Terug naar zoekresultaten

1.10.06 Inventaris van het archief van mr. D.R.W. Bisdom [levensjaren 1740-1814], mr. J. Bisdom [levensjaren 1696-1762] en mr. G.D. Denick [levensjaren 1724-1780], 1280-1810

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.10.06
Inventaris van het archief van mr. D.R.W. Bisdom [levensjaren 1740-1814], mr. J. Bisdom [levensjaren 1696-1762] en mr. G.D. Denick [levensjaren 1724-1780], 1280-1810

Auteur

J.C.M. Pennings

Versie

04-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1986 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie Bisdom
Bisdom

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1280-1810

Archiefbloknummer

1128

Omvang

; 334 inventarisnummer(s) 22,70 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het, heten het.
Nederlands
Frans
Latijn

Soort archiefmateriaal

Het archief bevat geschreven en gedrukte teksten, maar ook oude handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bisdom
Jacob Bisdom
Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom
Gerard Daniel Denick
, 1696-1762, 1740-1814, 1724-1780

Samenvatting van de inhoud van het archief

Jacob Bisdom (1696-1762) was van 1744-1762 advocaat-fiscaal van de Admiraliteit op de Maas. Ook zijn schoonzoon Gerard Daniel Denick (1724-1780) en zijn jongste zoon Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom (1740-1814) vervulden die functie. De Bisdoms verzamelden veel stukken uit hoofde van hun ambtelijke functies, maar ook over onderwerpen die hun interesse hadden, zoals: zeezaken, handel, juridische, financiële en politieke zaken. De indeling van het archief was vooral het werk van Wijckerheld Bisdom, hij verdeelde de stukken in een gedeelte over de Republiek en een gedeelte over de Staten van Holland en hij maakte recueils, inhoudsopgaven en indices.
Onder de stukken bevinden zich retroacta van de Staten-Generaal, afschriften van resoluties en historische geschriften. Een deel van het archief is al beschreven in de gedrukte Inventaris van de archief der Admiraliteitscolleges van De Hullu in 1924. De Hullu scheidde de stukken betreffende admiraliteits- en zeezaken uit het archief Bisdom van de marinearchieven en beschreef ze als admiraliteitscollectie nr. XXXI

