Terug naar zoekresultaten

3.18.20 Inventaris van het archief der adellijke Vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van Benedictus, 1179-1574

Het archief van de adellijke vrouwenabdij bevat onder meer een lijst van benoemde abdissen van Rijnsburg, pauselijke bullen en aflaatbrieven, privilegebrieven van de Hollandse graven, rekeningen, eigendomsbewijzen van huizen en land in Zuid-Holland en Zeeland, en stukken in verband met tienden en lenen van de abdij.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.20
Inventaris van het archief der adellijke Vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van Benedictus, 1179-1574

Auteur

J. Bruggeman

Versie

22-10-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1931 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Abdij van Rijnsburg
Abdij Rijnsburg

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1179-1574

Archiefbloknummer

36019

Omvang

1309 inventarisnummer(s) 4,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

De stukken zijn gesteld in heten in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg van de Orde van S. Benedictus

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de adellijke vrouwenabdij bevat onder meer een lijst van benoemde abdissen van Rijnsburg, pauselijke bullen en aflaatbrieven, privilegebrieven van de Hollandse graven, rekeningen, eigendomsbewijzen van huizen en land in Zuid-Holland en Zeeland, en stukken in verband met tienden en lenen van de abdij.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
uit: IRA (Inventarissen Rijks Archieven) IV (1931) p. 169-256.
De abdij ( Vgl. Maria Hüffer, De adellijke vrouwenabdij van Rijnsburg, 1133-1574, 1923, en de daar aangehaalde bronnen en litteratuur. Over den jaarstijl der abdij zie men haar artikel in Historisch Tijdschrift V, (1926), blz. 230-258. ) werd gesticht door Petronella, weduwe van graaf Floris II van Holland, op wier verzoek uit het Saksische klooster van Stötterlingenburg in het noorden van het Harzgebergte eenige nonnen van de Benedictijnenorde kwamen om het nieuwe klooster te bevolken, waarna de 16den September 1133 Andreas van Kuik, bisschop van Utrecht, de kerk van de nieuwe Benedictinessenabdij wijdde onder den titel van de H. Maagd. Door Paus Innocentius.II werd in 1140 aan de abdij exemptie verleend, waardoor zij regelrecht stond onder jurisdictie van de H. Stoel. Desondanks traden meermalen de Utrechtsche bisschoppen als scheidsrechters op, bekrachtigden de benoeming van pastoors, gaven toestemming tot investituur der nonnen en bevestigden de benoeming van de abdis. Bij bul van Paus Alexander VI van 5 Maart 1500 werd het getal der nonnen op 40 bepaald, die niet aan ordinaris kloostergeloften gebonden waren. Haar toelating werd verbonden aan de adeldom van vaders en moederszijde en van vier grootouders.
In 1536 werd de abdij in een collegium van kanonessen veranderd onder goedkeuring van Karel V, waardoor in de Alteratie de goederen niet als kloostergoed werden aangemerkt en behandeld, maar aan de Ridderschap van Holland vervielen onder verband van alimentatie van de overgebleven zusters.
in de zomer van 1572 had men reeds veel overlast van de Spanjaarden te verduren en in Februari 1573 had er een schermutseling tussen de Leidenaars. en den vijand plaats, waarbij ook enkele gebouwen der abdij schade leden: De Leidsche burgemeester deed materialen, balken en kunstwerk naar Leiden voeren, waarheen het archief misschien reeds vroeger in veiligheid gebracht was, zoals uit den na te noemen inventaris mag afgeleid worden. Nadat omstreeks dezen tijd de ontvanger van de abdij gevlucht was, werd het beheer der abdijgoederen opgedragen aan Dirk Gerritsz. van Kessel, door den Prins van Oranje aangewezen. Van de Staten ontving de ontvanger zijn bevelen en legde aan deze rekenschap van zijn beheer af. Hierin kwam sedert geen verandering, ondanks requesten van de conventualen in 1573 om haar goederen te mogen gebruiken, zoals bij de abdij Leeuwen-horst gebeurde, waar der administratie aan het klooster bleef en door den eigen ontvanger gevoerd werd. Nog in 1577 deed de abdij van Rijnsburg een poging om het gebruik der goederen terug te krijgen, doch tevergeefs.
in de loop van 1574 werd de abdij door de nonnen voorgoed verlaten, die naar Utrecht en elders bij familie haar toevlucht zochten. De parochiekerk van Rijnsburg werd reeds vóór April 1574 verwoest, terwijl de abdij spoedig daarna in vlammen opging. De laatste abdis, Stephana van Rossum, gestorven 27 December 1603, voerde ook na de verstrooiing nog haar weidsche titels en riep de nonnen buiten de abdij bijeen. Na haar benoemde de Ridderschap nog 2 abdissen, waarna die waardigheid geheel gesupprimeerd werd.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking Onder de oude inventarissen in het Rijksarchief is behalve een inventaris van 1603, die ons minder te zeggen heeft, als nummer 30 een exemplaar bewaard, dat de volledige samenstelling bevat van het archief van Rijnsburg in 1573. Het is een lijst van 123 folia, zonder eenig systeem, beschreven zoals de stukken uit koffers, kisten en pakken te voorschijn kwamen, en met veel fouten in de dateering. Daaruit is een lijst van ontbrekende stukken opgemaakt, die men vindt achter de regestenlijst. ( Lijst van ontbrekende stukken en regestenlijst blijven om redenen van bezuiniging tot later bewaard. ) Vóór 1573 waren reeds verloren de talrijke charters, in de regestenlijst vermeld, die alleen uit cartularia bekend zijn, en waarbij niet is aangeteekend, dat zij in de inventaris van 1573 voorkomen. Met behulp van dezen inventaris en van de dorsale merken konden eenige charters uit andere fondsen van het Rijksarchief, o.a. Grafelijkheid en Zeeland, worden opgespoord, terwijl enkele stukken tot het archief van de abdij Leeuwenhorst bleken te behooren en daarheen zijn overgebracht.
De titel van de bedoelden inventaris luidt als volgt: "Inventaris, ghemaect by scepenen der stadt Leyden ondergeschreven, van zoodanige goeden, stucken, brieven, boucken ende munimenten, hier bevonden in twee platte Brabantsche cofferen ende een houten kist, met yzeren banden beslagen, toecomende de abdye ende convent van Rijnsburch, ghecomen uuyt het secreet der stadt Leyden, aldaer dieselve in bewaringe geweest hebben, omme daeruuyt volgende het scryven van Zyne Excellentie aen deser stede van date den XXIIen Augusti 1573 Dirck Geritssz. van Kessel, rentmeester des voirsz. convents, te laeten volgen zodanighe stucken, papieren, brieven ende boucken, als hem nodich ende behouftich zullen wezen, begonst huyden dezen VIIIen Octobris XVcLXXIII."
(get.) Pieter Oom Pietersz. Pieter Jorysz.
De lijst werd voltooid 25 October 1573 en, mede ondertekend door Dirck van Kessel en Jan van Hout, secretaris van Leiden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Abdij van Rijnsburg, nummer toegang 3.18.20, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Abdij Rijnsburg, 3.18.20, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Lijst van ontbrekende stukken
Behalve de hierna beschreven stukken uit den inventaris van 1573 zijn sedert verloren geraakt de volgende nummers uit de regestenlijst, waarvan de regesten uit cartularia zijn opgemaakt.
Regestnummers
9. 128. 497. 1141.
24. 131. 499. 1143.
25. 136. 509.
26. 137. 599.
35. 153. 613.
48. 185. 622.
49. 189. 636.
54. 198. 729.
57. 309. 959.
68. 310. 1074.
69. 414. 1084.
71. 453. 1091.
88. 482. 1123.
Lijst van ontbrekende stukken
Nr. Datum Omschrijving
1. 1299 Augustus 1 Een aggriatiebrief van Jan Withars van Middelburch nepende den ceep gedaen bij Justaes Claessz. van Oppendamme van goeden hem versterven, in date 1299 op s. Pieters daghe ingaende eest, gequeteert nr. XCI. (fol. 44 vs.)
2. 1303 Januari 17 Item een vidimus van een verceepbrieff van de abt van Middelburch van vijff gemeten landts t'Oestcappelle tot behouff des veirsz. cenvente, in date M. IIIc. ende drie des Denredaechs nae s. Pentiaensdaghe, gequeteert nr. XLI. (fol. 10 vs.)
3. 1304 Juli 11 Een vidimusbrieff van zeeckere brieff van grave Wilhem van Hellant van 100 £. tsjaers veer het cleester van Rijnsburch, in date 1304 op S. Benedictus translatiedach in de somer, gequeteert nr. XLVIII. (fol. 39 vs.)
4. (1310 Mei 4) Bulle van de paus Clemens, daerby hy deputeert den abt van S. Pieters te Gend te aenheren de questie tussen dabdisse van Rijnsburch ende den abt van Middelburch, gequoteert nr. IIII. (fol. 118.)
5. 1310 Juni 10. 1310 Vidimusbrieff van de cureyt van Boscoop ende Rijnsburch nopende zeeckere 12 mergen landts by Mone van de Houte tot behoeff van een capelrijc, in date 1310 des Woensdaechs nae S. Bonifaes daghe, gequoteert nr. XIIII. (fol. 29 vs.)
6. 1314 Januari 10 Een brieff in Latijn van 12 £. Hollants voor den pastoor van Buscoop, in date 1314 den Ven dach nae derthiendach, gequoteert nr. XLVII. (fol. 39 vs.)
7. 1318 October 2 Een brieff bij dewelcke alle Willems Pouwels kinder gheven haren oudtsten broeder alle haer vaders ende moeders goet, in date 1318 des Maendaechs nae S. Michiels dach, geteeckent nr. XVIII. (fol. 78.)
8. 1325 December 23 Een verheffbrieff van leene van derdalff hont landts in Oestgeest, gedaen bij Willem Claes Linnaertsz. jegen Dirck borchgrave van Leyden, in date 1325 des Maendaechs voor Kersavont, gequoteert nr. CCXXI. (fol. 27.)
9. 1326 Mei 1 Een brieff spreeckende van 4 mergen landts in de Linschoten, gequoteert VII. (fol. 52).
10. 1332 Mei 3 Een brieff van de date 1332 des Sonnendaechs nae Meydach, sprekende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XIX. (fol. 53.)
11. 1332 December 3 Een brieff van der date 1332 des Donderdaechs nae S. Andriesdach, nopende thien sc. tsjaers op een hoffstede, gequoteert L. (fol. 56.)
12. 1349 Juni 3 Een brieff van der date 1349 des Woensdaechs nae Sinxendagen, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XXVI. (fol. 53 vs.)
13. 1349 Juni 9 Een brieff van de date 1349 des Dysendaechs nae beloken Pinxter aengaende 100 goeder scilde geleent gelt, gequoteert XXXVII. (fol. 54 vs/55.)
14. 1350 Februari 1 Vidimusbrieff van Willem, abt van Egmondt, van zeeckere brieff, die paus Clemens gegeven heeft, in date 1350 sdaechs voor onse Vrouwe lichtmisse, geteeckent nr. VII. (fol. 75 vs.)
15. 1351 Augustus 14 Een brieff van de date 1351 des Sonnendaechs nae S. Louwerens dach, sprekende van 10 scellingen Hollants tsjaers met een transport daeraen, gequoteert XV. (fol. 52 vs.)
16. 1352 Februari 5 Een brieff van de date 1352 des Sonnendaechs nae O.L.V. Lichtmisse. sprekende van 40 scellinghen Hollants, gequoteert XXI. (fol. 53 en vs.)
17. 1354 Augustus 6 Item eenen certificatiebrieff van Herpart van Foreest ende Gerrit van Oestgeest van een handvest in date 1354 sWoensdaechs nae sinte Peter ingaende oest, gequoteert nr. CLII. (fol. 20 vs.)
18. 1357 Januari 5 Een brieff van de date 1357 opten derthienavont, sprekende van 10? sc. Hollants, met een transport daeraen, gequoteert XLIIII (Fol. 55 vs.)
19. 1359 Februari 7 Een brieff van de date 1359 des Donderdaechs nae Purificationis beate Marie virginis, spreeckende van 8 scellimgen tsjaers, met noch 3 ander brieven daeraen, gequoteert XVII. (fol. 53.)
20. 1361 April 8 Een brieff spreeckende van 1 £. Hollants payements tsjaers op 5 hond lants, gequoteert XLV. (fol. 55 vs.)
21. 1362 Augustus 28 Een brieff van der date 1362 des Sonnendaechs nae S. Bartholomeusdach, sprekende van 1 £. Hollandts tsjaers, gequoteert LV. (fol. 56-vs.)
22. 1363 October 19 Een brieff van de date 1363 des Donredaechs nae S. Lucas dach, sprekende van zeeckere landt, ghenaempt Catwijcx camp, gequoteert XXII. (fol. 53 vs.)
24. 1367 October 18 Een brieff van de date 1367 op S. Lucas dach evangelisten nopende zeeckere testamenten ende onder andere van de Catwijsxcamp voirsz. (zie 1363 October 19), gequoteert XXIIII. (fol. 53 vs.)
25. 1367 Een brieff geraseert tot drie plaetssen, maeckende mentie van 40 scellingen Hollants, gequoteert XIIII. (fol. 52 vs.)
26. 1369 April 5 Een brieff van de date 1369 des Donderdaechs nae Paesschen, sprekende van 1½ mergen lants, gequoteert V. (fol. 51 vs.)
27. 1369 April 27 Een brieff van de date 1369 des Vrydaechs nae S. Marcus dach, maeckende mentie van 1 £. payements Hollants tsjaers, metten transpoort daeraen, gequoteert XVIII. (fol. 53.)
28. 1369 Augustus 9 Huyrcelle van zeeckere huys ende hoffstede, dewelcke jouffrou Lijsbet van Groenevelt toebehoort heeft, gelegen opten Oudenvliet, voor Dirck Robbrecht ende zijne naecomelingen, in date 1369 op S. Lourens avont, gequoteert nr. XVIII. (fol. 33 vs.) Vgl. reg. nr. 217.
29. 1370 Februari 22 Een brieff van der date 1370 op S. Pietersdach ad cathedram, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert LVI. (fol. 56 vs.)
30. 1371 November 11 Een rentbrieff van 10 £. tsjaers op zeeckere woninghe van Dirck Philipsz. in Voorschoten, met een transport daeraen, in date 1371 op S. Mertijns dach, gequoteert nr. XXXIX. (fol. 38 vs.)
31. 1372 Juni 9 Een brieff van der date 1372 des Woensdaechs nae S. Bonifatiusdach aengaende zeeckere quytsceldinge van leen, gequoteert XLIX. (fol. 56.)
32. 1372 October 26 Een brieff van der date 1372 des Dysendaechs nae XIm maechdendach, spreeckende van 2 hont lants in Oestgeest, gequoteert XXVIII. (fol. 54)
33. 1375 Juli 1 Een brieff van de jaer 1375 op onser Vrouwenavont visitatie van 1 £. Hollants opt huys ende erve in de Kerckstraet, gequoteert XL. (fol. 55).
34. 1375 Een brieff spreeckende van 30 sc. tsjaers 4 penningen, met 2 transporten daeraen, gequoteert LI. (fol. 56.)
35. 1376 Maart 18 Een brieff van de jaer 1376 des Dysendaechs nae S. Geertrudendach, sprekende van 3 £. payements Hollants, geqioteert XLI. (fol. 55.)
36. Noch eenen van derselver date aengaende 45 scellinghen Hollants, gequoteert XLII. (fol. 55.)
37. 1377 Juni 30 Een brieff van de date des 1377 Dysendaechs nae S. Jans Baptisten dach, sprekende van 1 mergen landts in Oestgeest, gequoteert IX. (fol. 52.)
38. 1378 Mei 2 Een brieff van der date 1378 tsonnendaechs nae beloken Paesschen, spreeckende van 40 scellingen Hollants tsjaers, gequoteert XXV. (fol 53 vs.)
