Terug naar zoekresultaten

2.19.125 Inventaris van het archief van de Koninklijke Nederlandse Cricketbond, 1883 - 2009

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.125
Inventaris van het archief van de Koninklijke Nederlandse Cricketbond, 1883 - 2009

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

30-09-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2010 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB)
KNCB

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1883-1994

Archiefbloknummer

I2

Omvang

; 1217 inventarisnummer(s) 18,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale handgeschreven en gedrukte documenten, foto’s en negatieven, CD’s met geschreven gegevens en beeldmateriaal, videobanden.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Koninklijke Nederlandse Cricketbond Nederlandse Dames Cricketbond, , 1932-1985

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat gegevens over de organisatie en reglementering van cricketwedstrijden alsook over propaganda voor het cricketspel. Hierin zijn ook door de bond uitgegeven brochures en pamfletten opgenomen, de bijgehouden en gereconstrueerde resultaten van de door de bond of zijn verenigingen gehouden cricketwedstrijden en de bij de bond aangesloten cricketspelers (“wedstrijdstaten”) op papier. Deze gegevens zijn deels gecorrigeerd en statistisch en digitaal verwerkt. Een fotoverzameling is gedeeltelijk op papier, gedeeltelijk digitaal aanwezig. In het archief bevindt zich het volledig archief van de Nederlandse Damescricketbond.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het begin: ontwikkeling van bestuurstaken.
De Nederlandse Cricketbond werd in 1883 opgericht. In dat jaar waren er al op verschillende plaatsen cricketverenigingen actief, die zich echter niet alle bij de bond aansloten; dat geschiedde geleidelijk. Het belangrijkste initiatief van de bond was het uitschrijven van vijfdaagse nationale wedstrijden voor de verschillende verenigingen. Een ander was het toekennen van prijzen aan individuele spelers wegens het beste bowling- en battinggemiddelde. In 1888 werd voor het eerst een beker als te winnen trofee uitgereikt. Drie jaar later werd voor het eerst door de bond een competitie georganiseerd. Het volgend jaar werd een nationaal Nederlands elftal gevormd, dat in Engeland een wedstrijd speelde tegen een plaatselijke vereniging. De bond had vanaf 1890 een coach die zich bezig hield met de training van cricketspelers.
Hierdoor groeide de bond geleidelijk in zijn taken, die rond 1900 definitief werden omschreven en die ook nu nog bepalend zijn voor het functioneren van de bond :
  • De bond organiseert competities en nationale wedstrijden waarin verenigingen zich met elkaar konden meten, zodat er jaarlijks een landelijke rangorde ontstond. De bond vormt een Nederlands elftal dat zich met buitenlandse elftallen (voorlopig buitenlandse clubelftallen, eerst in de laatste decennia ook nationale elftallen van diverse landen) ging meten.
  • De bond regelt de spelregels voor het cricketspel. Hierbij werd gekeken naar internationale regels, in het bijzonder naar wat in Engeland als “the spirit of cricket”gold. Uitgangspunt was oorspronkelijk het reglement van de Marylebone Cricketclub in Londen totdat na 1984 de regels nader werden vastgesteld door de internationale organisatie ICC.
  • De bond garandeert de handhaving van de regels en voorschriften voor correct gedrag door de instelling van een onderzoekscommissie of tuchtcommissie, die de zeldzame schenders van “the spirit of cricket” een sanctie kon opleggen.
  • De bond zorgt voor de kwaliteit van coaches en scheidsrechters (umpires), ook al werden die door de verenigingen aangewezen.
  • De bond propageert de cricketsport in Nederland.
