Terug naar zoekresultaten

2.19.132 Inventaris van het archief van het Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC), (1900) 1972-1993 (1997)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.132
Inventaris van het archief van het Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC), (1900) 1972-1993 (1997)

Auteur

V.A.J. Klooster

Versie

11-06-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2002 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC)
Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum

Periodisering

archiefvorming: 1972-1993
oudste stuk - jongste stuk: 1900-1997

Archiefbloknummer

I2621

Omvang

; 1706 inventarisnummer(s) 42,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC) Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken (CV) Openbare Leeszaal Utrecht Maatschappij tot Nut van 't Algemeen Stichting Landelijke Bibliotheekcentrale en voorgangers Bond van Openbare Leeszalen en Bibliotheken in de Provincie Zuid-Holland Vereniging tot behartiging van de sociale en arbeidsrechtelijke belangen van het Personeel werkzaam in Openbare Bibliotheken (VPOB) en opvolger Werkgeversorganisatie Bibliotheekwezen (WOB)
Dr. H.E. Greve
Mw. O.A.J. Mühlenfeld
M. Elsen
Mw. A.C. Gebhard
Mw. mr. M. Wijnstroom

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het Nederlands Bibliotheek- en Lectuur Centrum (NBLC), in 1972 ontstaan na een fusie van enkele algemene en confessionele organisaties op het terrein van het bibliotheekwerk, had tot taak om het openbare bibliotheekwerk in Nederland te bevorderen. Door landelijke samenwerking en centrale dienstverlening kon het NLBC en met name het bureau een positieve impuls geven aan bibliotheektechnische activiteiten waardoor een grote mate van normalisering en efficiency verkregen werd.
Het archief van de NBLC is ingedeeld naar de onderdelen van de organisatie: de vereniging (de leden en het bestuur) en het bureau en zijn diensten. Per dienst/organisatieonderdeel zijn de archiefstukken gerangschikt in rubrieken. Binnen de rubrieken zijn de stukken chronologisch geplaatst. Bij dit archief zijn ook "gedeponeerde archivalia" geplaatst, zoals het archief van de Landelijke Bibliotheekcentrale en de collectie van het Bibliotheek Museum.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Voorwoord
De geschiedenis van het openbare bibliotheekwerk kent een geleidelijke ontwikkeling, waarin niettemin een aantal zeer cruciale momenten zijn te herkennen.
Een van die momenten is de vorming van het NBLC, het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, in 1972, door de fusie van enkele algemene en confessionele organisaties op het terrein van het bibliotheekwerk. Deze landelijke samenwerking, maar vooral ook de activiteiten van het NBLC-bureau, hebben een geweldige impuls gegeven aan de groei van het openbare bibliotheekwerk in Nederland. Met name de centrale dienstverlening op het terrein van de bibliotheektechnische activiteiten droeg bij aan normalisering en vooral efficiency.
In 1994 werd deze ontwikkeling onderbroken. De Vereniging van Openbare Bibliotheken NBLC beperkte zich vanaf toen tot de taken van een branche-organisatie; de centrale dienstverlening werd voortaan uitgevoerd door de in dat jaar opgerichte Stichting NBLC, later Biblion bv.
De viering van het derde lustrum van de Vereniging NBLC biedt een goede gelegenheid om het archief van het NBLC over de periode 1972 - 1994 af te sluiten en over te dragen aan het Algemeen Rijksarchief, waar ook het archief van haar rechtsvoorganger de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken (1908 - 1972) berust.
De Vereniging van Openbare Bibliotheken NBLC stelt de bereidwilligheid van het Algemeen Rijksarchief om ook dit archiefbestand op te nemen zeer op prijs.
Mr. J.-E. van der Putten
directeur
Voorgeschiedenis en oprichting van het NBLC
Nadat aan het einde van de 19e eeuw de eerste 'Openbare Leeszalen en Bibliotheeken' waren gesticht, ontstond bij de pioniers al snel de behoefte zich te onderscheiden van de zogenaamde volksbibliotheken.
Er waren drie groepen volksbibliotheken: die van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de zogenaamde Nutsbibliotheken, de protestants-christelijke en de katholieke bibliotheken.
Dr. H.E. Greve, die in 1906 promoveerde op het proefschrift Openbare Leesmusea en Volksbibliotheken en die gedurende enkele decennia zijn stempel drukte op het openbare bibliotheekwerk, zette zich sterk af tegen de volksbibliotheken omdat die zich beperkten tot ontspanningslectuur, geen deskundig personeel hadden en zich vooral richtten op de 'lagere sociale klassen'.
Het ontstaan van openbare bibliotheken naar het Britse model en met name de Rijkssubsidievoorwaarden van 1921, waarbij de openbare bibliotheken werden gesubsidieerd, brachten een aantal van deze bibliotheken ertoe zich om te vormen tot openbare bibliotheek. Daarnaast leidde particulier initiatief tot de oprichting van nieuwe confessionele openbare bibliotheken vanuit de gedachte dat niet alle lectuur geschikt was voor de geloofsgenoten.
Aanvankelijk waren er in het openbare bibliotheekwerk verschillende verenigingen actief:
  • De Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken (CV), waarvan alle bibliotheken lid waren die aanspraak maakten op een rijksbijdrage en die op grond daarvan onder toezicht stonden van de Rijksinspectie voor het Openbare Bibliotheekwerk.
  • De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, met een afdeling Bibliotheekwerk, die de Nutsbibliotheken ondersteunde.
  • Het Christelijk Lektuur Centrum (CLC), een voortzetting van de Christelijke Bond van Openbare Leeszalen en Bibliotheken.
  • Het Katholiek Bibliotheek- en Lectuur Centrum (KBLC, vanaf 1972 KLC), dat zowel R.K. openbare leeszalen als R.K. volksbibliotheken onder zijn leden had.
  • De Protestantse Stichting tot bevordering van het Bibliotheekwezen en de Lectuurvoorlichting in Nederland was een organisatie die, uitgaande van de reformatorische vrijheid van onderzoek, vond dat protestantse christenen geen aparte bibliotheken moesten oprichten maar gebruik moesten maken van een algemene openbare bibliotheek.