39. 1379 Juni 23 Item eenen willecoorbrieff van 4 hont lants in Boscoop by Fye Dirck Pieters zoens dochter gedaen van haere pachtlanden aldaer jegens de abdisse, in date 1379 op sint Jans avont midtsomer, gequoteert Nr. CLXXXV. (fol. 23 vs.)
40. 1379 Juli 24 Item eenen lossingebrieff van zeven hont landts in de ambochte van Boscoop by Claes Dircxz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1379 op S. Jacobs avont apostel, gequoteert nr. CLXVII. (fol. 22).
41. 1379 Juli 25 Een brieff van der date 1379 op S. Jacobsdach, sprekende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert LIIII. (fol. 56 vs.)
42. 1379 October 24 Item eenen verwillecoerbrieff van 8 hont pachtlants in Boscoop, by Niclaes Boudumiisz. jegens de abdisse gedaen, in date 1379 des Maendaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CXCI. (fol. 24.)
43. 1379 October 25 Item eenen vercoopsbrieff van 2 hont lants in Reynnerscoop voor Jan Claesz., in date 1379 des Dinsdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXXIX. (fol. 23.)
44. 1380 Januari 3 Item eenen verwilcoert brieff van pachtlanden in Boscoop, gedaen bij Jacob Vredericxz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dincxdaechs naer Jaersdach, gequoteert nr. CXLVIII. (fol. 20.)
45. 1380 Januari 12 Item eenen anderen verwilcoor brieff van zeeckere pachtlanden in Boscoop, by Willem Dircxz. jegens de abdisse gedaen, in date 1380 des Donredaechs nae derthiendach, gequoteert nr. CLXXXI. (fol. 23.)
46. 1380 Januari 24 Item een verwillekeurt brieff van vijftalff merghen pachtlandts ende een vierendeel honts in de ambochte van Boscoop, gedaen by Pieter Allertssz. jeghens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dinxdaechs nae S. Agnieten dach, gequoteert nr. CLXVIII. (fol. 22.)
47. 1380 Januari 24 Een (verwillecoerbrieff) van zeeckere pachtlanden in Boscoop, toecomende Aernt Willemsz., jegens die abdisse gedaen in date 1380 des Dincxdaechs nar S. Aghietendach, gequoteert nr. CCXXVIII. (fol. 27 vs. 28.)
48. 1380 Februari 16 Item eenen lossingebrieff van 10 hont lants ende een vierendeel in Boscoop, gedaen by Gerrit Dirckssz. jegens de abdisse, in date 1380 des Donredaechs nae S. Valentiins daghe, gequoteert nr. CLXXVI. (fol. 22 vs.)
49. 1380 Maart 18 Item eenen anderen verwillecoert brieff van 3 mergen landts in Boscoop voor Dirck Jansz. jegens de abdisse, in date 1380 op den Palmdach, gequoteert nr. CLXXIIII. (fol. 22 vs.)
50. 1380 April 1 Item eenen anderen verwilcoert brieff van vijff hont pachtlants in Boscoop, gedaen by Vrederick Jacopsz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXI. (fol. 22.)
51. 1380 April 6 Item eenen verwillecoert brieff van 2 mergenlants in Boscoop, gedaen by Hugue Jacopssz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXVII. (fol. 23.)
52. 1380 April 9 Item eenen anderen verwillevoer brieff van 1½ mergen pachtlants in Boscoop bij Kerstiaen Hermansz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CLXXXVI. (fol. 23 vs.)
53. 1380 April 9 Item een willecoorbrieff onbezegelt van 3 mergen pachtlandts in Boscoop, by Vrederich Kerstiaensz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CCVI. (fol. 25 vs.)
54. 1380 April 11 Item eenen anderen verwilcoert brieff van 8 mergen pachtlants ende 1 hont in Boscoop, gedaen by Jan Jacopsz. jegens de abdisse, gequoteert nr. CLXXVIII. (fol. 23.)
55. 1380 September 22 Item een (verwillecoerbrieff) van derdalff mergen lants in Boscoop, by Dirck Kerstiaens soen kinder gedaen jegens de abdisse, in date 1380 op S. Mouricius dach, gequoteert nr. CXCVI. (fol. 24 vs.)
56. 1380 October 23 Item een verwillekeurt brieff van zeeckere pachtlande voor Jacob Dircksz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1380 des Dincxdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXIIII. (fol. 21 vs.)
57. 1380 October 23 Item eenen verwillecoort brieff van zeeckere pachtlanden, toecomende Willem Maerlant, priester in Boscoop, jegens de abdisse, in date 1380 des Dinsdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CLXXIII. (fol. 22 vs.)
58. 1380 October 23 Item een (verwillecoertbrieff) van 1 mergen landts in Boscoop, by Claes Dircksz. jegens de abdisse ghedaen, in date 1380 des Dincxdaechs nae elff duyssent maechdendach, gequoteert nr. CXCVII. (Fol. 24 vs. 25.)
59. 1380 October 27 Item eenen anderen verwillecoerbrieff van 3 mergen pachtlandts in Boscoop, by Dierick Vredericxz. jegens d'abdisse gedaen, in date 1380 op S. Symon ende Juden avont, gequoteert nr. CLXXXVIII. (fol. 24.)
60. 1380 November 20 Een verwillecoorbrieff van zeeckere pachtlanden, toecomende Claes de Brede Dircksz. gedaan jegens de abdisse, liggende in Boscoop, in date 1380 des ander Dincxdaechs nae S. Martijns dach, gequoteert nr. CCXIIII. (fol. 26 vs.)
61. 1381 Januari 13 Item eenen verwilleceorbrieff van 5 hont pachtlants in Boscoop, by Kerstiaen Dirck Lisenz. gedaen jegens de abdisse, in date 1381 op S. Pontiaensavont, gequoteert nr. CXC. (fol. 24.)
62. 1381 Januari 16 Item een verwillecoerbrieff van 1½ mergen landts in Boscoop by Gerrit Dirxz. jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des Woens daechs nae S. Pontiaens dage, gequoteert nr. CXCV. (fol. 24 vs.)
63. 1381 Maart 2 Item een verwillecoerbrieff van zeeckere pachtlanden in Boscoop by Jan Trumbout ende Gherrit IJsebrant Hermans zoens kinderen jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des anderen daechs van Meerte, gequoteert nr. CXCIIII. (fol. 24 vs.)
64. 1381 Maart 29 Item eenen verwillecoerbrieff van 3 mergen landts in Boscoop, by Kerstiaen Zymonsz. jegens de abdisse gedaen, in date 1381 des Vrydaechs nae onser Vrouwen dach Annunciatio, gequoteert nr. CLXXXIX. (fol. 24.)
65. 1381 Maart 31 Item eenen verwilcoert brieff van anderhalff merghen pachtlants in Boscoop voor Claes Bouduninsz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 des Sondaechs nae onsen Vrouwen dach Annunciatio, gequoteert nr. CL. (fol. 20 vs.)
66. 1381 April 7 Item eenen verwillecoer brieff van 4 hont pachtlants in Boscoop by Pieter Ellaertsz. jegens de abdisse gedaen, gequoteert nr. CLXXXVII (fol. 23 vs./24.)
67. 1381 Juni 18 Item eenen verwilcoert brieff van 2 mergen lants in Boscoop, gedaen by Jan van Grieken jegens de abdisse, in date 1381 des Dincxdaechs nae Sacramentsdach, gequoteert nr. CLXXX. (fol. 23.)
68. 1381 Juni 29 Item noch een lossinghe ende verwillecoert brieff van derdalff mergen landts in de ambochte van Boscoop voor Pieter Henrick Hoevesz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 op sinte Pieter ende Pouwels dach, gequoteert nr. CLXIII. (fol. 21 vs.)
69. 1381 Augustus 25 Item eenen anderen verwilcoert brieff van elfftalff hont pachtlants in Boscoop, gedaen by Sasbout Staepsoen jegens de abdisse, in date 1381 des Sonnendaechs nae onser Vrouwen dach Assumptio, gequoteert nr. CLXX. (fol. 22.)
70. 1381 September 1 Item een willekeurbrieff van vierdalff hontkins in Boscoop, gedaen by Wouter Claesz. jegens de abdisse, in date 1381 des Sondaechs nae S. Jans dach Decollatio, gequoteert nr. CCXIII. (fol. 26 vs.)
71. 1381 September 30 Item eenen anderen verwillecoert brieff van twee mergen landts in Rynsburch, gedaen by Vrede Vredericxs. jegens de abdisse, in date 1381 des Maendaechs nae S. Michiels dach, gequoteert nr. CLXIX. (fol. 22.)
72. 1381 October 26 Een (verwillecoerbrieff) van zeeckere pachtlanden in Boscoop, toe comende Claes Hannen zoens kinder, jegens de abdisse gedaen in date 1381 des Saterdaechs nae elff duyssent maechden dach, gequoteert nr. CCXXIX. (fol. 28.)
73. 1381 October 30 Item een lossingebrieff van drie hont lants in de ambochte van Oestgeest, gedaen by Walich Geritz. jegens d'abdisse van Rijnsburch, in date 1381 des Woensdaechs nae S. Symon ende Judasdach, gequoteert nr. CLIII. (fol. 20 vs.)
74. 1383 December 8 Een brieff van der date 1383 op O.L.V. dach Conceptio aengaende eenen ouden scilt, staende op 4 hont landts, geheten Volkenvenne, gequoteert LII. (fol. 56 vs.)
75. 1383 December 9 Een brieff van de date 1383 des Woensdaechs nae S. Barbaren dach, sprekende van 1 £. tsjaers payements, gequoteert VIII. (fol. 52.)
76. 1384 Maart 25 Een brief van de date op O.V. dach Annunciatio, spreeckende van 4 hont luttel min ofte meer, gequoteert XXXIII. (fol. 54 vs.)
77. 1384 October 28 Een brieff van der date 1384 des Vrydaechs voor alreheyligendach van zeeckere vrydom by den burchgrave van Leyden gegeven, gequoteert XLVI. (fol. 55 vs.)
78. 1385 Juni 28 Een verwillecoerbrieff van zeeckere landen in Boscoop, toecomende IJsebrant Werenboutsz., jegens de abdisse gedaen, in date 1385 op S. Peter ende Pauwels avont, nr. CCXXVII. (fol. 27 vs.)
79. 1386 Een brieff aengaende zeeckere renthen, heer Willem Stuvesant overgegeven, gequoteert LIII. (fol. 56 vs.)
80. 1389 October 3 Een brieff van de date 1389 des Sonendaechs na S. Baven dach, maeckende mentie van 2 hont lants ende 36 roeden in Oestgeest, gequoteert X. (fol. 52.)
81. 1398 December 17 Een brieff van de date 1398 des Dysendaechs nae S. Lucie aengaende een quytsceldinge van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert XXXV. (fol. 54 vs.)
82. 1400 September 9 Een brieff van der date 1400 des Donredaechs nae onser Vrouwen dach Nativitas, sprekende van een helft van zestalff hont landts, gelegen aen de Valckenburgerwech in Oestgeest, gequoteert XLVIII. (fol. 56.)
83. 1401 Maart 3 Een brieff maeckende mentie van 1 £. payements Hollants, ghelegen op een huys ende acker, met het transport daeraen, gequoteert XI. (fol. 52 en vs.)
84. 1403 Augustus 24 Een brieff van de jaer 1403 op S. Bartholomeusdach, spreeckende van ½ mergen landts in de groene steech, gequoteert XXXIX. (fol. 55.)
85. 1408 April 9 Een brieff spreeckende van thientehalff hont, luttel min oft meer, genaempt de Hasencant, met een transport daeraen, gequoteert XXXVIII (fol. 55.)
86. 1409 April 4 Een brieff van de date 1409 op S. Ambrosiusdach, spreeckende van 1 £. payements tsjaers, gequoteert XXXIIII. (fol. 54 vs.)
87. 1410 Juni 16 Een brieff van der date 1410 des Maendaechs nae S. Odulphusdach, sprekende van 8 hont landts, gequoteert XXVII. (fol. 53 vs./54.)
88. 1410 Juli 31 Een brieff van de date 1410 op S. Pietersalvont ad vincula, maeckende mentie van 33 scellingen ende 4 penningen, gequoteert IIII. (fol. 51 vs.)
89. 1410 November 12 Testament van Jan van Santhorst in date 1410 des anderdaechs nae S. Martijnsdach in de Winter, geteeckent nr. XIIII. (fol. 77 vs.)
90. (voor 1412) Een cruynbrieffken voor Dirck Janssz., gequoteert nr. XCIIII. (fol. 104.)
91. 1413 Januari 30 Een brieff van de date 1413 des Maendaechs nae S. Pouwels Conversic, sprekende van 1 £. comans payements, gequoteert XLIII. (fol. 55 vs.)
92. 1418 Januari 10 Een brieff van de date 1418 des Maendaechs nae derthiendach, spreeckende van 1 £. Hollants tsjaers, gequoteert III. (fol. 51 vs.)
93. 1418 Februari 12 Een rentbrieff van 1 gouden Eduardus Engelsche nobel tsjaer? ten behoeve (der abdisse van Rijnsburch) op ½ mergen lants in Oestgeest, in date 1418 des Saterdaechs nae S. Appolonien dach, gequoteert nr. LXXII. (fol. 42 vs.)
94. 1418 Augustus 29 Item een quytsceldinge gedaen by Oloren (sic) van Nyeuhove van alsulcke goet, als Jan van Nyeuwenhove Pieter Danckertsz. sculdich was, in date M. IIIIc XVIII op sint Jans Decollatio, gequoteert nr. XXII. (fol. 8 vs.)
95. 1431 December 1 Een brieff aengaende zeeckere pacht van 15 stuvers op een gebroken huys tot Catwijck, gequoteert XXXI. (fol. 54.)
96. 1436 October 21 Een brieff van de date 1436 op de elff duyssent maechdandach, spreeckende van 12 grote tsjaers payements, gequoteert XXXVI. (fol. 54 vs.)
97. 1448 Juli 12 Een brieff sprekende van 4 mergen landts gelegen in Ouderschie, met een transport daeraen, gequoteert XLVII. (fol. 55 vs./56.)
98. 1450 (1451 Februari 6-7) Een gezegelde brieff van hertoech Philips van Bourgoinguen nopende zeeckere previlegie om van vryemanden gereformeert te worden van de dato 1450, geteeckent I. (fol. 58.) Vgl. inv. Rijnsburg nr. 86.
99. 1455 Januari 26 Item een copie van eenen resignatiebrieff van het bailliuscap van Rijnlandt voor Symon Heyen in date 1455 den 26 January, gequoteert nr. VII. (fol. 7 vs.)
100. 1458 Mei 12 Item eenen scepenenbrieff van de ghemeenen buyeren van Boscoop, daermede zy beloven alle jaerlicxe renthe, dewelke zy den convent van Rijnsburch souldich zijn, te betalen, in date 1458 opten XIIen dach Meye, gequoteert nr. CLXV. (fol.21 vs.)
101. 1461 April 13 Een sententie tussen dabdisse van Rijnsburch eyssersche ter eenre, contra Arien Franckensz., scoudt van Delft, Nr. I. (fol. 58 vs.)
102. 1461 October 7 Procuratie voor Willem van Zwieten van de abdisse van Rijnsburg om te ageren voor den Grooten Raedt van de hertoghe van Bourgoinguen tegen den scoudt van Delft, gequoteert nr. XII. (fol. 121.)
103. 1463 October 21 Een brieff int parckement nopende zeeckere helft van 3 mergen ende 11 roeden (in Oestgeest), vercocht aen Katrijn Bouwijn Gerritsz'dochter by heren Willem Claes Hersts, gequoteert I. (fol. 51 vs.) Vgl. reg. nr. 819.
104. 1464 Januari 24 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop) op een huys, erve ende 4 mergen lants in Boscoop, in date 1464 op S. Pouwels avont Conversie, gequoteert nr. CX. (fol. 47.)
105. 1468 October 8 Brieff van een quytsceldinghe van eenen zoen ende dootslach, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 96.)
106. Noch een rekeninghe van Gerijt van der Spaengen van 1473, geteeckend nr. VIII. (fol. 49.)
107. 1476 Juni 19 Ghiftbrieff van het pastoorscap van Rijnsburch voor Johannes Nicolai bij de abdisse van Rijnsburch gedaen, gequoteert nr. XV. (fol. 121.)
108. 1482 Mei 10 Een brieff spreeckende van 4 mergen lants tot Ouderschie, gequoteert XII. (fol. 52 vs.)
109. 1483 Augustus 16 Brieff van de rectors ende universiteyt van Loven aen de abdisse van Rijnsburch aengaende een recommandatie van die prochiekercke van Rijnsburch, geteeckent nr. XII. (fol. 77.)
Gedrukt bij Schotel: de abdij van Rijnsburg p. 217.
110. 1484 Februari 27 Een brieff sprekende van 3 morgen lants in Noortwijck, met een transport daeraen, gequoteert XVI. (fol. 52 vs./53.)
111. 1485 Februari 18 Een brieff sprekende van achtalff hont weylants ende ½ hont teellants met 2 transporten daeraen, gequoteert XXIX. (fol. 54.)
