Terug naar zoekresultaten

2.15.28 Inventaris van de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken: Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening, Afdeling Werkverruiming; Rijksdienst voor de Werkverruiming, Afdeling Steunverlening, Afdeling Sociale Jeugdzorg, (1920) 1931-1945

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.28
Inventaris van de archieven van het Ministerie van Sociale Zaken: Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening, Afdeling Werkverruiming; Rijksdienst voor de Werkverruiming, Afdeling Steunverlening, Afdeling Sociale Jeugdzorg, (1920) 1931-1945

Auteur

J.Th. Janssen

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1987 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Sociale Zaken: Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening
SZ / Werkverschaffing

Periodisering

archiefvorming: 1931-1945
oudste stuk - jongste stuk: 1920-1945

Archiefbloknummer

S28529

Omvang

; 1151 inventarisnummer(s) 12,30 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Commissie van Advies voor de Rijksdienst voor de Werkverruiming Contact Commissie Werkverschaffing Bouwbedrijf Curatorium voor de Rijkskampen en Internaten voor Sociale Jeugdzorg Interdepartementale Commissie van Advies inz. Aangelegenheden het Werkfonds en de Werkverschaffing betreffende Ministerie van Binnenlandse Zaken en Landbouw / Onderafdeling Werkverschaffing en Steunverlening Ministerie van Binnenlandse Zaken / Onderafdeling Werkverschaffing en Steunverlening Ministerie van Sociale Zaken / Afdeling Culturele Zorg en Sociale Jeugdzorg Ministerie van Sociale Zaken / Afdeling Steunverlening Ministerie van Sociale Zaken / Afdeling Werkverruiming Ministerie van Sociale Zaken / Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening Rijkscommissie van Advies inzake het Vraagstuk van de Werkloosheid onder de Jeugd Rijksdienst voor de Werkverruiming

