Terug naar zoekresultaten

2.06.106 Inventaris van het archief van het Ministerie van Economische Zaken: Economische Voorlichtingsdienst, (1933) 1936-1965 (1973)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.06.106
Inventaris van het archief van het Ministerie van Economische Zaken: Economische Voorlichtingsdienst, (1933) 1936-1965 (1973)

Auteur

CAS 100

Versie

06-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1991 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Economische Zaken: Economische Voorlichtingsdienst
EZ / Econ. Voorlichtingsdienst

Periodisering

archiefvorming: 1936-1993
oudste stuk - jongste stuk: 1933-1995

Archiefbloknummer

E24104

Omvang

; 2022 inventarisnummer(s) 16,75 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Economische Zaken / Economische Voorlichtingsdienst Ministerie van Economische Zaken / Commissie van Advies voor de Exportbevordering Ministerie van Economische Zaken / Commissie van Advies voor de Economische en Handelsvoorlichting (Commissie Oyevaar) Ministerie van Economische Zaken / Commissie voor de Exportpolitiek (Commissie Spierenburg) Ministerie van Economische Zaken /de Stichting Centraal Instituut ter bevordering van de buitenlandse handel (Chian) Ministerie van Economische Zaken /de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer (SBU) Ministerie van Economische Zaken / de Stichting Economische Publicaties (SEP), , 1949 - 1951, , 1954-1959, , 1951 - 1952, , 1946 - 1962, , 1939 - 1959, , 1946 - 1965

Samenvatting van de inhoud van het archief

In 1932 richtte mr. T.J. Verschuur, minister van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid (later Economische Zaken) een Economische Voorlichtingsdienst op. De Economische Voorlichtingsdienst (EVD) viel onder de Afdeling Handel en Nijverheid. Op 18 juni 1936 kwam het tot instelling van een gecentraliseerde Afdeling Economische Voorlichting. Deze afdeling maakte deel uit van het Directoraat van Handel en Nijverheid en ressorteerde direct onder de directeur-generaal. Op 5 september 1949 werd de EVD belast met de uitvoering van het door de Nederlandse regering goedgekeurde 'Plan Export 1949', dat zich richtte op exportbevordering. In de loop der jaren vonden er verschillende reorganisaties plaats.
Het archief bevat stukken betreffend o.a. de organisatie, taakuitvoering, lichamen, organisaties en instellingen op het gebied van exportbevordering, de commissie van advies voor de exportbevordering, de commissie van advies voor de economische en handelsvoorlichting, de commissie voor de exportpolitiek (commissie Spierenburg), de Stichting Centraal Instituut ter bevordering van de buitenlandse handel (Chian), de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer (SBU), en de Stichting Economische Publicaties (SEP).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De Economische Voorlichtingsdienst
1. Inleiding bij inv.nrs. 1-399 (overgebracht in 2004)
1.1 Organisatie
Reeds in 1926 stelde de ministerraad de 'Commissie van Voorbereiding ener Organisatie van den Economische Voorlichtingsdienst' in. Hierin namen vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zitting en wegens competentiegeschillen ambtenaren van vijf verschillende departementen, te weten: de Departementen van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en Landbouw, van Arbeid, Handel en Nijverheid, van Financiën en van Koloniën. In 1929 werd een advies uitgebracht maar niet verder uitgewerkt. In 1932 richtte mr. T.J. Verschuur, minister van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid (later Economische Zaken) een Economische Voorlichtingsdienst op. Tot directeur werd benoemd A.Th. Lamping die afkomstig was uit de consulaire dienst. De Economische Voorlichtingsdienst (EVD) viel onder de Afdeling Handel en Nijverheid onder leiding van de directeur-generaal dr. H.M. Hirschfeld. Naast het verzorgen van de economische voorlichting was de belangrijkste taak het voorbereiden van de handelspolitiek.