112. 1495 Februari 19 Item eenen vercoopbrieff van een huys mitten erve liggende in laech Boscoop voor d'abdisse van Rijnsburch, in date 1495 opten XIXen dach in Februario, gequoteert nr. CLXII. (fol. 21 vs.)
113. 1498 Juli 29 Een vercoopbrieff voor de vrouwe van Rijnsburch van een huys, schuyeren met alle datter aencleeft, gelegen in Monster, gequoteert nr. LXVII. (fol. 42.)
114. 1503. Januari 27 Een brieff maeckende mentie van 16 coopmans grote erfflick eeuwyghe renthe, gequoteert VI. (fol. 52.)
115. (1507) Item een dingebouck mitsgaders zeeckere copien van bullen ende andere brieven, roerende de cauze van Niclaes Zymonssz. jegens Michiel Keye, gequoteert nr. LVIII. (fol. 12.)
Het boek berust in het seminarie te Warmond (sign. 93 G. 29) en bevat de volgende stukken: (volgens mededeeling van Mej. M. Hieffer)
  • 1438 Maart 17. Brief van Paus Eugenius IV d.d. 16 Kal. Apr. fol. 3 a en b.
  • 1490 Aug. 17. Paus Innocentius preciseert het recht van de Roomsch-Koning Maximiliaan op het aanwijzen van personen voor een kerkelijk Bene ficie. Copie, gewaarmerkt door Jo. de Goch. fol. 4b vv.
  • 1504 Maart 12. Maximiliaan, Roomsch-Koning beveelt de abdis van Rijnsburg aan Michael Keyen een beficie te harer dispositie te verlenen. fol. 4 a en b.
  • 1504. Oct. 23. Engelbertus, graaf in Nassau, proost van S. Bartholomeus te Frankfort als executeur van de brief d.d. 1504 Maart 12, beveelt, dat aan Michael Kleyen (sic) een kerkelijk beneficie ter dispositie van de abdis van Rijnsburg, worde gegeven. fol. 8a-9a.
  • 1507 Jan. 18. Acte van collatie voor Nicolaas Symonsz. to de parochiekerk van Rijnsburg. Copie. fol. 1
  • 1507 Jan. 18. 21. 23. 25. aantekening over de presentatie van Nycolay (sic) Symonis door abdis B. de Remerswalis en over de dies proclamacionis. (Ingehecht strookje). fol. 12a.
  • Ongedateerd. (in dorso van voorgenoemd strookje) aantekening, dat Nycolaus Symonis door de abdis is aangesteld, door Michael Keyen wordt bestreden, en dat verzocht wordt vigore rescrti legati a latere Michael terug te wijzen en Nicolaas in te stellen. fol. 12b.
  • Zonder jaar, Oct. 31. (1507 of 1508). Advies gegeven door Petrus Brunus in het proces tussen Nicolaus Simonis en Michael Keyen, gericht aan magister Florencius N. jurisconsultus en advocaat Curie Comitatus Hollandie. (ingehecht blad, orig.) fol. 11 a en b.
115 (vervolg).
  • 1508. Juli 21. Bruxellense. Bernardinus (Lopez de Carvajal) bisschop van Tusculum, kardinaal t.t. S. Crucis beveelt den dekens van S. Marie te 's-Gravenhage en van Geervliet te beslissen in de zaak tussen Nicolaas Symonsz. en Michael Keye. (De zaak was eerst voor den Aartsdiaken van Utrecht, maar is door den kardinaal daartoe verzocht zijnde aan zich getrokken). Copie, geteekend A, fol. 13a.
  • 1508. Sept. 24. Jacobus Ruysch, deken van S. Maria op het hof te den Haag citeert Michael Keyen naar Den Haag. Gemerkt B, fol. 2a. Met aantekening: Executum fuit 4ta die Octobris Anno quo supra.
  • 1508 oct. 10 Bevel de citatie te hechten aan de poort van S. Maria op het Hof te Den Haag. Gemerkt C. fol. 10a.
  • 1508 oct. 15. Attestatie, dat aan dit bevel is voldaan. fol. 10a.
  • 1508 Oct. 30. Tweede citatiebrief van Jac. Ruysch tegen Michael Keye. fol. 14a. Met aantekening: Executum fuit ultima Octobris anno quo supra. Gemerkt D.
  • (1508) Nov. 24. Dergelijke citatie-brief, sterk geschonden. Gemerkt E. fol. 14a.
  • (1508) vòòr Dec. 3. Dergelijke citatie-brief, geschonden. Met aantekening: Executum fuit 3a Decembris anno quo supra. Gemerkt F. fol 14b.
  • Coram decano Hagensis. Articuli pro parte domini Nicolaj Symonis, zeer geschonden, fol. 15a-15b. (Is een uiteenzetting over het recht van collatie der abdis, de presentatie van Nic. Simonsz. en het verloop der zaak).
  • 1508 Dec. 20. Een citatie-brief als de voorgaande brieven tegen Mich. Keye. Gemerkt G. fol. 17a.
  • 1508 Oct. 13-1509 Maart 8. Aanteekeningen over het verloop van het proces. Coram decano Hagensis domini Nycolay Symonis contra Michaelem Keye. Pro actore Zeeman, pro reo - --. Item xiij Octobris anno VIII Zeeman repetijt rescriptu?? legati de latere - - - - etc. etc. Item VIII marcii dom. Nicolaus Symonis fuit solempnìter et publice introductus.
116. 1511 November 8 Mandament van dachvaert voor derffgenamen Jhoris van Hoempijl, die vergeten hadden te verheffen zeeckere leen in Maeslandt, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 122.)
117. 1512 April 7 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve van S. Anthonisgilde tot Boscoop op 6 mergen lants in leech Boscoop, gequoteert nr. CIX. (fol. 46 vs,/47.)
118. Een rekeninghe van de wijnvrouwe van Rijnsburch, beginnende Alreheyligen anno XI, eyndende anno XII, gequoteert nr. CXXXVI. (fol. 109 vs
119. 1513 December 14 Een rentbrieff van 1 £. Hollants tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop), op 6 mergen lants, geheten Wittebol, in leech Boscoop, gequoteert nr. CXI. (fol. 47.)
120. 1514 Januari 2 Een aggreatie van zeeckere benefitie voer Adriaen van der Does van zeeckere capelrije by resignatie van Mr. Jan de Noortich, geteeckent nr. XVII. (fol. 121 vs.)
121. 1514 Juni 1 Een rentbrieff van 12 st. tsjaers ten behoeve (van S. Anthonisgilde tot Boscoop) op een huys ende erve, gelegen in de Biessen, gequoteert nr. CXII. (fol. 47.)
122. 1525 Maart 27 Copie van eenen brieff van absolutie aengaende zeeckere excommunicatie voor Cornelis Pietersz. ende Nicolaus Herbransz., gequoteert nr. XXVI. (fol. 122 vs.)
123. 1528 Een constitutiebrieff van 37 £. 10 sc. tsjaers op de staten van Hollant, geteeckent nr. IIII. (fol. 57 vs.)
124. 1528 Een constitutiebrieff van 50 £. tsjaers op de staten van Hollandt, geteeckent nr. V. (fol. 57 vs./58.)
125. 1529 Maart 1 Een brieff van de date 1529 in de vasten in Martio den eersten dach off daeromtrent nopende zeeckere roeylinghe van lant van de kercke van Wassenaer, gequoteert XIII. (fol. 52 vs.)
126. 1530 Mei 8 Een resignatie van het benefitie van die capelrye van de H.G. van Heynrick van der Does voor Georgius Pistor, gedaen by Lambert ten Duven, canonick vicaris, gequoteert nr. XVIII, (fol. 121 vs.)
127. 1532 October 12 Commissiebrieff nopende het rentmeesterscap generael voor heere Willem van Alkemade, ridder, van de goeden van Rijnsburch, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 30/30 vs.)
128. Register van lantpachten onder Rijnlandt en Westlant by heer Wilhem van Alckemade, ridder, gheteeckent nr. IIII en V. (1532). (fol. 49.)
129. Een rekeninghe van de fabrijckmeesters van Boscoop van de jare 1533, gequoteert nr. CXXXV. (fol. 109 vs.)
130. 1536 Rentbrieff nopende zeeckere rente van 62 £. 10 sc. van 40 grooten Vlaems, gehypotequeert opte duynen van Hollandt, geteyckent nr. I. (fol. 57 en vs.)
131. Item de descharge van Henrick Stercke, by dewelcke hy bekent ontfaen te hebben de capitale penningen van de voirsz. rente, geteyckent nr. II. (fol. 57 vs.)
132. 1538 Mei 19 Quitantie van Mr. Joris de Backer priester aengaende de volle betalinge van Jan van Heecke voor een pensie van 13 gld. van de H.G. autaer, gequoteert nr. XXVII. (fol. 122 vs.)
133. Proceszak contra Adr. v Crimpen, dijkgraaf van Rijnlant, 14 stukken, buyten gequoteert nr. CLIII. (fol. 111.)
134. Idem contra Pouwels Jorissz. in Vlaerdingenambocht, 14 stukken, buyten gequoteert nr. CLIIII. (fol. 111.)
135. (1538) Twee farden van brieven van processe, 13 ende 39 stucken, contra erfgenamen van heer Floris van IJselmomde, gequoteert nr. CLV. (fol. 111.)
136. 1539 Februari 28 Copie van een confirmatiebrieff van paus Innocentius van de previlegien van Rijnsburch, gequoteert nr. XXVIII. (fol. 122 vs.)
137. 1539 April 24 Een sententie tussen de vrouwe van Rijnsburch ende Mr. Frans van Alphen, gequoteert nr. VI. (fol. 73.) Vgl. reg. nr. 1067.
138. 1540 Mei 23 Accordbrieff tussen Gerrit van Westrenen, cureyt der kercke van Buscoop, ende Gerrit Willemsz. ende Pieter Lyclaesz., kerckmeesteren, gequoteert nr. XI. (fol. 36.)
139. 1540 November 14 Een rentbrieff van 15 stuvers tsjaers tot behoeff van het sghilde tot Buscoop op 9 mergen landts in de Biessen, ghequoteert nr. CXIII. (fol. 47.)
140. 1543 Maart 9 Missivebrieff van vrouwe Marie om nyet te laten volgen Jacob van der Laen de proven, hem gegunt by den keysser, gequoteert nr. I. (fol. 28.) Gedrukt bij Schotel p. 18.
141. Quitantie van Jacob Verlaen nopende de quytsceldinghe van de proven, gedaen mit een somme van penninghen, gequoteert nr. II. (fol. 28 vs.)
142. (1543 Maart 9) Een proces mette sententie emde andere stucken, 6 in getale, tussen Jacob van der Laen ende de abdisse, gequoteert nr. LIII. (fol. 33.)
143. 1543 Een constitutiebrieff van 75 £. tsjaers opte vroonlanden, mitsgaders descharge van de ontfanger-generael Stercke van de capitale penningen, geteyckent nr. VI. (fol. 58.)
144. (1544 Juni 9) Item een farde van brieven, als procuratie van Geerloff Pieterssz., onderrentmeester van Rijnsburch, quytanties ende andere brieven, tzamen gebonden, gequoteert nr. LVII. (fol. 12.)
145. 1553 Een constitutiebrieff van 125 £. tsjaers op Kennemerlandt, te lossen den penning 16, mitsgaders descharge van Robert de Bouloingue, bekennende ontfangen te hebben de capitale penningen, geteeckent nr. III. (fol. 57 vs.)
146. Z. d. (vòòr 1555) Copie auctentijck van de keysser Carel ten eynde de geestelicheyt overbrenghe alle haer goeden, die nyet geamortizeert en zijn, geteyckent nr. I. (fol. 68 vs.)
147. Een rekeninghe van Jan Roen Huygenssz. de anno (15) 56 aengaende Zeelant, nr. XIIII. (fol. 49 vs.)
148. 1563 Maart 27 Garandbrieff van heer Gerrit van Renesse, ridder, nopende 10 mergen leens in Maeslant, mitsgaders de resignatie van de procuratie daeraen gehecht, gequoteert nr. XVI. (fol. 121 vs.)
149. 1567 Augustus 2 Erffpachtbrieff voor Machtelt Jacobs dochter van 2 mergen landts tot Outshoorn, toecomende de capelrye van onser Vrouwen autaer t' Oestgeest, gequoteert nr. CIIII. (fol. 105 vs.)
150. Een farde met acquyten dienende opte rekeninge van de Heyligen-Gheest totten jaere (15) LXVII. N.B. In margine staat: De post geleyt in de eerste kiste by de rekeninge, ergo hier nyet. (fol. 50 vs.)
151. Een langwerpich franchynen register van verscheyden caerten, beroerende landen gelegen in Delfflandt, ghemeten bij Jan Potter. (fol. 1.)
152. Item eenen cruynbrieff voor Jan Dirckss., gequoteert nu III. (fol. 7.) N.B. Cruynbrieff = literae tonsurales.
153. Item noch vijff missevebrieven aen de abdisse van Rijnsburch, zoe by den hertoge van Bourgeinguen als andere, roerende de capel rye genaempt sgraven capelle in Rijnsburch ende andere, gequoteert nr. CXX. (fol. 17 vs.) N.B. 1 brief van 1466 April, zie inv.nr. 796, reg. 847.
154. Een register van alderley opstallen buyten geteeckent nr. XI. (fol. 49 vs.)
155. Een register aengaende de lenen gheteeckent nr. XII. (fol. 49 vs.) Misschien inv.nr. 700, dat echter een nieuwe band heeft. (1553-1765).
156. Een bondel van cleyn boecxkens aengaende het goet van Zeelant, nr. XIII. (fol. 49 vs.)
157. Een rekeninghe van vrouwe Barbara van Nyevelt, scepcamervrouwe, van de renthen van de scepcamer, geteyckent nr. XV, (fol. 49 vs.)
158. Een rekenbouck, gehouden bij Geerloff Pieterssz., dienaer van de heere van Alkemade, van goeden van Rijnlant, geteeckent nr. XVI. (fol. 49 vs.)
159. Een farde van rekeninghen van het dorp van Rijnsburch, waer op de bovenste gescreven staet: Rekeninghe de anno LXIX, geteyckent nr. XVIII. (fol. 50.)
160. Een rekeninghe van Jacobs van de Noirden van die wijnkelre van Rijnsburch, geteeckent nr. XIX. (fol. 50.)
161. Een register van zeeckere landen, gecocht by de vrouwe van Rijnsburch, als van de wijnkelre by haer gehouden, geteeckent nr. XXIII. (fol. 50 en vs.)
162. Een bondel van papieren beroerende den wijnkelre, geteyckent nr. XXIIII. (fol. 50 vs.)
163. Een register van de ontfanck van de dagelicxe offerande, geteyckent nr. XXV. (fol. 50 vs.)
164. Noch een register aengaende den wijnkelre, gheteyckent nr. XXVI, (fol. 50 vs.)
165. Een rekeninghe van de H.G. gedaen by Jan van Eck, geteyckent nr. XXIX. (fol. 51.)
166. Een rekeninghe van de kercke van Boscoop gedaen by Symon Claessz. ende Symon Willemssz., geteyckent nr. XXX. (fol. 51.)
167. Een bondel van sommige rekeninghe aengaende de sacristye, buyten geteyckent nr. XXXI. (fol. 51.)
168. Een rekeninghe van de vier gilden van Rijnsburch, gedaen by Mr. Pieter Claessz., geteyckent nr. XXXII. (fol. 51.)
169. Een instructie ende ordonnantie over de heerlicheden van Rijnsburch etc., nr. XXXIII. (fol. 51.)
170. Een register van brieven, in dewelcke zijn geregistreert sommige brieven aengaende het clooster, gequoteert LVII. (fol. 57.)
171. Noch een hoop brieven van cleynder ofte geender weerden, gebonden in zeeckere papier, geteeckent LVIII. (fol. 57.)
172. Z.d Twee copien auctentijck int Latijn roerende de sauvegaerden, geteyckent nr. XI. (fol. 63.)
173. Z.d Vidimus int Latijn nopende de bewaernisse van de goeden van Rijnsburch, gequoteert nr. XVI. (fol. 70.)
174. Z.d Vidimus van de brieff, die Dirck, grave van Hollant, confirmeert aengaende de goeden, die het convent heeft binnen Nortghe, gequoyeert nr. XXII. (fol. 70 vs.)
175. Een anderen brieff van vidimus aengaende de confirmatie, gedaen by Dirck, grave van Hollant, aen het convent van Noortghe, gequoteert nr. XXIIII. (fol. 71.)
176. Een rekeninghe van de wijnkelder, diewelcke vrouwe Johanna van Lis doet, gequoteert nr. CXXXII. (fol. 109.)
177. Een procuratie van die abdisse van Rijnsburch voor Melchior Adriaenssz., gequoteert nr. CL. (fol. 110 vs.)
178. Memorie om te furneren zeeckere somme van gelde voor de vrouwen van Rijnsburch, gequoteert CLII. (fol. 110 vs.)
179. Een doosken waerinne was besloten eenen beenen zegel van een Marienbeelt, hebbende in de circumferentie: Sancta Maria in Rijnsburch, gequoteert het doosken nr. XXIX. (fol. 115.) N.B. Het zegel bevindt zich thans in het Nederl. Museum voor geschiedenis en kunst (Rijksmuseum) te Amsterdam.
180. Een farde off bondel mit verscheyden missiven, antwoorden ende quytantien, gequoteert IJ. (fol. 122 vs.)
181. Een farde off bondel mit verscheyden ongesegelden, gecasseerde ende inauctentycke franchyne brieven, gequoteert KK. (fol. 123.)
182. Noch een farde off bondel van verscheyden papieren chartabellen, gequoteert LL. (fol. 123.)
Nr.DatumOmschrijving