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Jacob Bisdom en Anna Maria Zeegers, zijn eerste vrouw, kregen zeven kinderen. Hun oudste dochter, Anna Elisabeth Bisdom, trouwde in 1751 met Gerard Daniel Denick, elf jaar na de geboorte van de jongste zoon van de familie, Dirk Rudol Wijckerheld Bisdom geheten. ( Voor nadere gegevens over de familie Bisdom zie onder meer: Algemeen Rijksarchief, Archief van de familie Gevers, 2.21.183, coll. 338, inv.nrs. 112, 120 en 144; Centraal Bureau voor Genealogie, Dossier Wijckerheld Bisdom; A.A. Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën met genealogische en heraldische aantekeningen, deel I, Groningen 1885, blz. 57; J.C. Kort, Archief van de familie Bisdom van Vliet, (1190) 1717-1923 (1924) Den Haag 1995. )
De kinderen Bisdom brachten een groot deel van hun jeugd door in Den Haag. In 1739 verhuisde men naar Delft, dat men in 1744 verliet om zich in Rotterdam te vestigen. Rotterdam was de stad waar Denick werd geboren en waar hij zijn verdere leven zou doorbrengen. Ook Wijckerheld Bisdom woonde hier lange tijd met zijn gezin. Zijn vrouw, Digna Wendelia Meyners, was een dochter van de Rotterdamse burgemeester mr. Gerard François Meyners.
Zowel vader Jacob, als zijn zoon en schoonzoon (hierna kortweg aangeduid als de Bisdoms) was jurist. Jacob Bisdom en Denick waren gepromoveerd aan de universiteit te Utrecht, terwijl Wijckerheld Bisdom zijn rechtenstudie aan de universiteit van Leiden had voltooid. Alle drie begonnen zij hun loopbaan als advocaat van het Hof van Holland. De verschillende openbare functies die zij hierna zouden bekleden waren telkens in dienst van Holland of van de Generaliteit. Hieronder een chronologisch overzicht van deze functies.
Datum Gebeurtenis
1718 - 1734 Advocaat van het Hof van Holland
1734 - 1739 Advocaat-fiscaal en procureur-generaal in het crimineel van het Hof van Holland
1739 - 1744 Pensionaris van Delft
1744 - 1762 Advocaat-fiscaal van de Admiraliteit op de Maas
Datum Gebeurtenis
1745 - 1750 Advocaat van het Hof van Holland
1750 - 1780 Advocaat-fiscaal van de Admiraliteit op de Maas
1752 - 1780 Lid van de vroedschap te Rotterdam
1766 - 1780 Meerdere malen burgemeester van Rotterdam
1777 - 1780 Commissaris der posterijen van Holland
Datum Gebeurtenis
1761 - 1762 Advocaat van het Hof van Holland
1762 - 1780 Tweede equipagemeester van de Admiraliteit op de Maas
1764 - 1780 Secretaris van Rotterdam
1780 - 1785 Advocaat-fiscaal van de Admiraliteit op de Maas
1782 - 1785 Lid van het Departement van Marine
1785 - 1787 Thesaurier-generaal van de Unie
1788 - 1795 Raadsheer in de Hoge Raad
1802 - 1808 Hoofdschout van Leiden
1808 - 1810 Burgemeester van Leiden
Ofschoon Jacob Bisdom bijna twintig jaar lang zeer consciëntieus het ambt van advocaat- fiscaal bij de Admiraliteit op de Maas bekleedde, behield hij toch een zekere voorliefde voor het strikt juridische werk. In het jaar 1757 besluit hij een brief aan de Hoge Raad (waar hij achttien jaar daarvoor is vertrokken) in het voor hem in die laatste jaren zo kenmerkende bibberige handschrift met de opmerking dat hij dit college de grootste hoogachting en erkentenis blijft toedragen, '.. bij het welke ik 16 jaren als advocaat, en nog 5 jaren als fiscaal, met genoegen heb geverseert en doorgebragt..'. ( Archief Bisdom, inv.nr. 78. ) ( Voor Jacob Bisdom zie: ARA, Archief Gevers, 2.21.183, inv.nr. 112. ) Op verzoek van diens schoonvader werd Denick op 25 juni 1750 door de Staten-Generaal benoemd als advocaat-fiscaal van de Admiraliteit op de Maas, een functie die hij tot aan zijn dood in 1780 zou vervullen. Daarnaast was hij in Rotterdam nog in een groot aantal andere openbare functies werkzaam, zoals lid van de vroedschap, weesmeester, kapitein der burgerij of schutterij, gedeputeerde ter dagvaart van de Staten van Holland, boonheer, fabriekmeester, rekenmeester, burgemeester, commissaris van de wisselbank en vredemaker. Verder behoorde hij van 1769 tot 1780 tot de mecenaten van het Bataafse Genootschap aldaar. ( Voor Gerard Daniël Denick zie: ARA, Archief Gevers, 2.21.183, inv.nr. 120, J.H.W. Unger, e.d., Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, deel I, Rotterdam 1892, p. 556, E.A. Engelbrecht e.d., Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, deel V, Rotterdam 1973, pp. 342-343, P.C. Molhuysen, e.a. e.d., Nieuw Nederlandsch Biografisch woordenboek, deel I, Leiden 1911, p. 707. )