Samenvatting van de inhoud van het archief

Vóór 1933 was dit beleidsterrein een taak van de afdeling Armwezen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Rijk bestreed de werkloosheid door werkverschaffing (vooral projecten die vrijwel geen geschoolde arbeid vergden) en door werkverruiming (projecten van overheden en bedrijven). In 1934 werd het Werkfonds opgericht, dat als taak kreeg kredieten te verlenen om zodoende werkverruimingsprojecten mogelijk te maken. De loonkosten werden door Sociale Zaken betaald uit het in 1935 opgerichte Werkloosheidsubsidiefonds. Uit dit fonds verschafte het Rijk ook subsidies aan gemeenten die een steunregeling voor werkloze arbeiders kenden.
Het archief is geordend op onderwerp: de meest omvangrijke rubriek bestaat uit de serie dossiers inzake de subsidiëring van werkverschaffingsprojecten (vanaf 1936), geordend per provincie en per gemeente. Bij het archief zijn ook enkele commissiearchieven gedeponeerd,, waaronder dat van de Rijkscommissie jeugdwerkloosheid, 1935-1941.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening, 1931 - 1939
De werklozenzorg, de werkverschaffing en de steunverlening waren voor 1931 taken van de Afdeling Armwezen van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. In 1924 was er al een steunregeling, die in 1931 nagenoeg ongewijzigd opnieuw werd vastgesteld. In 1931 werd de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening ingesteld door de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw Jhr. Mr. Ch. J.M. Ruys de Beerenbrouck. Aan deze afdeling werd een bureau verbonden dat de zorg voor jeugdige werklozen kreeg toegewezen (Bureau Sociale Jeugdzorg). De leiding hiervan werd opgedragen aan de Hoofdinspecteur voor de Werkverschaffing, tevens hoofd van de Sectie Werkverschaffing Meijer de Vries. Aan het hoofd van de Sectie Steunverleening kwam G.W.F. van Hoeven.
In 1931 al had de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw speciale vormen van werklozenzorg voor jeugdige werklozen in het (even geroepen. In een tweetal circulates aan de gemeentebesturen werden de te nemen maatregelen uiteengezet ( Gedateerd 10 maart 1931 en 18 november 1932. ) . In 1933 werd het Departement van Sociale Zaken ingesteld ( K.B. van 8 juni 1933, Stbl. 3112 ) . De Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening ging met de ambtenaren naar het nieuwe departement over. De taak van de afdeling werd als volgt omschreven: "Zorg voor werkverschaffing. Zorg voor steunverleening in verband met de crisiswerkloosheid. Maatregelen ter bevordering van ontwikkeling en ontspanning van werkloozen".
Afdelingen Werkverruiming, Steunverleening, Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg
In 1939 werd de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening gesplitst in deze drie afdelingen ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 24 juni 1939, nr. 203 Kab.Afd. Compt. ) .
De taak van de Afdeling Werkverruiming werd omschreven als: "Werkverruiming en zorg voor wederopneming van arbeiders in het produktie-apparaat".
De taak van de Afdeling Steunverleening werd omschreven als "Steunverlening, spaarregeling, levensmiddelen-distributie, steunregeling kleine boeren en tuinders, B-steun".
En de Afdeling Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg kreeg tot taak: "Zorg, voor zooveel onder het Departement van Sociale Zaken ressorteerende, voor de cultureele belangen van alle werkloozen".
Hoofd van de Afdeling Werkverruiming werd Meijer de Vries; de Afdeling Steunverleening kwam onder leiding van G.W.F. van Hoeven, die tevens hoofd werd van de Afdeling Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg. (Als zodanig werd zijn functie sinds 12 april 1940 waargenomen door Meijer de Vries). De heer Van Hoeven was hiervoor vrijgesteld van werkzaamheden voor de Afdeling Steunverleening.