Archiefbestanddelen

        • Vgl. Reg. nos. 207, 208, 227, 1022, 1098.

          • 194 1332 October 10.

            Kerstine, abdis van Liewenhurst, ruilt met goedvinden van het convent 5 morgen land in burggraven ambacht van Leyden, genaamd Kleine Zassnem, aan de abdij van Renssburch tegen 7 morgen in Warmonderbroek over den Vliet. De 5 morgen zijn gelegen in Kloostervenne van Renseburch, naast Jan van Zassnem, bij Warmonderdam, bij Scaepskamp en in Backersvenne etc

            Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert dertich ende tuie in sente Victoers daghe.

            Orig. ( inv.nr. 327 ). De zegels ontbreken.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 27.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 209.

            De dorsale notitie en de copie in inv.nr. 130 wijzen op Sassenheim.

            Reg. no. 194.

          • 271 1350 November 28.

            "Dirc en Henric van Alcmade oorkonden dat Florijs Teppetiaens'zoon en zijn 3 zusters aan heer Volprecht, kapelaan te Warmonde, verkocht hebben een kamp land in Zassenem, belend naast land van de abdis van Renseburch en de wetering ""die roye"" genoemd, die door Warmonde loopt, voorwelks vrijwaring ook Dirc Sapiencienzoon instaat."

            Ghegheven int iaer ons Heren dusent driehondert ende vijftich, des Zonnendaghes na sinte Katherinendaghe.

            Orig. ( inv. nr. 328 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv. nr. 130 fol. 27 en 28a.

            Reg. no. 271.

        • Vgl. Reg. nos. 914, 1100, 1109, 1116, 1117.

          • 1119 1544 Maart 23.

            Louwerijs Willemsz., schout in de ban van Stompwick, oorkondt dat Odzier Dierckz. erkent in eeuwige erfpacht ontvangen te hebben van het klooster Reynsburch 10 hond houtland aldaar aan de Stompwikerweg, voor 6 Car. gl. 's-jaars, onder verband van zijn weiland in Teylingerbroock aan de Ghoe.

            Den XXIIIen dach in Maert anno XVc vier ende veertich.

            Orig. ( inv.nr. 329 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 1119.

          • 1124 1546 Augustus 5.

            Leurijs Willemsz., schout in Stempwijck, oorkondt, dat Cornells Phillipsz. erkent in erfpacht genomen te hebben van het klooster Reynsburch 2½ morgen 32 roeden houtland aldaar aan de Stompicker heerweg voor 9 Car. gl. 13½ st. 's-jaars, onder verband van 3 M. weiland.

            Upten Ven dach Augustus anno XVc ses ende veertich.

            Orig. ( inv.nr. 330 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 139.

            Reg. no. 1124.

            Vgl. Reg. no. 1125.

          • 1137 1549 (November) 22.

            Louwerijs Willemsz., schout in het ambacht van Stompick, oorkondt dat Aelwijn Dircksz. erkent in eeuwige erfpacht ontvangen te hebben van het klooster Reynsburch een woning met schuur, berg, boomgaard enz. en 5 en 13 morgen land tussen den Reynsburgervaart en den Kestverlerenweg, voor 95 Car.gl. 's-jaars, ender belofte er jaarlijks 56 scheepsladingen pootaarde of kleibagger op te brengen. Het eerste jaar van betaling zal wezen S. Lambrech 1548.

            Aldus gedaen int jaer ons Heeren duysent vijffhondert negen ende veertich, upten XXIIen dach in - - - -.

            Orig. ( inv.nr. 331 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 130 vs., waar de brief gedateerd is op November.

            Reg. no. 1137.

            Vgl. Reg. no. 1135.

        • Vgl. Reg. no. 25.

          • 968 1498 April 19.

            Beatrijs van Remmerswaelle, abdis van Rijnsburch, verkoopt aan Claes Reynnoutsz. een huis, schuur, berg, bepooting enz. op haar land op de Venne, waar Dirck Ghijskijn woonde, volgens den brief, waardoor deze gestoken is, (zie), onder voorwaarde van het tegen taxatie terug te mogen nemen, zoo hij binnen het jaar het er bij liggende land niet voor 36 £, huurt enz.

            Int jair XIIIIc acht ende tnegentich, opten negenthienden dach in Aprille.

            Concept zonder zegel, met doorhalingen. ( inv.nr. 333 ).

            Reg. no. 968.)

          • Reg. nos. 825, 852, 878.

            • 825 1462 Juli 20.

              Florijs Pietersz. en Symon van Noirde, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Pieter Jansz. van Freest verkocht heeft aan Claes Jansz. een morgen land in het ambacht van Voizhoute aan de Voerhouter weg met de watering.

              Int jaer ons Heren duysent vierhondert twie ende tsestich, upten twintichsten dach van Julio.

              Orig. ( inv.nr. 334.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 73.

              Met tranfix van 1475 Oct. 21.

            • 852 1469 Januari 2.

              Claes van Leyden en Gerijt van Zonnevelt, schepenen in Leyden, oorkonden, dat Adriaen Heynricxz. die Leydecker en Dirc Pietersz. die Vleysschouwer verkocht hebben aan Claes Jansz. de helft van een morgen land in het ambacht van Voirhoudt aan de Voerhouter weg met de watering, waarvan de wederhelft reeds aan Claes Jansz. behoort.

              Int jaer ons Heeren duysent vierhondert negen ende tsestich, opten anderen dach in Januario.

              Orig. ( inv.nr. 334.2 ). Met 2 uithangende zegels in groene was

              Copie in inv.nr. 129 fol. 73.

              Met transfix van 1475 Oct. 21.

            • 878 1475 October 21.

              Anthonijs Aelbrechtz., schout te Rijnsburch, oorkondt dat Hilwer Jacob die Cocx weduwe met haar kinderen overgegeven heeft aan Pieter van Zwieten, rentmeester-generaal van Rijnsburch, ten behoeve van Elyzabeth van Mattenesse, abdis, en van het convent, 2 schepenbrieven van Leyden, waardoor deze gestoken is, (zie 1462 Juli 20 en 1469 Januari 2), den eenen in verkoop, en den anderen als legaat van haar man.

              Int jaer ons Heeren duysen(t) vierhondert vijf ende tseventich, opten XXIten dach in Octobri.

              Orig. ( inv.nr. 334.3 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 73 vs.

          • 1072 1538 Februari 12.

            Marie van Tautenburch, abdis, Elisabeth van Aemstel en van Mijnden, priorin, en gemeen convent van Reynsburch, ruilen met Bairte van Poelgeest, ministra, en Mergriete Willemsdr. van Boschuysen, procuratrix van het klooster van St. Ursulen te Warmont, 1 morgen land in Oestgeest, tot nu toe in eigendom van de abdij Reynsburch, doch lange jaren gebruikt door het klooster van Warmondt, tegen 8 hond land in Voirhoudt aan de Elsgeesterweg,

            Int jair duysent vijfhondert acht ende dertich, upten twaelefsten dach in Februario.

            Orig. ( inv.nr. 335 ). De beide conventszegels ontbreken.

            Eigenhandig ondertekend door Petrus Kant, confessor van het convent te Warmond.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 55a.

            Reg. no. 1072.

        • Vgl. Reg. nos. 119, 914, 1156.

          • 322 1358 Juli 22.

            Jacob van der Binchurst, ridder, geeft aan het klooster Rijnsburgh 2 morgen land tussen Scakenbosch en den Vliet, waarvan zijn zuster Rikaert haar leven lang de renten genieten zal, welke na haar dood aan de nonnen vervalt tot zijn eeuwige memorie.

            Ghegheven int jair ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich, op sinte Marie Magdalenen dach.

            Orig. ( inv.nr. 336 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 21, en nr. 130 fol. 29.

            Reg. no. 322.

          • 341 1361 April 6.

            "Gherijt Coppaert'zoon en zijn zuster Ghiertruut Phillips verkopen aan Wouter Willaems'zoon 5 hond land in Voerscoten ""de smalle kamp"" geheeten, 1 morgen aan Willaem Clevenlaen, 4 hond in Waddingherbroek, en hebben ""barteert"" 2 hond tegen 2 akkers in de Venne en bij den Ouden Molen. Verder heeft Wouter van hem 1½ hond ""pennicsdam"" genoemd, een huis en 1½ hond. Op verzoek bezegeld door Florijs van der Venne, parochiepaap te Valkenburgh, en Heynric Diddeboeysz., schout te Catwich."

            Ghegheven in tiaer ons Heren M.CCC. ende LXI, des Dinxdaghes na beloken Paesken.

            Orig. ( inv. nr. 337 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Reg. no. 341.

          • 455 1378 September 14.

            Philips Aernt'zoon van de Dam, schout in Voerscoten, koopt van Dirc Weman ten behoeve van Lysebet van Hodenpijl, non te Rijnsbruch, 1½ mergen land in Voerscoten aan de Lijtweg en den Veenweg.

            Ghegheven int jaer ons Here dusent IIIc ende acht ende tseventych op den Heylichs Crus dach tot Voerscoten.

            Orig. ( inv.nr. 338 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 6 en 102, en nr. 130 fol. 29.

            Reg. no. 455.

          • 879 1476 Februari 17.

            Jan van Tetroede en Dirc Wouter Danelsz., schepenen te Leyden, oorkonden, dat Louwerijs Jacopsz. de helft van 5 morgen land, gelegen in het ambacht van Voirschoten, verkocht heeft aan Pieter Heynricxz.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ses ende tseventich, upten seventienden dach in Februario.

            Orig. ( inv.nr. 339 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Reg. no. 879.

          • 958 1496 Januari 22.

            Jacop Heerman ruilt met vrouwe Beatrijs van Remmerswael, abdis, en het convent van Reynsburch 3½ morgen in Voirschoten tegen 1 morgen aan de Wadding, onder verschillende voorwaarden. Mede bezegeld door Huge Hugenz. van Zwieten, schout van Zoeterwoude

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert sesende tnegentich, upten twie ende twintichsten dach in Januario.

            Orig. ( inv.nr. 340 ). Met 2 uithangende zegels in roode en groene was.

            Reg. no. 958.

            Vgl. Reg. no. 800.

          • 1077 1538 Maart 1.

            Cornelis Willemsz. van Rijn, schout te Voerschoten, oorkondt dat Jan Gerijtz. Hammerlaen van abdis, priorin en convent van Reynsburch erkent in erfpacht te hebben ontvangen 2 morgen land in Voerschoten tussen Scakenbosch en den Vliet, voor 4 Car. gl. 's-jaars.

            Int jaer ons Heeren vijftienhondert acht ende dertich, upten eersten dach in Maerte.

            Orig. ( inv.nr. 341 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 84.

            Reg. no. 1077.

            Vgl. Reg. nos. 322, 1076.

          • 1120 1544 Maart 28.

            Cornelis Willemsz. van Rijn, schout in Voorscoten, oorkondt dat Pieter Claesz. van Noirde erkent van het convent van Reynsburch in erfpacht ontvangen te hebben een morgen geestland, de Kardell genaamd, voor 1 Car. gl. 's-jaars onder hypothecair verband van zijn woning met 7 morgen.

            Upten XXVIIIen dach in Maert int jaer ons Heeren duysent vijfhondert vier ende veertich, nae gemeen scryven.

            Orig. ( inv.nr. 342 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 141.

            Vermeld in ouden inv.nr. 30 f. 58 vs. nr. IIII op 28 April.

            Reg. no. 1120.

            Vgl. Reg. no. 1114.

        • Vgl. Reg. nos. 4, 18, 194, 404, 837.

          • Reg. nos. 617 703, 708, 718.

            • 617 1413 April 20.

              "Hughe van Wielensteyn Toytzijnsz. verkoopt aan Dammes Symonsz. een kamp land ""Toytzijns Camervenne"" genaamd in Warmonde."

              Int iair ons Heren dusent vierhondert ende dertien, opten twintichsten dach in Aprille.

              Orig. ( inv.nr. 343.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 69, en nr. 130 fol. 26.

              Met transfix van 1437 Januari 31.

            • 703 1436 Juni 18.

              "Aernt van Camp, schout van Monster, oorkondt dat Claes Jansz. aan Jan Willlemsz. verkocht heeft ? van 2½ morgen land in Warmond, ""de Camervenne"" genaamd, onder borgstelling van Jan Claes Goedmansz."

              Int jair ons Heren dusent vierhondert ses ende dertich, opten achtienden dach in Junio.

              Orig. ( inv.nr. 343.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 65, en nr. 130 fol. 25 vs.

            • 708 1437 Januari 31.

              Willem Heerman oorkondt, dat Symon Dammaesz. en Ghijsbrecht Dammaesz. aan Jan Willems. een brief overgaven, waardoor deze gestoken is. (zie 1413 April 20).

              Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich, opten lesten dach in Januario.

              Orig. ( inv.nr. 343.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 69.

            • 718 1438 November 10.

              "Dirc Jansz., schout van Warmond, oorkondt dat Jan Willemsz. met de abdis van Rijnsburch geruild heeft een kamp land in Warmond, ""Camervenne"" genaamd, groot 2½ morgen."

              Int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende dertich, optenten tienden dach in Novembri.

              Orig. ( inv.nr. 343.4 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 66, en nr. 130 fol. 26 en 28a.

          • 923 1483 Augustus 31.

            Aelbrecht van Baern, commandeur van de Duitsche orde en cureit van Sint Pieterskerk te Leyden, Jan van Zwieten en Dirc van Bosch geven een arbitrale beslissing in een geschil tussen Adriaen van der Does, rentmeester van abdis en convent van Rijnsburch eenerzijds, en Philips Pietersz., pater van Sint Berberen zusterhuis anderzijds, over eenige landerijen gelegen in het ambacht van Wermoude, n.l. 1 morgen gelegen aan Steyns Horn, en 1 morgen gelegen over het water op de Goudtom, waarbij Adriaen van Zwieten, daartoe verzocht, in plaats van zijn vader zegelt.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende tachtich opten lesten dach in Augusto.

            Orig. ( inv.nr. 344 ). Met 2 zegels, 1 in roode en 1 in groene was.

            Reg. no. 923.

          • 1111 1543 Februari 24.

            Jan Loot Pellenz., schout in Warmont, oorkondt dat Gerijt Pietersz in de Kaech erkent in erfpacht ontvangen te hebben van de heer van Alckemaede, ridder, rentmr.-genrl van Rijnsburch, de Voegelscamp bij de Kaech, rondom in 's-graven water gelegen, gerekend voor ½ morgen land voor 33 st. Vlaamsch 's-jaars.

            Opten vier ende twintichsten dach in Februarius anno vijftienhondert drie ende veertich nae gemeen scryven.

            Orig. ( inv.nr. 345 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 80 vs., met notitie.

            Reg. no. 1111.

        • Vgl. Reg. nos. 341, 462, 958, 1067.

          • Reg. nos. 109, 119, 135.

            • 109 1307 Maart 31.

              Yde van Santhorst maakt haar testament, en bespreekt 10 £. Hollands aan Reinseborg wijnrente op haar jaargetij, en andere giften aan kerken en kloosters, en 7 M. land aan haar erfgenamen, onder beding dat Philips, ridder van Santhorst, het deel van hem, die zich tegen het testament verzet, aan het klooster van Reinsburg zal geven. Bezegeld door de abdis van Reinsborg.

              Ghegheven in jar ons Heren als men scrivet dusent driehondert ende seve, des Vriedaghes na Paschen.

              Orig. ( inv.nr. 346.1 ). Het zegel ontbreekt.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 157 bis en nr. 139 fol. 77.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 20.

            • 119 1310 Nov. 12.

              Ida van Santhorst maakt haar testament, bepaalt dat het vorige van kracht zal blijven, en doet verdere schenkingen van 3 M. land in de Keersmade te Souterwoude en van 1M. in Voerscoten bij den Riene, aan de abdij van Rensburgh, aan de abdis, de priorin etc. Op verzoek bezegeld door Elisabet, abdis, en heer Philips van Santhorst.

              Int jaer ons Heren dertienhondert ende tiene, des ander daghes na sente Martijns dach in de wijnter.

              Orig. ( inv.nr. 346.2 ). Met 2 uithangende zegels in bruine en groene was.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 159 en 130 fol. 77vs

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 37.

            • 135 1315 Oct. 27.

              Philips van Zanthurst geeft zijn toestemming tot verkoop aan het klooster van Reinsburch door Clais Everockersz. van land in Zoeterwoude, dat vroeger van jonkvrouw Ide was.

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende viftiene, op sente Symen Iudas avont.

              Orig. ( inv.nr. 346.3 ). Met uithangend zegel in witte was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 22 en inv.nr. 130 fol. 34.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 60.

          • 412 1371 Februari 8.

            Dieric van de Boske, schout in Zoeterwoude, oorkondt dat voor hem als rechter en voor buren Gheret en Mathijs Mathijs'zonen en Gheertruyt wed. Enghebrecht Dircxz. verkopen aan Jan Pietermellen'zoon ten behoeve van het klooster Rijnsborch 5 morgen land in Zoeterwoude.

            Ghegheven des Saterdaghes na onser Vrouwendach te Lichtmisse, int jaer ons Heren M.CCC. een ende tseventich.

            Orig. ( inv. nr. 347 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv. nr. 129 fol. 19 en 104, en nr. 130 fol. 34.

            Reg. no. 412.

          • 645 1419 Mei 11.

            Clemeyns van der Horst, abdis van Reynsburch, verhuurt aan Aernt van der Does 18 morgen land in het ambacht van Zoeterwoude in Teghelrebroeck gedurende zijn leven voor 16 £. 's-jaars.

            Int jaer ons Heren duysent vierhondert ende neghentien, op sinte Bancraes avont.

            Orig. ( inv.nr. 348 ). Met uithangend zegel in groene was, geschonden.

            Copie in inv.nr. l29 fol. 20.

            Vermeld in ouden inv.nr. 30 fol. 38 vs. nr. XXXVII op sinte Louwereysavont.

            Reg. no. 645.

          • 800 1457 Januari 6.

            Gerijt Heerman erkent gehuurd te hebben van Huge Spruyt, rentmeester van het klooster van Reynsburch, een stuk land met hofstede, 1 morgen groot, te Zoeterwoude aan de Waddingersluis, onder zekere voorwaarden, voor 20 jaar voor een Engelschen nobel 's-jaars.