De Economische Raad, eveneens in 1932 door minister Verschuur ingesteld, kwam begin 1936 met een advies aan de toenmalige minister prof. dr. ir. H.C.J.H. Gelissen over de economische voorlichting. Dit was een eerste aanzet tot daadwerkelijke oprichting van een zelfstandige voorlichtingsdienst.
Het departement zelf nam het belangrijkste initiatief tot centralisatie. Een van de directoraten was dat van Handel en Nijverheid, waaronder de Afdeling Economische Voorlichtingsdienst ressorteerde (onder leiding van A.Th. Lamping) met het Bureau Betalingsverkeer onder leiding van dr. T.P. van der Kooy. Dit bureau nam een belangrijke positie in verband met de onderhandelingen over het betalingsverkeer. De onderhandelingen werden door de directeur-generaal dr. H.M. Hirschfeld gevoerd, wat er toe leidde dat Van der Kooy rechtstreeks contact met dr. H.M. Hirschfeld onderhield. Dr. Van der Kooy stelde een reorganisatie voor van het directoraat: hij verliet het Bureau Betalingsverkeer en werd hoofd van een nieuw op te richten afdeling die zou bestaan uit de samengevoegde sectie Monetair Onderzoek en Afdeling Algemene Economische Politiek en de Bureaus Handelsinformatie en Publiciteit. Het eerder genoemde advies van de Economische Raad uit 1936 legde minister Gelissen echter naast zich neer. Dit advies behelsde de instelling van een stichting met een zo min mogelijk ambtelijk karakter doch financieel geheel afhankelijk van de overheid.
Op 18 juni 1936 kwam het tot instelling van een Afdeling Economische Voorlichting onder leiding van dr. T.P. van der Kooy ( Ministeriële beschikking d.d. 18 juni 1936, nummer 118 Kab., inv.nr. 58. ) . Deze afdeling maakte deel uit van het Directoraat van Handel en Nijverheid en ressorteerde direct onder de directeur-generaal dr. H.M. Hirschfeld. De afdeling werd al spoedig de 'Economische Voorlichtingsdienst' (EVD) genoemd. Op 5 september 1949 werd de EVD belast met de uitvoering van het door de Nederlandse regering goedgekeurde 'Plan Export 1949' (zie hierna bij punt 4). Er werd een 'directeur voor de Exportbevordering' benoemd ( Ministeriële beschikking d.d. 5 september 1949, nr. 48400 E.V., inv.nr. 263. ) en een 'Directoraat Exportbevordering' in het leven geroepen.
In de loop der jaren vonden er verschillende reorganisaties plaats. De voornaamste wijzigingen werden tot uitdrukking gebracht in naamsveranderingen of een andere hiërarchische plaats in de organisatie van het departement.
Zij volgen hieronder:
  • 1947 Directoraat voor de Economische Voorlichting
  • 1948 Economische Voorlichtingsdienst onder het Directoraatgeneraal voor Onderzoek en Voorlichting
  • 1948 Economische Voorlichtingsdienst ressorterend onder de secretarisgeneraal
  • 1949 Economische Voorlichtingsdienst en de Directie Exportbevordering
  • 1950 Economische Voorlichtingsdienst met een Directoraat Exportbevordering
  • 1951 Dienst voor de Economische Voorlichting en Exportbevordering
  • 1960 Directie voor de Economische Voorlichting en Exportbevordering
Een bijzondere plaats wordt ingenomen door:
1. De Stichting tot Bevordering van de Uitvoer (SBU) ten behoeve van de voorlichting over de exportmogelijkheden en het gestructureerd uitkeren van door de EVD toegekende subsidies aan het bedrijfsleven. De stichting werd opgericht in 1939 en met rijksgelden gesubsidieerd uit de begroting van de EVD, waar de feitelijke leiding berustte. In zijn brief aan het hoofd van de Afdeling Comptabiliteit, gedateerd 5 april 1946 ( Inv.nr. 60. ) , schreef dr. T.P. van der Kooy het volgende: "De Stichting is een zuiver ambtelijke instelling dat naast den Economische Voorlichtingsdienst werkzaam zou zijn op het terrein der economische voorlichting. De Stichting zou zich dan belasten met aanvullende werkzaamheden op dat gebied, voornamelijk liggende op het terrein der documentatie en van het buitenlandsche marktonderzoek"; "Wat nu den internen organisatie betreft, is de toestand zoo, dat er nauwelijks eenig verschil wordt gemaakt bij de dagelijksche werkzaamheden tusschen den Economische Voorlichtingsdienst en de stichting" en "Als voorzitter-directeur van de stichting treedt op de directeur van den Economischen Voorlichtingsdienst."