  • Het Christelijk Jongeren Verbond (CJV) beheerde bibliotheken voor jongeren binnen het verband van de kerkelijke gemeenten.
De situatie was in de jaren vijftig van de 20e eeuw door deze omstandigheden tamelijk ondoorzichtig geworden. De bovengenoemde organisaties waren niet alleen actief in de belangenbehartiging van het bibliotheekwerk, maar ook in de ondersteuning van bibliotheken, met name op het terrein van de lectuurinformatie:
  • De katholieke Stichting IDIL (Informatie Dienst Inzake Lectuur), produceerde boekbesprekingen vanuit - een behoudende versie van - de eigen geloofsovertuiging.
  • Het CLC maakte de Konforma-boekbesprekingen vanuit een christelijke invalshoek.
  • De Protestantse Stichting maakte ter ondersteuning van een goede bibliotheekpraktijk en goed bibliotheekgebruik Prisma-boekbesprekingen, evenals keuzelijsten en andere promotiematerialen.
  • De Centrale Vereniging maakte boekbesprekingen, bibliografisch materiaal, promotiematerialen, adviseerde over beleid, bouw en inrichting van bibliotheken en organiseerde de in-service opleidingen.
Wat de situatie zo ingewikkeld maakte was, dat diverse bibliotheken lid waren van twee verenigingen: de Centrale Vereniging en een van de confessionele verenigingen, het Christelijk Lectuur Centrum of het Katholiek Lectuur Centrum. Veel bibliotheken, waaronder ook katholieke, maakten gebruik van de dienstverlening van het Protestantse Prisma. En tenslotte waren van de CV ook de functionarissen - de facto de directies - lid.
In de jaren zestig werd, onder druk van rijks- en lokale overheden, overal gefuseerd. De 'gemeenschappelijke' bibliotheek kwam tot stand, die uitdrukkelijk niet neutraal zou zijn, maar plaats zou bieden aan alle levensbeschouwingen. Het woord 'pluriformiteit' deed zijn intrede.
Eind jaren zestig was dit proces op gang gekomen en gingen er stemmen op om ook de landelijke verenigingen te laten fuseren. Er werd door de verenigingen een gezamenlijke commissie ingesteld om de onderhandelingen in gang te zetten, de Commissie Landelijke Samenwerking.
In dezelfde tijd deed zich een tweede ontwikkeling voor. Het aantal bibliotheken in steden en grotere dorpen was na de Tweede Wereldoorlog krachtig gegroeid en sinds de oprichting van Provinciale Bibliotheek Centrales (PBC's) rond 1960 werd ook het platteland ontsloten. Het gebruik van de bibliotheken nam gestaag toe, de middelen echter nauwelijks. Met name de personeelsvoorziening was ronduit slecht. Vaak waren de personeelskosten sluitpost op de begroting. Men werkte veel met niet of nauwelijks betaalde leerlingen die na voltooiing van hun opleiding moeilijk aan de slag kwamen.
Directies constateerden dat in alle bibliotheken werkzaamheden werden verricht, buiten de directe contacten met gebruikers, die veel efficiënter centraal uitgevoerd zouden kunnen worden: informatie verzamelen en verschaffen over nieuw verschenen boeken, catalogiseren en indelen enz.
Men besloot, nadat enkele alternatieven waren onderzocht, dat bij een eventuele fusie van de bovengenoemde verenigingen een 'centrale dienstverlening' tot stand zou moeten komen om deze werkzaamheden voor alle bibliotheken op één plaats uit te voeren. Daarnaast werd samen met de verenigingen van uitgevers en boekhandelaren de Nederlandse Bibliotheek Dienst (NBD) opgericht, die de door bibliotheken geselecteerde boeken - later ook andere materialen - zou leveren, bibliotheekklaar gemaakt, dat wil zeggen versterkt, eventueel gebonden, geplastificeerd en van uitleenmaterialen voorzien.
Een derde ontwikkeling was de betrokkenheid van de functionarissen. Openbare bibliotheken ontstonden grotendeels uit particulier initiatief. De betrokkenheid van de besturen was dan ook groot en hield in veel gevallen ook verregaande bemoeienis in met de dagelijkse gang van zaken.
De bibliothecarissen (d.w.z. de directies, anderen waren assistenten) waren vanaf het ontstaan vooral professionals waar het ging om de inhoud van het werk. Zelfs in de directie-opleiding van één jaar hield men zich enkele maanden bezig met bibliografisch werk! Maar vanaf de jaren zestig begon die professionaliteit zich uit te breiden tot de managementtaken die daarvoor, generaliserend gesproken, wat waren verwaarloosd.
Het spreekt vanzelf dat deze professionals in de nieuwe vereniging grote invloed wensten. Daarbij ontstonden twee stromingen waarvan er een vond dat de leden vertegenwoordigd moesten worden door de directies. De andere stroming vond dat bestuursleden dat moesten doen, terwijl de bibliothecarissen in een sterke aparte vereniging de besluitvorming over praktische zaken, zoals de centrale dienstverlening, op zich moesten nemen. Er werd een vereniging opgericht, de Vereniging van Functionarissen in Openbare Bibliotheken (VFOB) met als doel de inbreng van functionarissen, juist ook bij de onderhandelingen, te waarborgen.
In 1970 werd een ontwerp voor de nieuwe vereniging gepresenteerd, het Ontwerp van een landelijke vereniging voor het openbare bibliotheekwerk; nota uitgebracht door de commissie landelijke samenwerking. Over de uitgangspunten van de samenwerking en de positie van de fusiepartners was men het snel eens. De vraag waar de Centrale Dienstverlening (CDV) zou komen, binnen of buiten het NBLC, werd niet opgelost. Geadviseerd werd de CDV voorlopig bij het NBLC onder te brengen. Naderhand werd aan een commissie opdracht gegeven de vestigingsplaats en de functie van de CDV te onderzoeken. Dit onderzoek werd in 1978 afgesloten met als conclusie dat de situatie niet gewijzigd hoefde te worden. Maar het grootste breekpunt was de positie van de functionarissen. Een nieuwe commissie, de Commissie Vormgeving inzake de Structuur van een Landelijke Vereniging voor het Openbare Bibliotheekwerk, deed in het najaar van 1971 een voorstel op basis waarvan op 8 april 1972 de landelijke overkoepelende vereniging van openbare bibliotheken in Nederland, het Nederlands Bibliotheek- en Lektuur Centrum (NBLC) werd opgericht. De nieuwe organisatie fungeerde tevens als beroepsorganisatie van de functionarissen werkzaam bij deze instellingen.