            Int jair onss Heren duysent vierhondert zeven ende vijftich, opten sesten dach in Januario.

            Orig. ( inv.nr. 349 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 18.

            Reg. no. 800.

            Dit land is 1496 Januari 22 in eigendom overgegaan op Jacob Heerman in ruil voor 3 1/2 morgen land in Voorschoten. Vgl. Reg. no. 958.

          • Reg. nos. 914, 1156.

            • 914 1481 November 9.

              Jan Aernt Pouwelsz. en Adriaen van der Boichorst, schepenen in Leyden, oorkonden dat Huge Hugensz. van Zwieten van abdis en convent van Rijnsburch gehuurd heeft 44 morgen land in het ambacht van Zoeterwoude, den ban van Stompick en te Voirschoten voor 30 jaren tegen 16 Geld. Rijders 's-jaars, volgens den brief, dien Huge daarvan van de abdis bezegeld heeft.

              Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende tachtich, upten negenden dach in Novembri.

              Orig. ( inv.nr. 350.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 17.

            • 1156 1554.

              Elburch van Langerack, abdis van Reynsburch, en Mr. Nicolaes Bartholomei, als man en voogd van Appolenia van Zweeten, maken een accoord over de pacht van 44 M. land in Zoeterwoude en Voorschoeten, die in 1481 in pacht genomen waren, en waarover Marie van Toutenburch lang geprocedeerd had.

              Den - - - anno XVc vier ende vijftich.

              Orig. ( inv.nr. 350.2 ). Met uithangend zegel van de abdis in rode was, en handtekening van Bartholomei.

          • Reg. nos. 1079, 1081.

            Vgl. Reg. nos. 1078, 1080.

            • 1079 1538 Maart 1.

              Cornelis van Zwieten, ambachtsheer en schout van Zoeterwoude, oorkondt dat Jan Cornelisz. erkent in eeuwige erfpacht genomen te hebben van abdis, priorin en convent van Reynsburch, 8 M. land aldaar tussen de oude Zwet en den Stompickerweg voor 16 gouden Car. gl.

              Int jair ons Heeren duysent vijfhondert acht ende dertich, upten eersten dach in Maerte.

              Orig. ( inv.nr. 351.1 ). Met uithangend zegel in rode was. Eigenhandig ondertekend.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 81.

            • 1081 1538 Maart 1.

              Cornelis van Zwieten, ambachtsheer en schout van Zoeterwoude, oorkondt dat Jan Ewoutsz. erkent in eeuwige erfpacht genomen te hebben van abdis, priorin en convent van Reynsburch 8 morgen land aldaar tussen de watering aan Stompickerweg en den Westgoewech, voor 16 gouden Car. gl.

              Int jair ons Heeren duysent vijfhondert acht ende dertich, upten eersten dach in Maerte.

              Orig. ( inv.nr. 351.2 ). Met uithangend zegel in rode was.

              Eigenhandig ondertekend. Copie in inv.nr. 129 fol. 82.

          • 1028 1521 November 22.

            Heynrijc Claesz., schout in het ambacht van Suydelwijc, en buren aldaar oorkonden, dat Jan Jansz. Coen aan Jacob Jansz. Mueel verkocht heeft 6 morgen land, gelegen butenweg van de Vorenweg tot de Nesse, en 1½ morgen 1½ hond land of nesse aan de Alfenre watering.

            Int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende eenentwyntych, den twee en twyntychsten dach in November.

            Orig. ( inv.nr. 353 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 1028.

          • 1048 1531 October 29.

            Heynrijc Claesz., schout in Waddynxveen, oorkondt dat kerkmeesters aldaar aan Harman Jansz. verkocht hebben 4½ morgen land in Sijndelwijc.

            Int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende eenendertych, den negen en twijntycsten dach in Octobry.

            Orig. ( inv.nr. 354 ). Met uithangend zegel in bruine was.

            Vermeld in ouden inv. 30 f. 41 vs. Nr. LXIII op datum 1521 Nov. 22 en over 5 morgen land in Waddingsveen. De daargenoemde aangehechte brief ontbreekt

            Reg. no. 1048.

          • 948 1491 Juli 18.

            Burgemeesters, schepenen en raden van Delf oorkonden, dat de Heilige-Geestmeesters aldaar aan Mr. Jan Woutersz. verkocht hebben de helft van morgen land, gemeen liggende met het oude gasthuis aan de Rotterdamschen weg.

            Opten XVIIIen dach in Julio, anno XIIIIc een ende tnegentich.

            Copie op papier, gewaarmerkt door V. de Jonge 1544 Mei 10. ( inv.nr. 355 ).

            Reg. no. 948.

          • 1096 1540. Maart 18.

            Dirck Willemsz. en Pieter Dirrickz., schouten in het ambacht van Pynaker en van Ackersdijck, en gezworenen aldaar, oorkonden dat Cornelis Dirckxz. Stiompijck met Ursula, Dircx'dochter, zijn vrouw, erkennen in erfpacht ontvangen te hebben van het convent van Reynsburch ½ morgen kooltuin in Ackersdyckrecht aan de Delffgauwerweg voor 5 Car. gl. 6½ st. 1 oort 's-jaars, en 13 st. 1 oort, tot onderpand stellende 4 morgen 4 hond weiland te Pynaker op de Hoicht.

            Upten XVIIIen dach in Maerte anno XVc ende veertich nae tghemeen scriven.

            Orig. ( inv.nr. 356 ). Met 2 uithangende zegels in griene was. Het randschrift van het eerste zegel luidt: Guillelmus Theodrici.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 93.

            Reg. no. 1096.

        • Vgl. Reg. nos. 3, 1007.

          • 849 1467 Augustus 25.

            Elyzabecht van Matenesse, abdis van Rijnsborch, koopt van Michiel Jacobsz., poorter in Delff, 3 morgen 1½ hond land en verhuurt hem die voor zijn leven, volgens den koopbrief, doorstoken door 4 andere brieven.

            Gedaen int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tsestich, opten vijff ende twintichsten dach van Augusto.

            Orig. ( inv.nr. 357 ). Het zegel ontbreekt.

            Reg. no. 849.

            De oudere brieven ontbreken.

          • Reg. nos. 858, 859, 860, 866.

            • 858 1470 Mei 18.

              Elyzabeth van Matenesse, abdis, en het convent van Reynsburch geven in erfpacht voor 20 £. 's-jaars aan het convent der Carathuysers-orde bij Delff 5 morgen en 23 roeden land aan de westzijde der stad, van de maedsloot tot aan de buitenweg aan de stadsvest.

              Gedain int jair ons Heeren duysent vierhondert ende tseventich, opten achtyensten dach van Meye-maent.

              Copie van notaris Goeswinus Lottini. ( inv.nr. 358 ).

            • 859 1470 Mei 18.

              Prior en convent der Carthusersorde bij Delff ontvangen en nemen van abdis en convent van Rijnsburch in erfpacht een stuk land bij Delff, groot 5 M. 23 R. voor 20 £. 's-jaars, te verhalen op 4½ M. land bij het klooster van Conijncsvelde buiten Delff, hun aangekomen van het convent van S. Aechten godshuis te Delff.

              Gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich, opten achtiensten dach van Meyemaent.

              Orig. ( inv.nr. 358 ). Met uithangend conventszegel in groene was.

            • 860 1470 Juli 31.

              Ministra en convent der zusters van St. Aechtenhuis binnen Delff geven aan het convent der Karthuizers van St. Bartholomeesdal in Jherusalem buiten Delff 7 morgen land, waarvan de zusters aan de Karthuisers 2½ M. betalen met 250 R. gld. en de 4½M. beloven als vrij eigen te waren.

              Int jaer ons Heren viertienhondert ende tseventich, op sinte Pietersavont ad vincula.

              In vidimus van burgemeesteren, schepenen en raad van Delft van 1471 Sept. 4. ( inv.nr. 358.1 ).

              866 1471 September 4.

              Burgemeesters, schepenen en raden van Delff vidimeeren een brief van het convent van S. Aechten binnen Delff. (zie 1470 Juli 31).

              Gedaen int jaire ons Heren dusent vierhondert een ende tseventich, upten vierden dach in Septembri.

              "Orig. ( inv.nr. 358.1 ). Met stedezegel ""ad causas"" in groene was."

          • 900 1479 Juni 12.

            Elyzabeth van Mattenesse, abdis van Rijnsburch, geeft aan de stad Delff in erfpacht 1½ morgen land buiten de Hagepoort aan de oostzijde van de Hagheweg, waar het oude ziekenhuis op stond, voor 4½ £. 's-jaars.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert neghen ende tseventich, upten twaleften dach in Junio.

            Gelijktijdige copie op perkament. ( inv.nr. 359 ).

            901 1479 Juni 12.

            Burgemeesters, schepenen en raden van Delft nemen in erfpacht van de abdis van Reynsburch 1½ morgen land buiten de Hagepoort aan de oostzijde van de Hageweg, waar het oude ziekenhuis op stond, voor 4½ £. 's-jaars.

            Opten twaelften dach van Junio int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende tseventich.

            Orig. ( inv.nr. 359 ). Het zegel ten zaken ontbreekt.

            Hierbij extract uit het uitgeefboek van de tresorier van Delff. (papier XVIIe eeuw). In dorso: Memorie van mijn cosijn Lodensteyn.

            Een Jan Jansz. Lodensteyn is Thesaurier in 1621.

            Reg. nos. 900, 901.

        • Vgl. Reg. nos. 156, 158.

          • 362 1364 Juni 23.

            Willem van Foreeste verkoopt aan Beatrijs van Hodenpijl, non te Rijn borch, 4½ morgen, gelegen in der Vrouwen ambacht van de Dorpe, gemeen met Heynric meester Dierix'zoon van Thienen.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tsestich, op sinte Jans avond te Midzomer.

            Orig. ( inv.nr. 360 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 92 vs.

            Reg. no. 362.

        • Vgl. Reg. no. 228.

          • 723 1440 April 14.

            "Gherijdt van Zanten, schout op de Gheer in mijnre vrouwen der abdissen recht van Reynsburch, en ghemeen ghesworen aldaar, oorkonden dat Pieter Ruysch erkent aan het klooster Reynsbruch schuldig te zijn 7 £. Holl. 's-jaars voor de erfpacht wan 2 hond land, verzekerd op zijn huis en erf ""up die Ghaer""."

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich, upten viertiensten dach in Aprille.

            Orig. ( inv.nr. 361 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 123.

            Reg. no. 723.

          • Reg. no. 127, 278.

            Vermeld in ouden inventaris 30, fol. 63 vo., I, op 1310.

            • 127 1313 Aug. 14.

              Schepenen in de Haghe oorkonden, dat Honeske Kerstant verkocht heeft aan Reyniere, vrouw Baven'zoen, 4 M. land en woning, die hij daarna weder in erfpacht ontvangt tegen 40 schellingen 's-jaars.

              Ghegheven int iaer ons Heren dertienhondert ende dertiene up onser Vrouwen avonde te midden Oschst.

              Orig. ( inv.nr. 362.1 ). Met uithangend zegel in witte was.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 147 en 149, en inv.nr. 130 fol. 83.

              Vidimus van 1352 Juli 27.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 51.

            • 278 1352 Juli 27.

              Dirc, parochiepaap van Rijnsburgh, vidimeert een schepenbrief in de Haghe. (zie 1313 Aug. 14).

              Int jaer ons Heren dusent driehondert ende twee ende vijftich, des Vridaghes na sente Jacobs dach.

              Orig.( inv.nr. 362.2 ). Met uithangend zegel in bruine was.

              Copie in inv.nr. 128 fol. 147, en nr. 130 fol. 84.

          • 774 1452 October 18.

            Schepenen in de Hage oorkonden, dat de gebroeders Gerijt en Godevairt Heynricxz. en hun zwager Jacop Claesz. erkennen voldaan te zijn van Andrijs van Wieringen, priester, wegens koop van een huis in de Molenstraat.

            Gescreven achtyen dage in Octobri int jair ons Heren M.CCCC. twe ende vijftich.

            Orig. ( inv.nr. 363 ). Met uithangend schepenzegel in groene was.

            In dorso quitantie van Dirc Voss, provisor en deken van Rijnlant, van 6 R. gld, ontvangen van de abdis van Reynsberch. in de jaer ons Heren XIIIIc ende tsestich opten XII dach van Mey.

            Reg. no. 774.

        • Vgl. Reg. nos. 156, 158.

          • 338 1361 Febr. 28.

            Gherijt van de Werve verkoopt aan Aernd Boelenz. ten behoeve van de abdis van Riinsborch 2 M. land in de Hof van Delf in Hubrecht Marsemans' geerhof, en een derde van 2 hond, gemeen liggende met Dirc Hubrechtsz.

            Des lesten daghes van Zelle int iaer ons Heren dusent driehondert eenentsestich.

            Orig. ( inv. nr. 364 ). Met uithangend zegel in groene was. Nagenoeg onleesbaar.

            De inhoud is ontleend aan inv. nr. 130 fol. 17 waar evenwel het jaartal 1360 wordt aangegeven.

            Reg. no. 338.

          • 342 1361 Mei 20.

            Dirc. Hubrechtsz. verkoopt aan Louwe Feyenz. ten behoeve van de abdis van Reynsburch 4 M. land en de helft van 2 hond in de Hof van Delf in Hubrechts geerhof.

            Des Donredaghes na Pinxteren int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tsestich.

            Orig. ( inv. nr. 365 ). Zegel in groene was. Nagenoeg onleesbaar.

            De inhoud is ontleend aan inv. nr. 130 fol. 16 vs.

            Reg. no. 342.

        • Vgl. Reg. nos. 157, 1107.

          • Reg. nos. 64, 66.

            • 64 1277 Aug. 22.

              Florentius, graaf van Holland, bevestigt de nonnen van Rinsburg in het bezit van eenige landen bij de abdij van Loesdunum, die wijlen zijn tante Margareta, gravin in Hennenberch, aan haar kamerjuffers Bartradis & Machtildis in eigendem gegeven had, en door deze aan de nonnen in Rinsburch verkocht waren.

              Datum in octava Assumpcionis beate Virginis, aano Domini millesimo ducentesimo septuagesimo septimo.

              Orig. ( inv.nr. 368 ). Het zegel ontbreekt.

              Copie in inv.nr. 127 fol 16 vs..

              Gedrukt Van Mieris I p. 393, van de Bergh II nr. 343.

              Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. III, p. 929-930, nr. 1796.

            • 66 (1277).

              Jutta, markgravin van Brandenburg, bekrachtigt den koop van eenige goederen, die het klooster en de nonnen van Reinsborg gekocht hebben van Bertrada & Mathildis, kamerjuffers van wijlen haar meeder, gravin van Hennenberg, indien ook haar broeder Poppo dien wil bekrachtigen & doen stand houden.

              Orig. ( inv.nr. 368.1 ). Met uithangend zegel in witte was, geschonden.

              Copie in inv.nr. 127 fol 6 vs..

              Gedrukt Van Mieris I p. 423, van de Bergh II nr. 353.

              Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. III, p. 931, nr. 1797.

          • 80 1292.

            Schepenen van Monsterambacht oorkonden, dat Wouter Wouter Blankarts zoon verkocht en opgedragen heeft aan het kooster van Renseburch zijn land te Leesdunen.

            In ons Heren iare M.CC.XCII.

            Orig. ( inv.nr. 369 ). Het zegel ontbreekt.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 127, en in inv.nr. 130 fol. 2 vs..

            Gedrukt van de Bergh II nr. 834.

            Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 277-278, nr. 2783.

            Reg. no. 80.

        • Vgl. Reg. nos. 126, 131, 156, 157, 158, 161.

          • 368 1366 November 12.

            Willaem van der Lane verkoopt aan Arnd Boelen'zoon ten behoeve van de abdis van Rijnsburgh 1 morgen land in Maeslant, voor 13 motoen, elkemotoen voor 26 groot.

            Des anderen daghes na sente Martijnsdach in de winter, int jair ons Heren dusent driehondert ses ende tsestich.

            Orig. ( inv.nr. 370 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 119, en nr. 130 fol. 17.

            Reg. no. 368.

          • 388 1369 April 25.

            Jacob Scout Vriesen'zoon van der Hoeve verkoopt aan de abdis van Rijnsburgh, Agniese van Huern, 7 morgen land in Maeslant, deel uitmakende van een woning tussen 10½ en 11 morgen, tussen den Nuwech en Lichtvaetsvaart. Mede bezegeld door Jacob heer Arnds'zoon.

            Int jair ons Heren dusent driehondert neghen ende tsestich, op sinte Marcus dach des Ewangelisten.

            Orig. ( inv.nr. 371 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 110, en nr. 130 fol. 89 vs. waar staat: Lichtvoets wairt.

            Reg. no. 388.

          • Reg. nos. 403, 404.

            • 403 1370 Juni 29.

              Jan van de Woude Florijs'zoon van Alkemade verkoopt aan de abdis van Rijnsburgh 6 morgen, 2 hond, 25 gaarden in een kamp van 8 morgen liggende, waarvan hij 1½ M. van Jan Jacobsz. kocht, gelegen aan de Nuwen weg in Maeslant, en nog 7½ hont 12½ gaarden, gemeen met het land, dat zij aldaar van Jan Scouten gekocht heeft.