In 1949 echter kreeg bij deze stichting de directeur voor de Exportbevordering de leiding, waarbij het Directoraat Exportbevordering werd ingesteld. Daarnaast bleef de SBU bestaan met als voornaamste taak het uitbetalen van de door de EVD toegekende subsidies.
2. Het Centraal Instituut ter Bevordering van de Buitenlandse Handel (CIHAN) werd in 1946 onder de naam 'Centraal Instituut voor Handelsvoorlichting' (CIHAV) opgericht met steun van de regering en op initiatief van het bedrijfsleven, vertegenwoordigd door de voorzitters van enkele Kamers van Koophandel en dr. T.P. van der Kooy, voorzitter-directeur van de reeds onder 1. genoemde SBU. Men vond de oprichting van een dergelijk instituut nodig in verband met de wenselijkheid om het verlenen van concrete handelsbemiddeling en het verstrekken van inlichtingen naar de particuliere sfeer over `\te brengen. Het CIHAN nam derhalve de uitvoering van bepaalde werkzaamheden van de EVD over op dit gebied. In het kader van deze werkzaamheden kreeg het CIHAN tevens een uitvoerende taak bij de organisatie van collectieve inzendingen van Nederlandse Exporteurs op buitenlandse jaarbeurzen. De EVD bleef regelend en coördinerend optreden en in groter verband verantwoordelijk.
De directeur van de EVD, die dus ook voorzitter-directeur van de SBU was, werd tevens voorzitter van het algemeen en dagelijks bestuur van het CIHAN. De EVD bleef het centrale punt voor het contact met de Posten van de Buitenlandse Dienst, welke in ruime mate hun medewerking aan de handelsbemiddeling verleenden. De correspondentie van het CIHAN met deze posten werd steeds over de EVD geleid. In de loop van 1962 vond er een reorganisatie plaats waardoor het genoemde instituut werd omgevormd tot de Centrale Kamer van Handelsbevordering (CKH) ( Inv.nr. 305. ) .
3. De Stichting Economische Publicaties (SEP) werd opgericht in januari 1947 met het doel de technische en administratieve werkzaamheden, verbonden aan de uitgave van het blad 'Economische Voorlichting', op commerciële wijze uit te voeren. De stichting verleende voorts haar medewerking aan verschillende afdelingen van de EVD bij de druk, verspreiding, de verkoop en de expeditie van door deze afdelingen samengestelde boekwerken. Ongeveer de helft van het personeel van de Afdeling Administratie van de EVD ging over naar de SEP.
4. De Directie Exportbevordering, in september 1949 in het leven geroepen als een directoraat, had als voornaamste taak het stimuleren van de export in het bijzonder naar Canada en de Verenigde Staten van Amerika. Dit gebeurde in de eerste plaats door uitvoering te geven aan het Plan Export 1949. De directeur voor de Exportbevordering verrichtte zijn werkzaamheden in nauw overleg met de directeur van de EVD bij wie de beslissingsbevoegdheid lag. Naar aard en organisatie vormden het Directoraat Exportbevordering en de EVD één geheel ( Inv.nr. 60. ) . Als onderdeel van het Directoraat Exportbevordering functioneerde in Amerika de Netherlands Trade Promotion Organization (NEPO) met de Trade Commissioners. Het personeel was in dienst van de EVD ( Inv.nrs. 104 en 268. ) .
