Terug naar zoekresultaten

2.05.61.03 Inventaris van het archief van het Nederlands Commissariaat te Bandung (Indonesië), 1951-1957

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.61.03
Inventaris van het archief van het Nederlands Commissariaat te Bandung (Indonesië), 1951-1957

Auteur

A.C. van der Zwan

Versie

04-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1985 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Buitenlandse Zaken: Nederlands Commissariaat te Bandung (Indonesië)
Commissariaat Bandung

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1951-1957

Archiefbloknummer

Z21122

Omvang

; 607 inventarisnummer(s) 11,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlands Commissariaat te Bandung (Indonesië)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat agenda`s van ingekomen en uitgegane stukken 1950-1956 en van het paspoortbureau 1951-1952. Van deze laatste zijn ook klappers op namen en zaken in het archief aanwezig.
Daarnaast zijn er stukken over behuizing en personeel, protocollen bij herdenkingen en rouw, rehabilitatie van Indische oorlogsslachtoffers en Japanse uitkeringen voor oorlogsslachtoffers. Ook zijn er stukken te vinden inzake grondbezit en erfpacht, begrotingen, belastingen, landbouw en emigratie.
Verder documenten met betrekking tot pensioenen en werkloosheid, onderwijs, voorlichting en erfgoed zoals de Europese begraafplaatsen in Indonesië.
Tot slot stukken aangaande binnenlandse politiek en bestuur in Indonesië en Nederlandse en Indonesische militaire aangelegenheden uit de periode 1950-1957.
Het archief bevat ook retroacta.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Nederlandse vertegenwoordiging in Bandung 1950-1957
Het dekolonisatieproces,dat zich na de Tweede Wereldoorlog in Azië voltrok,wijzigde de Nederlandse positie in Indonesië.Na de soevereiniteitsoverdracht van 1949 ontstond de noodzaak de verhouding tussen de landen in de geest van de overeenkomsten van de Ronde Tafelconferentie te regelen.Eén van de problemen die zich hierbij voordeed was het karakter en de wijze van organisatie van elkaars wederzijdse vertegenwoordigingen.Er was in november 1949 overeengekomen dat beide landen gerechtigd zouden zijn om commissarissen te benoemen.Deze commissarissen zouden met de status van consulair vertegenwoordiger en de rang van consul of consul-generaal onder supervisie van een hoge commissaris worden geplaatst.De definitieve regeling van een aantal zaken zoals de plaatsen van vestiging, de ressortindelingen en de functionele positiebepaling van de commissarissen moest in nader overleg tussen beide landen plaatsvinden.
Voor dit overleg was afgerond werden in december 1949 al zes Nederlandse commissariaten geopend.Deze stonden ieder onder leiding van een waarnemend commissaris.Onder hen bevond zich J.W.Stuurman (geb. 1905),die met de waarneming van de leiding van het commissariaat in Bandung werd belast. Deze oud-ambtenaar van het Nederlands-Indisch bestuur werd in oktober 1950 overgeplaatst naar het commissariaat te Medan.Hij werd opgevolgd door G.J.A. Veling (geb. 1907),die ook afkomstig was uit het Nederlands-Indisch ambtenarenapparaat en tussen januari en oktober 1950 verbonden was geweest aan het commissariaat te Medan.
De officiële Indonesische instemming met de vestiging van de commissariaten werd in maart 1951 bekend gemaakt en de oprichting van zeven Nederlandse commissariaten in Indonesië vond plaats bij K.B. van 24-4-1951 nr.65.
Veling werd bij K.B. van 25-6-1951 nr.23 benoemd tot commissaris van het Koninkrijk der Nederlanden te Bandung.Het ressort van het commissariaat werd vastgesteld dd. 16-7-1951 bij beschikking van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen(MINUOR) tot de Indonesische provincie Djawa Barat(West Java),exclusief Djakarta-stad.
Veling zette in mei 1954 zijn carrière bij de Nederlandse
Buitenlandse Dienst voort in Australië bij het consulaat-generaal te Sydney.De leiding van het commissariaat Bandung werd daarna toevertrouwd aan L.B.van Straten (1903-1969).Hij werd bij K.B. van 2-7-1954 nr.24 :tot commissaris in Bandung benoemd.Evenals zijn twee voorgangers was hij voortgekomen uit het Nederlands-Indisch bestuur.Hij had van 1950 tot zijn benoeming in Bandung het commissariaat in Makasser geleid en bekleedde zijn functie in Bandung tot de sluiting van de post in december 1957.Daarna was hij enige tijd werkzaam bij het Haagse departement en hij werd in 1959 tot consul-generaal in Instanbul benoemd.