Doel van het NBLC
In de statuten wordt het doel van de vereniging als volgt geformuleerd: het zonder commercieel oogmerk bevorderen van:
  • een optimaal functioneren van het openbare bibliotheekwerk in Nederland;
  • de integratie en de samenwerking van de verschillende typen bibliotheken, te weten de openbare, wetenschappelijke en speciale bibliotheken;
  • behartiging van de belangen der volksbibliotheken
  • samenwerking met andere organisaties en instellingen, die werkzaam zijn op het terrein van het bibliotheek- en boekwezen in de ruimste zin;
  • kontakten met organisaties en instellingen die zich geheel of gedeeltelijk bezighouden met opvoeding, vorming en of ontspanning;
  • belangstelling voor het gedrukte woord en andere aan het bibliotheekwerk en de lectuurvoorziening verwante media;
  • opleiding en vorming van bibliotheekpersoneel;
  • de bibliotheekwetenschap.
Dit doel wordt nagestreefd op een wijze die de deelneming van de verschillende levensovertuigingen tot haar recht doet komen.
De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
  • het instandhouden van een centraal verenigingsbureau en een centraal dienstverleningsapparaat
  • lectuurvoorlichting, waaronder een recensiedienst
  • de opneming van levensbeschouwelijk gerichte studie- en communicatiecentra
  • het onderhouden van werkgroepen ten behoeve van speciale onderdelen van het werk.
  • kommissiewerk
  • het bepleiten van de belangen van het openbare bibliotheekwezen bij overheidsorganen en vakorganisaties
  • de uitgave van geschriften
  • andere wettige middelen die bevorderlijk kunnen zijn voor het bereiken van het doel.
Structuur van het NBLC
De Vereniging
Het NBLC heeft een vereniging waarvan zowel bibliotheken als bibliothecarissen lid kunnen worden. Het hoogste orgaan binnen de vereniging is de algemene ledenvergadering. Tijdens deze vergaderingen beslissen de leden over de jaarstukken, beleidsnota's en zaken verband houdend met de CDV. Persoonlijke leden kregen één stem(punt), de stemmen van de instellingen werden op basis daarvan vastgesteld, zodanig dat het totaal aantal stemmen van instellingen en persoonlijke leden gelijk was. De leden van het NBLC benoemen tijdens algemene vergaderingen uit hun midden het bestuur.
Ook het bestuur werd paritair samengesteld uit bestuurders en functionarissen van openbare bibliotheken. Daarnaast kregen vertegenwoordigers van de organisaties die hun bibliotheekwerk onderbrachten bij het NBLC zitting in het bestuur.
Binnen de vereniging was een plaats voorzien voor een aparte vereniging van functionarissen van openbare bibliotheken. Dit Studiecentrum van Functionarissen (STUF) streefde de volgende doelen na:
  • het bevorderen van deelname van functionarissen aan de voorbereiding van het landelijk beleid inzake het openbare bibliotheekwerk;
  • het activeren van de bestudering van onderwerpen die van belang zijn voor de bevordering van het openbare bibliotheekwerk;
  • het bieden van mogelijkheden voor ontmoeting en gedachtenuitwisseling tussen functionarissen;
  • het bestuderen van de positie van de functionaris in de openbare bibliotheken.
Het studiecentrum tracht deze doelen onder meer te verwezenlijken door bijeenkomsten op regionaal niveau.
Kandidaten voor functionarissenzetels in het NBLC-bestuur worden voorgedragen door het Studiecentrum voor Functionarissen.
Binnen de vereniging werden twee Studie- en Communicatiecentra (KLC en CLC) opgericht die vanuit hun katholieke, resp. christelijke achtergrond bij zouden moeten dragen aan een pluriform beleid, resp. pluriforme producten. Het CLC en het KLC kregen ook een dubbele vertegenwoordiging in het algemeen bestuur, evenals de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en het C.J.V. Deze organisaties werden allen buitengewoon lid met stemrecht. De Protestantse Stichting stemde niet in met het gekozen model en nam daarom geen deel aan de nieuwe vereniging.
Binnen het NBLC bestonden drie secties voor bibliothecarissen met een bepaald specialisme: de sectie Jeugdbibliothecarissen, de sectie Muziekbibliothecarissen en de sectie Bibliotheekwerk voor Bejaarden, Zieken en Gehandicapten (BEZIG). Later kwam daar de sectie Schoolmediatheekwerk bij.
Het NBLC-bestuur kan bepaalde taken en bevoegdheden delegeren aan zogenaamde beleidsinstellingen. Er fungeerden onder andere de volgende beleidscommissies: de Beleidscommissie Volksbibliotheken, de redactie van Bibliotheek en Samenleving, het verenigingstijdschrift van het NBLC, de Beleidscommissie Schoolmediatheken en de Beleidscommissie Centrale Dienstverlening.
De vereniging kende ook werkgroepen en commissies, zowel permanent als ad hoc.
Het NBLC-bureau
Het NBLC beschikt over een bureau dat voornamelijk belast is met de voorbereiding en uitvoering van beleidsbeslissingen van de vereniging. Daarnaast worden door het bureau verenigingstaken als belangenbehartiging en activiteiten voor de centrale dienstverlening uitgevoerd.
Organisatie
  1. Sector Centrale Dienstverlening, waartoe de volgende diensten behoorden: lectuurinformatie, documentatie, audiovisuele materialen, automatisering.