Organisatieschema 1932:
Embedded Image
Organisatieschema 1936:
Embedded Image
Organisatieschema 1940-1942:
Embedded Image
Organisatieschema 1942-1944:
Embedded Image
Organisatieschema 1947:
Embedded Image
Organisatieschema 1948:
Embedded Image
Organisatieschema 1949:
Embedded Image
Organisatieschema 1950:
Embedded Image
Organisatieschema 1951:
Embedded Image
Organisatieschema 1951 vervolg:
Embedded Image
Organisatieschema 1956:
Embedded Image
Organisatieschema 1956 vervolg:
Embedded Image
Organisatieschema 1959:
Embedded Image
Organisatieschema 1962:
Embedded Image
1.2 Taakuitvoering
-1936
De belangrijkste taken waren:
  1. Het verzamelen van gegevens over en instellen van onderzoeken naar:
    1. de economische, financiële en monetaire toestand in verschillende landen;
    2. marktsituaties, afzetmogelijkheden, handelsgebruiken en -adressen;
    3. invoerrechten, deviezenbepalingen en douanevoorschriften en andere overheids-maatregelen in Nederland en andere gebieden.
  2. Het verstrekken van voorlichting op economisch gebied aan de Nederlandse regering en aan het bedrijfsleven.
  3. Het samenstellen en verspreiden van publicaties op economisch gebied. Het inrichten en beheren van een economische bibliotheek.
  4. Het maken van propaganda voor Nederland in het buitenland.
  5. Het deelnemen aan jaarbeurzen en tentoonstellingen.
  6. Het verlenen van hulp aan zakenlieden bij het zoeken van afzetgebieden, bij het aanknopen en in stand houden van handelsbetrekkingen en bij het organiseren van beurzen en tentoonstellingen.
-1949
Een belangrijke taakuitbreiding vond plaats door uitvoering te geven aan de door de regering goedgekeurde plannen voor handelsbetrekkingen met de Dollar-landen: Exportbevordering, in het bijzonder naar de Verenigde Staten van Amerika en Canada.
-1951
Beleidsvoorbereiding en beleidsvorming kregen meer gestalte door uitbreiding van de taken van het Directoraat Exportbevordering.
Beleidsvorming kreeg meer een vaste plaats in 1955. Kort samengevat waren dit de hoofdtaken:
  1. Bevordering van de Nederlandse export.
  2. De feitelijke voorlichting op economisch en commercieel gebied over het buitenland aan het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid.
  3. De voorlichting op economisch en commercieel gebied over Nederland in het buitenland.
2. Inleiding bij inv.nrs. 400-2023 (overgebracht in 2009)
2.1 Geschiedenis van de Economische Voorlichtingsdienst
In 1936 werd de Economische Voorlichtingsdienst, de EVD, opgericht. De dienst is ook wel bekend onder de naam Economische Voorlichtingsdienst en Exportbevorderings en Voorlichtingsdienst. In de praktijk wordt de dienst meestal de EVD genoemd.
De EVD werd opgericht om de voorlichting aan het Nederlandse bedrijfsleven vorm te geven. Onder voorlichting verstond men het geven van inlichtingen over het buitenland ten behoeve van de Nederlandse handel. De EVD vormde in 1946 een directoraat-generaal van het ministerie van Economische Zaken, later was het een dienst en daarna een directoraat. De EVD kreeg per 1 januari 2001 de status van een agentschap. De EVD is de belangrijkste uitvoerder van het rijksbeleid op het terrein van de exportbevordering.
De activiteiten van de EVD vonden plaats binnen een jaarlijks programma, waarover met het Directoraat-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen overeenstemming wordt bereikt. Dit programma komt tot stand in overleg met brancheorganisaties, de Kamers van Koophandel in Nederland en voor het buitenland, de ambassades en consulaten. Ook andere ministeries kunnen aan de EVD opdrachten verlenen tot het uitvoeren van activiteiten.