Bij afwezigheid van een commissaris werd diens taak waargenomen door de eerste commissariaatssecretaris.Zo fungeerde J. de Leeuw tussen 1952 en 1955 driemaal voor een periode van enige maanden als waarnemend commissaris.
De enorme Nederlandse belangen in Indonesië vereisten na de soevereiniteitsoverdracht een meeromvattende organisatie dan doorgaans het geval was bij een Nederlandse vertegenwoordiging in het buitenland.Daarnaast ontstond in Nederland rond 1950 onenigheid over de vraag hoe concreet gestalte te geven aan de Nederlands-Indonesische Unie.Moest dit verband het niveau van normale bilaterale betrekkingen te boven gaan?Het hoge commissariaat in Djakarta bezat zeker in eerste instantie een gedeeltelijk departementaal karakter.Ook van de commissariaten werd verwacht dat zij voor het jonge zelfstandige Indonesische binnenlandse bestuur een adviserende functie zouden vervullen,zij het met de nodige reserve.De bezwaren die er in Indonesië werden gekoesterd tegen een mogelijke Nederlandse "koloniale" bemoeienis waren bekend.In Nederland woedde tussen 1950 en 1952 een competentiestrijd tussen de betrokken ministeries over de coördinerende bevoegdheden ten opzichte van de vertegenwoordigingen in Indonesië.Na de opheffing van MINUOR in 1953 verstevigde het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn greep op het Nederlandse Indonesië-beleid. De omvangrijke taken van de vertegenwoordigingen maakten evenwel enige reorganisaties noodzakelijk.De sociale zorg voor de grote Nederlandse gemeenschap werd in 1954 overgenomen door instellingen van maatschappelijk werk(MAWE),die,ressorterend onder het gelijknamige Nederlandse vakministerie,in strikte samenwerking met maar niet onder directe supervisie van de plaatselijke commissarissen hun werkzaamheden uitoefenden.
De politieke tegenstellingen tussen Nederland en Indonesië, gevoed door de kwestie Nieuw-Guinea,resulteerden in 1956 in de opheffing van de Unie.Tegen deze achtergrond vond een wijziging plaats van de benaming van de Nederlandse vertegenwoordigingen.
Vanaf mei 1956 werd het hoge commissariaat aangeduid als diplomatieke vertegenwoordiging en de commissariaten kregen de benaming consulaire vertegenwoordiging.In de daarop volgende jaren bereikte het conflict rond Nieuw-Guinea een hoogtepunt.Eind 1957 had dit tot gevolg dat de Nederlandse consulaire vertegenwoordigingen hun werkzaamheden moesten beëindigen. De diplomatieke vertegenwoordiging werd in 1961 gesloten nadat alle betrekkingen tussen Nederland en Indonesië waren verbroken. .
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van het commissariaat bandung
In december 1957 voltrok zich de liquidatie van de Nederlandse consulaire vertegenwoordiging te Bandung. Slechts een kleine MAWE-vertegenwoordiging bleef te Bandung achter, belast met de afhandeling van lopende zaken binnen de sociale zorg.
De commissariaatsarchieven dienden volgens instructie verpakt,verzegeld en onder persoonlijke begeleiding van een bevoegd ambtenaar naar Djakarta overgebracht te worden. (Toevoeging: Het geheim archief werd ter plekke vernietigd).
Op 18 december 1957 arriveerde D.M.Kan te Djakarta met het archief, dat in een honderdtal kisten verpakt was.Het is onduidelijk wanneer en op welke wijze het archief daarop naar Nederland is verzonden.Het arriveerde in ieder geval op 16 februari 1958 bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en archiefmedewerker C.B.Quist constateerde in zijn verslag van 16 april 1958 over de ontvangst het volgende:
"Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 16 februari 1958 156 kisten van het Commissariaat Bandung ontvangen die zijn overgebracht naar Delft (.........)
De inhoud van deze zending bestond uit archieven, rijksgoederen, bureaubehoeften en privégoederen.
.........................Een Inventaris of inhouds-opgave van deze zending is van uit Bandung nimmer
ontvangen,zodat APA/AR verplicht was zelf een inhouds-opgave van deze kisten te maken.
.........................Al spoedig bleek dat een deel van deze archieven afkomstig van het Rayon