  2. Sector Verenigingszaken met de volgende diensten: algemene bibliotheekzaken, leesbevordering, scholing en communicatie, schoolmediatheekwerk, boek en jeugd, de vakbibliotheek en na de fusie met de LBC de wisselcollecties.
  3. Sector Bureauzaken met de voorwaardenscheppende diensten: uitgeverij (beheert het uitgeversfonds van het NBLC; later dienst distributie) administratie en productie (met een eigen drukkerij) en later de echte dienst uitgeverij.
De leiding van het bureau berust bij de directeur van de vereniging. Elke sector werd geleid door een adjunct-directeur. De staffuncties financiële zaken, juridische zaken en personeelszaken en ook de studie- en communicatiecentra CLC en KLC vielen rechtstreeks onder de algemeen directeur. De belangen van het personeel werden behartigd door een ondernemingsraad en enkele ombudsfunctionarissen. Ter bevordering van de onderlinge sociale contacten functioneert een zelfstandige personeelsvereniging.
Taken
Uitgangspunt voor de Sector Centrale Dienstverlening is het maken van producten die van direct nut zijn voor het werk van openbare bibliotheken. Om redenen van efficiency, kostenbeheersing en kwaliteitsverhoging is de productie gecentraliseerd bij het NBLC-bureau. De producten waren: aanschafinformaties, titelbeschrijvingen en documentatiemappen. De centrale dienstverlening was kostendekkend.
De taken van de Sector Verenigingszaken zijn: belangenbehartiging, spreekbuis voor de bibliotheken, informatie bieden, scholing, uitgave van vakbladen en na de fusie met de LBC van wisselcollecties in 'schaarse' talen.
Met uitzondering van de belangenbehartiging en de woordvoerderstaken, waarvoor de leden contributie betaalden, werd deze sector grotendeels gesubsidieerd door het Rijk.
De Sector Bureauzaken ondersteunde al deze activiteiten met een tekstverwerkingsafdeling, een drukkerij, interne postvoorziening en externe expeditie en de financiële en personeelsadministratie. Verder werden vakpublicaties uitgegeven, evenals materialen voor specifieke doelgroepen, die voor een commerciële uitgeverij niet rendabel waren. Voor deze categorie uitgaven werd subsidie verworven, de andere bureautaken werden kostendekkend uitgevoerd.
Organisatorische wijzigingen 1972-1993
De Vereniging
In 1987 werd de structuur van de Vereniging gewijzigd. Het Studiecentrum voor Functionarissen (STUF) bestond aanvankelijk vooral uit directies die zich sterk hadden gemaakt voor de functionarisseninbreng. Toen die binnen de nieuwe structuur naar tevredenheid geregeld was, wilden zij het Studiecentrum opheffen. Een groep jonge bibliothecarissen uit het midden- en lagere kader, verzette zich hiertegen en richtte een nieuw STUF op, met een nieuw bestuur en nieuwe aandachtsgebieden, zoals de plaats van vrouwen in het vak, democratisering van de instellingen, loopbaanbegeleiding enz. In de loop van de jaren tachtig ontstond steeds meer bezwaar tegen het feit dat functionarissen die in de bibliotheken geen beleidsverantwoordelijkheid droegen in de ledenvergadering invloed konden uitoefenen op het beleid van de vereniging.
Daarnaast ontstond er bij de kleinere zelfstandige bibliotheken, met een eigen directie en niet aangesloten bij een Provinciale Bibliotheek Centrale, bezwaar tegen de zeer lage NBLC-contributie voor aangesloten bibliotheken. Bibliotheken met een zelfde werkgebied maar een eigen directie betaalden vele malen meer contributie, terwijl de rechten gelijk waren. En tenslotte vond men dat de structuur meer 'bij de tijd' gebracht moest worden. Voor dit laatste bezwaar, dat het vaakst werd geuit, werden echter de minste argumenten aangevoerd.
Het resultaat was dat in 1987 de persoonlijke leden, overigens zonder veel weerstand, uit de vereniging verdwenen, terwijl ook een nieuwe contributieregeling werd vastgesteld. Een poging ook de positie van de buitengewone leden met stemrecht en dus ook van de Studie- en Communicatiecentra te herzien had geen succes.
De actieve functionarissen werden lid van de NVB (Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen, Documentalisten en Literatuuronderzoekers) en vormden daarin een afdeling Openbare Bibliotheken.
Fusie met de LBC
De Landelijke Bibliotheek Centrale (LBC) was een voortzetting van de Centrale Vereniging voor Reizende Bibliotheken, aanvankelijk ingesteld om de kleine (volks)bibliotheken te ondersteunen met wisselcollecties. Ook werden individuele aanvragen vanuit dezelfde bibliotheken behandeld. In de jaren tachtig werd geëxperimenteerd met nieuwe media: de eerste CD's, beeldplaten, kleine handcomputers enz. omdat het zinvol bleek nieuwe materialen uit te proberen in verschillende bibliotheken, maar de aanschaf te beperken tot slechts een collectie.
In 1988 werd een nieuw gebouw in gebruik genomen in Almere, maar tegelijk werd door het ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur aangekondigd dat de LBC diende te fuseren met het NBLC. Op 15 december van datzelfde jaar werd de fusieovereenkomst getekend. De LBC werd een van de diensten van de Sector Verenigingszaken, maar zou tot 1994 in Almere gevestigd blijven. In de loop van de daaropvolgende jaren werd bij de wisselcollecties het accent verlegd van algemene naar specifieke collecties: de bijzondere of exotische talen. Bijna vanzelfsprekend vloeide hieruit dienstverlening voor asielzoekers voort.
NBLC-Systemen BV
Ook in 1988 werd een besloten vennootschap opgericht waarin enerzijds de verkoopactiviteiten van Bomefa, een producent van bibliotheekmeubilair, werden overgenomen en uitgebreid tot een volledige dienstverlening op het terrein van bibliotheekinrichting en anderzijds activiteiten op het terrein van automatisering werden ontwikkelt. Dit laatste bedrijfsonderdeel is echter nauwelijks van de grond gekomen en inmiddels weer verdwenen.