Wijckerheld Bisdom stond van hen drieën als regent het meest in aanzien. Lange tijd kon hij rekenen op de steun en de bescherming van de stadhouder. Zijn benoeming tot advocaat- fiscaal van de Admiraliteit op de Maas in 1780 vond plaats op verzoek van Willem V, die hem vervolgens twee jaar later in deze hoedanigheid opnam in zijn Departement van Marine.
Zeer tegen zijn zin gaf Wijckerheld Bisdom zijn functie als advocaat-fiscaal op 22 februari 1785 op om 23 februari het ambt van thesaurier-generaal van de Unie te aanvaarden, waartoe hij was verzocht. In zijn afscheidsrede voor de Admiraliteitsraad op 1 maart klinkt zijn teleurstelling door. Hij spreekt bij deze gelegenheid de hoop uit dat hij zich in zijn nieuw baan wederom zal kunnen inzetten voor '.. het zeewezen, dat bolwerk voor den staat in 't gemeen ... de commercie (die bron van 's lands bestaan en welvaart in het byzonder) en het eenige middel om deze republiq nog te bewaaren bij derselver independentie en te doen behouden de noodige consideratie onder Europese mogendheden..'. ( ARA, archief Admiraliteit op de Maas, inv.nr. 176. ) Een aantal illusies armer diende hij twee en een half jaar later zijn ontslag in. Voor de Raad van State licht hij ter vergadering op 19 oktober 1787 zijn verzoek tot ontslag als volgt toe: '.. dat de huiverigheid, die ik nu ruim derde half jaar geleeden betoonde, in het aanvaarden van deeze aanzienelijke Charge, voornamelijk voortsproot uit een vrees, dat den Staat zoo wel van buiten als van binnen met eene bijna onmisbaare ondergang wierd gedreigd, en dat deeze mijne vrees zedert tot mijn innig leedweezen maar al te zeer is gebillykt ...'. ( ARA, archief Raad van State, inv.nr. 363. ) Desondanks kwam hij er niet slecht van af: in de toekomst zou hij een jaargeld van vierduizend gulden ontvangen en verder werd hem een zetel in de Hoge Raad aangeboden.
Ten gevolge van de Bataafse omwenteling in de hieruit voortvloeiende mortificatie van de Hoge Raad werd hij in 1795 ambteloos burger. In 1796 weigerde hij de eed op de beginselen der volkssoevereiniteit af te leggen waardoor zijn benoeming tot representant in de Nationale Vergadering geen doorgang kon vinden. Het is echter tekenend voor zijn gematigde opstelling dat hij reeds in 1802 als hoofdschout van Leiden weer een invloedrijke positie innam in het Hollandse bestuursapparaat.
Niet alleen de politiek, maar ook het culturele leven had zijn belangstelling. Sinds 1804 was hij lid van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem en vanaf 1806 van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. ( Voor Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom zie: Centraal Bureau voor Genealogie, dossier Wijckerheld Bisdom; ARA, Archief Gevers, inv.nr. 112; J.H.W. Unger e.d. Bronnen voor de geschiedenis van Rotterdam, deel I, Rotterdam 1892, p.49; P.C. Molhuysen e.a. e.d., Nieuw Nederlandsch Biografisch woordenboek, deel IV, Leiden 1918, pp. 151-153. )
Geschiedenis van het archiefbeheer
Op 3 april 1814 stierf Wijckerheld Bisdom. Het is niet duidelijk was er daarna precies met het archief gebeurde, voordat het op 22 februari 1834 op het Rijksarchief arriveerde. We beschikken slechts over de volgende gegevens.
Toen Wijckerheld Bisdom stierf (een week later gevolgd door zijn vrouw) waren reeds drie van zijn zonen hem voorgegaan. Bij zijn dood waren alleen zijn zoon Samuel Dirk, koopman te Rotterdam, en zijn twee dochters Elisabeth Adriana en Margaretha Catharina nog in leven. De eerste was weduwe, de tweede was getrouwd met mr. Abraham Gevers Deynoot, rechter- vervanger bij de rechtbank van Eerste Aanleg te Rotterdam.
In zijn testament van 22 februari 1814 wijdt Wijckerheld Bisdom enige passages aan zijn zogenaamde papieren. Hij spreekt over '... alle mijne aantekeningen en verzamelingen van papieren, hoe ook genaamd ..'. ( Gemeentearchief Leiden, Notariële Archieven 1811- 1842, notaris H. Roskes, inv.nr. 274a, nr. 211, pp. 6-9. )