              Op sinte Pieter ende sinte Pouwelsdach int jair ons Heren dusent driehondert ende tseventich.

              Orig. ( inv.nr. 372.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 112, on nr. 130 fol. 89 vs.

            • 404 1370 Juli 22.

              "Jan van de Woude Florijs'zoen van Alkemade geeft aan de abdis van Rijnsburgh 5 morgen land in 't ambacht van Maeslant aan de Nuwenweg, in ruil tegen 4 morgen in 't ambacht van Warmonde ""op hommer"" in drie stukken."

              Op sinte Marie Magdalenendach, int jair ons Heren dusent driehondert ende tseventich.

              Orig. ( inv.nr. 372.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 120, en nr. 130 fol. 19 vs.

          • 492 1382 December 30.

            Coert Coert'zoon verkoopt aan Jan Hoec ten behoeve van Jan van Nyevelde, non te Rijnsborch, 3 morgen land in Maeslant, gemeen met Philips van der Spange, tussen nieumen weg en groote vaart, nog voor 3 jaar in huur bij Hughe Paep voor 24 schell.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert twie ende tachtich, des Dijnstaghes na Kersdaghe.

            Orig. ( inv.nr. 373 ). Met uithangend zegel in bruine was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 129, en nr. 130 fol. 89.

            Reg. no. 492.

          • Reg. nos. 493, 494.

            • 493 1383 Maart 2.

              Clays van Scouden en Jacop Clays Dirc'zoons'zoon verkopen aan Jan Hoeo 5 morgen 1 hond land, die aan Lijsbet Pyeter Aernts'zoon's weduw behoorden In Maeslant, waarop nu Willaem Hoechworfs'zoon woont.

              Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tachtich, des Manen daghes na mitvasten.

              Orig. ( inv.nr. 374.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was

              Copie in inv.nr. 129 fol. 128, en nr. 130 fol. 19 vs.

            • 494 1383 Maart 3.

              Jan Hoec koopt ten behoeve van Beatrijs van Hodenpijl en Soffye van der Spangen, nonnen te Rijnsborch, van Jacop Clays Dirx'zoons'zoon en Clays van Scouden 5 morgen en 1 hond land in Maeslant, dat Willaem Hoechworf'zoon in huur heeft, voor 40 schell. de morgen, waarop de abdis van Rijnsbrug 43 schell. 4 penn. heeft staan. Van de renten groot 10 £. 10 grooten ontvangt Beatrijs 5 £. 5 grooten en Soffye 3 £.

              Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tachtich, des Dijnstaghes na mitvasten.

              Orig. ( inv.nr. 374.2 ) en ( inv.nr. 374.3 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Twee exemplaren Copie in inv.nr. 129 fol. 108, en nr. 130 fol. 19 vs.

          • 929 1485 Mei 28.

            Gerijt Verhoeff Gerijtsz. c.s., beloven de laan door het kloosterland van Reynsborch en dat van het St. Aechtenhuis te Delff, loopende tot de Gaech toe, niet tot uitpad van hun land te zullen gebruiken dan met goedkeuring van het klooster. Op verzoek bezegeld door Willem Buys Jansz., hun neef.

            Opten acht ende twintichsten dach in Meye, int jaer ons Heeren duysent vierhondert vijff ende tachtich.

            Orig. ( inv.nr. 375 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 118.

            Reg. no. 929.

        • Vgl. Reg. no. 54.

          • 182 1325 October 18.

            Willem, graaf van Heynnegouwen, Holland en Zeelland, heer van Vrieseland, verkoopt de abdis van Reynsborch 32 gheerden breed veen in Nootdorpe, van de weg tot aan de landacheiding, naast het veen der abdis van Loesduinen.

            Ghegheven in de Haghe up sinte Lucasdach, int jaer ons Heren M.CCC. vijf ende twintich.

            Orig. ( inv.nr. 384 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 13 en 103, en nr. 130 fol. 32 vs.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 144.

            Reg. no. 182.

          • 400 1370 Januari 5.

            Willem Hoegheveen verklaart in erfhuur te hebben van de abdis van Rijnsburgh het vierendeel van Borchgairtswoning op den Nuwen veen in 't ambacht van Ghereit van Polanen voor 4 schell., en 3 penn. 's-jaars, mede verzekerd op 1½ morgen land in Zoeterwoud, buten weghe liggend. Op verzoek bezegeld door Hubrecht van de Werve, schout op den Nuwenveen in heer Ghereits ambacht van Polanen.

            Int jair ons Heren dusent driehondert ende tseventich, op den Dertienden avont.

            Orig. ( inv.nr. 385 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 16, en nr. 130 fol. 20 vs.

            Reg. no. 399.

            Vgl. een brief van dezelfden datum voor de helft van Borchairtswoning, Reg. no. 400.

          • 499 1383 October 5.

            Jan van Zanten c.s. pachten van het klooster Rijnsborch 15 morgen land in de wildernis van Notorp voor 3 £. 7 schell. 6 penn. erfhuur. Op verzoek bezegeld door Willem den Meer, schout op den Nuwen Veen.

            Ghegheven int jaer ons Heren M.CCC. drie ende tachtich, des Manendaghes na sinte Bavendach.

            "Copie ( inv.nr. 386 ) 1599 Augustus 6 naar het origineel van notaris S. Lenaertsz. van der Wuert; misschien te voegen bi Ridderschap nr. 162 of 316 (rek. 1599/1600)."

            Copie in inv.nr. l29 fol. 12, en nr. 130 fol. 32 vs.

            Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 33 vs. nr. LX.

            Reg. no. 499.

          • 823 1461 September 15.

            Jacob van (den) Velde, schout, en gezworenen in het ambacht van de Nywen Veen, oorkonden dat Jan Bergen, Jan Louwenz. en Egbrecht Meusz. aan de abdis en convent van Rijnsburgh schuldig zijn een erfhuur van 3 £. 6 schell. 's-jaars voor 15 morgen min 1 hond aldaar, beloven het land in goede waarde te houden en verzekeren de pacht op hunne landen in Nyeveen en Zoeterwoude bij de kapel van wijlsveen.

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tzestich, upten vijftiensten dach in September.

            Orig. ( inv.nr. 387 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 14, en nr. 132 fol. 82 vs.

            Vgl. reg. nr. 499.

            Reg. no. 823.)

        • Vgl. Reg. nos. 72, 156.

          • Reg. nos. 281, 396, 442, 807, 808, 851.

            • 281 1353 September 25.

              Margriete van Langheraec, abdis, en convent van Reynsburch beleent Willaem Claes'zoon met een sate van 14 morgen, Segherssate genoemd, op Scievene in erfleen.

              Int iaer ons Heren dusent driehondert drie ende vijftich. Ghegheven te Reinsburch des Woensdaghes na sente Mauricius daghe.

              Gelijktijdige copie, met aanteekeningen over leenmannen op de Soye, in Vlederdingher ambacht en in Kerowerverbroec.

              Vidimus van Danel van Mattenesse, ridder, dd. 1369 1 Nov. ( inv.nr. 388.1 ).

            • 396 1369 November 1.

              Danel van Mattenesse, ridder, vidimeert een brief, bezegeld door wijlen de abdis van Reynsbroch. (zie 1353 Sept. 25).

              Int iaer ende op den dach boven ghescreven (des Donredaghes op alre Goedes heylighen dach int jaer van neghen ende tsestighen).

              Orig. ( inv.nr. 388.2 ). Met uithangend zegel in groene was, geschonden.

            • 442 1375 Juli 9.

              Agniese van Huerne, abdis, en het convent van Rijnsborch, beleenen Jan Wigghersz. met een zate land van 14 morgen op Schieveen, Segherszate genaamd, ten erfleen, te verheergewaden met 30 schell. Holl..

              Ghegheven op den neghenden dach van Julie, int jaer ons Heren M.CCC. vijf ende tseventich.

              Orig. ( inv.nr. 388.3 ). Met uithangend zegel der abdis in groene was.

              Copie in inv.nr. 131 fol. 8 vs. met notitie: Dit is te eygen gegeven want wie dat lant self gecoft hebben als 14 m. lant bie Elisab. v. Mathenesse 1463. (lees 1468).

            • 807 1458 Mei 16.

              Margriete van Bruelis, abdis van Rijnsburgh, beleent Phillips Gillisz. met een zate land van 14 morgen op Schyeveen in Ouderschye, hem bestorven van zijn broeder Goiswijn.

              in de jair ons Heeren duysent vierhondert acht ende vijftich, upten zestienden dach in Meye.

              Orig. ( inv.nr. 388 ). Het zegel ontbreekt.

            • 808 1458 Mei 16.

              Margriete van Bruelis, abdis van Rijnsburgh, oorkondt dat Phillips Gillisz. in duwarie en lijftocht aan Geertruyt Willemsdr., zijn vrouw, gemaakt heeft de kleinste helft van 14 morgen land op Schiedeveen, die hij van de abdis in leen houdt.

              Gedain in de jaeren ons Heren duysent vierhondert acht ende vijftich, opten zestienden dach in Meye.

              Orig. ( inv.nr. 388.4 ). Met uithangend zegel in rode was.

            • 851 1468 Mei 28.

              Willem Verhoeve, schout van Ouderschie in het ambacht des heeren van Naeltwijc, en buurlieden oorkonden, dat Philips Gelijsz. aan de abdis van Rijnsburch 14 morgen land in Ouderschie heeft verkocht, tussen de Scieweg en de landscheiding.

              Gedaen int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tsesticht, opten achtentwintichsten dach in Mey.

              Orig. ( inv.nr. 388.5 ). Met uithangend zegel in groene was.

        • Vgl. Reg. nos. 461, 479.

          • 83 1294.

            Tiederyc, heer van Wasnaer, schenkt aan het klooster van Rinsburg en jonkvrouw Berte, zijn zuster, vier morgen land in Poeldijc aan de noordzijde van de kapel, die Johan de Mues van hem in leen hield. Mede bezegeld door Phlips, zijn zoon.

            Anno Domini M.CC.LXXXXIIII.

            Orig. ( inv.nr. 389 ). De zegels ontbreken.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 123, nr. 130 fol. 3 en vermeld fol. 40.

            Gedrukt van de Bergh II nr. 895.

            Gedrukt: Dijkhof, OHZ, dl. V, p. 496-497, nr. 2984.

            "N.B. Het zegel van Dirk van Wassenaar, dat hieraan gehangen heeft, bevindt zich te Amsterdam, in de collectie ???. Zie Corpus Sigillorum Neerlandicorum no. 1345. Vgl. W. A. Beelaerts Van Blokland ""Het oudste Wassenaer-zegel met de drie wassende manen"" [in ""De Nederlandsche Leeuw"" XLIX-1931 p. 225-228.]"

            Reg. no. 83.

        • Vgl. Reg. no. 4.

          • Reg. no. 126, 156, 157, 158, 159, 160, 161, 162, 163, 165, 166.

            Vgl. Reg. no. 136, 137, 138, 154.

            • 126 1313 Mei 14.

              Willaem, graaf van Henegouwen, van Hollant en Zelant, en heer van Vrieslant, verkoopt aan Willaem Aelbrechtsz. van Ockenberghe 24 M. land in Maeslant, hem aangekomen en bestorven van Janne Coppen' zoon uit Maeslant.

              Ghedaen in de Haghe des Manendaghes na sente Servaes dagh int jaer ons Heren dusent driehondert ende dertiene.

              Orig. ( inv.nr. 390.1 ). Het zegel ontbreekt.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 115.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 49.

            • 156 1320 April 15.

              "Mabelie, abdis, en het convent van Rijnsborch, geven aan Willaem Aelbrechtsz. van Ockenberghe papenprovende en woning op het kloosterhof, waar hij met zijn neven Kerstant en Pouwels, en met zijn ""snaar"" Lysabet Philps' dochter van Groenevelt wonen mag, en onderhoud voor zijn paard, alles wegens zijn schenking van 125 M. en 19 £. 10 s. jaarlijkse rente op land te Ockenberghe, Vlaerdingherambacht, Scieveen, Vrienban, Maeslant Arnts ambacht van de Dorpe en Hof van Delf, bezwaard met verschillende renten."

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende tuintich, des Dinxtendaghe na zente Tyburtii ende Veleriani daghe.

              In vidimus van Dirc van Leyden. (zie 1320 Sep. 23). ( inv.nr. 390.2 ).

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 85.

              162 1320 Sept. 23.

              Dirc van Leyden, ridder, burggraaf van Leyden, vidimeert een brief van Mabelie, abdis in Rijnsborch. (zie 1320 April 15).

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende tuintich, des Dinxtendaghe na zente Mauricii daghe.

              Orig. ( inv.nr. 390.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 157 1320 April 5.

              Mabelie, abdis, en het convent van Rijnsburch, verlenen aan Willaem Alebreehtsz. van Ockenberghe 100 £. jaarlijkse rente, waarvan na zijn dood 75 £. zullen komen aan zijn neven Kerstant en Pouwels Kerstant's zonen en hun nakomelingen, over welke de abdis 20 jaar lang voogdij zal oefenen. Hiervoor heeft Willaem gegeven 128 M. land en 7 £. rente in Ketelambacht, en 37 M. land en 5 £. in Maseland.

              Int jaer ons Heren dusent drichondert ende tuintich, des Dinxtendaghe na zente Tyburcii ende Valeriani daghe.

              In vidimus van Arnt, proost van Conincsvelde (zie 1320 Oct. 8) ( inv.nr. 390.3 )

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 85.

              163 1320 Oct. 8.

              Arnt, proost van Conincsvelde, vidimeert een brief van Mabelie, abdis in Rijnaburch. (zie 1320 April 15).

              Ghegheven in dien zelven iare des Woensdaghes na zente Remigis ende ende zente Baven daghe.

              Orig. ( inv.nr. 390.3 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 158 1320 Juni 27.

              Willaem Aelbrechtsz. (van Ockenberghe) geeft een opgave van de landen en renten, die hij aan het godshuis van Rijnsborch gegeven heeft.

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende tuintich, des Vridaghes na zente Jansmisse.

              Orig. ( inv.nr. 390.4 ). Met uithangend zegel in rooden was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 14 verso.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 85.

            • 159 1320 Juni 27.

              Mabelia, abdis, en convent van Rijnsburgh, beloven van de opdracht van Willaem Aelbrechtsz. niet meer te eischen dan hij eerst gegeven had, al zijn teen gestelde voorwaarden te eerbiedigen, en de latere hem kwijt te schelden.

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende tuintich, des Vridaghes na sente Jansmisse.

              In vidimus van Willaem van der Made (zie 1321 Januari 26). ( inv.nr. 390.5 ).

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 85.

              165 1321 Januari 26.

              Willaem van der Made, ridder, vidimeert een brief van Mabelia, abdis van Rijnsburgh. (zie 1320 Juni 27).

              In ons Heren iaer als men scrijft dertienhondert ende enentuintich, des Manendaghes na zente Pouwels daghe alze hi bekerde.

              Orig. ( inv.nr. 390.5 ). Met uithangend zegel in rooden was.

            • 160 1320 Aug. 28.

              Willaem, graaf van Henegouwen, van Holland en Zeeland, en heer van Vriesland, beveelt zijn baljuwen, ambachtsheeren, schouten, schepenen, rechters en dingbewaarders van het graafschap Holland, om er over te staan met recht, wanneer Willaem Aelbrechtsz. aan de abdis van Rensburch van zijn goederen ergens wil opdragen.

              Ghegheven te Haerlem des Donredaghes na zinte Bartholomeus daghe int jaer ons Heren M.CCC. ende twintich.

              Orig. ( inv.nr. 390.6 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Gedrukt Van Mieris II p. 240.

            • 161 1320 Sept. 7

              Schepenen in Mazelant oorkonden, dat Willem Alebrechtsz. van Ookenberchgh aan broeder Dirric ten behoeve van abdis en convent van Rensborch zijn aanspraken overgaf, die hij had op het erf van Gheret Boyen, Hughen van Rijtwijc en Symoen Voddinc.

              Ghegheven in de jaer ons Heren derttijnhondert ende tuintich, des Sonendaghes na sente Gelijs daghe.

              Orig. ( inv.nr. 390.7 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 14.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 88.

            • 166 1321 Febr. 14.

              Mabelie, abdis in Rijnsborch, machtigt broeder Dirc Loeten, om alle brieven te ontvangen, die Willaem Aelbrechtsz. van Ockenberghe hem te Delft te haren behoeve zal opdragen.

              Int iaer ons Heren dertienhondert ende enentuintich op sente Valentijns dach.

              Orig. ( inv.nr. 390.8 ). Met uithangend zegel in groene was, geschonden.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 103 op 1322.

          • Reg. no. 146, 147, 148, 150, 175, 176, 179, 193, 254, 275, 288, 289, 294, 295, 318, 319.

            • 146 1318 Mei 18.

              Willaem Aelbrechtsz. (van Ookenbergh) geeft aan zijn neef Kerstant, zoon van Kerstant en Lysabet Philps' dochter van Groenevelt, 92½ M. land in Ketelambacht, genaamd des heren ambacht van Wassenare, met nog 7 £. 's-jaars op verschillende perceelen, op voorwaarde dat Kerstant ze niet vervreemden mag dan met raad van de stad Delf, en met bepalingen over de voogdij. Mede bezegeld door Dirc, heer van Wassenaer, en Willaem van der Made, ridders.