Het bestuur had al vroeg een publiciteits- en propaganda afdeling georganiseerd, die regelmagtig publiceerde. Aanvankelijk gebeurde dit in een rubriek in het weekblad De Nederlandsche sport, later het weekblad The Corinthian. In 1931 verscheen voor het eerst het blad Cricket, dat tot op heden als een eigen bondsorgaan fungeert. Het bestuur voert ook propaganda voor wedstrijden, waarbij de gedetailleerde beschrijvingen van het wedstrijdverloop worden afgewisseld met kleine propagandabrochures.
Groei van de bond
De Nederlandse Cricketbond kende de volgende ontwikkelingen. In 1932 werd de Nederlandse Dames Cricket Bond opgericht, die de damesverenigingen onder zich verenigde en internationale wedstrijden van vrouwelijke cricketspelers organiseerde. Deze bond bleef zelfstandig voortbestaan tot 1985, daarna fuseerde zij met de inmiddels Koninklijk geworden Nederlandse Cricketbond. In 1937 besloot de cricketbond de verantwoordelijkheid voor de arbitrage bij clubwedstrijden op zich te nemen. Tot dan toe werden scheidsrechters door de thuisclub aangewezen. De NCB stelde bondsscheidsrechters aan. Een in 1938 opgerichte scheidsrechterscommissie regelde voortaan de kwaliteit van de arbitrage en organiseerde daarvoor opleidingen. Vanaf 1938 heeft de bond een Archief en Bibliotheekcommissie, die gegevens verzamelt over de geschiedenis van het Nederlandse cricket. Reeds vanaf 1941 dateren er contacten met de Koninklijke Bibliotheek over de beschikbaarstelling van de cricketbibliotheek.
Nederlandse elftallen
Het Nederlands elftal is vanaf zijn oprichting actief geweest. Het hield vooral tournees door Engeland, waarbij het speelde met plaatselijke Engelse elftallen en Engelse elftallen uitdaagde om in Nederland te spelen. Verder mat het zich met relatief succes in speciale incidentele tournooien met andere elftallen van het Europese continent. Na de oorlog waren er contacten met Ierland en gemenebestlanden buiten Europa zoals Australië en Zimbabwe.
In 1965 wordt Nederland mede betrokken bij de internationale cricketwereld. De International Cricket Conference (ICC), tot dan toe slechts bestaand uit de zes sterkste cricketorganisaties binnen het Britse Gemenebest, liet andere landen toe als associate member. Nederland trad in 1966 als associate member toe en kon vanaf dat jaar deelnemen aan de internationale wedstrijden.
In 1975 werd door de ICC de Prudential cup ingesteld, een wereldbeker die oorspronkelijk voor testlanden was bedoeld, en elke vier jaar werd uitgereikt. Vanaf 1979 mochten hieraan ook associate members deelnemen, die zich daarvoor moesten kwalificeren in wedstrijden met testlanden in poules. Vanaf 1985 werd de cup na een aantal naamswisselingen wegens verandering van sponsor de Cricket World Cup genoemd.
Aanvankelijk werd het eindtournooi praktisch slechts door testlanden gespeeld, maar in de loop der jaren streefde de ICC ernaar dat ook niet testlanden zich zodanig in kwaliteit konden ontwikkelen dat ze serieus aan de wereldkampioenschappen konden deelnemen. Er kwam voor de associate members een World Cricket League tot ontwikkeling, die uit verschillende divisies bestond op basis van kwaliteitsniveau. In 2005 werden acht divisies van minstens zes elftallen gevormd op basis van een ranglijst, waarvan de achtste of laatste divisie uit acht elftallen bestond met twee promovendi en vijf degradandi naar regionale divisies, die plaats moeten maken voor nieuwe aanstormende elftallen uit deze divisies. De aldus ingedeelde elftallen kregen van de ICC een ODI-status (ODI = One Day International, wat staat voor een gereglementeerde eendagswedstrijd voor 50 overs) , een status die je na degradatie uit de achtste divisie verloor.
