
De afschriften zijn gemaakt door P. Marchegay, de uitgever van de correspondentie van Louise de Coligny
Erycius Puteanus (Erik van der Putte of Dupuy) (1574-1648), humanist en filoloog was van 1606 tot 1646 hoogleraat te Leuven. Volgens de bronnen werd hem ook een pensioen toegekend door groothertog Albrecht.
Johan van der Bem[p]den en Jacob Hoeufft waren Amsterdamse regenten (Zie Elias, Vroedschap)
Gemerkt "L". Processtuk?
Met op omslag knipsel uit een veilingcatalogus met beschrijving van dit stuk
Zie ook inv.nr. 138
Bij de Universiteit Leiden en het gemeentearchief Leiden bevinden zich archieven afkomstig van de familie Luzac
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Ambassadeur te Frankrijk 1727-1747. Zie nr. toegang 1.10.110, inv.nrs.12-55
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Wellicht afkomstig uit de papieren van Willem Bentinck [zie nr. toegang 3.02.32]
Brahe referereert aan een vonnis dat over hem is uitgesproken
Bijna onleesbaar een grote bruine vlek
In dorso "ontfanger generaal". Op omslag "no. 468" en opgeplakt etiket uit aanwinstenlijst?
Het gedicht is waarschijnlijk postuum verschenen in de uitgave "Carmina Juvenilia"[1768]
"rec. 21 meij 1754". Geadresseerde wordt genoemd "leenman van de grafelijkheid van Holland"
Overgebracht naar collectie Kinsbergen, nummer toegang 1.10.52, inv.nr. ##
Voorheen inv.nr. 260