Opsplitsing van het NBLC
  • een Holding met een algemeen directeur;
  • een Vereniging NBLC die de belangen van het openbare bibliotheekwerk behartigt, de gezamenlijke strategie uitstippelt, bibliotheken adviseert op diverse terreinen, een vakblad uitgeeft en via vakbibliotheek en infolijn informatie aanbiedt;
  • NBLC-Systemen BV.
Tijdens deze reorganisatie werden de statuten ingrijpend gewijzigd. De Stichting kreeg een Klantenberaad, waarin alle bibliotheektypen waren vertegenwoordigd. Ook de positie van het CLC, het KLC en de Maarschappij tot Nut van 't Algemeen onderging een belangrijke wijziging. De laatste had al laten weten dat ze haar aandeel in de organisatie wilde opgeven mits het CLC en het KLC dat ook deden. Dat had heel wat voeten in de aarde, maar tenslotte werd besloten dat de Studie- en Communicatie Centra binnen het bureau zouden worden opgeheven. In plaats daarvan werd een Adviesraad voor godsdienst en levensbeschouwing opgericht met vertegenwoordigers uit de belangrijkste levensbeschouwelijke groepen en de vertegenwoordiging in het bestuur werd teruggebracht tot één plaats op voordracht van de Adviesraad.
Huisvesting
In 1972 was het NBLC gehuisvest in enkele grote woningen, verbouwd tot kantoren, aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag.
Het KLC-gebouw in Utrecht bleef in het bezit van de nieuwe vereniging en werd gebruikt als vergadercentrum vanwege de centrale ligging van de stad, van belang vanwege de vele werkgroepen en commissies van de vereniging waaraan vertegenwoordigers van leden uit het hele land deelnamen.
In 1975 verhuisde het NBLC naar de Taco Scheltemastraat in Den Haag en huurde ruimte voor de drukkerij en de expeditie. De CDV-diensten trokken eind 1982 in bij de Koninklijke Bibliotheek en werkten samen met de KB aan de Nederlandse Bibliografie. De uitgeverij tenslotte werd gevestigd in een pand aan de Van Alkemadelaan in Den Haag. Het Utrechtse vergadercentrum bleef in gebruik. In 1994 werd een nieuw gebouw gevonden op een bedrijventerrein in Den Haag-zuid, waarheen alle medewerkers om redenen van efficiëntie verhuisden. Ook het LBC vond in dit gebouw een plaats. De zes oude gebouwen van het NBLC werden verkocht. Omdat er minder bijeenkomsten waren, werd ook het vergadercentrum in Utrecht verkocht.
Marie Louise Groenland
hoofd Kenniscentrum NBLC
Aanbevolen literatuur:
Geschiedenis van het NBLC
  • Landelijke samenwerking in het openbare bibliotheekwezen : verslag van de conferentie, gehouden te Lochem, 6-8 januari 1970 tussen afgevaardigden van CLC, CV, KBLC, Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Stichting CJV Lectuurvoorlichting, Vereniging van Functionarissen in openbare bibliotheken. - Den Haag : NBLC, 1970. - 34 p. ; 28 cm.
  • Het NBLC Bureau / Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum. - Den Haag : NBLC , 1972. - 69 p. ; 23 cm. - (Ter discussie / Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 's-Gravenhage ; nr. 2).
  • Nederlands Bibliotheek en Lektuurcentrum (NBLC) : (ontwerp van een landelijke vereniging voor het openbare bibliotheekwerk) : nota uitgebracht door de Commisse (Roelfsema) Landelijke Samenwerking / samengest. uit vertegenwoordigers van Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken... [et al.]. - Den Haag : NBLC, 1970. - 62 p. : ill. ; 24 cm.
  • Nota Commissie Landelijke Samenwerking : kanttekeningen en commentaren : oktober 1970. - Den Haag : Centrale Vereniging voor openbare bibliotheken, 1970. - 1 bd. - Losbladig. ; 28 cm.
  • Nota van de Commissie Landelijke Samenwerking (december 1968) / H. Roelfsema... [et al.]. - Den Haag : Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken, 1968. - 25 p. ; 27 cm.
  • Oprichtingsvergadering NBLC : agenda en bijlagen. - Den Haag : Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1972. - 63 p. : ill. ; 30 cm.
  • Verslag van de ledenvergadering der C.V. op 12 april 1969 te Utrecht, betreffende: De Nota van de Commissie Landelijke Samenwerking. - Den Haag : Centrale Vereniging van Openbare Bibliotheken, 1969. - 24 p. ; 28 cm.
Geschiedenis van de openbare bibliotheek
  • Lezen voor iedereen : geschiedenis van de openbare bibliotheek in Nederland / Paul Schneiders. - Den Haag : Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1990. - 248 p. : ill. ; 25 cm. Met lit. opg., reg. ISBN 90-6252-122-3.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Inbewaringgeving van een particulier archief, niet in eigendom verkregen

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking In 1977, vijf jaar na de oprichting van het NBLC, werd een nieuw archiefsysteem ingevoerd. Het verving het tot dan toe gebruikte archiefsysteem van de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken ( Zie hiervoor toegangsnummer 2.19.093. ) . Het nieuwe systeem was gebaseerd op de onderdelen van de organisatie: de vereniging (de leden en het bestuur) en het bureau en zijn diensten. Per dienst/organisatieonderdeel werden de archiefstukken volgens een vast patroon ingedeeld in rubrieken. Organisatieonderdelen en rubrieken werden aangeduid met een code bestaande uit een lettercijfer combinatie.
Het nieuwe archiefsysteem werd met terugwerkende kracht ingevoerd met ingang van de oprichtingsdatum van het NBLC. De inmiddels gevormde archieven van de nieuwe organisatie zouden, evenals het archief van de Centrale Vereniging, eenmaal overgebracht naar het Centrale Archief, worden voorzien van de nieuwe codering.
Veranderingen in de organisatie en principiële en praktische bezwaren tegen het archiefsysteem hadden herzieningen van het systeem tot gevolg. De invoering van het nieuwe systeem en de noodzakelijke omnummering van de dossiers ten gevolge van herzieningen van het systeem werden niet consequent doorgevoerd. Gevolg hiervan was het naast elkaar voorkomen van verschillende archiefcodes.