              In iaer ons Heren M.CCC. ende achtien des Donresdaghes na zente Servaes daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.1 ). Met 3 uithangende zegels in witte was.

              Vidimus van Philips van Groenevelt. (zie 1355 Juli 26).

              Copie in inv.nr. 130 fol. 20.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 77.

            • 147 1318 Juli 30.

              Willaem Aelbrechtsz. (van Ockenbergh) geeft in leen aan zijn neef Kerstant, zoon van Kerstant en van Lijsbet Philps' dochter van Groenevelt, 13 M. land in Maeslant, en 5 £. 's-jaars rente op 14 M. land, onder eenige voorwaarden, en met bepalingen over de voogdij. Mede bezegeld door schepenen van Maeslant.

              Int iaer ons Heren M.CCC. ende achtien, des Sonnendaghes na zente Jacobs daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.2 ). Met 2 uithangende zegels in rood-witte was.

              Copie in inv.nr. 130 fol 15.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 77.

            • 148 1318 Juli 30.

              Willaem Aelbrechtsz. (van Ockenbergh) geeft in leen aan zijn neef Kerstant, zoon van Kerstant en Lijsbet Philps' dochter van Groenevelt, 24 M. land in Maeslant, genaamd Jan Coppen'zoensland, onder eenige voorwaarden, en met bepalingen over de voogdij. Mede bezegeld door schepenen van Maeslant.

              Int iaer ons Heren M.CCC. ende achtien, des Sonnendaghes na zente Jacobs daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.3 ). Met 2 uithangende zegels in roodwitte was.

              Copie in inv.nr. 130 fol. 19 waar gesproken wordt van 40 M.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 77.

            • 150 1319 April 26.

              Willaem Aelbrechtsz. (van Ockenbergh) geeft aan zijn neef Kerstant, zoen van Kerstant en van Lijsbet Philps' dochter van Groenevelt, 128 M. land in Ketelambacht en 7 £. 's-jaars rente op verschillende perceelen, onder eenige voorwaarden, en met bepalingen over de voogdij. Mede bezegeld door Dirc, heer van Wassenaer, en Willaem van der Made, ridders.

              Int iaer ons Heren dusent drichondert ende neghentiene, des Donresdaghes na zente Marcus ewangelista daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.4 ). Met 3 uithangende zegels in roodwitte was.

              Vidimus van Philips van Groenevelt. (zie 1355- Juli 26).

              Copie in inv.nr. 130 fol. 15 verso.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 79.

            • 175 1323 Juni 28.

              Mabeli, abdis van Rijnsborch, en het convent geven in leen aan Willaem Aelbrechtsz. van Ockenberghe 128 M. land en 7 £. 's-jaars in Ketelambacht, die vroeger zijn eigendom waren, en 37 M. en 5 £. 's-jaars in Maesland, waarvan ¾ na zijn dood aan zijn neef Kerstant en ¼ aan zijn neef Pouwels zal komen, met bepalingen omtrent voogdij.

              Int iaer ons Heren dusent driehondert ende drientuintich des Dinxtendaghe na zente Jansdaghe te midzomer.

              Vidimus van Dirc, abt van Egghemonde. (zie 1323 Aug. 16) ( inv.nr. 391.5 )

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 115.

              176 1323 Aug. 16.

              Dirc, abt van Egghemonde, vidimoert een brief van Mabeli, abdis van Rijnsborch. (zie 1323 Juni 28).

              Int jaer ons Heren dusent drihondert ende drientuintich, des Dinxtendaghe na zente Laurens daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.5 ). Met uithangend zegel in groene was, geschonden.

            • 179 1323 Nov. 20.

              Willaem Aelbrechtsz. van Ockenberghe geeft aan Kerstant en Pouwelts Kerstans, zijn zoon's kinderen, 17 M. land, na zijn dood te pachten door schepenen van Delft voor 200 £., die hij den kinderen beloofd had, met bepaling dat abdis of convent van Rijnsborch mogelijke schade mag verhalen op zijn nagelaten goederen.

              Ghegheven int iaer ons Heren dusent driehondert ende drientuintich des Soenesdaghes voor zente Katerinen daghe.

              Orig. ( inv.nr. 391.6 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 122.

            • 193 1332 Februari 27.

              "Jan Van Pollanen, ridder, doet uitspraak in een geschil tussen de abdis van Renseburch, Kerstand en Pouwels, Kerstan's kinderen aan de eene -, en Deric van Ockenberghe, Heynric, zijn broeder en hunne ""evenknien"" aan de andere zijde, over de nalatenschap van Willem Aelbrechtsz. (van Ockenberghe)."

              Ghegheven des Denresdaghes na sente Mathus daghe, int jaar ens Heren dusend driehondert een ende dartich.

              Orig. en duplicaat ( inv.nr. 391.7 ), elk met uithangend zegel In groene was.

              Vermeld in Regesta Hannonensia p. 203.

            • Zie regest no. 193.

            • 254 1346 November 10.

              Pouwels Kerstantsz. verbindt zich jegens abdis en convent van Rijnsborgh geen goed, dat hij van de abdij houdt, te vervreemden, op verbeurte van het goed. Mede bezegeld door Jacob van der Binchorst, ridder, Dirc van Ockenberghe, Dirc van Groenvelt, schout van Delf, en Filips Heinricsz., baljuw van Sciedame, knapen.

              in de iare als men screef dusent driehondert ende sese ende viertich, op sente Martijns avont in de winter.

              "Orig. ( inv.nr. 391.9 ). 5 zegels in groene was; op het laatste zegel de opdruk in rode was."

              Vidimus van 1355 Maart 15. (zie inv.nr. 391.10, regest no. 288)

            • 288 1355 Maart 15.

              Florens van der Duutsker oerden, parochiepaap en commandeur van Valkenburgh, vidimeert een brief, bezegeld door heer Jacob van der Binchorst e.a. (zie 1346 Nov. 10, reg. no. 254, inv.nr. 391.9).

              Int jaer ons Heren dusend driehondert vier ende vijftich, des Sonnendaghes die men hiet Mitvasten.

              Orig. ( inv.nr. 391.10 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 275 1351 Juni 3.

              Schepenen en raadsmannen in Delf verzoeken de abdis en het convent van Rijnsburgh, dat zij Pouwels Kerstantszoon veroorloven willen te verkopen 4 morgen in Maesland in Hanne Coppenz. woning, met voorbehoud van alle rechten van abdis en convent, met belofte, geen dergelijk verzoek meer te zullen doen.

              Des Vrydaghes voor Pijnster int jaer ons Heren dusend driehondert een ende vijftich.

              Vidimus van 1355 Maart 15. ( inv. nr. 391.11 ).

            • 289 1355 Maart 15.

              Florens van dor Duutsker oerden, parochiepaap en commandeur van Valkenburgh, vidimeert een brief, bezegeld met het stedezegel van Delf. (zie 1351 Juni 3, reg.no. 275, inv.nr. 391.11).

              Int jaer ons Heren dusend driehondert vier ende vijftich, des Sonnendaghes die men hiet Mitvasten.

              Orig. ( inv.nr. 391.12 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 294 1355 Juli 26.

              Philips van Groenevelt, proost te Elst, vidimeert den brief van Willaem Aelbrechtsz. (zie 1318 Mei 18, reg.no. 146, inv.nr. 391.1).

              Int jaer ons Heren dusent driehondert vijf ende vijftich, des Sonnendaghes na sinte Jacobs dach in de zomer.

              Orig. ( inv.nr. 391.13 ). Met uithangend zegel in bruine was.

            • 295 1355 Juli 26.

              Philips van Groenevelt, proost te Elst, vidimeert den brief van Willaem Aelbrechtsz. (zie 1319 April 26, reg. no. 150, inv.nr. 391.4).

              Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert vijf ende vijftich, des Sonnendaghes na sinte Jacobs dach in de zomer.

              Orig. ( inv.nr. 391.14 ). Met uithangend zegel in bruine was.

            • 318 1358 Mei 4.

              "Jan van Delf, Willaem Hanneboeysz. en Jan Ghisebrechtsz., mannen der abdis van Rijnsburgh; Ghereyt van Oesgheest, Florens van Sonnevelt, mannen van Holland; Pieter Florijsz., Claes Duker, Andrees broeder Jansz., Pieter Wael en andere knapen, lieden der Vrouwe van Rijnsburgh, oorkonden dat Pouwels Kerstantsz. aan de abdis afstand deed van de goederen in Ketelambacht en Maeslant, hem aangekomen van Willaem Aelbrechtsz., zijn grootvader, en Kerstant Kerstantsz. zijn broer. Bezegeld door Jan van Delf, Johan Boen, cureyt van Rijnsburgh, G. van Oesgheest, T. van Sonnevelt, Ghisebrecht Jacobsz. en Symon Naghel, schout te Rijnsburgh."

              Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert ende acht ende vijftich, des naesten daechs na heylich Cruusdach Invencio.

              Orig. ( inv.nr. 391.14 ). Met 5 uithangende zegels in groene was, het tweede ontbreekt.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 105.

            • 319 1358 Mei 4.

              "Jan van Delf, Willaem Hanneboeys'zoon en Jan Ghisebrechts'zoen, mannen der abdis van Rijnsburgh, Ghereyt van Oesgheest, Florijs van Sonnevelt, mannen van Hollant; Pieter Florijs'zoen, Claes Duker, Andrees broeder Jans'zoon, Pieter Wael en andere knapen, lieden der abdis, oorkonden getuigen te zijn geweest, toen Pouwels Kerstants' zoon voor abdis en gerecht verklaarde al het land, dat hij van Willaem Aelbrechtsz., zijn grootvader en Kerstant Kerstantsz., zijn broeder had, verbeurd te hebben, daar hij sinds den dood der abdis Mabelye zich niet weder had doen beleenen. Bezegeld door Jan van Delf, Mr. Johan Boen, cureyt te Eijnsburgh, Ghereyt van Oesgheest, Florijs van Sonnevelt, Ghisebrecht Jacobsz. en Symon Naghel, schout van Rijnsburgh."

              Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende vijftich, des anders daechs na des heylichs Cruusdach Invencio.

              Orig. ( inv.nr. 391,15 ). Met 6 uithangende zegels in groene was.

          • 467 1379 December 1.

            Agniese Van Huerne, abdis van Rijnsborch, oorkondt dat Agniese Gherit Aven'zoons'dochter met haar verlof aan haar man Bartholomees Aernts'zoon tot zijn lijftocht gemaakt heeft de kleinste helft van het leen dat zij van de abdis heeft ontvangen.

            Ghegheven te Riinaborch des Donresdaghes na sente Anderies daghe Apostels, int jaer ons Heren M.CCC. neghen ende tseventich.

            Orig. ( inv.nr. 392 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Betreft vermoedelijk Ockenbergh in Rijswijk.

            N. B. Reg. no. 467.

          • 572 1402 April 6.

            Dirc van Groenevelt, knaap, staat aan abdis en convent van Reynsburch alle aanspraken af, die hij of zijn vrouw, Willem's dochter van der Made, op het convent hebben.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee, opten sesten dach in April.

            Orig. ( inv.nr. 393 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 31, met foutief jaar: 1302.

            Reg. no. 572.

          • Reg. nos. 624, 637, 676, 691, 801, 802, 803.

            • 624 1415 Maart 5.

              Jonkvr. Pieternelle Dirc's weduwe van Groenevelde verkoopt aan heer Jan van Hodenpijl 6½ morgen, 42 gaarden en 2 voet land in Rijswijck, gemeen met land van de abdis van Reynsburch en met 6 morgen, die zij in leen houdt van heer Jan van Heenvliet, aan de nieuwe Ookenberchschen weg tot aan de nieuwe steenen brug, en van de Vlietweg tot de Delfse vaart. Op verzoek bezegeld door Dirc die Bloot Gherijtsz., haar neef.

              Int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertien, opten vijften dach in Marte.

              Orig. ( inv.nr. 394.3 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Met transfixen 1431 April 30 en 1457 Juli 15.

            • 637 1417 April 23.

              Gerijt van Ockenberge, abt van Egmonde, erkent ten geschenke ontvangen te hebben van heer Johan van Hodenpijl 7½ morgen, 42 gaarden, 2 voet land in Rijsewijck op Ockenberge, gemeen liggende met de abdijgoederen van Reynaburch en Jonkvr. Pietemelle Willemsdr. van der Made uit den Vliet tot de zijdwindesloot, en geeft het hem weder in erfleen met 25 morgen land op Ruven.

              Op sinte Jorijsdach int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventien.

              Orig. ( inv.nr. 394 ). Het zegel ontbreekt.

              676 1427 Januari 19.

              Ghijsbrecht van de Vliet, abt van Egmonde, beleent Johan van Hodenpijl met 6½ morgen, 42 gaarden en 2 voet land in Rijswijck op Ockenberge, hem aangekomen van wijlen Jan, zijn vader, terwijl de leenvolging zal geschieden volgens handvest van Gheerijt van Ockenberge, abt te Egmonde, te verheergewaden met 5 £.

              Gegeven negenthien dagen Januarii int jair ons Heren duysent vierhondert seven ende twintich.

              Orig. ( inv.nr. 394 ). Het zegel ontbreekt.

              801 1457 Juli 10.

              Willem, abt van Egmonde, geeft aan Johan van Hoempijl 6½ morgen 42 gerden en 2 voeten land in Rijswijck op Ockenberge, gemeen met de abdis van Reynsburch en met joncvrou Peternelle, dochter van Willem van der Made, uit de Vlyet zuidwaarts tot in de Zijdwints sloot, wegens beter goed door Jan van Hoempijl der abdij gegeven.

              Gegeven in de jare oms Heeren dusent vierhondert seven ende vijftich, opten tienden dach in Julio.

              Orig. ( inv.nr. 394 ). Het zegel ontbreekt.

              803 1457 Augustus 1.

              Margriete van Bruelis, abdis van Reynsburch, erkent, dat zij door haar rentmeester, Huge Spruyt, ontvangen heeft van Lijsbet van Matenesse en Maria van der Lecke de som van 60 gouden R. gl. om 12½ morgen land van Jan van Hoedenpijl gekocht te betalen, gelegen op Ockenberge in Rijswijck, waarvoor zij aan deze nonnen een jaarlijkse lijfrente van 5 R. gl. betalen zal.

              Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeven ende vijftich, upten yrsten dach in Augusto.

              Orig. ( inv.nr. 394 ). Het zegel ontbreekt.

            • 691 1431 April 30.

              Willem, heer te Naeldwiick en Capelle, maarschalk van Hollant, verkoopt aan zijn nicht, weduwe van Jan van Hodenpijl, 6 morgen land, die hem aangekomen zijn van Lijsbet, weduwe van Pijn Oomsz., liggende onder Rijswijck gemeen met de abdis van Reynsburch, en met 6½ M, 42 gaarden en 2 voet land van de vrouw van Hodenpijl, belend (als in de brief van 1415 Maart 5).

              Int iaer ons Heren dusent vierhondert een ende dertich, opten Meyenavont.

              Orig. ( inv.nr. 394.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 802 1457 Juli 15.

              Johan van Hodempijl, heer van Haemstede, verkoopt aan abdis en convent van Reynsburch 12½ morgen 42 gaarden en 2 voet land in Rijswijck op Ockenberge volgens de brieven waardoor dit transfix gestoken is. (zie 1415 Maart 5 en 1431 April 30).

              Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich, opten vijftiensten dach in Julyo.

              Orig. ( inv.nr. 394.2 ). Met uithangend zegel in rode was.

          • 632 1416 September 20.

            Heynric Uuten Polre scheldt aan het klooster Reynsburch 12 morgen land kwijt, half in Spadelant, half in Vlaerdingherambacht, voor 6 £. 's-jaars, die het klooster daarop heeft, en voor 4 gouden nobels, die het hem betaald heeft. Op verzoek bezegeld door Pouwels Jansz.

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende zestien, op sinte Mateeus avont.

            Orig. ( inv.nr. 397 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 77, en nr. 130 fol. 35 vs.

            Reg. no. 632.

            Vgl. Reg. nos. 633, 634.

        • Vgl. Reg. nos. 156, 158.

          • 355 1364 Januari 8.

            Schepenen van Vlairdingherwout in heer Jan's ambacht van der Wateringhe oorkonden, dat Willaem Heynenz. aan Arnd Boelenz. ten behoeve van het godshuis van Rijnsburgh in eigendom gegeven heeft 2 morgen land aldaar, genaamd Vlederbosch, gemeen liggende met het klooster en de vrouwe Van der Maelstede, gekocht voor 11 £. Holl. de morgen, waarvan 21 betaald zijn.

            Des Manendaghes na dertoenden dach int jair ons Heeren dusent driehondert vier ende tsestich.

            Orig. ( inv. nr. 398 ). Met uithangend zegel in groene was, sterk beschadigd.

            Copie in inv. nr. 128 fol. 125, en nr. 130 fol. 88.

            Reg. no. 355.

          • Reg. no. 547, 672, 771.

            • 547 1396 Januari 24.