De EVD werkt nauw samen met de posten in het buitenland: de Nederlandse ambassades en consulaten. Deze posten voorzien de EVD van informatie over de exportmogelijkheden in het land van vestiging. Het betreft algemene economische informatie, informatie over bedrijfstakken, over wet- en regelgeving, over aanbestedingen, etc. Deze informatie wordt door de EVD bewerkt en in Nederland aan het bedrijfsleven ter beschikking gesteld.
Vanaf 1945 werden de buitenlandse posten ingeschakeld bij de exportbevordering. Vlak na de Tweede Wereldoorlog detacheerde de EVD bij een aantal posten een ambtenaar. Op grond van het concordaat met het ministerie van Buitenlandse Zaken uit 1955 waarin de bevoegdheden m.b.t. het buitenlandse beleid tussen het ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Buitenlandse Zaken werden geregeld, beschikte het ministerie van Economische Zaken op o.m. het terrein van de exportbevordering over de bevoegdheid ambassades en consulaten te instrueren. Ook had het ministerie van Economische Zaken invloed op het benoemingsbeleid van de economische medewerkers van de diplomatieke posten. De organisatie van de consulaire posten valt echter onder het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat via zijn chef de poste de organisatie, de personele en materiele voorziening van het corps consulaire regelt. Posten kunnen in de gelegenheid worden gesteld extra activiteiten ten behoeve van het bedrijfsleven te initiëren en de uitvoering daarvan uit te besteden (Uitbesteding Posten). Deze activiteiten moeten wel in overeenstemming zijn met het jaarlijkse programma van de EVD. Vanaf 1997 ontvingen alle posten eigen budgetten voor kleine promotionele projecten (PPP). Daarnaast kunnen posten voorstellen indienen voor grotere projecten, die door de EVD worden beoordeeld en gesubsidieerd. Ter versterking van de exportbevordering in een aantal landen die voor de exportbevordering van belang zijn, werden er steunpunten opgericht. Dit zijn posten in het buitenland zonder diplomatieke status met alleen een economische en/of handelsbevorderende taak. De kosten hiervan werden gedeeld door het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Economische Zaken. In 2001 waren er 12 steunpunten, officieel Netherlands Business Support Offices (NBSO's) geheten. Deze posten richten zich vooral op de ondersteuning van Nederlandse bedrijven: `individuele marktbewerking‘. De Nederlandse bedrijven worden stap voor stap begeleid bij het realiseren van hun exportplannen. De NBSO’s vallen onder de verantwoordelijkheid van de posten van Buitenlandse Zaken. De inhoudelijke aansturing geschiedt door de EVD. De NBSO’s zijn gevestigd in belangrijk opkomende markten, zoals China, India, Brazilië en Mexico. De EVD subsidieerde ook de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer (SBU). Deze stichting heeft tot doel om daar waar geen diplomatieke posten zijn en geen particuliere exportbevorderende instellingen actief zijn, exportbevorderende en investeringswervende activiteiten te organiseren d.m.v. het opzetten van een apparaat. In eerste instantie werd een dergelijk apparaat opgericht in Taiwan.
Tot 1997 beheerde de EVD een uitgebreide bibliotheek tevens centrale bibliotheek van het ministerie van Economische Zaken. De bibliotheek is in dat jaar opgeheven. In april 2004 is een deel van Senter toegevoegd aan de EVD, namelijk Senter Internationaal, dat zich bezighoudt met subsidiëring, beheer en uitvoering van projecten ter bevordering van de export. Ook Bureau CROSS is in 2004 bij de EVD gevoegd. Het accent van de taakstelling van de EVD is met deze uitbreiding ook verschoven: niet alleen het faciliteren en stimuleren van internationaal ondernemen, maar steeds meer ook van internationale samenwerking.