Hoofd voor Maatschappelijk Werk,bestemd was voor doorzending naar het Ministerie van Maatschappelijk Werk te 's-Gravenhage.Deze dossiers werden dan ook uit het 76 meter overgezonden archief gelicht,wederom in kisten verpakt en door gezonden naar het Ministerie van Maatschappelijk Werk(.......),in totaal 24 kisten inhoudende 26 meter archief(...).
..............Ongeveer een maand later kwam zonder enige kennisgeving een tweede gedeelte archieven uit Bandung aan,o.a. Comptabiliteits archief,paspoorten,registers,gewoon archief,zonder dat er in deze zending enige volgorde was te bespeuren.
Het vermoeden is dan ook dat er nog een derde zending uit Bandung is te verwachten,want ongelukkiger wijze ontbreken de agenda's,er wordt namelijk een gedeelte van 1956 en het jaar 1957 gemist,daarentegen zijn de fiches over deze jaren wel aanwezig...........................
............................................." ( zie het Archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Departementsarchief, tweede blok 1955-1964,code 1 153.0 overdracht en vernietiging Djakarta (Bandung) 1958 )
Behalve dit verslag geven de archieven van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken weinig informatie over wat er vervolgens met het commissariaatsarchief is gebeurd. Er kan slechts worden vermeld dat in maart en juni 1960 vrijwel alle stukken die betrekking hadden op Garantiewetzaken en oorlogsschadeaangelegenheden werden overgedragen aan de Directie Overgangszaken Indonesië (D.O.I.).Onbekend is hoeveel meter dit overgedragen materiaal omvatte.D.O.I. werd in een later stadium bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken ondergebracht.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Alvorens de definitieve ordening en inventarisatie had plaatsgevonden,werd ditmaal aan de hand van de vernietigingsbeschikking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van 1960 tot een selectie van stukken gekomen en in totaal kwam nog bijna 15 meter voor vernietiging in aanmerking.Er resteert dus een archief met een omvang van ruim 10 meter. Het proces-verbaal van vernietiging,waaraan een beschrijving van de vernietigde stukken is toegevoegd,is als bijlage bij de inventaris opgenomen.
Verantwoording van de bewerking
In augustus 1984 werd een begin gemaakt met de definitieve inventarisatie van het archief.De omvang bleek tussen 1958 en 1984 tot 25 meter te zijn teruggebracht,maar omtrent het preciese tijdstip,aard en omvang van deze vernietigingswerkzaamheden bleek niets te zijn geregistreerd
Het archief werd in augustus 1984 aangetroffen in drie gedeeltes.Het eerste bestond hoofdzakelijk uit dossiers over de periode 1952-1957(18 meter),het tweede uit de agenda's en klappers over de periode 1950-1956(21/2 meter) en het derde uit dossiers over de periode 1950 tot augustus 1952 en een verzameling losse stukken.De dossiersgewijs geordende gedeeltes waren ingedeeld aan de hand van verschillende codes.De oudere stukken hadden een Romeinse cijfercode als hoofdrubriekaanduiding met een arabisch cijfer als onderverdeling.De stukken van na 1 augustus 1952 waren ingedeeld volgens een decimale code,die algemeen in gebruik was bij de commissariaten in Indonesië en die sterk overeenkwam met de code van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. ( zie de inventaris van het Archief van het Commissariaat te Bandjarmasin 1951-1957,bijlage II ) Blijkbaar is men in Bandung na 1 augustus 1952 overgegaan tot een nieuwe administratieve ordening.
Ordening van het archief
Omdat de rubrieken en onderwerpsverdelingen van de twee codes wel in enige mate op elkaar aansloten heb ik besloten de decimale code te handhaven,de oudere stukken binnen deze decimale code onder te brengen en de dossiers samen te voegen.Een concordans van de twee codes bevindt zich in inventarisnummer 150.Ik heb geprobeerd bij de toepassing van de decimale code zo min mogelijk af te wijken van de principes van de oorspronkelijke indeling.Deze indeling staat vermeld bij de inventarisnummers en bij duidelijke wijzigingen zijn de oorspronkelijke cijfers tussen haakjes daar achter geplaatst.