Voor zover hij ze zelf niet reeds heeft vernietigd, laat hij ze na de dood van zijn vrouw na aan zijn kinderen en kleinkinderen. Stelt niemand van zijn erfgenamen prijs op zijn papieren, dan moeten ze meteen verbrand worden. Verder wordt in het testament bepaald dat na zijn dood de '... recueilen van privilegien en charters en andere papieren, de stad Rotterdam concerneerende ...' toekomen aan zijn schoonzoon Abraham Gevers Deynoot.
In de zeer uitgebreide boedelinventaris, die in de maand juli werd opgemaakt, komen geen papieren voor. ( G.A. Leiden, notariële archieven, 1811-1842, inv.nr. 231. ) Er worden slechts boeken vermeld, die voor de aanwezige boekverkoper V. Herding op een totale waarde van 718 gulden worden geschat. Twintig jaar later zou het Rijksarchief voor het archief een bedrag van 1000 gulden neertellen.
De conclusie dringt zich op dat na Wijckerheld Bisdoms dood een van de kinderen direct in het bezit van zijn papieren moet zijn gekomen. De keuze voor Abraham Gevers Deynoot, werkzaam in de rechterlijke macht in Rotterdam, ligt het meest voor de hand, te meer daar er familiepapieren van de Bisdoms in het archief Gevers Deynoot zijn aangetroffen.
Een aantal jaren later blijken de papieren van Wijckerheld Bisdom in het bezit te zijn van de Leidse boekhandelaar Cijfveer. ( ARA, Archief van het Rijksarchief, inv.nr. 11, uitgaande brieven 1832-1842, ARA; Archief van het Rijksarchief, inv.nr. 10, ingekomen brieven 1832-1842. )
De Leidse boekhandelaar Cijfveer biedt op 16 december 1833 het Rijksarchief ruim 530 boekdelen en portefeuilles te koop aan. Bij Koninklijk Besluit van 7 februari 1834 (nr. 134) wordt de verkoop vastgelegd en op 22 februari daaropvolgend arriveert het archief op het Rijksarchief.
De verwerving van het archief
Het archief is door aankoop verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief heeft een lengte van ongeveer vijftig meter. De stukken zijn merendeels afkomstig van Jacob Bisdom, zijn schoonzoon Gerard Daniël Denick en zijn jongste zoon Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom, regenten die in het bestuursapparaat van Holland en de Republiek vooraanstaande functies bekleedden.
Het archief bestaat uit stukken die door de Bisdoms en enkele vrienden en verwanten zijn ontvangen en geschreven. Het bevat onder andere stukken van Wijckerheld Bisdoms schoonvader G.F. Meyners, van J. van Bleiswijk, raadsheer in de Hoge Raad van 1723 tot 1748, en van J. van der Heim, secretaris van de Admiraliteit op de Maas van 1746 tot 1795.
De basis van het archief wordt gevormd door stukken die door de verschillende archiefvormers in de uitoefening van hun openbare functies zijn gebruikt. Hieronder zijn ook veel retroacta begrepen. De Bisdoms legden een grote ijver aan de dag in het verzamelen van stukken waarin zij ambtshalve geïnteresseerd waren. Het was voor mannen in hun positie niet moeilijk toegang te verkrijgen tot bepaalde archieven. Daar waar zij zelf niet werkzaam waren, kenden zij altijd wel iemand die gaarne bereid was voor de gewenste afschriften te zorgen. Zo verschaft Hendrik Fagel de Oude, griffier van de Staten-Generaal, hen meerdere malen retroacta uit het archief van dit college.
Oorspronkelijke ordening van de stukken in pakken, banden en delen is bewaard gebleven. Hieruit blijkt dat de Bisdoms bij het rangschikken van de stukken niet uitgingen van de functies waarin zij de stukken hadden ontvangen en/of geschreven, maar van hun objecten van bemoeienis. Zo werd een groot deel van het archief door hen zaaks- en onderwerpsgewijs ingedeeld. In het archief blijken drie terreinen het rijkst gedocumenteerd, te weten admiraliteit- en zeezaken (inclusief handelsaangelegenheden), juridische zaken en financiële zaken, in veel gevallen vanuit een particularistisch, Hollands standpunt bekeken.
Op deze manier ontstonden er in een aantal gevallen recueils, die men als de ruggegraat van het archief Bisdom zou mogen beschouwen. Inhoudsopgaven en indices maken deze recueils bijzonder toegankelijk. De bewerking van het archief was vooral het werk van Wijckerheld Bisdom. Hij vulde een aantal recueils van zijn vader en zwager aan tot in het jaar 1809 en voorzag vele banden en delen van toegangen.