De ranglijst werd voortaan herzien aan de hand van de resultaten van de vierjaarlijkse wedstrijden voor de ICC-trophy, welke trofee na 2005 de Word Cup Qualifyer werd genoemd. De zes besten belandden in de eerste divisie en kregen het recht zich met de testlanden te meten in de vierjaarlijkse wedstrijden om de Cricket World Cup, dat nu meer en meer de allures van een wereldkampioenschap aanneemt. Nederland werd in 2005 ingedeeld in de eerste divisie en het hoofdelftal doet tot 2013 mee aan wedstrijden om Cricket World Cup.
Vanaf 2007 vinden er ook wedstrijden voor de IC Wordcup Twenty20 of T20 plaats. Dit zijn korter durende tournooien met een vastgestelde serie van 20 overs, die jaarlijks worden gehouden. Het wordt gespeeld door twaalf teams, die bestaan uit de testlanden en gekwalificeerde associate members. Nederland haalde in 2009 de eerste ronde van het eindtournooi en kwalificeerde zich nog eenmaal zonder in het eindtournooi te winnen. In de andere jaren was het niet gekwalificeerd.
ICC-trophys, later ICC Word Cup Qualifiers, bestaan er ook voor de jeugdelftallen onder de 13, 15, 17, 19 en 21. Voor de dames was er vóór 2005 de WCC-trophy, waarvoor slechts één tournooi is gehouden, georganiseerd door de KNCB, in 2003. Daarna is er ook een World Qualifying Cup ingesteld, waarvoor in 2009 een tournooi doorgang vond. Aan de Women’s Cricket World Cup, die in 1973 voor het eerst werd gehouden, namen de Nederlandse dames in 1988, 1993 en 2000 deel.
Toen de ICC de internationale wedstrijden reglementeerden en er een beperkt aantal landen in de International league werden toegelaten, organiseerden zich ook de regio’s zodat de aangesloten landen een basis hadden vanwaaruit zij konden promoveren. Zo werd er een European Cricket Council (ECC) opgericht, die vanaf 1996 tweejaarlijkse internationale tournooien organiseert om een Europa Cup. De Europese clubs zijn eveneens onderverdeeld in divisies met zes elftallen, waarnaar men kan promoveren of degraderen. Nederland speelt in de Eerste Divisie en heeft een paar maal de Europacup gewonnen; doordat het eerste elftal een ODI-status heeft in de eerste divisie voor de World Cup levert het voor de Europese wedstrijden, die vaak gelijktijdig worden gespeeld, tweede elftallen.
De verenigingselftallen binnen de bond
De groei van het aantal verenigingen en de uitbreiding van het aantal cricketwedstrijden in het binnenland heeft zijn weerslag op de organisatie van de bond gehad.
De jaarlijkse competitie, die moest leiden tot een landelijk kampioenschap, gold tijdens de oprichting van de bond alleen voor de hoofdklasse heren. Gedurende de volgende decennia van de twintigste eeuw ontstonden er - naargelang het aantal spelende verenigingen zich uitbreidde - ook een overgangsklasse en een Tweede Klasse, zodat er ruimte was voor de oprichting van meerdere elftallen per vereniging. In de jaren twintig ontstond er een afdeling voor veteranen. Na 1945 breidde het aantal klassen zich uit. Ook kregen verschillende verenigingen een damesafdeling en een jeugdafdeling, die zelf een onderlinge competitie aangingen.
Naast de competitie, die eerst werd beslist nadat alle verenigingen van de hoofdklasse en de verenigingen in de onderklassen op regionaal verband met elkaar hadden gespeeld in uit- en thuiswedstrijden waren er ook bekertournooien en speciale tournooien van specifiek georganiseerde wedstrijden. Zo zijn er indoorwedstrijden, wedstrijden voor bedrijfscricket en wordt er vanaf 2007 naast de normale eendaagse wedstrijden een Twenty20 tournooi gehouden. Ook zijn er in de geschiedenis van de bond speciale wedstrijden buiten tournooiverband gehouden, bijvoorbeeld met geïnterneerde Britten tijdens de Eerste Wereldoorlog en met Britse legereenheden in Nederland na de bevrijding. Zelfs is het voorgekomen dat families van belangrijke cricketspelers onderling benefietwedstrijden hebben gehouden, die door de bond zijn geregistreerd.
Samenstelling van de KNCB
Het bestuur van de bond bestaat naast het hoofdbestuur, het dagelijks bestuur en het secretariaat uit de volgende commissies:
  • de commissies betrokken bij de cricketcompetitie: de programmacommissie, de onderzoekscommissie en de dispensatiecommissie. De elftallen onderscheiden zich in de volgende onderdelen: Herencricket, Damescricket, Jeugdcricket, Bedrijfscricket, Zami (= indoorcricket) en Veteranen. De elftallen strijden op verschillende niveau’s: de belangrijkste klasse van de competitie is de Hoofdklasse, daaronder een Overgangsklasse en een Eerste en Tweede Klasse. Na 1945 werd het aantal niveau’s uitgebreid met meer lagere klassen. De onderzoekscommissie houdt zich bezig met klachten over de toepassing van spelregels en de dispensatiecommissie geeft toestemming voor de transfer van spelers van de ene vereniging na de ander en de aantrekking van cricketspelers uit het buitenland.
  • commissie Nederland XI (= Nederlandse elftallen). Deze commissie bemiddelt bij internationale wedstrijden, met name de ICC-toernooien, die dienen als kwalificatie voor het wereldkampioenschap.
  • commissie Jeugd. Deze commissie organiseert trainingskampen en ICC-jeugdtournooien. Men maakt onderscheid tussen de zog. Topjeugd, de colts (onder de 19) en toernooien onder de 17, onder de 15 en onder de 13 (aangegeven als U17, U15, U13).
  • damescommissie. Deze commissie, opgericht in 1985 na de opgang van de NDCB in de KNCB, organiseert de competities voor het damescricket en de internationale toernooien voor de dames (ook de IWCC-toernooien) en de damesjeugd.
  • scheidsrechterscommissie. Deze commissie is belast met de instructie en aanwijzing van bondsscheidsrechters (umpires) voor de competitiewedstrijden en de instandhouding van de spelregels.
  • coachingcommissie. Deze commissie is belast met de opleiding van trainers of coaches voor met name jeugdelftallen.
  • tuchtcommissie en commissie van beroep. De tuchtcommissie legt boetes en speelverboden op bij ernstige vormen van oneerlijk spel en bij overtreding van de wedstrijdreglementen door verenigingen. Hiertegen kan beroep worden ingesteld bij het bondsbestuur, die de zaak – al dan niet via de onderzoekscommissie - kan doorverwijzen naar een commissie van beroep.
  • archief- en bibliotheekcommissie. Deze commissie verzamelt gegevens over het cricket in Nederland in de vorm van boekwerken en documenten, en houdt de wedstrijdstanden en scores bij van elke competitie binnen de bond.
Waar nodig zal bij de beschrijvingen nader uitleg worden gegeven over de organisatie of taak van de diverse commissies.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van de Bond werd tot 1989 beheerd in het bestuursgebouw in Den Haag. Van de vooroorlogse periode zijn daarvan slechts de allerbelangrijkste bescheiden bewaard gebleven. Toen de NDCB in 1985 in de KNCB opging, deponeerde zij haar archief in de archiefbewaarplaats van de bond. Tot 1993 maakte dit archief deel uit van de bibliotheek. De bibliotheek werd uiteindelijk in fasen in bruikleen gegeven aan de Koninklijke Bibliotheek, die in 1993, na de laatste afsluitende overdracht van de boeken- en brochureschat, aan deze verzameling een tentoonstelling wijdde. Hieronder bevinden zich ook plakboeken met persberichten en fotoalbums.
De commissie hield zich niet alleen bezig met de ordening en instandhouding van het bondsarchief maar ook met de documentatie van de geschiedenis van het cricketspel in Nederland. Dat deed zij vanaf de jaren dertig door middel van correspondentie met verenigingen, oud-cricketspelers en umpires. Vanaf 1945 verzamelde zij systematisch gegevens over de gespeelde wedstrijden in Nederland en door het Nederlands elftal, die door de verenigingen werden aangeleverd. Jaarlijks leverden de verenigingen op aanvraag van de bibliotheekcommissie wedstrijdstaten aan. Aan de hand van perspublicaties en ingekomen brieven reconstrueerde de commissie ook de wedstrijdstaten van alle verenigingen vóór 1945. Daarnaast verzamelde zij analytische gegevens over de scores en de bijzondere prestaties van de individuele cricketspelers. Zo werden er records bijgehouden van het aantal geslagen runs per speler en per team, maar ook de prestaties van bowlers en fielders. De wedstrijdstaten en kaartenbakken met spelersgegevens werden in de bewaarplaats van de commissie gedeponeerd en namen lange tijd het leeuwendeel van de ruimte in beslag. Vanaf 1995 werkte de commissie de gegevens uit de wedstrijdstaten en de kaartsystemen uit in digitaal opgeslagen spreadsheets, waarvan kopieën op CD werden gebackupt.
De verwerving van het archief
In 1976 werd het Algemeen Rijksarchief voor het eerst benaderd door de KNCB voor eventuele bewaring van de gehele verzameling. Hierop werd in beginsel afwijzend geantwoord, omdat het Algemeen Rijksarchief niet bereid was de bijbehorende bibliotheek over te nemen, die in dat jaar nog was uitgebreid met materiaal van een particuliere verzamelaar. Evenmin werden de scoringsbulletins overgenomen. Het kwam eerst in 1996 tot een overdracht van het archief, toen de bond van Den Haag verhuisde naar het nieuwe gebouw in Amstelveen en de bibliotheek was overgebracht naar de Koninklijke Bibliotheek. Deze overdracht beperkte zich tot het bestuursarchief, de archieven van de commissies en hun voorgangers en een kleine hoeveelheid documentatie over de cricketsport, die door de Archiefcommissie was verzameld om het verdwenen vooroorlogse secretariaatsarchief op te vullen. In 2005 werd het archief aangevuld met het bestand van de Scheidsrechterscommissie over de periode 1985-2002. In 2006 volgde een tweede aanvulling van het archief over de periode 2001-2006. In 2008 en 2009 werden de jaarstaten, prestatiegegevens en andere statistische gegevens over spelers en verenigingen alsnog naar het Nationaal Archief overgebracht, evenals de fotoverzameling. Een nadere statistische uitwerking van de jaarstaten en de prestatiegegevens werd op CD gezet, evenals een deel van de fotoverzameling, die met recentere digitaal genomen wedstrijdfoto’s werd aangevuld. Daarbij werd ook audiovisueel materiaal op video en DVD toegevoegd. In 2018 werd nog een deel met digitale en gedigitaliseerde bestanden toegevoegd.
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Tot aan 1985, het jaar waarin de NDCB opging in de KNCB, is het archief van de KNCB slechts bewaard gebleven voor zover het de notulen en de jaarverslagen betreft. Voor het overige zijn de bestanden slechts fragmentarisch bewaard. Vanaf 1985 zijn alle correspondentie- en commissiearchieven bewaard gebleven. Aan het bestand is een uitgebreid correspondentiearchief van de Archief- en bibliotheekcommissie toegevoegd, waarin zich naast inlichtingen over cricketliteratuur ook aangemelde gegevens bevinden over cricketwedstrijden en – persoonlijkheden uit het verleden. Daarbij werden ter documentatie tal van persoonlijke verzamelingen en delen van de correspondentie van leden toegevoegd, die aan de archiefcommissie werden gestuurd of aan de leden van de commissie afzonderlijk. Het gevolg hiervan is dat het officiële archief met tal van verspreide stukken betreffende de geschiedenis van het cricket in Nederland werd aangevuld.
De bibliotheekcommissie hield vanaf 1945 jaarstaten van alle wedstrijden bij, die door de Nederlandse elftallen en de bij de bond aangesloten verenigingen werden gespeeld; resultaten van vóór de oorlog reconstrueerden zij aan de hand van sportbladen en gegevens van leden, ook maakte zij kaartsystemen van de prestaties van alle bij de bond toegelaten cricketspelers. Ook vormde zij een afzonderlijke fotoverzameling. Deze bestanden zijn aan het archief van de bond toegevoegd.