De toegankelijkheid van de inventaris is vergroot door de opname van de in de inventaris voorkomende namen en onderwerpen in een index.Bovendien zijn ook de namen en onderwerpen van een aantal dossiers in deze index opgenomen. Dit laatste staat via een vermeld onder de beschrijving van een inventarisnummer.In beide gevallen verwijzen de cijfers in de index naar de inventarisnummers.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: Nederlands Commissariaat te Bandung (Indonesië), nummer toegang 2.05.61.03, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Commissariaat Bandung, 2.05.61.03, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Tijdens de inventarisatie bleek een aantal stukken niet in strikte zin tot het archief van het commissariaat te behoren.Ten eerste waren niet alle stukken die betrekking hadden op Garantiewetzaken aan D.O.I. overgedragen. Daarom zullen deze bescheiden aan het semi-statisch archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken worden aangeboden (ca. 3 cm).
Verwante archieven
Er bleken nog een aantal dossiers van het rayonhoofd MAWE in het archief van het commissariaat te zijn achtergebleven. Na overleg met het semi-statisch archief van het Ministerie van W.V.C. achtte ik het praktischer deze stukken bij het commissariaatsarchief te houden en de dossiers functioneel onder te brengen binnen de ordening (inventarisnummers 493 t/m 495). Verder bleken er stukken (ca. 10 cm.) van voor de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in het commissariaatsarchief aanwezig te zijn. Deze bescheiden behoren van oorsprong tot het archief van het kantoor van de commissaris voor de Kroon voor Pasundan te Bandung. Omdat het commissariaat in bepaalde opzichten beschouwd kan worden als opvolger van deze organisatie, zijn deze stukken na overleg met het Algemeen Rijksarchief in een bijlage als retroacta aan de inventaris toegevoegd.
Geraadpleegde literatuur en bronnen
Geraadpleegde literatuur H.Baudet, M.Fennema. Het Nederlands belang bij Indonesië . Utrecht-Antwerpen 1983 C.Smit. De liquidatie van een imperium: Nederland en Indonesië 1945-1962 . Amsterdam 1962 R. Bos. Inventaris van het Archief van het Nederlandse Commissariaat te Bandjirmasin 1951-1957 . Den Haag 1983 J.Poulisse. Inventaris van het Archief van het Nederlandse Commissariaat te Semarang 1950-1957 . Den Haag 1983
Geraadpleegde bronnen
  1. Departementsarchief eerste blok 1945-1954
    • code 1: 101 Organisatie departement Verhouding Buitenlandse Zaken-Minuor; taakverdeling Buitenlandse Zaken-Minuor 1950-1952
    • DBD: BD 10 Organisatie posten,algemeen Indonesië-Djakarta Organisatie,taakomschrijving,contact met Nederland 1949-1951
    • DBD: BD 101 Organisatie post Indonesië Instelling commissariaten deel I 1950-1951
  2. Departementsarchief tweede blok 1955-1964
    • code 1: 153.0 Overdracht en vernietiging Djakarta-Bandung 1959
    • DBD: BD 10 Organisatie posten,algemeen Postreports Indonesië-Bandung 1956
    • DBD: BD 101 Organisatie post Indonesië Instelling commissariaten deel II 1957-1958
    • DBD: BD 102 Oprichting,verheffing en sluiting post Indonesië Regeling in verband met sluiting post,c.q.posten
      • deel I 1957
      • deel II, 1957-1958
      • deel III, 1958-1960
    • G.S.: 912.11 map 1533 Indonesië Verbreking diplomatieke betrekkingen,terugroeping vertegenwoordigers 1955-1960
  3. Departementsarchief derde blok 1965-1974
    • DBD: BD 131 L.B.van Straten (PD) deel I 1951-1959
    • G.J.A.Veling (PD)
      • deel I 1952-1954
      • deel II, 1954-1955
      • deel III, 1956-1961
  4. Archief van de Directie Verre Oosten (DIRVO) 1947-1951
    • JE Commissariaten in Indonesië,algemeen 1950 (doos 108)
    • JF Voorlichting afdeling Hoge Commissariaat 1950 (doos 108)
    • JH Financiën 1950 (doos 108)
  5. Archief van het Hoge Commissariaat te Djakarta,Indonesië 1950-1961
    • 101 Benoemingen commissarissen 1953-1956 (doos Ib)
      Organisatie Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging na ontheffing van de RTC; correspondentie met de consulaten (G.S.) 1956 (doos 569)
    • 102 Liquidatieverslagen van de voormalige consulaire vertegenwoordigingen in Indonesië(concept) 1957-1958 (doos 2)
      Liquidatieverslag consulaire vertegenwoordiging Bandung 1957-1958 (doos 2)
    • 131 J. de Leeuw (PD)
      • deel I, 1950-1954 (doos 99)
      • deel II, 1955-1957 (doos 99)
      • (G.S.) 1954-1957 (doos 99)
    • 131 L.B. van Straten (PD)
      • deel I 1950-1953 (doos 155)
      • deel II, 1954-1958 (doos 155)
      • (G.S.) 1952-1957 (doos 155)
    • 131 J.W. Stuurman (PD), deel I 1950-1953 (doos 156)
    • 131 G.J.A. Veling (PD)
      • deel I, 1950-1953 (doos 161)
      • deel II, 1954-1955 (doos 161)
      • (G.S.) 1952-1954 (doos 161)

Bijlagen

Archiefbestanddelen