In december 1940 werd de leiding van de Afdeling Werkverruiming opgedragen aan de Directie van de Rijksdienst voor de Werkverruiming. De Afdeling Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg werd opgeheven: de werkzaamheden werden, met uitzondering van de jeugdregistratie overgedragen aan de Afdeling Werkverruiming. De jeugdregistratie werd opgedragen aan het Rijksarbeidsbureau ( Beschikking van de Waarnemend Secretaris-Generaal van het Department van Sociale Zaken van 23 december 1940, nr. 496 Afd. Compt. ) . lr. J.Th. Westhoff kreeg, naast zijn taak als Directeur van de Rijksdienst voor de Werkverruiming ook de leiding van de sociale jeugdzorg. Hem werd een commissie toegevoegd met het oog op de geregelde dagelijkse gang van zaken betreffende de jeugdzorg. Per 1 oktober 1941 ging de jeugdzorg van de Afdeling Werkverruiming over naar de Rijksdienst voor de Werkverruiming, Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg. Ook de werkzaamheden betreffende de scholing, herscholing en omschakeling van arbeiders en de tewerkstelling van hoofdarbeiders gingen over naar de Rijksdienst ( Beschikking van de Waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 25 September 1941, nr. 740 Kabinet. ) . Op 1 januari 1943 werd de Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg van de Rijksdienst voor de Werkverruiming overgenomen door het Rijksarbeidsbureau. Op 2 december 1943 werd de Afdeling Steunverleening opgeheven. De werkzaamheden werden overgenomen door de nieuwe Afdeling Sociale Bijstand.
RIJKSDIENST VOOR DE WERKVERRUIMING 1939 - 1945
Bij KB van 20 april 1939 Sb. 882, in werking tredend na een desbetreffend besluit van de minister van Sociale Zaken, was een ‘Rijksdienst tot bestrijding der werkloosheid’ ingesteld, met als taak ‘het bevorderen van de bestrijding der werkloosheid, voor zoover deze plaats vindt door middel van uitvoering van werken’. Daartoe behandelde de dienst ‘alle zaken, welke betrekking hebben op het verleenen van financieelen steun door het Rijk ten behoeve van werken, welke door derden worden uitgevoerd’, maar kon ook ‘geheel of gedeeltelijk voor rekening van het Rijk werken uit(..)voeren of van zijnentwege (..) doen uitvoeren’. Deze dienst werd al spoedig ‘Rijksdienst voor de Werkverruiming’ genoemd en stond onder leiding van een directie, die handelde in overleg met en onder toezicht van een Regeringscommissaris.
Tot Directeuren werden benoemd lr. J.O. de Kat, lr. J.Th. Westhoff en lr. J. Hidde Nijland. Meijer de Vries werd benoemd tot Regeringscommissaris. Deze Rijksdienst kreeg al gauw de naam "Rijksdienst voor de Werkverruiming".
Aan de Rijksdienst werd bij hetzelfde KB een Commissie van advies toegevoegd, die bestond uit vertegenwoordigers van de Ministers van Algemeene Zaken, Financiën en Waterstaat en van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. De leden werden benoemd door de Minister van Sociale Zaken. De Commissie stond onder voorzitterschap van de Regeringscommissaris. In 1941 werd Meijer de Vries door de Duitse bezetters als Regeringscommissaris ontslagen.
Op 24 mei 1945 werd de Rijksdienst voor de Werkverruiming omgezet in de Rijksdienst tot Uitvoering van Werken (D.U.W.).
INTERDEPARTEMENTALE COMMISSIE VAN ADVIES INZAKE AANGELEGENHEDEN HET WERKFONDS (OPENBARE WERKEN) EN DE WERKVERSCHAFFING BETREFFENDE 1936-1939
Deze Commissie werd ingesteld op 19 mei 1936. Voorzitter was de Minister van Sociale Zaken. Onder-voorzitters waren de Directeur-Generaal voor de Werkverschaffing en Steunverleening en de Algemeen Secretaris van het Werkfonds, Secretaris was Meijer de Vries. Leden waren de Directeur-Generaal van de Waterstaat, de Directeur-Generaal voor de Cultuurtechnische Dienst en vertegenwoordigers van de Ministeries van Binnenlandsche Zaken, Financiën en Economische Zaken.
De Commissie had tot taak om eenheid te brengen in zaken van Werkfonds en werkverschaffing. De Commissie werd met ingang van 31 mei 1939 opgeheven ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 25 mei 1939 nr. 1-6453 Afd. W. en S. ) .
CONTACTCOMMISSIE WERKVERSCHAFFING BOUWBEDRIJF 1936 -1939
Deze Commissie werd in 1936 ingesteld door de Minister van Sociale Zaken. De taak van de Commissie was de Minister "van voorlichting te dienen omtrent alle zaken, welke verband houden met uitvoering van werkverschaffingen door aannemers". In de Commissie hadden zitting vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties in het bouwbedrijf; Ir. F.P. Mesu, Landbouwkundig Adviseur van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening; Ir. J.A.W.M. Vetter, ingenieur bij het Werkfonds en Meijer de Vries, Hoofdinspecteur voor de Werkverschaffing, die tevens Voorzitter was. Met ingang van 28 december 1939 werden de werkzaamheden overgenomen door de Rijksdienst voor de Werkverruiming ( Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 28 december 1939, nr. 8-6451 Afd. W. ) .
RIJKSCOMMISSIE VAN ADVIES INZAKE HET VRAAGSTUK VAN DE WERKLOOSHEID ONDER DE JEUGD 1935 - 1941