Vermelding van de verschillende archiefcodes in de plaatsingslijst werd dientengevolge niet zinvol geacht ( Zie hiervoor de gehanteerde codes lijstnummer 1257. ) .
Wel is de indeling van het archief gehandhaafd en waar mogelijk hersteld. Binnen de rubrieken werden de stukken chronologisch geplaatst. In het archief aangetroffen stukken zonder archiefcode werden in de bestaande ordening ingevoegd. Het archief van de in 1989 met het NBLC gefuseerde Landelijke Bibliotheekcentrale werd in de rubriek "gedeponeerde archivalia" geplaatst. Daar vindt men ook de tot de collectie van het Bibliotheek Museum behoord hebbende archivalia van de Centrale Vereniging en archiefbestanden van personen alsmede de in het archief aangetroffen archiefbescheiden van de Werkgeversorganisatie Bibliotheekwezen en andere verwante organisaties.
De archivalia van de Centrale Vereniging en die van de Stichting Landelijke Bibliotheekcentrale en voorgangers werden volgens de gangbare archivistische methode ingedeeld in stukken van algemene en bijzondere aard. De overige gedeponeerde archivalia van organisaties en personen werden chronologisch gerangschikt.
Tijdens de bewerking kon 3.5 strekkende meter aan dubbele archiefbescheiden worden afgezonderd. Andere archiefbescheiden dan de doublures werden niet vernietigd. De omvang van het archief bedroeg bij de overdracht aan het Algemeen Rijksarchief ca. 49 strekkende meter.
Om praktische redenen is van omnummering van het archief afgezien. Ten behoeve van de overzichtelijkheid is achterin de plaatsingslijst een concordantie opgenomen van de lijstnummers en de bladzijden waarop deze voorkomen. Met name bij verwijzingen naar lijstnummers in de nota bene's moet deze concordantie worden geraadpleegd. In de concordantie zijn tevens de vervallen lijstnummers vermeld. De in de lijst voorkomende afkortingen zijn opgenomen in een verklarende afkortingenlijst, die achter de inleiding is geplaatst. Het archiefbestand is volledig openbaar.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum (NBLC), nummer toegang 2.19.132, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum, 2.19.132, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Overzicht van geraadpleegde bronnen Landelijke samenwerking in het openbare bibliotheekwezen : verslag van de conferentie, gehouden te Lochem, 6-8 januari 1970 tussen afgevaardigden van CLC, CV, KBLC, Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Stichting CJV Lectuurvoorlichting, Vereniging van Functionarissen in openbare bibliotheken. - Den Haag : NBLC, 1970. - 34 p. ; 28 cm. Het NBLC Bureau / Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum. - Den Haag : NBLC , 1972. - 69 p. ; 23 cm. - (Ter discussie / Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 's-Gravenhage ; nr. 2). Nederlands Bibliotheek en Lektuurcentrum (NBLC) : (ontwerp van een landelijke vereniging voor het openbare bibliotheekwerk) : nota uitgebracht door de Commisse (Roelfsema) Landelijke Samenwerking / samengest. uit vertegenwoordigers van Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken... [et al.]. - Den Haag : NBLC, 1970. - 62 p. : ill. ; 24 cm. Nota Commissie Landelijke Samenwerking : kanttekeningen en commentaren : oktober 1970. - Den Haag : Centrale Vereniging voor openbare bibliotheken, 1970. - 1 bd. - Losbladig. ; 28 cm. Nota van de Commissie Landelijke Samenwerking (december 1968) / H. Roelfsema... [et al.]. - Den Haag : Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken, 1968. - 25 p. ; 27 cm. Oprichtingsvergadering NBLC : agenda en bijlagen. - Den Haag : Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1972. - 63 p. : ill. ; 30 cm. Verslag van de ledenvergadering der C.V. op 12 april 1969 te Utrecht, betreffende: De Nota van de Commissie Landelijke Samenwerking. - Den Haag : Centrale Vereniging van Openbare Bibliotheken, 1969. - 24 p. ; 28 cm. Lezen voor iedereen : geschiedenis van de openbare bibliotheek in Nederland / Paul Schneiders. - Den Haag : Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1990. - 248 p. : ill. ; 25 cm. Met lit. opg., reg. ISBN 90-6252-122-3
Lijst van gebruikte afkortingen
ABVAKABO
Algemene Bond van Ambtenaren/Katholieke Bond van Overheidspersoneel
ADC
Audiovisueel Diensten Centrum
AIBM
Association Internationales des Bibliothèques Musicales
ALA
American Library Association
ALS
Automatic Library System
AMvB's
Algemene Maatregelen van Bestuur
AVM
Audiovisuele Materialen, Kommissie
AVM
Audiovisuele Media, Werkgroep, Dienst
BDA
Bibliotheek- en Documentatieacademie
BEZIG
Bibliotheekwerk voor Bejaarden, Zieken en Gehandicapten, Sectie
BIB
Bienále Ilustrácií Bratislava
BICE
Bureau Internationale Catholique de l'Enfance
BIP
Brabants Informatie Project
BUMA
Vereniging Bureau voor Muziek-Auteursrecht
CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBPEN
Commissie Bevordering Plaatselijke Educatieve Netwerken
CBS
Centraal Bureau voor Statistiek
CCM
Centrale Catalogus Muziekwerken, Commissie
CCMP
Centrale Catalogus Muziekperiodieken, Commissie
CD-ROM
Compact Disk-Read Only Memory
CDV
Centrale Dienstverlening, Sector
CEBOM
Centraal Beraad Onderwijs Media
CJMV
Christelijk Jonge Mannen Verbond
CJV
Christelijk Jongeren Verbond
CLC
Christelijk Lektuur Centrum
COB's
Centrale Openbare Bibliotheken in Vlaanderen
COCA
Coördinatie Cataloguswerk
COS
Commissie Open School
COVAM
Centraal Overleg Voorlichting Audiovisuele Media
CPNB
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek
CRM
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk
CV
Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken
CVI
Centrum voor Informatieverwerking N.V.