Een klein deel van het archief bestaat uit afschriften van resoluties van hoge staatscolleges, indices hierop en indices op historische geschriften. Deze moeten vooral een documentaire waarde voor de archiefvormers hebben gehad. Wellicht hebben zij gediend als bouwstoffen van het archief.
Wat opvalt is de hang van de Bisdoms naar het systematisch verzamelen van kennis. Hiermee sluiten zij aan bij het achttiende eeuws Verlichtingsdenken, waarbij het bronnenonderzoek naar de eigen vaderlandse geschiedenis vanuit een juridisch-oudheidkundige benadering zich in een grote belangstelling kon verheugen. ( Zie o.a. J. Roelevink, 'Bewezen met authenticque stukken'. Juridisch-oudheidkundige drijfveren tot het uitgeven van teksten op het terrein van de vaderlandse geschiedenis in de achttiende eeuw, in: Bron en publikatie. Voordrachten en opstellen over de ontsluiting van geschiedkundige bronnen, uitgegeven bij het 75-jarig bestaan van het Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis, Den Haag 1985, pp. 78-99. ) Hun archief, hoewel deels gevormd in de uitoefening van hun functies, mondde als het ware uit in een politiek, maritiem, juridisch en financieel documentatiesysteem betreffende Holland en de Unie.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Het historisch belang van retroactaverzamelingen wordt vaak onderschat. Het archief Bisdom laat zien hoe belangrijk deze kunnen zijn.
Op de eerste plaats werpt het archief meer licht op een aantal interessante politieke, juridische en financieel-economische kwesties waarbij de archiefvormers betrokken waren. Men vindt hierover correspondentie, notulen van besognes etc.. Zo hield Wijckerheld Bisdom zich een tijd lang bezig met de zogenaamde Scheldekwestie, een conflict tussen Oostenrijk en de Republiek dat in 1784 in 1785 hoog oplaaide. Zijn dossier is bewaard gebleven. ( Archief Bisdom, inv.nrs. 273-274. )
Van groter historisch belang dan de inhoud van de stukken als zodanig is wellicht de ordening die de archiefvormers hebben aangebracht. De manier waarop de Bisdoms hun archief hebben gerangschikt en toegankelijk gemaakt, de onderlinge samenhang van de stukken en de volgorde in ieder bestanddeel afzonderlijk zijn veelzeggend voor de toenmalige bestuursverhoudingen in het bijzonder en het politieke bedrijf in het algemeen. Het is bijvoorbeeld tekenend dat de registers van uitgaande brieven van Denick en Wijckerheld Bisdom geen cesuur vertonen bij het beëindigen van een oude en het aanvaarden van een nieuwe functie. Het is één onafgebroken serie. Zo kan de ordening van dit archief een interessant studieobject vormen voor de geschiedenis van Holland en de Unie.
Daarnaast kan het archief Bisdom fungeren als sleutel tot andere archieven en bibliotheken. Het bevat niet alleen vele toegangen op andere archief- en bibliotheekbestanddelen, maar vormt door zijn systematiek ook een makkelijke opstap voor verder zoekwerk naar gegevens over diverse onderwerpen met betrekking tot Holland en de Unie.
Na deze algemene opmerkingen volgen hier nog enige praktische aanwijzingen voor het hanteren van de inventaris.
Elk recueil wordt ontsloten door middel van een index. Het archief bevat een algemene toegang op enkele van deze recueils en indices in de vorm van een grote generale index. ( Zie Admiraliteitscollectie XXXI, inv.nr. 128. ) Deze is echter weinig specifiek. Het verdient daarom aanbeveling meteen de index op een recueil te raadplegen. Het archief Bisdom bevat drie grote recueils, die qua lengte een derde deel van het archief uitmaken. Zoekt men informatie over een bepaald onderwerp, dan doet men er goed aan eerst een van de drie indices op deze recueils te raadplegen en pas in tweede instantie te zoeken bij de overige stukken in de desbetreffende rubriek van de inventaris. De hier bedoeld recueils zijn het 'recueil varia', ( Archief Bisdom, inv.nrs. 12-76. ) waarin allerhande zaken worden behandeld; het 'recueil justitie en hoven van justitie', ( Archief Bisdom, inv.nrs. 97-125. ) voor juridische zaken en het 'recueil commercie admiraliteit', voor admiraliteits- en zeezaken.
De stukken behorend tot de admiraliteitscollectie Bisdom dient men te citeren als 'admiraliteitscollectie XXXI', de overige stukken als 'archief Bisdom'.
Verantwoording van de bewerking Op 22 februari 1834 arriveert het archief op het Rijksarchief. Het archief gaat vergezeld van een lijst waarop de stukken vrij uitgebreid beschreven staan. ( Het eerst wordt deze lijst door rijksarchivaris De Jong gebruikt. Hij tekent hierop het belang van de diverse stukken aan ten behoeve van de minister van Binnenlandse Zaken. De lijst wordt als minuut-bijlage bij een brief aan de minister verzonden (zie noot 11). )
Op een enkele uitzondering na worden alle stukken die op de lijst zijn vermeld overgenomen door het Rijksarchief. Verder worden er een aantal extra beschrijvingen aan de lijst toegevoegd. Tot op de dag van de huidige inventarisatie heeft deze lijst in verschillende vormen als plaatsingslijst gefungeerd.
Commies-chartermeester De Zwaan tekende op de lijst aan waar de stukken her en der in het Rijksarchief geplaatst moesten worden. ( Zie archief Bisdom, inv.nr 331. ) Van een daadwerkelijke verspreiding van de stukken was waarschijnlijk pas sprake na de verhuizing van het Rijksarchief in 1854 naar het Plein. Daar werden de stukken onder toezicht van rijksarchivaris Bakhuizen van den Brink al naar gelang hun inhoud verdeeld over de collectie Marinearchieven, de archieven van het Hof van Holland, de Hoge Raad, de Staten-Generaal (onder andere bij de buitenlandse verbalen), de Raad van State, het college van de Grote Visserij en de afdeling Handvesten. ( Zie Overzigt van het Nederlandsche Rijks-Archief, 's-Gravenhage 1854, pp. 131-144. Van de hand van Bakhuizen van den Brink zijn een aantal losse aantekeningen bewaard gebleven die de verdeling van het archief Bisdom over diverse afdelingen van het Rijksarchief betreffen (zie inv.nr. 331). Wat verder wijst op een splitsing van het archief zijn korte notities op het eerste blad van een aantal banden en delen, waarin wordt vermeld dat op 17 december 1853 het desbetreffende nummer verplaatst moet worden. Zo lezen we bijvoorbeeld vooraan in inv.nr. 168: 'Te plaatsen bij orig. Verbaal Quoten en Financiën - 17 december 1853'. Voor de exacte oude en nieuwe inventarisnummering raadplege men in dit en hierna volgende gevallen de concordanties. ) Verder schonk het Rijksarchief in 1862 27 banden resoluties van de Admiraliteit op de Maas en indices hierop, die als dubbelen werden beschouwd, aan het Gemeentearchief te Rotterdam. ( ARA, Archief van het Rijksarchief, inv.nrs. 27 en 29 ) Wat overbleef was een soort romp-archief Bisdom. ( ARA, Stukken beschreven in lijst Jansen, nr. 9 (± 1900). )
Met het verschijnen van de Inventaris van de archief der Admiraliteitscolleges van De Hullu in 1924 trad een tegenovergesteld proces in werking. De Hullu scheidde de stukken betreffende admiraliteits- en zeezaken uit het archief Bisdom van de marinearchieven en beschreef ze als admiraliteitscollectie nr. XXXI. Hij veranderde niet veel aan de oude ordening van het archief in pakken, banden en delen. Slechts een klein aantal bescheiden werd opnieuw gerangschikt in pakken, omslagen of als losse stukken. Voor een deel was dit reeds in 1896 door Hingman gedaan. Wel veranderde De Hullu de oorspronkelijke volgorde binnen een aantal recueils, die door zijn voorgangers Leupe en Hingman grotendeels in tact was gelaten. De interne samenhang van deze recueils werd hierdoor verstoord.
In de daaropvolgende jaren werd een groot deel van de afgedwaalde stukken uit het archief Bisdom in het romp-archief opgenomen. Hiervan werd in 1949 een plaatsingslijst gemaakt. In 1978 volgde nog een klein deel als supplement, waarvan een aantal stukken uit de legatiearchieven afkomstig waren. Hiervan zijn vier pakken ten onrechte in het archief Bisdom opgenomen. Deze stukken zijn oorspronkelijk uit het archief Van der Heim afkomstig. De stukken vermeld op de plaatsingslijst en het supplement berustten op de eerste afdeling van het Algemeen Rijksarchief onder de titel 'collectie Bisdom'.