              "Aernt, heer van Leyenberch, schenkt aan zijn nicht, Lutgaert Florijs'dochter van Boschuyzen gedurende haar leven een kamp land in Voerborch, tussen 5 of 6 morgen groot, De ""Vroenmade"" geheeten, tussen Binchorster-laen en de Vroensloot, strekkende van de broeksloot tot de lage vroenmade; verder 4 £. 's-jaars staande op alle renten, die hij in Holland heeft. Hiervoor doet Lutgaert afstand van alle toezeggingen, die zij had van de overleden vrouwe van der Binchorst, van heer Aernt en Jan van Leyenberch."

              Ghegheven int jaer ons Heren dusent dryehondert zes ende tneghentich, op-ten vier ende twintichsten dach van Januario.

              Orig. ( inv.nr. 400 ). Het zegel ontbreekt.

            • 672 1425 Maart 22.

              Aernt, heer te Leyenberch, ridder, geeft aan zijn nicht Hubrechte van Leyenberch, non te Reynsburch en haar zuster Lijsbet, zoolang zij leven één kamp 5-6 morgen groot in Voerborch, de Vroenmade genaamd, tussen Binchorsterlaan, Vroensloot en Broecsloot, met bepaling dat het na beider dood komt aan Reynsburch onder last van uitkeering van 1 nobel 's-jaars aan de wijnkelder en 2 aan het klooster van der Leede (met recht van met 20 in eens te lossen) en van memorie te doen voor den gever, zijn vrouw, zijn broeder en diens vrouw, in beide kloosters.

              Ghegheven op den twieentwintichsten dach in Marcio int iair ons Heren dusent vierhondert ende vier ende twintich.

              Orig. ( inv.nr. 400.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Gelijktijdige copie op papier.

            • 771 1452 Mei 25.

              Margriete van Oistende, abdis van Reynsburch, veroorlooft aan vrouwe Kathryn van Doornick, non in 't klooster, de 2 Eng. nobelen 's-jaars ten bate van het klooster ter Leede, staande op de Vroenmade in Voirburch groot 5 a 6 M. door Heer Airnt van Leyenberch, ridder, aan zijn nichten Hubrecht en Lijsbet vermaakt en na haar dood aan het klooster gekomen, te lossen en te koopen, om na haar dood aan het klooster te vervallen, en beveelt den rentmeester die rente jaarlijks aan vrouw Kathrijn te betalen.

              Up sinte Urbaensdach int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich.

              Orig. ( inv.nr. 400.2 ). Met uithangend zegel in rode was.

        • Vgl. Reg. no. 156.

        • Vgl. Rog. no. 49, 70.

          • 151 1319 Mei 10.

            Uitspraak van Hughe Mensen'zoon, monnik te Egmonde, in een geschil tussen de abdis van Reinsborch en Bartelmeus uter Wike over betaling van, 10 £. voor land te Castrekim, dat van heer Willaem van Windelsnes was.

            Ghegheven int iaer ons Heren dertienhondert ende neghentien, des Donresdaghes voer Ascen cioen.

            Orig. ( inv.nr. 403 ). Met uithangend zegel in bruine was.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 80.

            Reg. no. 151.

          • Reg. nos. 521, 533.

            • 521 1391 Januari 3.

              Willem Hessels en Wouter v. den Stale, schepenen in Huesden, oorkonden dat Aernt en Robbrecht van Dronghelen aan Thomas en Willem Asenyer erkennen schuldig te zijn 6 goede oude gulden Fransche schilden, met belofte van Robbrecht om Aernt schadeloos te houden.

              Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende een ende tneghentich, 's Diinsdages na jaersdach.

              Orig. ( inv.nr. 406.2 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

              Met transfix van 1394 Januari 15.

            • 533 1394 Januari 15.

              Heynric van Malsen en Herberen van Boningen, schepenen in Huesden, oorkonden dat Vrancke Gorra zich met den brief, die met dezen doorstoken is, (zie 1391 Januari 3) gerechtelijk liet toewijzen het gereede goed van Robbrecht van Dronghelen, en het verkocht aan Willem Hesselsz. voor 6 Fransche schilden, waarne Robbrecht het weder kocht voor 9 Fransche schilden, terwijl hij de schade van 39½ grooten Holl. lijdt voor Aernt, voor wien hij zich borg gesteld heeft.

              Ghegheven int jaer ons Heren dertienhondert ende viere ende tneghentich, sDonredages na sente Pontiaensdach.

              Orig. ( inv.nr. 406.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

        • Vgl lijst van ontbrekende stukken no. 9.

          • 951 1493 Maart 7.

            Burgemeesters, schepenen en raden van Delf oorkonden, dat Gerijt Jansz. Bruyser en Berger Joestz. verklaren tegenwoordig te zijn gewees inden Haghe bij het verhuren van 2 morgen land in Schielant door Adriaen van der Does aan Willem Jan Prootenz.

            Opten VIIen dach in Maerte, anno XIIIIc twe ende tnegentich na beloop shoofs van Hollant.

            Orig. ( inv.nr. 407 ). Papier. Het opgedrukt zegel ten zaken bijna geheel verdwenen.

            954 1493 November 4.

            Adriaen van der Does, rentmr.-genrl. van Rijnsburg, verklaart dat Willem Jansz. Proot van hem als rentmr. gehuurd heeft 2 morgen land in Ouderschie in Schielant onder zekere voorwaarden.

            Int jair ons Heren XIIIIc. driende tnegentich, opten vierden dach in Novembry.

            Orig. ( inv.nr. 407 ). Papier, met handtekening.

            Reg. nos. 951, 954.

          • Reg. nos. 57 en 615.

            • 615 1412 September 16.

              Willem Symonsz. en Jacob Willemsz., schepenen te Rotterdam, oorkonden dat Jan Bisscob en Gherijt Jansz. beloofd hebben dat, als 't-bleek, dat Dirc Woutersz. zal. een bastaard geweest was, zij de goederen, die Jan Bisscob's moeder, Griete, weduwe van Pieter Bisscob, van bovengenoemden Dirc Woutersz., haar neef, geerfd had, aan de abdis van Reynsburch zouden overgeven onder verpanding van Jan Bisscob's huis in de Lombardstraat.

              Int jair ons Heeren M.CCCC. ende twaliff, up sinte Lambrechtsavont.

              Orig. ( inv.nr. 408.1 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            • 57 1264 Sept. 11.

              Aleydis, zuster van wijlen den Roomschkoning Wilhelmus en vrouwe van wijlen Joannes van Avennae, geeft aan Johannis van Rinsburg en zijn erfgenamen in erfleen een hofstede naast het kerkhof in Nieuw-Sciedam, breed 4 roeden & land 5 roeden.

              Datum anno Domini M.CC. sexagesimo quarto, feria quinta post Nativitatem beate Marie virginis.

              Copie in inv.nr. 129 fol. 55b.

              Het origineel vermeld in ouden inv. 30 f. 46 nr. CIIII.

              Orig. ( inv.nr. 408.2 ). Met het zegel van de oorkondster in groene was.

              Gedrukt Kluit IIII p. 769, van de Bergh II nr. 116.

              Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. III, p. 185, nr.584.

          • 167 1321 April 30.

            Hughe, heer van Zottenghem, van Putte en Striene, en burggraaf van Ghent, geeft aan Willaem den Gouwer Willaem Tghouwers'zoon in vrijen eigendom, al wat hij van hem te leen hield.

            Ghegheven in de jaer ons Heren M.CCC. ende een onde twintich op den Meyavont.

            In vidimus van Dirc, burggraaf van Leyden. (zie 1321 Mei 4) ( inv.nr. 409 ).

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 96.

            168 1321 Mei 4.

            Dirc, burggraaf van Leyden, ridder, en Willaem van Leyden vidimeeren een brief van Hughe van Zottenghem. (zie 1321 April 30)

            Int tiaer ons Heren M.CCC. ende XXI des Manendaghes na Meydach.

            Orig. ( inv.nr. 409 ). Beide zegels ontbreken.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 68 vs.

            Reg. nos. 167, 168.

            Vgl. Reg. no. 145.

          • Reg. no. 144.

          • 144 1317 Juli 25.

            Jan Hove oorkondt, dat Yokel Ossterbeics' weduwe het geld kwijtscheldt, dat Lippetiaen op Oesterbeke gaf, als van het land, dat Jan van der Elve van Lippetiaen kocht, waarvan broeder Dirch vanwege de abdis van Renseborch den koop nam.

            Int iaer ons Kieren dusent driehondert ende zeventiene in sente Jacobs daghe.

            Orig. ( inv.nr. 411 ). Met fragment van uithangend zegel.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 74.

            149 1318 Nov. 30

            Willaem van Wilsnes, ridder, Jan van Rozenborch en Claie Gherijtzoen van Wieldrecht, knapen, oorkonden dat Louwen Arnt Imman'zoon en Aechten, zijn vrouw, hun goed vrij terug gekregen hebben van abdis Mabelien en het convent van Reinsborch, op voorwaarde dat zij aan geen klooster of godshuis iets zouden schenken dan met goedkeuring der abdis.

            Ghegheven in de iaer ons Heren dertienhondert ende achtien ets Vridaghes na Alrezielen daghe.

            Orig. ( inv.nr. 411 ). Met fragment van het tweede uithangende zegel, en geschonden derde zegel in bruine was. Het eerste ontbreekt geheel.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 78.

            Reg. no. 149.

          • 22 1237 Maart 12.

            A(leidis), eertijds gravin van Holland, weduwe van Th(eodericus) van Holland, schenkt aan de abdij van Rinsburg voor haar zielerust en voor haar grafstede 2 £. 's-jaars uit de tienden van Sconedorpe.

            Actum ..millesimo ducentesimo tricesimo septimo, quarto Idus Marci.

            Orig. ( inv.nr. 412 ). Met uithagend zegelrest in bruine was, terwijl een grooter fragment er los bijligt. Met dorsale notitie: De elemosina Aleydis comitisse in Aleamer.

            Copie in nv.nr. 127 f. 19.

            Gedrukt Kluit II1 p. 479. van de Bergh I nr. 365.

            Gedrukt: Kruisheer, OHZ, dl. II, p. 185, nr.584.

            Vgl. Van Mieris I p. 213.

            Reg. no. 22.

        • Vgl. Reg. no. 1123.

        • Vgl. Reg. no. 959.

          • 200 1336 Januari 2.

            "Diddeboy, schout van Catwijc, oorkondt, dat voor hem en buurlieden verklaard heeft Nanne Liefgheersz. aan broeder Dirc Loeten verkocht te hebben ten behoeve van het kloester Rijnsborgh 10 sch. holl. 's-jaars op een erve ""in 't steghe"" en op eene hofstede aan de steenstraet."

            Ghegheven in de jare ons Heren als men screef dusent driehondert ende zes ende dertich, des Dinxdaghes voer Dertiendach.

            Orig. ( inv.nr. 413 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr, 129 fol. 58, en nr. 130 fol. 72 vs. op 1339.

            Vermeld in Regesta Hannonensia p. 242.

            Reg. no. 200.

          • 344 1362 Mei 2.

            Drijc van Lancghevelt, schout in Catwijc, oorkondt dat Oem Jan en zijn vrouw Alijt en haar broeder Gherijt Deman erkenden alle jaren schuldig te zijn 16 sch. op hun huis en hofstede te Catwijc, aan Claes van der Boechorst, Jans'zoon of den houder van de brief.

            Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert twie ende tsestich, des anders daechs na Meyendaghe.

            Orig. ( inv. nr. 414 ). Het zegel ontbreekt.

            Copie in inv. nr. 129 fol. 63 waar staat: Arnt van Langhevelt, en nr. 130 fol. 74.

            Reg. no. 344.

          • 481 1381 September 27.

            Dieric Saey, schout in Valkenborch, oorkondt dat Pieter Jan Rob brechts'zoon aan Sophie van Dronghelen, priorin in het klooster van Rijnsborch, heeft verkocht 45 schell. Holl. 's-jaars op een halven morgen land op de Venne, en op zijn huis te Catwijc.

            Ghegheven des Vrijdaghes na sente Mauricius dach, int jaer ons Heren M.CCC. een ende tachrich.

            Orig. ( inv.nr. 415 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 130 fol. 73 vs. met jaartal 1380.

            Reg. no. 481.

          • 532 1393 December 26.

            Jan Cesar, schout van Catwijc, oorkondt dat Wouter Backersz. aan jongen Willaem schuldig is 70 £. Holl. en 7 schell. te midwinter e.k. te betalen, met redht van panding.

            Int iaer ons Heren dusent driehondert drie ende tneghentich, up sente Steffensdach.

            Orig. ( inv.nr. 416 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Reg. no. 532.

          • Reg. nos. 581, 639, 682.

            • 581 1403 October 29.

              Jacob Ouwelant Jacobsz., schout te Catwijc, oorkondt dat Claes van Velde aan Jan Ghijsbrechtsz. verkocht heeft 1 £. 's-jaars op een huis en erve te Catwijc.

              Int jair ons Heren duysent vierhondert ende drie, des Manendaghes na sinte Symon ende Juden dach.

              Orig. ( inv.nr. 417.2 ). Met uithangend zegel in groene was.

              Transfixen 1417 November 14 en 1429 Februari 5.

            • 639 1417 November 14.

              Thyman Hombout, commandeur en cureit te Catwijc, oorkondt dat Jan Ghijsbrechtsz. erkent verkocht te hebben aan Dirc Jansz., priester, 1 £. 's-jaars volgens den brief, waardoor dit transfix gestoken is. (zie 1403 October 29).

              Int iaer ons Heren dusent vierhondert ende seventien, des Sonnendaghes na sinte Brictius'dach.

              Orig. ( inv.nr. 417.3 ). Met fragment uithangend zegel in groene was.

            • 682 1429 Februari 5.

              Pouwels Harmansz., cureit te Reynsburch, oorkondt dat Dirc Jansz., priester, erkent verkocht te hebben aan Jan van Nyevelt, non te Reynsburch, de renten, begrepen in een brief, waardoor dit transfix gestoken is. (zie 1403 October 29).

              Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende twintich, op sinte Aechten dach in Februarie.

              Orig. ( inv.nr. 417.1 ). Met fragment van uithangend signet in groene was.

          • 690 1430 Juli 29.

            Philips Heinrix'zoon verkoopt aan Mari van Nyenroe, non te Reynsburch, 1 £. Holl. 's-jaars op zijn huis en erf in Catwijc op die Zee, aan de Heerweg. Op verzoek bezegeld door Jan van Alkemaed Hughenzoon, schout van Oestgheest.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich, op sinte Olauts dach.

            Orig. ( inv. nr. 418 ). Met uithangend zegel in groene was.

            Copie in inv.nr. 129 fol. 59.

            Reg. no. 690.

          • 804 1457 Augustus 12.

            Margriete van Bruelis, abdis van Rijnsburch, erkent ontvangen te hebben ten behoeve der abdij van vrouwe Mary van Nyenroe een brief van 1 £. 's-jaars erfrente op een huis en erf van Jelijs Petersz. van Zwieten in Catwijck op die Zee, en belooft haar haar leven lang die rente te betalen.

            Int jair onss Heren duysent vierhondert ende zeven ende vijftich, upten twaelfsten dach in Augusto.

            Orig. ( inv.nr. 419 .). Met uithangend zegel in rode was.

            Reg. no. 804.

          • Reg. nos. 1063, 1121.

            • 1063 1535 Mei 24.

              Jacob van Noerde, schout van Valckenburch, en Catwijck op den Rijn en aan Zee, oorkondt dat buurlieden van Catwijck op den Rijn verklaard hebben, dat op 8 Juni 1530, 23 Januari 1534 en 25 April lestleden na panding wegens achterstallige rente aan de vrouwe van Reyns burch ten laste van Cornelis Jansz. de Smit's huis te Catwijck toegeschat zijn 4½ Rgl. en 30 st. en 30 st.

              Gedaen in de jaer XVc vijf ende dertich, upten vier ende twintich sten dach in Meye.

              Orig. ( inv.nr. 420.1 ). Met uithangend zegel in groene was.

            • 1121 1544 Juni 9.

              Jacob van Duynnen Gheerritsz., schout-substituut van Jacob Symonsz schout in Valckenburch en de beide Catwijcken, oorkondt dat Aryaen Martijnz. te Catwijc upten Rijn erkent aan de schuldenaars van Cornelis Jansz. smid schuldig te zijn 134 g. Car gl. in 12 jaarlijkse termijnen te betalen wegens den koop van het huis, smidshuis en boomgaard volgens zekere executie op het huis gedaan door Geerloff Pyetersz., onderrentmeester van Willem van Alcmaede, ridder, rentmeester-generaal van Reynsburch.

              Actum den negenden dach Junii anno XVc vyer ende veertich.

              Orig. ( inv.nr. 420.2 ). Met uithangend zegel in roode(?) was.

        • Vgl. Reg. nos. 509, 518.

          • 562 1399 October 4.

            Jan Jan Vockenzoons zoon en Pieter Wit, schepenen in Leyden, oorkonden dat Jan de Brabander aan broeder Willem van Reinsburch 30 schell. 's-jaars heeft verkocht, staande op een huis en erf aan de Ouden Rijn, en op het huis daarnaast, terwijl Jan van Stienberghen voor alle schade instaat.

            Int jair ons Heren duysent driehondert neghen ende tneghentich, tSaterdaghes na sinte Bavendach.

            Orig. ( inv.nr. 421 ). Met 2 uithangende zegels in groene was.

            Copie in inv.nr. 128 fol. 119.

            Reg. no. 562.