CVRB
Centrale Vereniging van Reizende Bibliotheken
DOS
Directie Overleg Stedelijke bibliotheken
DOTA
Dokumentatie van Tijdschriftartikelen, Bestand
EBLIDA
European Bureau of Library, Information and Documentation Associations
ELIN
Elektronische Informatieverzorging en Innovatie, Sector
ELS
European Library Suppliers
FEDUCO
Federatie Educatieve Omroep
FOBID
Federatie Organisaties Bibliotheek-, Informatie- en Documentatiewezen
FODOK
Nederlandse Federatie van Organisaties van Ouders van Dove Kinderen
GAU
Groep Algemene Uitgevers
GGC
Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogiseersysteem
GO
Stichting Gemeenschappelijke Opleiding voor archief-, bibliotheek-, document- en informatiebewerking
HBO
Hoger Beroepsonderwijs
IAML
International Association of Music Libraries
IBB B.V.
Informatie Bemiddelings Bureau B.V.
IBBY
International Board on Books for Young People
IBL
Inter Bibliothecair Leenverkeer
IBLM
Inter Bibliothecair Leenverkeer Muziek
IFLA
International Federation of Library Associations and Institutions
IKON
Interkerkelijke Omroep Nederland
IOB
Stichting Informatiecentrum voor Opleiding en Beroep
IPA
Informatie Project Almelo 1988
IPO
Interprovinciaal Overleg
IRSFCL
International Research Society for Children's Literature
I SEE
Information System on Education and Employment
KB
Koninklijke Bibliotheek
KBLC
Katholiek Bibliotheek- en Lectuurcentrum, vereniging
KLC
Katholiek Lektuur Centrum
KNUB
Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond
LA
Library Association
LAPKAT
Landelijk Project Catalogusautomatisering
LBC
Landelijke Bibliotheekcentrale
LBO
Lager Beroepsonderwijs
LDO
Landelijk Directie Overleg 20+
LID
Lektuur Informatie Dienst
LIDIA
Lectuur Informatie Dienst Interne Automatisering
LiteROM
Literaire knipsels van Nederlandse en Vlaamse auteurs op CD-ROM
LSRO
Landelijk Studierichtingsleidersoverleg BDI/BU
LVV
Lectuurvoorlichting Volwassen, Dienst
MAVO
Middelbaar Algemeen Vormend Onderwijs
MEDIA
Measures to Encourage the Development of the Industry of Audiovisual production
MIDAS
Muziekbibliotheken Informatie-, Documentatie- en Automatiseringssystemen
NBBI
Nederlands Bureau voor Bibliotheekwezen en Informatieverzorging
NBC
Nederlands Bibliografisch Centrum, Samenwerkingsverband
NBD
Stichting Nederlandse Bibliotheek Dienst
NCC
Nederlands Cultureel Contact
NCRV
Nederlandse Christelijke Radio Vereniging
NEDLIJN
Stuurgroep
NEON
NEderland Online, Netwerk
NESTOR
Netherlands Educational and Scientific Titles for On-line Retrieval
NIAM
Stichting Nederlands Instituut voor Audio-visuele Media
NCVO
Nederlands Centrum voor Volksontwikkeling
NOBIN
Nederlands Orgaan voor de Bevordering van de Informatieverzorging
NOS
Nederlandse Omroep Stichting
NVB
Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen, Documentalisten en Literatuuronderzoekers
NVPI
Nederlandse Vereniging van Producenten en Importeurs van Beeld- en Geluidsdragers
NVV
Nederlands Verbond van Vakverenigingen
OBA
Openbare Bibliotheek Amsterdam
OBelix
NBLC Databank voor Beleidsvoering in Openbare Bibliotheken
OR
Ondernemingsraad
OSCU
Overlegorgaan Sociaal-Culturele Uitrusting
OSI
Open Systems Interconnection
PBC's
Provinciale Bibliotheekcentrales, Stichting Werkgroep
PCC
Provinciale Centrale Catalogus
PICA
Stichting Centrum voor Bibliotheekautomatisering, Project Geïntegreerde Catalogus- Automatisering
POBOB
Part-time Opleidingen Bibliothecarissen in Openbare Bibliotheken
PRONS
Projectteam Nieuwe Stijl
PROTOS
Projectteam Oude Stijl
PTT
Posterijen, Telegrafie, Telefonie
RABIN
Raad van Advies voor Bibliotheekwezen en Informatieverzorging
RCC
Rijkscomputer Centrum
RCW
Landelijke Raad voor Cultureel Werk
RIM
Repertoire Informatiecentrum Muziek
RIOB
Rijksinspectie voor het Openbare Bibliotheekwerk
ROJ
Regionale Overlegvormen Jeugdbibliotheekwerk
ROTNAC
Round Table of National Centres for Library Services
RVD
Rijks Voorlichtingsdienst
RVU
Stichting Radio-Volksuniversiteit
SAM
Stuurgroep Audiovisuele Media
SAOB
Stuurgroep Automatisering Openbare Bibliotheken
SBDA
Stichting Bibliotheek- en Documentatieacademies
SBO
Samenwerkende Bonden van Overheidspersoneel
SCB
Softwareclub Bibliotheken
SeCu
Samenwerking Secundair Onderwijs en Culturele Instellingen
SISO
Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken
SLIPA
Subwerkgroep LIDIA-PICA
SOVIN
Samenwerkingsverband voor Opleiding en Vorming op het terrein van de Informatieverzorging via Netwerken
SPOS
Stichting Proefprojecten Open School
STIBIN
Stichting Bibliotheekinnovatie
STICUSA
Stichting voor Culturele Samenwerking
STOS
Stichting Onderwijsstimulering
STUF
Studiecentrum voor Functionarissen
SVE
Landelijk Studie- en Ontwikkelingscentrum ten dienste van de Volwasseneneducatie
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TACO
Tijdschriften- en Andere dokumentatie Centraal Online
TELEAC
Televisie Academie, Stichting
VBBB
Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VBC
Vlaamse Bibliotheek Centrale
VIASU
Videotex Informatie over Algemene en Specifieke Uitkeringen
VNVI
Vereniging Nederlandse Videotex Informatie Leveranciers
VPOB
Vereniging tot behartiging van de sociale en arbeidsrechtelijke belangen van het Personeel werkzaam in Openbare Bibliotheken
VVBADP
Vlaamse Vereniging van Bibliotheek-, Archief- en Documentatiepersoneel
VVL
Vereniging van Letterkundigen
WOB
Werkgeversvereniging Openbare Bibliotheken
WSF
Bibliotheken met Wetenschappelijke Steun Functie
WVC
Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
Personalia
M. Elsen (1905-1975)
Marcel Elsen werd geboren op 18 januari 1905 te 's-Gravenhage. Op 21-jarige leeftijd voltooide hij zijn opleiding door het behalen van het 'directeursdiploma', waarna hij in dienst trad van de Openbare Bibliotheek van Den Haag.
In 1939 werd hij benoemd tot onderbibliothecaris van de Octrooiraad te 's-Gravenhage en na enkele jaren volgde hij de bibliothecaris op.
In 1945 werd hij directeur van de Openbare Bibliotheek van Enschede, met als belangrijke opdracht de inrichting van een tijdelijke bibliotheek, omdat het oude gebouw in 1944 door brandbommen was verwoest. Tweemaal ontwierp hij plannen voor een nieuw gebouw, in beide gevallen werd echter de gemeentelijke goedkeuring ingetrokken. Deze gebeurtenis heeft ertoe geleid dat Elsen zich intensief heeft beziggehouden met alle aspecten van bibliotheekbouw- en inrichting, onderwerpen waarover hij ook heeft gepubliceerd.
Verder heeft Elsen een belangrijk aandeel gehad in de opleiding tot assistent-bibliothecaris van de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken, aangezien hij de leiding had van de Cursus Enschede van 1949 tot 1968.
In 1970 ging de heer Elsen met pensioen. Hij overleed op 20 februari 1975.
A.C. Gebhard (1883-1975)
Annie Gebhard werd geboren op 14 november 1883 te Amsterdam. Ze behoort tot de eerste generatie bibliothecarissen, die zich nadrukkelijk bezighield met theorievorming. Haar inspiratie deed zij onder andere op tijdens studiereizen naar het buitenland. Aanvankelijk werkte ze bij de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, in de Nuts-jeugdbibliotheek in Amsterdam.
Vanaf 1916 was zij werkzaam bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam, aanvankelijk als afdelingshoofd, later als adjunct-directrice. Op 3 mei 1928 neemt zij de directie op zich, tot haar afscheid op 5 januari 1949. Bij haar afscheid wordt haar een bundel artikelen aangeboden, getiteld Uit de leeszaalwereld.
Ze bleef nog jarenlang actief in het bestuur van de Centrale Vereniging, bij de plattelandsbibliotheekvoorziening van 'Het Nut' en publiceerde met name over jeugdbibliotheekwerk.
Mevrouw Gebhard overleed op 3 december 1975.
Dr. H. E. Greve (1878-1957)
Henri Ekhard Greve werd geboren op 30 december 1878 in Ambarawa op Java. Hij studeerde Nederlandse letteren en staatswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.
In 1906 promoveerde hij tot doctor in de staatswetenschappen op het proefschrift Openbare Leesmusea en Volksbibliotheken. Hoewel hij tot 1919 werkzaam was bij achtereenvolgens de bibliotheek van de Tweede Kamer en bij de Koninklijke Bibliotheek is hij sinds zijn promotie vooral betrokken geweest bij het openbare bibliotheekwerk.
In 1908 nam hij het initiatief tot de oprichting van de Centrale Vereniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken en werd haar eerste secretaris-penningmeester.
In 1909 werd hij - naast zijn functie als conservator bij de Koninklijke Bibliotheek - directeur van de Haagse Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Hij bekleedde deze functie tot 4 januari 1949.
Greve heeft grote invloed op het openbare bibliotheekwerk gehad. Niet alleen was hij van 1908 tot 1951 secretaris-penningmeester van de Centrale Vereniging, wat tevens inhield dat hij verantwoordelijk was voor de uitvoerende taken van de Vereniging. Daarnaast was hij directeur van de 'Haagse Leeszaal', een van de toonaangevende bibliotheken in Nederland. Ook was hij secretaris van de Commissie van Toezicht van de Centrale Vereniging, hij legde de grondslag voor de bibliotheekopleiding, doceerde en schreef er enkele handboeken voor zoals Practijk en theorie van de titelbeschrijving en Theorie van den catalogus. Tevens publiceerde hij zowel monografiëen als tijdschriftartikelen over het bibliotheekwerk. De ontwikkeling van de Nederlandse openbare bibliotheek van de eerste helft van de 20 eeuw is ondenkbaar zonder Greve.
Greve overleed op 24 december 1957 in Den Haag.
O.A.J. Mühlenfeld (1875-1933)
Olena Mühlenfeld was directrice van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek van Hilversum van omstreeks 1916 tot 1933.
Zij publiceerde een Catalogus Nederlandsche taal- en letterkunde (ca. 1916) en in 1918 een supplement getiteld Catalogus Nederlandsche taal- en letterkunde; Vlaamsche letterkunde; in het Nederlands vertaalde letterkundige werken der 18e en 19e eeuw.
Mr. M. Wijnstroom (geboren 1922)
Margreet Wijnstroom werd geboren in Bloemendaal in 1922. Na haar bibliotheekopleiding studeerde zij rechten met als specialisatie auteursrecht. Zij werkte tot eind 1957 als communicatie-medewerker bij de Openbare Bibliotheek van Amsterdam, was van 1958 tot 1971 secretaris van de Centrale Vereniging voor Openbare Bibliotheken en tevens directeur van het bureau van deze vereniging.
In 1971 werd zij secretaris-generaal van International Federation of Library Associations and Institutions (IFLA), waarvan zij in 1987 afscheid nam.

Archiefbestanddelen