De stukken die destijds aan het Gemeentearchief in Rotterdam waren geschonken kwamen in 1978 terug. ( Ara, Correspondentie van de Eerste Afdeling, 1977, c 326; 1978 c 114. In 1978 kreeg het ARA de 27 banden terug die het in 1862 aan Rotterdam had geschonken. Verder droeg het Gemeentearchief twee pakken over waarvan niet duidelijk is of zij oorspronkelijk tot het archief Bisdom behoorden. Zij zijn opgenomen in de Admiraliteitscollectie Bisdom onder inv.nrs. 106a en 119a. Deze kwestie wordt nader uitgezocht. ) Zij werden in de admiraliteitscollecties Bisdom opgenomen en opnieuw beschreven. Tijdens de huidige inventarisatie zijn er drie afgedwaalde archiefbestanddelen elders in het Algemeen Rijksarchief getraceerd. Zij maken nu weer deel uit van het archief Bisdom. ( Te weten als inv.nrs. 67, 155 en 302. ) Dit alles betekent niet dat het archief Bisdom, zoals het in 1834 op het Rijksarchief arriveerde, compleet is. De beschrijvingen van de stukken die nog vermist worden ( Zoals vermeld op de plaatsingslijst van De Zwaan uit 1834. ) vindt men in de volgende tabel.
Lijst van stukken die worden vermist
Nr. Beschrijving Uiterlijke vorm
23. Register of index op de secrete resoluties van de Raad van State. een deel fr. b.
58. Generale lijst der inkomende goederen onder het district der Admiraliteit op de Maas in 1753. een deel, h.b., groot formaat.
59. Staat en lijst van de commercie onder het district van de Maas in 1753. een deel h.b.
62-3. Generale petitiën, ordinaris en extra-ordinaris staten van oorlog, 1761 tot 1770 een deel, h.b.
65-1. en 2. Recueil betreffende Delft twee delen, h.h.b.
108. Resoluties van hun Hoog Mogenden van januari 1786 tot juli 1787 een deel, par. b.
109. Staten van Oorlog na 1770 in een portefeuille
123. Zierickzee een deel par. b.
127. Privilegiën, keuren enz. van Woerden en het Groot Waterschap een deel, p.b.
129. Register op de keuren van Delft een deel, par. b.
130. Instructie van de vierschaar der stad Delft een deel, h. eng. b.
178. Extract-resoluties van de Raad van State van 17 november 1785 tot 10 februari 1791 ingenaaid.
185. Recueil justitie in een porteffeuille
189. Index op de plakkaten, publikaties enz. der Admiraliteit op de Maas van 1689 tot 1781, benevens de gedrukte publikaties van die raad, van 1782 tot 1784 een deel, ingenaaid.
191-1. en 2. Stukken betreffende de armee, waarbij onder anderen capitulaties en contracten in originali wegens het in dienst houden van troepen enz. twee portefeuilles
extra 3. Rekeningen van de ontvanger generaal van het collegie der Admiraliteit op de Maas, voor zo veel de ordinaris uitgaven aangaat, beginnende met het jaar 1731 en eindigende met het jaar 1778, een deel in folio, groene band, waarbij nog losse rekeningen als voren, van 1597 tot 1778. een deel in folio en losse stukken
extra 4. Traktaten van vrede van verscheiden jaren, vooral na 1748, gedrukt los in een portefeuille.
extra 5. Lijsten der uitgaande en inkomende goederen, naar en uit de Oostenrijkse Nederlanden, onder het district der Admiraliteit op de Maas in het jaar 1753 een deel in folio, hoornen band.
Het archief werd verpakt in pakken, banden en delen aangetroffen en dat is zo gehandhaafd. Slechts een gering aantal pakken, dat ofwel te omvangrijk was ofwel niet meer in één enkelvoudige beschrijving te vangen, is materieel gescheiden in omslagen. Het geheel is telkens beschreven in een verzamelbeschrijving, waardoor de oorspronkelijke ordening zichtbaar is gebleven. Er zijn verzamelbeschrijvingen waarbij de uiterlijke vorm van de stukken niet uniform is (bijvoorbeeld 61 banden en 4 pakken). Ik heb er voor gekozen in de hoofdbeschrijving de uiterlijke vorm van alle stukken te vermelden, terwijl alleen de stukken met een afwijkende uiterlijke vorm nog een aparte vermelding in de bewuste deelbeschrijvingen krijgen. Verder zijn er enkele stukken uit archiefbestanddelen gelicht omdat zij inhoudelijk of archivistisch gezien dermate afwijkend waren van de rest van de stukken dat zij een aparte beschrijving verdienden.