Vanaf 1996 werden gegevens over de competitie en de elftallen op CD gezet. Ongeveer tien jaar later werden deze gegevens, samen met de op papier geregistreerde bestanden getotaliseerd en werden aparte statistieken door middel van een Excell-bestand berekend. Ook werden fotoverzamelingen op CD gezet.
Selectie en vernietiging
Tijdens de beschrijving in het Nationaal Archief is een bestand van een halve meter verwijderd. Het betreft:
  • verzamelingen ingekomen circulaires van subsidieverstrekkende organen over algemene subsidieregels
  • inschrijfformulieren en andere formaliteiten van spelers ten behoeve van buitenlandse reizen naar internationale toernooien (spelerslijsten zijn bewaard gebleven).
  • aanmeldingsformulieren van verenigingen
  • gegevens betreffende het houden van ingestelde scheidsrechters- en trainerscursussen met uitzondering van het lesmateriaal en de verslaglegging door de cursusleiding
  • kasstukken: facturen, giroafschrijvingen e.d.
In totaal is 0,6 meter of 3 % van het bestand vernietigd.
Verantwoording van de bewerking
Het archief is in verschillende gedeelten bewaard gebleven en in verschillende fasen bewerkt. Het oud-archief, dat naast de series notulen een grote verzameling documentatie bevatte en in het verleden sterk was geschoond, is nagenoeg volledig bewaard gebleven en samengevoegd met het meer recente archief vanaf 1985.
Het meer recente archief vanaf 1985, dat qua omvang het leeuwendeel omvat, werd aangetroffen in niet houdbare ordners en archiefenveloppen en moest worden verpakt in omslagen en archiefdozen. Het in 2005 overgedragen bestand was door de vereniging van een lijst voorzien, met beschrijving van de eenheden. Deze beschrijving is zoveel mogelijk in stand gehouden. De daarna binnengekomen verenigingsbestanden werden in ongeveer dezelfde ordening in rubrieken met onderliggende series overgedragen.
De door de bibliotheekcommissie gevormde documentatie, deels bestaande uit door de leden toegezonden gedrukte of geschreven stukken en de zelf geregistreerde gegevens.
De fotoverzameling, waarin geen nadere ordening is aangebracht. Hiervan zijn de foto’s onderscheiden in foto’s betreffende de KNCB als vereniging, foto’s van Nederlandse elftallen en foto’s van verenigingen en competitiewedstrijden. Waar mogelijk was beschrijvingen aan te brengen, is dit geschied.
De CD’s, die zijn beschreven aan de hand van de op MSWord 2003 geraadpleegde inhoudsopgave van de bestanden, in afwachting van nadere bewerking door de beheerder die met de informatietechnologie is belast. In een bijlage zijn nadere inhoudsopgaven opgenomen van de bestanden die op een standaardcomputer met Windows ’93 konden worden geraadpleegd.
De eerste twee bestanddelen zijn samengevoegd en ingedeeld naar het indelingsmodel van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, dat als standaard kan dienen voor archieven van teamsportverenigingen. Deze indeling kan waarschijnlijk gehandhaafd blijven wanneer het archief zal worden aangevuld. De overige drie zijn in aparte hoofdstukken beschreven.
De eenheden, die - zoals uit vorige hoofdstukken blijkt - op verschillende tijdstippen zijn geacquireerd, zijn na binnenkomst nader geordend volgens het schema dat in de inhoudsopgave is aangegeven. Als gevolg hiervan bevinden de beschrijvingen zich niet op numerieke volgorde.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Op de foto's berusten gebruiksbeperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB), nummer toegang 2.19.125, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, KNCB, 2.19.125, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties
De bibliotheek van de KNCB en het bondsorgaan Cricket bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek. J. Nieuwenhuyzen Kruseman e.a. (red.), Een eeuw georganiseerd cricket in Nederland, jubileumboek ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Koninklijke Nederlandsche Cricket Bond. [Den Haag, 1983]

Bijlagen

Lijst van termen en afkortingen
In deze lijst worden geen afkortingen opgenomen die als namen van plaatselijke cricket- of sportverenigingen gelden.
ACU
Association of Cricket Umpiress
ALV
Algemene Ledenvergadering
Associate member
Bij de ICC aangesloten natie van cricketspelers, die niet bij het Britse gemenebest behoort (bijvoorbeeld Nederland)
Batsman, batter
Man vóór het wicket, die de toegeworpen bal met zijn bat van het wicket moet afhouden en daarbij moet proberen de bal zover weg te slaan dat hij runs kan maken.
Bowlen
Het volgens speciale regels opwerpen van een bal naar het wicket achter een batsman
CC
Cricket Vereniging
CD
Compact disk
Century
Het behalen van honderd punten door een speler in een wedstrijd
CWC
Cricket World Cup
Cricket World Cup
Wereldbeker in een vierjaarlijks tournooi van eendagswedstrijden tussen de testlanden en daarvoor gekwalificeerde associate members.
Dispensatie
Toestemming tot het inzetten van buitenlandse spelers of spelers, die niet aan het begin van het seizoen aan de wedstrijdleiding zijn opgegeven
Draw
Gelijk spel
ECC
European Cricket Council
EK
Eerste Klasse
Fielden
Veldspel: prestaties hierbij zijn vangballen en stumping, waardoor de batsman van een tegenstander kan worden uitgeschakeld.
HB
Hoofdbestuur
HK
Hoofdklasse
HPP
High Performance Programme
ICC
International Cricket Conference/ International Cricket Council
ICC-Trophy
Beker, uitgereikt aan de winnaar van kwalificatiewedstrijden voor de ICC Cricket World Club
Inning
Het totaal van slagbeurten van een elftal in een wedstrijd
IWWC
International Women’s Cricket Council
How’s that?
Verzoek aan een umpire om een beslissing te nemen bij een overtreding.
KNCB
Koninklijke Nederlandse Cricket Bond
Knock-out
Omschrijving van competities met afvalwedstrijden (bijvoorbeeld beker¬wed¬strijden)
LBW
Leg before wicket: overtreding, waarbij een bal op een wicket niet met een bat, maar met een been of voet wordt tegengehouden.
NCB
Nederlands(ch)e Cricket Bond
NDCB
Nederlands(ch)e Dames Cricket Bond
NL XI
Nederlands elftal
NOC
Nederlands Olympisch Comité
NPFA
National Playing Fields Association (Groot Brittannië).
NSF
Nederlandse Sportfederatie
No ball
Door de scheidsrechter ongeldig verklaarde worp van een bowler
ODI
One Day International, aanduiding van een officiële internationale wed¬strijd voor één dag in een vastgestelde serie van vijftig overs.
OK
overgangsklasse
Over
Reeks van zes ballen, gegooid door een bowler
Prudential cup
Tot 1985 benaming van de Cricket World Cup
Quadrangular Serie
Serie van - meest eendaagse - cricketwedstrijden tussen vier landen, meest testlanden.
Run
Score behaald door het afleggen van een afstand tussen twee wickets of door de bal van het veld te slaan.
Runner up
Verliezer in een finale (van de ICC-Trophy of ICC Crciker World Cup)
SCN
Stichting Cricket Nederland
SNS
Stichting Nederlandse Sporttotalisator
SRC
Scheidsrechterscommissie
Stump
1) Paaltje van een wicket 2) Het omgooien van een wicket door een fielder
Stumping
Het omgooien van een wicket door een fielder
T20
Twenty20
Testmatch
Meerdaagse wedstrijden van de tien “full members” van de ICC (Britse gemenebestlanden)
Tie
Onbesliste wedstrijd als gevolg van tijdsgebrek of andere omstandigheden
TRSC
Tournament rules in the Spirit of Cricket
Twenty20
Cricketwedstrijd in een vastgestelde serie van twintig overs
U15, U20
Jeugdelftal onder 15, 20 jaar
Umpire
scheidsrechter
VET
Veteranen, veteranenklasse
Vierkantsluiting
Statistische berekening waarbij alle resultaten van een gegeven over de gehele KNCB wordt getotaliseerd.
WCL
World Cricket League, onderverdeeld in divisies
WCQ
Wereldcup kwalificatiewedstrijden (de winnaar wordt gepromoveerd naar de tornooien rond de Intercontinentel Cup (meerdaagse wedstrijden), de World Cricket League.
VWS
(Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WT20
Wereldkampioenschap Twenty20, onderverdeeld in A-landen en B-landen.
WVC
{Ministerie van} Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
Wicket
1) Stellage van drie palen met twee dwarslatjes, die dient te worden verdedigd door een batsman; 2) prestatiefeit van het treffen en omgooien van een wicket door een bowler.

Archiefbestanddelen