In deze Rijkscommissie onder voorzitterschap van de Minister van Sociale Zaken hadden o.a. zitting vertegenwoordigers van de z.g. "zuilen" (organisaties naar levensbeschouwelijke richting die kampen voor jeugdige werklozen organiseerden), het Nationaal Crisis Comité, Werkgevers- en Werknemersbonden, het Werkfonds 1934, het Nijverheidsonderwijs en de Arbeidsinspectie.
De Rijkscommissie werd ingedeeld in zes sub-commissies, terwijl het Moderamen de coördinatie verzorgde. De sub-commissies brachten afzonderlijke adviezen uit. De voltallige Rijkscommissie bracht in 1939 advies uit inzake versterkte bestrijding van de werkloosheid onder de jeugd. In 1941 werd de Rijkscommissie opgeheven ( Instelling bij beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 4 juni 1935 nr. 151-2545 Afd. W. en S. Opheffing bij beschikking van de Waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 18 april 1941, nr. 52-2545 Afd. W(J). ) .
COMMISSIE VOOR DE KAMPEN 1940 - 1942
Deze commissie werd op 29 januari 1940 door de Minister van Sociale Zaken in het leven geroepen ter bespreking van de voorzieningen, alsmede voor het onderhouden van geregeld contact op het gebied van het kampwerk voor jeugdige werklozen. Zitting in deze Commissie hadden Meijer de Vries als Voorzitter, N.H. de Graaf, Hoofdcontroleur van de Afdeling Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg, Mej. Mr. E.E. de Groot, Commies bij dezelfde afdeling en twee leden van elk van de vier kampen organiserende centrales.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Tot 1940 bevond het archief van de jeugdzorg zich wisselend in enige panden aan of in de buurt van het Bezuidenhout in 's-Gravenhage. Vanaf 1940 was het Departement gehuisvest in het K.L.M.-gebouw aan de Raamweg 90 te 's-Gravenhage. Op 4 januari 1943 werd het Departement met het archief overgebracht naar Amsterdam. De verhuizing geschiedde door ambtenaren van het Departement op last van de Duitsers. Bij het laden van de voor de verhuizing bestemde dekschuiten gingen nogal wat portefeuilles verloren. Een van de dekschuiten zonk tijdens het transport. In Amsterdam werd het Rijksarbeidsbureau gevestigd in het Scheepvaarthuis aan de Prins Hendrikkade 108. Na de oorlog ging het archief naar Den Haag terug, waar het in de kelder van de Willemsparkflat aan de Zeestraat 73 werd opgeslagen. Bij deze opslag ging de onderlinge volgorde verloren. Eind 1945, begin 1946 werd het archief door de heer W. Dekker, toenmalig medewerker van het archief van het Rijksarbeidsbureau, in drie onderdelen verdeeld, te weten:
  1. arbeidsbemiddeling,
  2. werkverschaffing,
  3. vakopleiding en sociale jeugdzorg.
Van het archief van het onderdeel arbeidsbemiddeling verschenen bij het Ministerie van Sociale Zaken twee inventarissen van de hand van de heer P. van Midden en wel:
Inventaris archief van de Afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling, 1916 -1940. Hierbij is tevens opgenomen de voorgeschiedenis, 1902 - 1916.
Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd, 1940 -1945.
In 1947 moest de kelder in de Zeestraat ontruimd worden en het archief werd tijdelijk opgeslagen op de zolder van Hotel "Galerie" te Scheveningen. In 1949 werd het door bodepersoneel per bakfiets teruggebracht naar de Zeestraat. Daar werd het archief bezien door de heer F. Los, voormalig medewerker van het archief van de Rijksdienst WV en AB. Deze stelde vast welk deel vernietigd kon worden. Van deze vernietiging werd geen proces-verbaal opgemaakt.
Het archief van de jeugdzorg werd op 17 november 1952 in verband met de taakverdeling tussen het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid en het Ministerie van Maatschappelijk Werk overgedragen aan laatstgenoemd Ministerie. Bij verklaring van overdracht van 13/22 december 1972 kwamen de stukken van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (opvolger van het Ministerie van Maatschappelijk Werk) weer terug naar het Ministerie van Sociale Zaken. Hier bekeek allereerst de heer A. Buyteweg, toenmalig medewerker van het Centraal Historisch Archief de stukken. Hij maakte fiches van de aanwezige omslagen. Later maakte de heer H. Wink aan de hand van deze fiches een voorlopige indeling van het archief, waarna de inventarisatie voltooid werd door ondergetekende.