Op de dag dat Wijckerheld Bisdom voor het laatst aan zijn archief werkte was de bewerking ervan nog niet voltooid. Bepaalde archiefbestanddelen dragen sporen waaruit men kan afleiden dat hij nog bezig was ze om te werken van pakken naar banden met bijbehorende inhoudsopgaven en/of indices. Dit is het geval met twee van de grootste recueils van het archief: het 'recueil varia' en het 'recueil justitie en hoven van justitie'. De laatste nummers van beide recueils ( Archief Bisdom, inv.nrs. 73-76 en 122-125. ) zijn niet voorzien van een inhoudsopgave en derhalve niet opgenomen in de generale indices op deze recueils. Op deze nummers heb ik zelf een beknopte trefwoordenindex gemaakt, waarbij ik zo veel mogelijk de in de generale indices gebruikte terminologie heb gehandhaafd. Deze twee beknopte indices zijn gevoegd bij de twee oorspronkelijke generale indices. Zoals vermeld, worden in deze inventaris alle bewaard gebleven en bekende stukken van het archief Bisdom beschreven. Ongeveer de helft van deze stukken zijn reeds in 1924 beschreven door De Hullu in de gedrukte Inventaris van de archieven der admiraliteitscolleges. Deze beschrijvingen zijn onveranderd gedrukt in deze inventaris opgenomen onder verwijzing naar het desbetreffende inventarisnummer bij De Hullu. Op deze regel zijn een paar uitzonderingen gemaakt, waarvoor geldt dat de stukken in kwestie niet alleen opnieuw geordend, maar deels ook opnieuw beschreven zijn. Dit betreft de recueils en indices die genoemd worden in de grote generale index. ( Zie Admiraliteitscollectie XXXI, inv.nr. 128. ) Deze beschrijvingen zijn zo veranderd, dat de onderlinge samenhang van de stukken die tot een recueil behoren beter blijkt. Verder zijn twee registers van uitgaande brieven van Denick opnieuw beschreven, aangezien zij deel uitmaken van een serie van vijf delen die in één verzamelbeschrijving zijn opgenomen. ( Archief Bisdom, inv.nrs. 2-4. )
In 1978 zijn er in het archief Bisdom een aantal stukken terecht gekomen die hier niet thuis horen. De stukken, afkomstig uit het archief Van der Heim, zijn om technische redenen niet uit het archief Bisdom verwijderd, maar in een aanhangsel geplaatst.
Ordening van het archief
In het archief werd geen vanzelfsprekende ordening aangetroffen. Mijn indeling van het archief sluit evenwel zo veel mogelijk aan bij hetgeen er van een oude orde is teruggevonden. Om te beginnen heb ik het archief in drie hoofdafdelingen verdeeld. Het grootste deel bestaat uit recueils en archiefbestanddelen die hiermee samenhangen of op een vergelijkbare manier bewerkt zijn. Wat overblijft zijn correspondentie, resoluties en indices. De correspondentie is hier beschouwd als oorspronkelijk d.w.z. onbewerkt ambtenarenarchief en daarom voorop geplaatst. De resoluties en indices, te beschouwen als algemene documentatie, volgen na de recueils.
De grootste afdeling bevat veel stukken die in openbare functies zijn ontvangen en geschreven. In tweede, dus in laatste instantie zijn deze stukken geordend naar objecten van bemoeienis. Deze afdeling is dan ook onderverdeeld in rubrieken, waarbij, indien bekend, is aangegeven in welke hoedanigheid de archiefvormers bepaalde stukken hebben ontvangen en/of geschreven.
De hier gekozen rubrieksindeling is gebaseerd op de hoofdstukindeling van het 'recueil Gemeene Land'. ( Archief Bisdom, inv.nrs. 7-9. ) Het recueil bevat aantekeningen over Holland en de Unie, merendeels gebaseerd op gedrukte werken, zoals de resoluties van de Staten van Holland en de werken van De Groot, Bynkershoek, Graswinckel en Van Slingelandt. Wijckerheld Bisdom bewerkte deze aantekeningen tweemaal wat twee opeenvolgende versies van het recueil opleverde. Hij rangschikte deze kennis in 92 hoofdstukken, waarvan de eerste 62 Holland betreffen en de rest de Unie in het algemeen. Het recueil weerspiegelt als het ware zijn visie op de hem omringende wereld en lijkt daarom geschikt om als leidraad voor de rubrieksindeling van het archief te dienen.
De tweedeling van het recueil in een afdeling Holland en een afdeling Unie is voor het archief gehandhaafd, evenals de volgorde van de verschillende hoofdsstukken. De rubrieksindeling is echter gecomprimeerd tot die zaken en onderwerpen waarover in het archief daadwerkelijk stukken te vinden zijn. De hoofdstukindeling van het recueil is niet overal even logisch, wat tot gevolg heeft dat ook de rubrieken elkaar niet altijd uitsluiten.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Bisdom, nummer toegang 1.10.06, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Bisdom, 1.10.06, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
1.01.47.21 - Admiraliteitscolleges: Verzameling J. Bisdom, 1525-1793

Bijlagen

Nr.BeschrijvingUiterlijke vorm

Archiefbestanddelen