2.2 Taken en uitvoering
De EVD heeft tot taak:
  • het geven van voorlichting aan het Nederlandse bedrijfsleven over buitenlandse markten;
  • het promoten van Nederlandse producten in het buitenland;
  • het stimuleren van het bedrijfsleven bij exportinspanningen.
De EVD voert haar taken uit door o.a.:
  • het verzamelen van gegevens via de buitenlandse posten, Kamers van Koophandel in het buitenland;
  • het (doen) uitvoeren van onderzoeken op het terrein van de exportbevordering;
  • het op aanvraag verstrekken van informatie over exportmogelijkheden in andere landen, waaronder ook gegevens over instanties, bedrijven e.d. in die landen;
  • het adviseren over de benadering van buitenlandse markten;
  • het periodiek uitgeven van landeninformatie van meer algemene aard;
  • het aanbieden van informatie over aanbestedingsprocedures in het buitenland, waaronder die van IFI’s (internationale financiële instellingen, zoals de Wereldbankgroep);
  • het organiseren van promotionele activiteiten in het buitenland, o.a. via de posten buitenland;
  • het geven van voorlichting en informatie aan doelgroepen in het buitenland over Nederlandse producten en diensten;
  • het mede organiseren van de Nederlandse bijdrage aan tentoonstellingen en beurzen in het buitenland;
  • het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten;
  • het (mede) uitvoeren van subsidieregelingen voor het bedrijfsleven;
  • het uitgeven van periodieken met betrekking tot de export t.b.v. het Nederlands bedrijfsleven.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Een groot gedeelte van het archief was naar onderwerp geordend, daarbinnen veelal chronologisch. Er werd op verschillende manieren gearchiveerd, waarbij diverse, vaak onduidelijke methoden werden toegepast. Een aantal meters van het archief was chronologisch gerangschikt. In enkele archiefgedeelten viel geen duidelijke ordening te ontdekken. Verder was er zogenaamd werkarchief; dit is archief dat door de behandelende ambtenaren deels als persoonlijke documentatie is gevormd. Daarnaast was er archief dat apart bij enkele directeuren van de dienst werd opgeborgen. Het archief vertoonde derhalve hiaten en er waren veel overlappingen.
Hoewel de SBU, het CIHAN en de SEP organisatorisch gezien één geheel vormden met de EVD, hebben deze stichtingen in de periode 1946 tot en met 1965 ook zelfstandig archief gevormd.
Bij navraag bij de beheerder bleek dat vernietiging voor de bewerking reeds had plaatsgevonden, hetgeen was aangegeven op de bijgevoegde plaatsingslijst en op de originele archiefdozen.
Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
1. Bewerking van de inv.nrs. 1-399 (overgebracht in 2004)
Ten behoeve van de selectie werd gebruik gemaakt van de 'Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden' van het Ministerie van Economische Zaken., nr. 465/878 M & H 14 juni 1965; nr. 117173 OKN 7 sept. 1965', zoals later gewijzigd. Waar deze lijst niet toereikend was, werden categorieën gevormd van incidenteel te vernietigen archiefbescheiden. De incidentele machtiging tot vernietiging van deze bescheiden werd verleend bij brief van het Ministerie van Economische Zaken van 3 mei 1989 nr. AS/89030134.
Archief gevormd door andere archiefvormers dan die hier zijn genoemd, het vreemd archief, werd ingevolge het bestemmingsbeginsel afgescheiden. Eveneens werden volgens dit beginsel bescheiden, afkomstig van het archief van de Directie van Handel en Nijverheid, in het archief ingevoegd.
De inventarisnummers 123 en 173 zijn tijdens de materiële verzorging alsnog samengevoegd met andere archiefdelen en derhalve vervallen.
De omvang voor de bewerking bedroeg 44,30 meter. Er werd 1,25 meter afgescheiden en uiteindelijk 8,75 meter bewaard. Nadat toestemming tot vernietiging van de beheerder was ontvangen werden de archiefbescheiden afgevoerd naar Van Gansewinkel Nederland BV om daadwerkelijk te worden vernietigd.
2. Bewerking van de inv.nrs. 400-2023 (overgebracht in 2009)
Voor de vernietiging van het archief is gebruik gemaakt van de volgende selectielijsten:
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, als vakminister en al vakminister in Londen binnen het beleidsterrein Beheer van Rijksbegroting (1940-1993) vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. 98.28.RWS/JW d.d. 8 januari 1998 (Stcrt. 1998 nr. 142), rekening houdend met de publicatie in de staatscourant onder nr. C/S&A/06/1946 d.d. 16 augustus 2006 (Stcrt. 11 september 2006, nr. 176/pag.13
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S/031692, d.d. 11 juli 2003 (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202 / pag. 11).
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945–1999 en de daarbij behorende toelichting vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/05/1199 d.d. 5 juli 2005 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245 / pag. 25) rekening houdend met de publicatie in de staatscourant op 14 juni 2007 (nr. 112 / pag.10)
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Economische Zaken, binnen het beleidsterrein Exportbevordering, Internationaal Ondernemen en Samenwerking vanaf 1945, vastgesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Economische Zaken, nr. C/S&A/06/1903 d.d. 11 augustus 2006 (Stcrt. 9 oktober 2006, nr 196 / pag. 17)
De omvang van het archief bedroeg vóór bewerking 187,1m. Van het archief kwam 178,35m voor vernietiging in aanmerking. In totaal is 8,75m archief voor bewaring aangemerkt.
Verantwoording van de bewerking
1. Bewerking van de inv.nrs. 1-399 (overgebracht in 2004)
Bij de indeling van het schema waarbinnen de beschrijvingen zijn geplaatst is uitgegaan van de systematiek van het archiefplan van het Ministerie van Economische Zaken. De beschrijvingen van de Nederlandse Kamers van Koophandel zijn per geografisch gebied primair geordend op alfabet en secundair chronologisch. In de beschrijvingen is het begrip subsidie ruim opgevat. Hieronder wordt niet alleen de verlening van subsidie verstaan, maar ook de voorwaarden waaronder subsidie werd verleend en de controle hierop. Voor het verlenen van subsidie door de EVD zelf en het CIHAN was de SBU de uitvoerende instantie.
Het beginjaar is 1936. Toen is de Afdeling Economische Voorlichting officieel ingesteld en begonnen zelfstandig archief te vormen. Het eindjaar is 1965. Per 01-01-1966 vond toepassing plaats van een archiefplan, geldend voor het hele departement.
Stukken gedateerd vóór 18 juni 1936, die een samenhangend geheel vormen met stukken van na die datum zijn niet afgezonderd. Hetzelfde geldt voor stukken gedateerd na 31 december 1965. Archiefbescheiden van de commissies, ingesteld door of op initiatief van de EVD alsook over de SBU, het CIHAN, de SEP, de NEPO en de CKH zijn geplaatst onder taakuitvoering. Aangetroffen archief dat werd gevormd door de SBU, het CIHAN en de SEP is apart opgenomen, evenals het archief van de Commissie van Advies voor de Exportbevordering, de Commissie van Advies voor de Economische en Handelsvoorlichting en de Commissie voor de Exportpolitiek.
2. Bewerking van de inv.nrs. 400-2023 (overgebracht in 2009)
Dit archiefblok is bewerkt als uitvloeisel van het meerjarenconvenant zoals dit is afgesloten tussen het Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Centrale Archief Selectiedienst op 15 februari 2000. Het archiefblok omvat het archief van de Economische Voorlichtingsdienst over de periode (1939)1966 - 1993(1995).
Het uiteindelijke resultaat van de bewerking is een klassieke toegang op de archiefbestanden van het archief van de Economische Voorlichtingsdienst (1939) 1963 – 1993 (1995). Voor de klassieke toegang is gekozen omdat deze aansluit bij een reeds eerder gemaakte klassieke toegang voor het archief van de EVD over de periode (1933) 1936 - 1965 (1973), toegangsnummer 2.06.106, welk archiefdeel inmiddels is overgebracht naar het NA. Omdat er geen bruikbare en eenduidige ordening in het archief is aangetroffen, is een algehele herordening op onderwerp toegepast. Bij deze herordening is aangesloten bij de ordening zoals deze voorkomt in de eerder opgestelde inventaris op het archief van de Economische Voorlichtingsdienst over de periode (1933)1936-1965(1973), toegangsnummer 2.06.106. Dit betekent dat de inventaris is opgedeeld in een rubriek met algemene stukken en bijzondere stukken. Binnen deze rubrieken zijn de subrubrieken zoals deze in de eerder genoemde inventaris voorkomen gehandhaafd. Onder subrubriek 2.2 Taakuitvoering is een nadere onderverdeling gemaakt op basis van de categorieën zoals deze in de selectielijst Exportbevordering, Internationaal Ondernemen en Samenwerking vanaf 1945 voor de taken van de actor Economische Voorlichtingsdienst zijn vastgesteld.
De inventaris is chronologisch geordend. Een uitzondering is gemaakt voor de stukken met betrekking tot klachten van Nederlandse bedrijven of klachten over Nederlandse bedrijven die door de EVD behandeld zijn. Deze reeks is alfabetisch geordend.
Naast het archief van de Economische Voorlichtingsdienst is ook archief aangetroffen van de Stichting Economische Publicaties (SEP) en de Stichting tot Bevordering van de Uitvoer (SBU). Deze stukken zijn afzonderlijk aan het eind van de inventaris geplaatst omdat dit afzonderlijke archieven betroffen.
De materiële verzorging van het te bewaren archief is verricht conform de door het NA opgestelde richtlijnen. Tekeningen en foto’s die zijn aangetroffen, zijn ingepakt in fourflaps, evenals photostats. Indien tekeningen of foto’s aangetroffen zijn, is dit vermeld bij het bijbehorende dossiers in de inventaris.
Ordening van het archief
Omdat bij de bewerking in 2004 geen bruikbare, eenduidige ordening werd aangetroffen, werd een algehele herordening op onderwerp toegepast.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Economische Zaken: Economische Voorlichtingsdienst, nummer toegang 2.06.106, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZ / Econ. Voorlichtingsdienst, 2.06.106, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties
Bronnen en literatuur
  • Van bezet Nederlands gebied , 1942/1943 en 1943/1944, Bestuursalmanakken, 's-Gravenhage: Algemene Landsdrukkerij, 1942-1943
  • Blom, F., Rapport naar aanleiding van het onderzoek naar organisatie, taken en personeel van de afdeling Handel en Nijverheid c.a. van het Ministerie van Economische Zaken en taakvoorgangers, 1878-1945 , Winschoten: Centrale Archiefselectiedienst (CAS), afd. Onderzoek, 1986
  • De Nederlandsche Werkgever , Wekelijks orgaan van het verbond van Nederlandsche werkgevers, nr. 18, 30 april 1936, blz. 208, 209, 's-Gravenhage: NV Boek- en kunstdrukkerij v.h. Mouton & Co, 1936 (Inv.nr. 378)
  • Schuur, S., Exportbevordering in Nederland: de geschiedenis van de Economische Voorlichtingsdienst 1936-1952. Doctoraal scriptie vakgroep sociaal-economische geschiedenis (RUL), Limburg, 1981 (Ongepubliceerd) Z.p.: s.n., z.j. (Inv.nr. 399)
  • Staatsalmanak voor het Koninkrijk der Nederlanden, 1933 t/m 1977, 's-Gravenhage: Martinus Nijhof/Staatsuitgeverij, 1932-1977

Archiefbestanddelen