De archieven van de Afdelingen Werkverschaffing en Steunverleening, Werkverruiming en van de Rijksdienst voor de Werkverruiming waren, evenals de afdelingen en de Rijksdienst, gevestigd in een dubbel herenhuis aan het Bezuidenhout 65-67 te 's-Gravenhage. Bij het bombardement van het Bezuidenhoutkwartier op 3 maart 1945 werden het gebouw en het archief totaal verwoest. Na da oorlog kwamen van diverse kanten toch weer wat stukken van de betrokken afdelingen en van de Rijksdienst boven water.
Bij de stukken uit de begintijd van de Rijksdienst Uitvoering Werken (D.U.W.), aanwezig in het Centraal Historisch Archief van het Ministerie van Sociale Zaken bleken nog enkele stukken en dossiers van de Rijksdienst voor de Werkverruiming aanwezig. De vijf bundels circulaires van de Rijksdienst, 1939 -1945 (inv. nrs. 509 - 513) werden verzameld door de heer J.G.T. de Lamaar, medewerker van de Afdeling Werkverruiming en van de Rijksdienst. Bij zijn pensionering droeg hij de bundels over aan de heer W. Dekker, Hoofd van het archief van de toenmalige Directie voor de Arbeidsvoorziening. Later werden bij diverse gelegenheden nog enkele exemplaren toegevoegd.
Bij de stukken betreffende de subsidiering van de Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe bleken zich stukken te bevinden van de Afdeling Armwezen van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, 1925 -1930. Deze stukken werden bij verklaring van overdracht van 18 februari 1980 weer overgedragen aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
In het archief van de Rijksdienst voor de Werkverruiming werd een dossier aangetroffen dat in 1945 ontvangen was op het Kabinet van de Minister. Het was verzonden door Bureau Inlichtingen. Het dossier hoort dus eigenlijk niet thuis in het archief van de Rijksdienst. Het is afkomstig uit het archief van de Secretarie van Staat en handelt over de voorgenomen opheffing van de Rijksdienst. Gezien de aard van het onderwerp werd besloten het dossier in het archief van de Rijksdienst te bewaren (inv. nr. 522).
De Afdeling Steunverleening was gevestigd op het Departement en verhuisde dus mee naar het K.L.M.-gebouw aan de Raamweg te 's-Gravenhage en in 1943 naar Amsterdam, waar de afdeling gevestigd was in het Bungehuis, Spuistraat 198. Na de oorlog moet het archief in het ongerede zijn geraakt, gezien het feit dat weinig stukken over zijn.
Bij brief van 10 September 1980 werd door de Beheerder van de Departementale Archiefbewaarplaats van het Ministerie van Landbouw en Visserij aan de Beheerder van het Centraal Historisch Archief van het Ministerie van Sociale Zaken bericht, dat er in de archiefbewaarplaats van eerstgenoemd Ministerie negen kisten archiefbescheiden waren aangetroffen (5,8m), afkomstig van een viertal commissies en wel:
  • de Interdepartementale Commissie van advies inzake aangelegenheden het Werkfonds (openbare werken) en de werkverschaffing betreffende, 1936 -1939;
  • de Contactcommissie Werkverschaffing Bouwbedrijf, 1936 -1939;
  • de Commissie van advies voor de Rijksdienst voor de Werkverruiming, 1939 -1944;
  • de Subcommissie uit deze Commissie van advies, 1940 -1944.
Deze stukken waren bij het Ministerie van Landbouw en Visserij terechtgekomen, omdat Ir. F.P. Mesu als landbouwkundig adviseur van de werkverschaffing en Directeur van de Cultuurtechnische Dienst lid was geweest van deze commissies. Bij brief van 23 September 1980 werd aangeraden de stukken over te dragen aan het Algemeen Rijksarchief, wat op 5 december 1980 geschiedde. De heer H.A.J. van Schie, medewerker van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief ontving de stukken en maakte een indeling. Hij zocht agenda's en bijlagen bij elkaar en beschreef de stukken. In september 1981 werden de stukken naar het Centraal Historisch Archief van het Ministerie van Sociale Zaken getransporteerd.
Behalve deze commissie-bescheiden waren ook stukken aanwezig van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening. Deze stukken werden in het archief van de afdeling ingevoegd (inv. nrs. 63 - 415). Enkele stukken bleken thuis te horen in het archief van de Rijksdienst voor de Werkverruiming en van de Afdeling Steunverleening.
Op 19 april 1982 werden via het Algemeen Rijksarchief 45 agenda's, 2 indices en 4 klappers van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening ontvangen. Deze werden onder de nummers 1 -51 in de inventaris ingevoegd. Bij diverse andere gelegenheden werden via het Algemeen Rijksarchief nog stukken ontvangen ter invoeging in de inventaris.
Foto's werden ter reproduktie verkregen uit particulier bezit van Mevr. Buijtendijk-de Vries, waarvoor mijn hartelijke dank.
acqinfo In 2013 werd door het Historisch Documentatiecentrum van het Nederlands Protestantisme (HDCNP) van de Vrije Universiteit te Amsterdam een hoeveelheid archief aan het Nationaal Archief afgestaan dat onder de vlag van ‘Ministerieel Archief Colijn’ bij het HDCNP was beland. Bij de bewerking in 2014-2015 bleek het het verloren gewaande vooroorlogse archief archief van Afdeling II van het in 1937 opgerichte ‘eerste’ ministerie van Algemene Zaken te bevatten. Daaronder waren ook lidmaatschapsstukken van de vertegenwoordigers van dat ministerie in de Commissie van Advies voor de Rijksdienst voor de Werkverruiming, drs. W. Reyseger en diens plaatsvervanger mr. W.H. Fockema Andreae. Daarbij aangetroffen werd een aanmerkelijke hoeveelheid voorstellen van de Rijksdienst aan de Commissie van Advies uit het tijdvak 1939-1940, die op naam van de belanghebbende organisatie, merendeels burgerlijke gemeenten, waren geordend.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
De materiele toestand van het archief is redelijk goed. Na de inventarisatie is de omvang van het archief ca. 12 m.
Een gedeelte van het archief werd vernietigd.
Verklaring van vernietiging De Beheerder van het Historisch Archief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verklaart dat de hieronder vermelde bescheiden uit het archief van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening en de daaruit voortgekomen afdelingen en gedeponeerde archieven ter vernietiging zijn overgedragen aan het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn op grond van de beschikking van de Ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk de dato 16 januari 1967, nrs. 185111 en 134762 vastgestelde lijst van voor vernietiging in aanmerking komende stukken. ’s-Gravenhage, november 1984
De Beheerder,
(w.g.) G. van Rooij
  • Geleidebrieven en ontvangstbevestigingen die geen bijzondere opmerkingen bevatten.
  • Stukken betreffende het verstrekken van eenvoudige inlichtingen en mededelingen, alsmede correspondentie inzake het verstrekken van afschriften en/of duplikaten.
  • Stukken betreffende het overmaken van gelden.
  • Stukken betreffende benoeming, aanwijzing of ontslag van leden van Commissies.
  • Stukken betreffende konvokaties, oproepingen, uitnodigingen, mededelingen e.d. betreffende vergaderingen en bezoeken.
  • Voorschriften van administratief-technische aard.
  • Duplikaten van notulen, verslagen en rapporten.
Verantwoording van de bewerking
Van de archieven van de Afdelingen Werkverschaffing en Steunverleening, Werkverruiming, Steunverleening en van de Rijksdienst voor de Werkverruiming zijn te weinig stukken over om het restauratie-beginsel te kunnen toepassen.
Voor de Rijksdienst van de Werkverruiming wordt met nadruk verwezen naar het met lidmaatschapsstukken gereconstrueerde archief van de Commissie van Advies (inv.nrs. 945-1040 en 1143-1151) waarin het merendeel van de werkzaamheid van de Rijksdienst immers terug te vinden is.
Van het archief van de met de jeugdzorg belaste afdelingen waren de stukken in bundels chronologisch gerangschikt. Er was geen scheiding gemaakt in stukken van de verschillende afdelingen, waaronder de jeugdzorg geressorteerd heeft. Op advies van het Algemeen Rijksarchief werd deze scheiding niet aangebracht. In het archief van de afdelingen die achtereenvolgens belast waren met de jeugdzorg zijn dus stukken aanwezig van de Afdeling Werkverschaffing en Steunverleening (W. en S.), van de Afdeling Cultureele Zorg en Sociale Jeugdzorg (C.Z. en S.J.), van de Afdeling Werkverruiming, bureau Jeugdzorg (W(J)), van de Rijksdienst voor de Werkverruiming, Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg (V. en S.) en van het Rijksarbeidsbureau, Afdeling Vakontwikkeling en Sociale Jeugdzorg (V. en S-). De stukken waren opgeborgen in omslagen naar onderwerp. Bij de inventarisatie werd gekozen voor een indeling in stukken betreffende het organisme en betreffende de uitvoering van de taak.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken: Afdeling Werkverschaffing en Steunverlening, nummer toegang 2.15.28, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, SZ / Werkverschaffing, 2.15.28, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen