Een groot aantal van de schoonste nummers dezer verzameling is ook thans weder afkomstig van de dienaren der Oost-Indische Compagnie of van hare kaartenmakers. Sedert de Inventaris van 1867 in het licht verscheen is over deze laatsten veel nieuw licht opgegaan door de studiën van de heeren P.J.H. Baudet P.J.H. Baudet, Leven en werken van Willem Jansz. Blaeu, Utrecht 1871. (Met een naschrift van 1872). 2) G.D. Bom, Bijdr. tot de geschiedenis van het geslacht Van Keulen, Amst. 1885.
Als vaststaande kan worden aangenomen dat de O.I.C. hare kaartenmakers (tevens leveranciers) had zoowel in Nederland als te Batavia. De taak der eersten kan geacht worden te hebben bestaan in het aanhouden van een voorraad leggers, die geregeld moesten worden bijgehouden, en in het gereed maken van de kaartenverstrekkingen voor uitgaande schepen, op grondslag van die leggers. De taak der laatsten zal hebben bestaan in het bijwerken van de kaarten, die door aangekomen schepen werden ingeleverd, om dan weder aan de thuisvaarders te worden medegegeven. Een teekenwerk zeker niet aan onvaardige handen toe te vertrouwen! Behalve hiermede zullen zij belast zijn geweest met het bijhouden en verstrekken van kaarten aan schepen, die reizen naar de kwartieren in en buiten den Archipel moesten doen, voor zooverre zij niet rechtstreeks uit Nederland derwaarts waren gezonden (Soeratte, Ceilon, Bengalen). In dit laatste geval diende er wel een vrij uitgebreide verstrekking uit Nederland te worden medegenomen.
Beschouwt men eerst de kaartenmakers in Nederland, dan is bekend (zie Inventaris Leupe) dat de voornaamsten onder hen zijn geweest die van de Kamer Amsterdam, en wel:
Hier echter houden de mededeelingen op totdat in 1705 Isaac de Graaff als kaartenmaker wordt genoemd, welke betrekking hij tot zijn dood (1714) heeft waargenomen. Hoe deze gaping te verklaren? Wie bezorgde de kaartenverstrekkingen in de jaren tusschen 1673 en 1705?
Deze vraag is met een vrij hoogen graad van juistheid te beantwoorden - aan de hand van hetgeen het Rijksarchief uit die jaren bezit. Men raadplege de nummers:
"Wie is deze Joan Blaeu?" aldus vraagt Leupe in een voetnoot bij blz. VI zijner inleiding. Ons nummer 147 maakt het reeds waarschijnlijk dat Joan Jansz niemand anders is dan de zoon van den in 1673 overleden Mr. Joan Blaeu. Dit vermoeden wordt tot zekerheid wanneer men uit de genealogie van het geslacht Blaeu (Baudet blz. 160) ontwaart, dat deze Joan de jongste (de derde) zoon is van den bekenden Joan, en zoo is het duidelijk dat deze de kaarten vervaardiging na den dood zijns vaders heeft voortgezet tot in de jaren 1685, 1694 en misschien wel tot 1705 (optreden van Isaac de Graaff), daar hij eerst in 1712 overleden is. Een tweede opmerking van Leupe (voetnoot blz. VI) kan thans ook tot klaarheid worden gebracht. Wij lezen daar dat er bij het Ministerie van Marine eene kaart aanwezig is, getiteld: "Pascaerte van alle de zeecusten van Europa, nieulijcx beschreven door Willem, Pieter en Joan Blaeu, Amsterdam 1677". Deze Willem, Pieter en Joan zijn de drie zoons van Mr. Joan, die dus aanvankelijk in combinatie de kaartenvervaardiging hebben voortgezet. Op grond van hunne nog voorhanden werken, aan welker echtheid niet valt te twijfelen, mag men dus aannemen dat het geslacht Blaeu de Compagnie heeft bediend in deze volgorde:
Volgens Elias. De Vroedschap van Amsterdam I blz. 472, 473 stierf Willem Blaeu denkelijk te Hillegom in 1685. Van hetzelfde jaar dagteekent kaart 352 (Inv. Leupe) die alleen de signatuur van Joan draagt. Pieter Blaeu stierf in 1706, maar daar de kaarten van 1674 en 1694 ook alleen de signatuur van Joan dragen is het zeer goed denkbaar, dat de drie gebroeders in nog andere (onbekende) combinaties hebben gewerkt.
In dat jaar werd laatstgenoemde opgevolgd door Isaac de Graaff, die in functie is gebleven tot 1714, maar over wiens opvolger Leupe zwijgt. Wie bezorgde de kaartenverstrekkingen na dien tijd?
Het antwoord hierop is te vinden in de studie van den heer Bom, die ons mededeelt (blz. 8), dat "kort na" het overlijden van De Graaff niemand minder dan de beroemde Gerard van Keulen tot kaartenmaker der Compagnieën werd aangesteld, en in zijn geslacht bleef de waardigheid lange jaren erfelijk. Er zou wel eenig bezwaar tegen zijn die mededeeling van den heer Bom zonder meer te aanvaarden, omdat de werkzaamheid van Van Keulen voor de Oost-Indische
hydrographie aanvankelijk niet alleen niet groot schijnt, maar ook omdat er kaarten voorhanden zijn die de signatuur van Isaac de Graaft dragen bij jaarcijfers 1728, 1735, 1736 en 1737. Deze moeilijkheid komt mij niet onoverkomelijk voor, en dat vooral omdat duidelijk blijkt dat Van Keulen reeds vóór het jaar 1720 betrekkingen met de O.I.C. moet hebben aangeknoopt. Omstreeks dat jaar toch verschenen bij zijne firma de onvolprezen kaarten: Insulae Javae Pars Orientalis & Insulae Javae Pars Occidentalis, bewerkt door Adriaan Reland. Mede omstreeks dien tijd kunnen er een paar kaarten van de Roode Zee zijne ateliers hebben verlaten, zoo goed als eene thans zeldzame kaart: Nova Tabula Terrarum Cucan, Canara Malabaria, Madura et Coromandelia cum Parte Septentrionali Insulae Ceylon edente Hadriano Relando (Catalogus Min. van Marine blz. 861). Wèl mag men zich dus afvragen waartoe Van Keulen kostbare kaartwerken van de Oostersche Zeeën zou ter perse hebben gelegd, zoolang hij zich niet van de koopers, dus van de Compagnie's schepen, zeker wist. Schijnt dan ook zijne werkzaamheid aanvankelijk niet groot, zijn ijver zal in een geheel ander licht verschijnen wanneer men bedenkt dat zijn zoon Johannes (IIe) in 1753 een nieuw (zesde) deel van den grooten "Zeefakkel" het licht deed zien, waaraan hij zijn eerste 25 jaren arbeids had ten koste gelegd en waarin hij door middel van 60 kaarten (waarvan er nog 3 door Gerard bezorgd waren) de geheele nautische kennis van de Indische Wateren vastlegde (Bom blz. 10). De Van Keulen's waren dus uiterst werkzaam geweest: terwijl er nog kaarten met de signatuur van De Graaff werden verstrekt, zwoegden zij aan het zesde deel van den Zeefakkel, waarvan misschien reeds afdrukken aan de schepen werden verstrekt naarmate de platen gereed kwamen. Maar toch moeten er redenen zijn geweest waarom er, ook na 1714, kaarten op naam van De Graaff werden verstrekt.
In de eerste plaats kan men aanvoeren: daar waren nog in 1726 geldelijke verbintenissen ten laste van den in 1743 overleden Isaac de Graaff (Bom blz. 9), maar wij weten niet door welke verplichtingen die verbintenissen werden opgewogen. Ook eigenliefde kan een woord hebben meegesproken. Van Keulen, die in 1753 het zesde deel van den Zeefakkel in het licht zou geven, moet reeds jaren te voren aan die omvangrijke uitgave hebben gewerkt en langen tijd aan de voorbereiding hebben gearbeid. Wel diende die arbeid te berusten op het werk van De Graaff, maar diens kaarten moesten dan toch alle in koper worden gestoken en teruggebracht worden op eene schaal, die ze voor opneming in een atlas geschikt maakte. Want Van Keulen zon op iets nieuws, dat een vooruitgang mocht heeten. Tot dusverre werden de Oost-Indische kaarten verstrekt, geteekend op perkament en fraai gekleurd, maar ook hier trok Van Keulen zijne beproefde kopergravure voor, zooals hij die voor kaarten van andere deelen der wereld reeds lang toepaste. Ofschoon het kaartwerk daardoor oppervlakkig beschouwd aan artistiek aanzien verloor, sprongen de voordeel en van de gravure in het oog en het is dus niet onwaarschijnlijk dat Van Keulen de perkamenten "overzeilers" als iets minderwaardigs beschouwde, die hij zelfs 1iever op naam van een ander dan van den zijnen voortging te verstrekken. Bij het inleiden zijner nieuwe gravures viel wellicht ook zekere weerzin te overwinnen, dien de weinig ontwikkelde schippers der Compagnie tegen al wat nieuw was zullen hebben betoond.
Gewoon aan die rijkversierde kunstwerken van de Blaeu's en van De Graaff, zal het hun (en misschien ook wel aan sommige Bewindhebbers) moeite hebben gekost het schijnbaar eenvoudiger werk van Van Keulen als beter te erkennen, en deze zal, als een goed man van zaken, blijde zijn geweest dat hij het nieuwe slechts druppelsgewijze behoefde toe te dienen. Zoo laat zich wel eenigszins verklaren dat er kaarten zijn verschenen op naam van De Graaff, toen deze reeds jaren overleden was en Van Keulen hem in zijne betrekking van kaartenmaker was opgevolgd. Van deze zijn met name aanwezig:
terwijl de heer Bom eene kaart van de kust van Guinea heeft aangetroffen, gemerkt 1722 (Bom blz. 8 voetnoot).
Met het verschijnen van het prachtige zesde deel van den Zeefakkel was ook de cartographie van de Indische Wateren in nieuwe banen getreden, en, wat nog meer zegt: de O.I.C. hield van nu af aan haar geographische kennis niet langer voor zichzelve alleen. De Van Keulen's hebben de Compagnie bediend tot haar uiteinde en het schijnt hier de plaats de voornaamste leden van dat geslacht te vermelden, die de betrekking van kaartenmaker hebben bekleed:
De firma Van Keulen heeft echter nog meerdere verdiensten voor de cartographie, waarover straks nader.
Minder goed dan omtrent de kaartenmakers in Nederland zijn wij ingelicht omtrent de titularissen in Indië. Leupe noemt er niet één. Thans kunnen er drie worden genoemd: Gerrit de Haan, Klaas de Lous en Wigle Sicma.
Van den eerstgenoemde bezit het Rijksarchief thans een atlas in handschrift bestaande uit twee deelen elk 25 kaarten bevattende (Supp. Inv. No. 156), en behoorende tot het fraaist denkbare dat de 18e eeuw heeft opgeleverd. Dit exemplaar, dat aan Melvill van Carnbee schijnt te hebben toebehoord, is voorzien van eenige aanteekeningen van zijne hand, die ik hier slechts letterlijk behoef over te nemen om alles weer te geven wat omtrent hem en zijn opvolgers is bekend geworden. Zij luiden als volgt:
"Uit het Indisch Naamboek is mij gebleken dat Gerrit de Haan toen (1760 & 1761) was Capitein-Luitenant ter Zee en Baas-Kaartenmaker: tevens dat hij Capitein-Luitenant reeds was sedert 1752 en kaartenmaker sedert 1747. In het Indisch Naamboek van Ult. Dec. 1768 vind ik De Haan ook nog als Capitein-Luitenant doch in het Indisch Naamboek van Ult. Dec. 1769 niet meer, maar hem, op de lijst der personen die met de retourschepen van 1769 naar Nederland vertrokken zijn, of nog te vertrekken staan. Als Baas-Kaartenmaker vind ik in dat jaar vermeld: Klaas de Lous, opperstuurman. In het naamboek van 1773 komt als Baas-Kaartenmaker voor Wigle Sicma, die onder de 'zeeofficieren' vermeld staat als schipper, sedert 1772. Zeker is het dus dat Gerrit de Haan van 1747 tot 1769 Baas-Kaartenmaker was te Batavia en dat hij als zoodanig is opgevolgd door Klaas de Lous."
Het komt mij voor dat de betrekking van kaartenmaker in Indië na die jaren veel van haar belang zal hebben verloren, omdat de schepen waarschijnlijk voorzien werden van het zesde deel van Van Keulen's Zeefakkel, waardoor de behoefte aan bekwame teekenaars op Batavia van zelve minder gevoeld werd.
De Atlas De Graaff van omstreeks 1700 met het zesde deel van den Zeefakkel van Van Keulen (1753) en deze met De Haan's Ligtende Zeefakkel (1760) zijn echter even zoovele bakens in de geschiedenis der Indische cartographie, die het geheele aardrijkskundige "weten" op een bepaald tijdstip doen kennen. Het ware wellicht mogelijk uit de voorhanden gegevens de algemeene kennis op eenig bepaald tijdstip op te bouwen zooals Joan Blaeu of Hessel Gerritsz die hebben bezeten, doch zoo volledige overzichten, zonder eenige lacune, zou men niet vermogen te geven.
De kaartenverzameling van het Rijksarchief vertoont niet alleen de hooge voortreffelijkheid van het Nederlandsche kaartwerk in de zeventiende en in de achttiende eeuw, zij doet tevens het plotseling verval zien dat in de tweede helft der 18e eeuw begon, en zij is zelfs reeds volledig genoeg om een eervol getuigenis te verstrekken van den wederopbloei onzer cartographie na het midden der 19e eeuw. De verzameling is echter, vooral wat de sedert 1850 verschenen Nederlandsche en Indische zeekaarten betreft, in geen enkel opzicht volledig genoeg om een beeld te kunnen geven van hetgeen er dààr, gedurende de laatste zeventig jaren, is verricht; en misschien zal men eerst over een kleine twintig jaren, namelijk wanneer de opneming der Ned. Indische kusten voltooid kan zijn, dien arbeid naar waarde kunnen schatten. Het bovenbedoeld plotseling verval is echter duidelijk afgeteekend en het zal misschien nuttig zijn de oorzaken daarvan nader aan te wijzen. Het was toch geenszins de veelbesproken (en niet altijd juist uitgelegde) "geest" van die eeuw, die medebracht dat de Nederlandsche cartographie in weinige jaren door die der Engelschen geheel werd overvleugeld; het komt mij voor dat de uitvinding van twee instrumenten, waarvan de Engelschen zich aanstonds bedienden omdat zij door Engelschen uitgevonden waren, hun eenen voorsprong verzekerde die door de Hollanders niet kon worden ingehaald en dat vooral niet, omdat de vlag zich van verschillende deelen des aardbols begon terug te trekken, terwijl de Engelsche scheepvaart zich met den dag uitbreidde. Noch gebrek aan wakkerheid der uitgevers noch eenige mindere bekwaamheid der graveurs was de oorzaak van het verval; de firma Van Keulen was zoo ijverig als ooit en ging voort met het in het licht zenden harer uitgaven, die als kunstgewrochten in geen enkel opzicht voor uitheemsch werk behoefden te wijken.
Om echter kaarten te kunnen vervaardigen, behoort men behalve met de breedte ook bekend te zijn met de lengte der voornaamste punten, terwijl de juistheid der détails slechts kan worden gewaarborgd wanneer er, tot in onderdeelen toe, met nauwkeurigheid is getrianguleerd. Aan groote onnauwkeurigheden in de lengteverschillen der te bezeilen kusten was de zeeman der zeventiende eeuw als gewoon. De chronometers, door Huygens uitgedacht en in 1690 aan boord van een Compagnie's schip gemonteerd, brachten daarin wegens den dood des uitvinders verandering noch verbetering, en de kaarten bleven de kenmerken dezer leemte dragen. Al ware dat anders geweest, veel dagelijksch voordeel zou de zeeman van het gebruik der uurwerken niet hebben kunnen trekken, zoolang een doelmatig hoekmeetinstrument, tot het bepalen van zons- of stershoogten of tot het meten van hoeken in een horizontaal dak, tot de onvervulde wenschen bleef behooren. Zulk een instrument werd in 1730 in Engeland verkrijgbaar toen Hadley den spiegelsextant van Newton zoodanig wijzigde dat zij een voor scheepsgebruik doelmatigen vorm verkreeg. De uitvinding van de eigenlijk gezegde chronometers, door Harrison in 1762, zette de kroon op het werk, want met die beide instrumenten was het bepalen van nauwkeurige lengteverschillen zoowel als het uitvoeren van triangulaties binnen den kring van het voortaan mogelijke getrokken. De Engelschen maakten alras een goed gebruik van hunne uitvindingen en de eerste "real survey ever made by British officers" werd verricht onder leiding van Captain Cook, in 1765 aan de kusten van New Found Land (het stuk is nog te zien in de verzameling van het Hydrographic Department der Admiralty).
Nergens echter blijkt dat de Nederlanders getracht hebben hunne "overzeilers" aanstonds te verbeteren door het bepalen van de lengteverschillen der voornaamste punten Men zou hier eenig voorbehoud moeten maken voor de waarnemingen te Batavia door den predikant Mohr verricht, die in 1770 de lengte van Batavia op 106 graden 50 minuten bepaalde, zie Johan Maurits Mohr door P.J. Veth (De Gids 1885, III.
Het lijdt geen twijfel, of men besefte in Nederland zeer goed waar de fout schuilde. De in 1787 ingestelde (en eerst in 1850 opgeheven) "Commissie tot de zaaken het bepalen der lengte op zee en de verbetering der zeekaarten betreffende", Een overzicht van haar werkzaamheden, bij Bom, blz. 60-69.
Eerst omstreeks het midden der 19e eeuw kwam de Nederlandsch-Indische cartographie weer op soliede basis te staan, want toen begon de Regeering te toonen dat zij inzag, hoezeer hoekmeetinstrument en uurwerk de eerste onmisbare hulpmiddelen waren om den grondslag te leggen voor bruikbare land- en zeekaarten. Door de ontbinding der Commissie tot verbetering der zeekaarten werd, hoe goede diensten zij ook bewezen had, als stilzwijgend erkend dat het verzamelen en bewerken der gegevens, die noodig zijn tot de vervaardiging van moderne kaarten, de krachten van eene uitgeversfirma te boven gaat, al wordt zij door eene bevoegde Commissie voorgelicht. Integendeel werd er door die daad erkend dat de opneming, die aan kaarteering vooraf dient te gaan, slechts een tak van Staatsdienst kan zijn. Datgene wat in de eerste plaats noodig was: astronomische bepaling van hoofdpunten, werd van stonde aan met kracht ter hand genomen Zie F. Kaiser, De sterrekundige plaatsbepalingen in den O.I. Archipel, Amst. 1851.
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.
Het geven van een volledig overzicht van de kaarten, waaruit deze Verzameling bestaat, kan de bedoeling van dezen Inventaris, die voor zichzelve behoort te spreken, niet zijn. Van eenige zéér belangrijke nummers dient echter afzonderlijk te worden gewaagd. Zoo behoort tot de zeldzaamheden de kaart No. 2: "Nova totius terrarum orbis geographica ac hydrographica tabula a Petro Kaerio, excudebat Joannes Joanssonius Amstelodami 1621." Tot de monumentale kaartwerken behoort het groote kaartboek van Ceilon (No. 328), bevattende 30 groote en kleine landkaarten, die omstreeks 1719 op last van den Gouverneur Isaac Augustijn Rumpf zijn vervaardigd. Het kleine kaartboek van Ceilon (No. 329) kan een waardige plaats naast het groote kaartboek innemen, en een handschrift inhoudende een vertoog over den staat der verdedigingswerken bij Negombo, Baticaloa en Trinkonomale (No. 344) bevat eenige fraai geteekende aanzichten en plattegronden van die werken. Een belangrijk bezit is mede de "Ligtende Zeefakkel off de geheele Oost-Indische Waterweereldt" van G. de Haan, hiervoren reeds genoemd (No. 156). Van historisch belang zijn de nummers 140 en 141: Tayouan of Formosa, maar zij worden overtroffen door 137 en 136. No. 136 vertoont de ontdekkingen van Mathijs Quast en Abel Tasman beoosten Japan in 1639 en No. 137 is de copie der kaart van Tasman (het origineel berust op de Universiteitsboekerij te Utrecht), die de Oostkust der Philippijnen voorstelt en tegelijk de wijze van kruisen op het Spaansche zilverschip verklaart. De nummers 119 en 120: rivier de Ganges, schijnen ook bijzondere historische waarde te bezitten.
De oude bezittingen in Afrika zijn in deze verzameling weder vertegenwoordigd door een aantal planteekeningen en opstanden, voorstellende de forten aan de Goudkust gelegen, zooals die zich in het begin of het midden der 19e eeuw vertoonden. Ook is er een hoogst merkwaardig kaartje, in handschrift, voorstellende de mondingen der Rio Calabar (thans Zuid-Nigeria), dat in 1638 geteekend is, dus kort na de verovering van Elmina door de onzen (No. 39). Amerika is matig vertegenwoordigd, maar van belang is eene manuscriptkaart van 1631 die de kust van Brazilië voorstelt (No. 270). Ook is er eene merkwaardige voorstelling van den zeeslag, geleverd tusschen d'Estrées en Jacob Binckes bij Tabago (No. 258). De West-Indische bezittingen, niet alleen Suriname maar ook Essequebo, Demerary en Berbice, maken een goed figuur.
Het getal van kaarten, die tegenwoordig op verkoopingen onder den naam "portulans" worden geveild, maar die aanboord der schepen den Hollandschen naam "overzeilers" hebben gedragen (in casu manuscripten op perkament), is ook in deze verzameling vrij groot, doch de meeste daarvan zijn dubbelen (of zoo goed als dubbelen) van nummers, die reeds uit den inventaris van Leupe bekend zijn. Aantal zoomin als eenheid van voorstelling behoeven verwondering te baren, want allereerst dient opgemerkt dat deze exemplaren de overgeblevene zijn van de verstrekkingen, die aan elk Compagnieschip werden medegegeven, en de reistrekken, die op sommige voorkomen, bewijzen dat zij werkelijk dienst aanboord hebben gedaan. Het aantal stellen van deze overzeilers moet oorspronkelijk ongeveer even groot zijn geweest als het aantal schepen, dat op een gegeven oogenblik in de vaart was, en dit verklaart dat er betrekkelijk zoo vele tot ons over zijn gekomen. Verwacht mag zelfs worden dat het aantal, met den tijd, nog wel een weinig zal toenemen. Lettende op het groot aantal dat bestaan moet hebben, zou men zelfs mogen verwachten dat het aantal der overgeblevene veel grooter zou moeten zijn dan het reeds is, maar er bestaat reden om te vermoeden dat zij oudtijds grootendeels vernietigd werden. Men kan zich namelijk verzekerd houden dat de Compagnie geen nieuwe kaarten verstrekte vóór dat werkelijk was gebleken, dat de oude exemplaren inderdaad vervanging behoefden, en dit kon alleen worden aangetoond wanneer de schippers de gebruikte kaarten inleverden.
Daar nu de bedoelde kaarten verstrekt werden, geteekend op perkament, en dat natuurlijk in de meening dat klimaats- en vochtigheidsinvloeden een zoo stevig materiaal vereischten, werd die duurzaamheid, voor vele ervan, de oorzaak van haar behoud door de eeuwen heen, maar zij werd ook de oorzaak van den ondergang van het meerendeel, omdat die ingetrokken exemplaren zekere handelswaarde aan perkament behielden, dat voor tal van andere industrieele doeleinden op nieuw bruikbaar was. Dit verklaart dat de overgroote meerderheid moet zijn verdwenen. De hooge kostbaarheid dier rijkversierde overzeilers, die na iedere reis verantwoord moesten worden, verklaart ook den schroomvalligen eerbied waarmede men nog in het dagelijksch gebruik, kaarten kan zien behandelen die juist om een ruim gebruik aan te moedigen, door verschillende regeeringen zoo goed als te geef worden gesteld.
Eene meer dan oppervlakkige kennismaking met den op het Rijksarchief voorhanden kaartenschat, doet vooral betreuren dat nog immer geen gevolg werd gegeven aan eenen wensch, eenmaal door P.A. Tiele geuit, toen hij de studie van P.J.H. Baudet (in den Gids van 1872) aankondigde, welke als volgt luidt: "een nauwkeurige vergelijking der verschillende kaarten zou m.i. voor de geschiedenis der geographie niet zonder belang zijn. Niet om de oudste rechten van verschillende uitgevers te constateeren - ik acht dit onbelangrijk - maar om de veranderingen, die de kaarten langzamerhand ondergaan hebben, aan het licht te brengen. Ook de tekst der atlassen zou zulk een vergelijkend onderzoek verdienen".
Het supplement is gecatalogiseerd door mr. A. Telting (overleden 1907) en dr. J. de Hullu (1864-1940), hun beschrijving is vervolgens bewerkt door S.P. l' Honoré Naber (1865-1936), gepensioneeerd kapitein ter zee bij de Nederlandse marine.
Bij het opmaken van dezen inventaris is de indeeling gevolgd, aangenomen door wijlen P.A. Leupe in den "Inventaris der verzameling van kaarten berustende in het Rijks-Archief, Eerste Gedeelte", die verschenen is in 1867.
Iedere andere indeeling zou voor- zoowel als nadeelen hebben medegebracht, en ook deze heeft hare zwakke zijde, Als eenigszins onnatuurlijk meen ik te moeten aanmerken dat de zee- zoowel als de landkaarten naar de continenten zijn gerangschikt, terwijl men veeleer de zeekaarten aan de wereldzeeën, de landkaarten aan de werelddeelen zou moeten koppelen.
Deze indeeling brengt de moeilijkheid mede dat er wel eens twijfel bestaat of men eenige kaart tot de zee- of tot de landkaarten moet rekenen, welk vraagstuk als het zich voordeed in den een of anderen zin moest worden beslist. Dit zij den gebruikers van dezen inventaris eene aanwijzing om (evenals bij Leupe noodzakelijk is) beide afdeelingen te raadplegen.
Het kleiner aantal nummers dat deze verzameling omvat (600 tegen 2100), bracht mede dat ik de beide hoofdafdeelingen in minder onderverdeelingen kon splitsen dan Leupe vermocht te doen. Sommige onderafdeelingen, waarbij niets viel te vermelden, kon ik laten vervallen, en andere konden zonder bezwaar worden samengetrokken. Dit laatste is echter zelden gedaan en wel alleen dààr, waar het geschieden kon zonder de eenheid met Leupe's inventaris te verbreken.
De wijze van omschrijving der kaarten is niet volkomen gelijk aan de door Leupe gevolgde. De beide eerste kolommen komen bij beide deze inventarissen gelijkelijk voor, maar de tweede en derde kolommen van Leupe (vervaardiging en uitgave) trok ik samen tot ééne enkele, en ik hield bij de invulling daarvan wat meerder rekening met de vermeldingen en omschrijvingen, zooals die letterlijk op de kaarten zelf voorkomen. De laatste kolom werd weder op gelijksoortige wijze benuttigd tot het plaatsen van 'Aanmerkingen', maar ik voegde een voorlaatste kolom aan het geheel toe, welke de herkomst der kaarten vermeldt, voor zooverre die nog is na te gaan. Waar Leupe de afmetingen der bladen tot in millimeters nauwkeurig opgeeft, heb ik gemeend mij wel tot centimeters te mogen bepalen, en waar de schaal der kaarten door hem wordt uitgedrukt in omschrijvingen zooals 100 Surinaamsche Kettingen à 5 1/2 Rijnl. roeden = 130 strepen en dergelijke, thans vrijwel onverstaanbaar, heb ik die schalen uitgedrukt door eenvoudige verhoudingen als 1 : 25.000 of hoeveel het zij, zooals dat tegenwoordig allerwege gebruikelijk is. Dikwijls is aan de opgave dier verhouding de omschrijving toegevoegd: 'ongeveer'. Dit heb ik gedaan daar, waar het mij voorkwam dat een nauwkeurige becijfering der schaal een te hoog denkbeeld van de waarde der kaart zou kunnen geven, of ook daar waar de juiste schaal niet volstrekt nauwkeurig was terug te vinden. Om deze laatste moeilijkheid naar waarde te schatten bedenke men dat de duimstokken, waarnaar oudere kaarten geteekend werden, niet aan éénzelfden standaard ontleend werden (ongeijkt), zoodat eene teekening naar Rijnlandsche duimen volstrekt niet altijd een Rijnl. duim vertoont die 26.1622 mM. groot is, niets meer en ook niets minder.
Bij tal van zeekaarten wordt een soortgelijk bezwaar ondervonden, daar het niet met zekerheid bekend is welke waarde door verschillende kaartenmakers werd toegekend aan hun Duitsche Mijl (van 15 op één graad) of, wat hetzelfde is: hoe groot zij zich den omtrek der aarde én dus den equatorgraad dachten. Bediende Blaeu zich wellicht van zijn eigen, nooit gepubliceerde; aardmeting, of heeft hij de voorkeur geschonken aan de waarde van Snellius die, theoretisch althans, boven zijn eigen uitkomsten moest worden gesteld? Heeft Van Keulen zich, althans voor zijne latere uitgaven, nog bediend van de uitkomsten der graadmeting van Bouguer en La Condamine? Oogenschijnlijk eenvoudige vragen, voorzeker, doch die men zou moeten weten te beantwoorden om te kunnen becijferen naar welke schaalverhouding de kaartenmakers zich hunne werkstukken geteekend dachten. Daar nu deze vragen niet zoo maar uit te maken zijn, stelde ik in een groot aantal gevallen de waarde van den breedtegraad op 111.111 meters, of de Duitsche Mijl op 7407 Meters, waarden die zooals wij thans weten, ten naaste bij juist zijn, en kwam dan tot de schaal der kaart zooals die werkelijk ongeveer is.
Als een aparte Bijlage voegde ik aan dezen inventaris nog toe een verkorte inhoudsopgave van den zoogenaamden Atlas Amsterdam van Isaac de Graaff. Wel worden deze kaarten in Leupe's Inventaris vermeld en zijn zij daar gemakkelijk te herkennen aan de merkletters A.A., maar het kwam mij voor dat, waar de titels van die kaarten over een geheel boekwerk verspreid zijn, de studeerende archiefbezoekers gebaat zullen zijn bij eene opgave van het geheel, dat op eene zoo ongeëvenaarde wijze onze geographische kennis van de Oostersche Wateren op éénzelfde tijdstip (ongeveer 1700) in beeld brengt.
S.P. L'HONORÉ NABER.
Eind 2013 is de digitalisering van de collecties Leupe (VEL) en Leupe Supplement (VELH) afgerond. Enkele stukken uit de collectie Leupe (VEL) konden niet gedigitaliseerd worden vanwege materiële beperkingen van het origineel (voornamelijk banden die niet vlak geopend kunnen worden). De inventarisnummers die niet opgenomen konden worden zijn: D, F, G1, G2, J, M, NB, O2, Q, R, S1, S10, DD en 1571B. Alle andere inventarisnummers zijn bij de digitale inventarissen op de website geplaatst.
Tijdens het onderzoek voor de samenstelling van de Grote Atlassen van de VOC en van de WIC en bij de voorbereiding van de systematische digitalisering van de collecties Leupe, bleek dat met beide inventarissen veel loos was, niet in het minst doordat beide lijsten sinds hun ontstaan in respectievelijk 1867 en 1914, ondanks de omzetting naar EAD/XML, niet meer bijgewerkt waren. De inhoudelijke beschrijvingen van de kaarten zijn gedateerd doordat de ontwikkeling van de historische cartografie zich vooral heeft afgespeeld nadat Leupe en l'Honoré Naber hun inventarislijsten opstelden. Het werk van bijvoorbeeld Wieder, Koeman en Schilder heeft in de loop van de jaren veel nieuwe informatie opgeleverd. Hiervoor zij verwezen naar de literatuur, met name Koemans
Aanpassing van de inhoudelijke beschrijvingen is geen onderdeel geweest van het digitaliseringstraject, zodat alleen fouten die digitalisering in de weg stonden zijn opgelost. Dit betekent dat uitgezocht is of nummering en beschrijving inderdaad betrekking hadden op het te digitaliseren stuk, welke nummers sinds wanneer ontbraken, en welke beschrijvingen slechts een verwijzing naar kaarten in andere archieven of collecties vormden. Aperte en storende fouten werden, indien gesignaleerd, verbeterd. Daarnaast werden beschrijvingen van kaarten, die na de bewerking door l'Honoré Naber veelal abusievelijk in een 'collectie Dubbelen Leupe' (VELHD) waren afgezonderd, op de juiste plaats ingevoegd als variant of als extra exemplaar. Hierbij golden als stelregels:
De bij het invoegen van de 'dubbelen' vervaardigde concordans is als bijlage aan deze inventaris toegevoegd.
Tot slot nog enige opmerkingen bij deze inventarislijst. Leupe volgde bij het opstellen van zijn inventaris een geografische indeling; l'Honoré Naber koos ervoor Leupes indeling te volgen en omzeilde zo het sinds 1898 gepropageerde herkomstbeginsel. Bij veel kaarten is slechts summier - en vaak zelfs in het geheel niet - aangegeven wat het verband is met de archieven waar de kaarten bijhoren of waaruit ze werden afgezonderd. Het reconstrueren van die verbanden vormt een tijds- en kennisintensieve klus, waarvan ik hoop dat die ooit nog kan worden uitgevoerd. Naar aanleiding van de digitalisering zijn nu in deze inventaris de op de kaarten vermelde eigentijdse herkomstgegevens - indien aanwezig - overgenomen.
Dan de nummering op de fysieke stukken en de weerslag daarvan op deze inventaris. Leupe en l'Honoré Naber nummerden de kaarten op de achterzijde door middel van een met de hand geschreven nummer in rood potlood. Wanneer een kaart uit meerdere bladen bestond, kregen alle bladen hetzelfde nummer. Later werden de kaarten van etiketten met in rood gedrukte unieke nummers voorzien, waarbij in de noodzakelijke subnummering niet op de logische volgorde van de samenstellende bladen werd gelet. Hierdoor komen in onderhavige inventaris verspringende subnummeringen voor (zie bijvoorbeeld VEL 98A-C en VEL 1675A-D). Ook in een een latere heretiketeringsaktie werden fouten gemaakt, die hun sporen nalieten in de doorbreking van de logische doorlopende nummering die Leupe voorstond.
Daarnaast heb ik van kaarten die foutief waren beschreven, die op de verkeerde plek waren ingedeeld of waarvan het onderlinge verband verbroken was geraakt, de beschrijvingen aangepast, verplaatst of gegroepeerd.
G.G.J. Boink, 13 december 2013
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Inhoudsbeschrijving van resp. de getekende atlas van Vingboons, (ca. 1665) en de getekende atlas van De Graaff (ca. 1700). Deze zijn opgenomen als respectievelijk bijlage I en II bij 4. VELH.
4.VEL Verzameling Buitenlandse Kaarten Leupe, 16e-19e eeuw.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Verzameling Buitenlandse Kaarten Leupe: Eerste Supplement, nummer toegang 4.VELH, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Kaarten Leupe Suppl., 4.VELH, inv.nr. ...
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Het gehele bestand, beschreven in deze inventaris, is digitaal online beschikbaar. Een groot deel van de manuscriptkaarten is gefacsimileerd in de series
Tot medio 2018 waren in de zelfbedieningsruimte van de studiezaal van het Nationaal Archief gebruiksduplicaten van de kaarten in dit bestand beschikbaar. Deze microfiches zijn sinds begin 2019 aanvraagbaar onder archiefinventaris 4.DUPKT, zie daarin inventarisnummers 23 en 24.
De Bibliothèque Nationale in Parijs heeft aquarellen van Johannes Vingboons en wel van Macassar, Ternate, kasteel Victoria op Ambon en kasteel Goeloe Goeloe op Ceram.
Eveneens aquarellen van Johannes Vingboons in de collectie van het Maritiem Museum Rotterdam, o.m de kust van Costa Rica, de kust van Yukatan, Golf Honduras, kust Baya Honda. Voorts kust Cabo Blanco-Porto Nova, kust Cabo Verde, kust Angola-Cabo Negoro; kust Cabo Negoro-Varilho.
De Biblioteca Laurenziana Medicea, Florence, de Biblioteca Apostolica Vaticana en het Nederlands Scheepvaartmuseum in Amsterdam zijn ook in het bezit van door Johannes Vingboons geaquarelleerde kaarten
Archief VOC, toegang 1.04.02, en veel VOC- en WIC kaarten staan ook op de website
De serie 'Dubbelen Leupe' (VELHD) bleek bij nader onderzoek grotendeels niet uit dubbelen, maar uit afwijkende exemplaren (voorstadia, varianten) te bestaan. De onderdelen van de serie Dubbelen werden medio 2013 op de juiste plaats in de collecties VEL en VELH ingevoegd.
Bij de index op de geografische namen is bij groot verschil tussen de huidige en vroegere schrijfwijze veelal een verwijzing opgenomen, waarbij de Times-atlas gebruikt werd.
Deze tweedelige manuscriptatlas was voorheen door l'Honoré Naber beschreven onder zowel inv.nr. 1 als onder inv.nr. 156.
De banden, het voorwerk en de afzonderlijke kaarten zijn in deze inventaris opgenomen onder de nummers 156.1 t/m 156.2.25; zie aldaar.
Het Bereneiland komt hier voor onder den naam "'t Verre eylandt"; zie Tijdschrift Aardrijkskundig Genootschap Deel III.
Vervaardiging: "Excudebat Joannes Janssonius Amstelodami." Gegraveerd door Pieter van der Keere.
Vervaardiging: "Uytgegeven tot Amsteldam bij Pieter Goos".
Vervaardiging: "Door Carel Allaard tot Amsterdam."
Vervaardiging: "Par M. de L'Isle; Se vend chez Jean Covens et Corneille Mortier à Amsterdam".
Vervaardiging: "Door L. Brion den vader, aardrijks- en krijgsbouwkundigen. Naar het Fransch, te Amsterdam bij J. Allart. C. Van Baarsel sculp."
Met een trek van een uit- en thuisreis tusschen Nederland en Straat Soenda.
Vervaardiging: Opgemaakt en uitgegeven door J.W. Norie te Londen
Verwerving: Geschenk van den heer Frederiks.
Vervaardiging: "Te Dordrecht bij J. de Vos". Geteekend door J. van Wijk.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: G. Hulst van Keulen.
Verwerving: "Behoorende bij de resolutie van HH. MM. de Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden van den 23 April 1782", en "ontvangen op Rijks Archief om aldaar te verblijven en zulks door middel van den Heer Secretaris Generaal van het Departement van Marine den 26 Maart 1834".
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Facsimile van 4.VEL inv.nr. 2.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: reproductie uit Tijdschrift. Aardrijksk. Gen., deel III.
Verwerving: Schenking de Bas. Zie Verslag 1877, blz. 4.
Vervaardiging: Uitgegeven door J. Smulders te 's-Gravenhage.
Zie Tijdschrift Aardrijskundig Genootschap, Bijblad no. 4 (1877).
Vervaardiging: Uitgegeven door de Admiraliteit te Londen en gereproduceerd door J. Smulders te 's Gravenhage.
Vervaardiging: "Drawn from the latest surveys by Wm. Heather London."
Vervaardiging: Udgifven i aaret af Profess. C.C. Lous".
Verwerving: Geschenk Dr. H.D. Kruseman December 1895.
Vervaardiging: "Udg. J. Hoiss, Kiöbenhavn".
Vervaardiging: "Udgifven af Johan Nordenankar, författad af Eric Klint, Stockholm."
Vervaardiging: "Samlet og reduceret efter de nyeste udkomne svenske og rusiske Söekaarter. Paa J.G. Blankensteiner, Kiöbenhavn."
Vervaardiging: Uitgegeven door Willem Blaeu, Amsterdam.
Vervaardiging: "Auctore Christiano Mollero".
Vervaardiging: "Drawn and revised and corrected bij J.W. Norie." Uitgegeven door W. Heather, London.
Vervaardiging: "Correctly delineated by J.W. Norie."
Vervaardiging: "Te Amsterdam bij Joannes van Keulen" en "opgestelt door Gerard van Keulen"
Een tweede druk verscheen in 1815.
Vervaardiging: "Uitgegeven onder opzicht van de Commissarissen tot de zaaken het vinden van de lengte op zee en de verbeetering der zeekaarten betreffende", G. Hulst van Keulen, Amsterdam.
Verwerving: Volgens Leupe afkomstig uit de papieren van den kapitein-ter-zee van Bylandt, van het laatst der 18e eeuw, en door hem ten geschenke bekomen van den Heer Schaart (?) te Borculo. Augustus 1876.
Duplicaat van 4.VEL inv.nr. 74.
Vervaardiging: "Drawn from the latest surveys and observations by Wm. Heather, London."
Vervaardiging: "Johannes van Keulen en Zonen, Amsterdam."
Voorheen geregistreerd als inv.nr. 41*.
Vervaardiging: "Geteekent door L. du Mee ordenaaris ingenjeur." "Jan van Coll fecit". Uitgegeven door Anna Beeck, 's-Gravenhage.
Vervaardiging: "Ten dienst der zeevaart opgesteld door William May, luitenant-ter-zee." Uitgegeven door Johannes van Keulen te Amsterdam.
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller, zie Verslag 1878, blz. 4.
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller, zie Verslag 1878, blz. 4.?
Vervaardiging: "A Amsterdam chez Jean Covens et Corneille Mortier".
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller, zie Verslag 1878, blz. 4.?
Vervaardiging: Opgesteld door P.H. Van Pelt, Capitein ter Zee." Uitgegeven door G. Hulst van Keulen te Amsterdam".
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller, zie Verslag 1878, blz. 4.?
Vervaardiging: "By Ignatius Reimer, published by John Purdy, London, engraved by Alex. Findlay."
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller, zie Verslag 1878, blz. 4.?
Vervaardiging: "Par P. Lapie géographe Directeur du Cabinet topographique du Roi, gravée par P.A.F. Tardieu".
Vervaardiging: "Dressée au dépôt des cartes et plans de la Marine etc. Juin 1793".
Vervaardiging: "Dressée au dépôt des cartes et plans de la Marine etc. Juin 1793".
Is nagenoeg identiek met no. 49.
Vervaardiging: "Construida por Don Vicente Tofiùo de S. Miguel, Director de las Academias de guardas marinas."
Alle kusten van het schiereiland en het westelijk bekken der Middellandsche zee tot en met Sardinië en Corsica.
Vervaardiging: "Construida en la Direccion hidrografica, Madrid."
Identiek met no. 52.
Vervaardiging: Uitgegeven door de Wed. G. Hulst van Keulen, Amsterdam.
Vervaardiging: "Geopserveert int jaer anno opt tslans oorlighschp t Hof te Reene bij mij Cornelis Woutersz. Backer".
Verwerving: Schenking Vinkhuyzen, zie Verslag 1872 blz. 4.
Vervaardiging: "Construida en la Direccion Hidrografica per Don Vicente Tofiùo de San Miguelo Madrid Aùo 1807".
Vervaardiging: "Construida por el Brigadier Don Vicente Tofiùo de San Miguel, director de las Academias de guardas marinas".
Vervaardiging: "Dressée au dépôt des cartes et plans de la Marine d'après les plans levés en 1777 et 1778, publiée en 1792".
Verwerving: Schenking Wolterbeek Muller? Zie Verslag 1878 blz. 4.
Vervaardiging: "Levé et dessiné par le directeur des travaux du port Dieudonné H. Garella". Lithographie de Desmaryl.
Vervaardiging: "Par Berthelot, professeur d'hydrographie" te Marseille.
Komt overeen met Nos. 64 en 66.
Vervaardiging: "Construida en la Direccion hidrografica, Madrid".
Komt overeen met Nos. 63 en 66.
Vervaardiging: "Construida en la Direccion hidrografica, Madrid"
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Joannes van Keulen, opgesteld door G. van Keulen".
Komt overeen met Nos. 63 en 64.
Vervaardiging: uitgegeven door de Wed. G. Hulst van Keulen, Amsterdam.
Komt overeen met No. 68.
Vervaardiging: "Construida por el Brigadier de Marina Giuliano, en la Direccion hidrografica", Madrid.
Vervaardiging: Vermoedelijk Hulst van Keulen.
Is een veel verbeterde uitgave van 4.VEL inv.nr. 92.
Vervaardiging: "Volgens de nieuwste astronomische observatiën door Joan van Woensel, Schout bij Nacht in dienst der Bataafsche Republiek "
Vervaardiging: "Construida por Don José de Espinosa, gefe de esquadra de la Real armada, por la Direccion hidrografica, Madrid".
Vervaardiging: "Dressée par le Sieur Berthelot, hydrographe de la ville de Marseille".
Vervaardiging: Vermoedelijk van Keulen.
Vervaardiging: "Dressée au Dépôt général des cartes, plans et journaux de la Marine et publiée par ordre duMinistre pour le service des vaisseaux Français en 1786, 8me édition revue et corrigée en 1806".
Duplicaat van 4.VEL inv.nr. 94. Met een reistrek in rood krijt van West-Indië naar het Kanaal.
Vervaardiging: "Tot Amsterdam bij Joannes van Keulen".
Berust op kaart 4.VEL inv.nr. 99 en komt niet voor in den kaarteninventaris der firma Van Keulen, bewerkt door den heer Bom.
Vervaardiging: "Gevolgd naar de observatiën van Borda, Pingré. Fleurieu en anderen"; Uitgegeven "onder opzicht van de Commissarissen tot de zaken het bepalen der lengte op zee en de verbetering der zeekaarten betreffende", door de Wed. G. Hulst van Keulen, Amsterdam".
Vervaardiging: "Drawn by J.W. Norie".
Vervaardiging: "By John Purdy". Uitgegeven door Richard H. Laurie, London.
Vervaardiging: "Te Amsterdam bij G. Hulst van Keulen".
Komt voor in deel II van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Johannis van Keulen".
Komt voor in deel II van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t'Amsterdam bij Johannes van Keulen".
Komt voor in deel II van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Johannes van Keulen".
Komt voor in deel II van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Johannus van Keulen".
Duplicaat van 4.VEL inv.nr. 117.
Vervaardiging: "Zijnde naar de nieuwste ondervinding van ervaaren zeelieden bijeengebragt en in 't ligt gegeeven te Amsterdam door Joannes van Keulen".
Gefacsimileerd in
Zeer sterk verkleurd.
Vervaardiging: "J. Koning sculpsit".
Verwerving: Achterop: "Dept voor de Koloniën No. 281".
Duplicaat van 4.VEL inv.nr. 131. Komt voor in deel V van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Joannes van Keulen".
Gefacsimileerd in
Zie een gedrukte kaart van deze rivier in de verzameling van het Departement van Marine.
Vervaardiging: "Bij mij Jan Cristoffels anno 1638."
Zie 4.VEL inv.nr. 132. Komt voor in deel V van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "t' Amsterdam bij Joannes van Keulen".
Zie ook aenm. 1894.
Vervaardiging: "Te Amsterdam bij Johannes van Keulen".
Gefacsimileerd in
Aanteekening op de kaart: " hier is de Galei Saeramon verongelukt".
Vervaardiging: "Tot Amsterdam bij Gerard van Keulen".
Gefacsimileerd in
Zeekaart in doubletvorm, met tal van loodingen op het Kaapsche Rif.
Vervaardiging: Vermoedelijk van de firma van Keulen.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Dressé en 1793 par le Chevalier Duminy, Cape de Vaisseaux et dont il a pris possession par ordre de Leurs Excellences les Commissaires Généraux S.C. Nederburgh et S.H. Frykenius au nom des Etats Généraux et de la Noble Compagnie d'Hollande".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Dressé en 1793 par le Chevalier Duminy, Cape de Vaisseaux et dont il a pris possession par ordre de Leurs Excellences les Commissaires Généraux S.C. Nederburgh et S.H. Frykenius au nom des Etats Généraux et de la Noble Compagnie d'Hollande".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Dressé en 1793 par le Chevalier Duminy, Cape de Vaisseaux et dont il a pris possession par ordre de Leurs Excellences les Commissaires Généraux S.C. Nederburgh et S.H. Frykenius au nom des Etats Généraux et de la Noble Compagnie d'Hollande".
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gemerkt met het merk van de Kamer Zeeland der O.I. Compagnie.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Carel David Wentzel fecit".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Ingevolge het gehouden journaal van den stuurman Pieter Theodore de la Fayolle".
Vervaardiging: "By the officers of H.M. Leven and Barracouta under the direction of Capt. W.F.W. Owen R.N. 1825". "Published according to act of Parliament at the Hydrographical Office, Admiralty".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Onderteekend: "Cornelis Heeremans".
Gefacsimileerd in
Zeekaart van benoorden Malinde tot Ponta das Padras in doubletvorm. Op de kaart een aanteekening: "Icy se perdit le Gallion de St. Tjago".
Vervaardiging: "Vermoedelijk van de firma van Keulen.
Vermoedelijk vervaardigd op het jacht Voorhout, dat in de tweede helft van
Gefacsimileerd in
Schenking Persijn, zie Verslag 1874 blz. 2. Op de achterzijde een aanteekening van Leupe: "Julij 1874 van den Heer Persijn uit de nagelaten papieren van Pieter Ketting, Commissaris Generaal van Suratte 1695".
Aanteekeningen op de kaart: "Schouten Eil. 1756; Hogersmilde ontdekt 1749; Cubele gepeild op 't schip Elisabeth 1728".
Gefacsimileerd in
Aanwinsten 112.
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 108. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 11).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: "Vermoedelijk van de firma van Keulen."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 109. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 13).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: "Vermoedelijk van de firma van Keulen."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 110. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 12).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: "Vermoedelijk van de firma van Keulen."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 111. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 10).
Gefacsimileerd in
Zie Versl. 1880 blz. 4.
Verwerving: Achterop: Schenking "Departement voor de Koloniën no. 403".
Gefacsimileerd in
Met een uitgewerkte voorstelling van de ligging der factorijen op de zuidkust van Voor-Indie en de noordkust van Ceilon.
Gemerkt met het merk van de Kamer Amsterdam der O.I. Compagnie 1778.
Verwerving: Schenking Wolterbeek, zie Verslag 1872, blz. 3.
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Dep. v. Kolonien, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 116. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 8).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: "Vermoedelijk van de firma van Keulen."
Verwerving: Schenking Dep. v. Kolonien, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 117. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 9).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Dep. v. Kolonien, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 118. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 14).
Vervaardiging: "Werd in twee stukswijse afteekeningen onder alle eerbied opgedragen aan den E.Hr en Mr Abraham Alewijn Abrahamsz. tweede Advocaet, lid van de Secreete commissie der Doorlugtige Nederlandsche Oost-Indische Maatschappij, van sijn altoos verpligte dinaar Jan de Koninck, oudschipper ten dienste der voorsz. Comp. sijnde een vrugt sijner bedieninge, daer gehad hebbende commissi en examinatie over de gesteldhede der voorsz. rivier in den jaaren 1721 en 1722 bij drie diverse bekruijsinge verrigt."
Verwerving: Aangekocht van den boekhandelaar J.W. van Leeuwen, 1882.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aangekocht van den boekhandelaar J.W. van Leeuwen, 1882.
Bevat ook:
Schaal 1 : 555.525.
Schaal 1 : 246.900.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Gemaakt door mijn Jan de Waal A.o 1755".
Komt voor in deel VI van den "Zeefakkel".
Vervaardiging: "Te Amsterdam bij Joannes van Keulen."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Compiled from various surveys by Captns D. Ross and J. Crawford Bombay Marine, Lieut. Roe R.N. etc. etc. Published according to act of Parliament at the Hydrographical Office of the Admirality. J. and C. Walker sculpt. 1825"
Vervaardiging: "From the surveys of Captain D. Ross Surveyor General and Mr I.A. Douglas Master of H.M.S. Boadicea 1825. Published according to act of Parliament at the Hydrographical Office of the Admiralty. J. and C. Walker sculpt."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Op order van den Wel Edele Gestrenge Heer I.O. Vaillant Capitein ter zee opgenoomen en zaamengesteld door A.C. Twent Lieut. ter zee."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "By James Franklin, Capt. ... Bengal Army, assisted by F.C. Bernard Esq."
In tegenstelling tot hetgeen in de originele beschrijving staat opgenomen, handelt het hier niet om één kaart met drie bijbladen ('Met drie constructieblaadjes als bijlagen'), maar om één geheel. Ten tijde van de beschrijving door l'Honoré Naber had de lijm, waarmee een deel van de bladen waaruit de kaart is samengesteld aan elkaar geplakt waren, losgelaten. De vier bladen werden als inv.nrs. 127A t/m 127D beschreven. Voor een tentoonstelling werd de kaart in 2019 weer tot één geheel gerestaureerd. Vanaf dat moment wordt het inv.nr. 127 gehanteerd voor dit object.
Gefacsimileerd in
M.G. van Keulen
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Gedaen ter ordere van d'E. Heer Pieter van Hoorn Raet Extraordinaris van India, expres ambassadeur aen den Keijser van China door Cornelis Vischbee anno 1667".
Verwerving: Aanwinsten 1870, zie Verslag blz. 3.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Jasper Gentet Batavia April de 3e 1739".
Gefacsimileerd in
Hierop aangeteekend de zéér verschillende koerslijnen der schepen Nieu Delft en Castercom, van Siam naar Batavia, resp. in December 1643 en Januari 1644.
Vervaardiging: "Jasper Gentet Batavia April de 3e 1739".
Gefacsimileerd in
Nagenoeg gelijk aan 4.VEL inv.nr. 291. Bij een klip aangeteekend: "alhier is het jacht Uijtrecht Anno 1654 verongeluckt".
Vervaardiging: In de kompasroos staat: "1658 J.N.".
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866, blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 133. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 3).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866, blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 134. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 4).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: In de kompasroos staat: "1658 J.N.".
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866, blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 135. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 5).
Gefacsimileerd in
Hoogst belangrijke kaart, een overzicht gevende van de verschillen bevonden bij gegevens van vroegere datums.
Vervaardiging: "Verclaert tselve volgens 't dachregister geteeckent te zijn: Aerent Diercksz; als getuijghen Bastiaen Bardoen, Js. Gilsemans."
Verwerving: Aanteekening van Leupe op de achterzijde der kaart: "Deze kaart is aan het Rijksarchief teruggekomen door de welwillendheid van de erfgenamen van Prins Hendrik der Nederlanden. Zij kwam voor op de auctie Van Stockum Nov. 1880 no. 3985 toen Z.E. door mij opmerkzaam gemaakt werd dat de kaart aan het R.A. behoorde." Achterop: no. 20. Blijkbaar afkomstig uit de Overgekomen brieven en papieren uit Indië.
Het origineel berust volgens een aanteekening van Leupte in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht.
Vervaardiging: "Actum Batavia Ady 1 September a.o 1644, was onder teijckent: Abel Tasman."
Verwerving: Schenking Baudet, zie Verslag 1868 blz. 3.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Getekend door D.F. Solzman anno 1811 en in groter bestek overgebragt door den Luitenant ter zee W.L. van Guericke anno 1822."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Departement van Kolonien, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 139. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 2).
Gefacsimileerd in
VOC 1098, folio 229
Verwerving: Uit Overgekomen brieven en papieren 1630, 2e boek.
Gefacsimileerd in
VOC 1098, folio 230
Verwerving: Uit Overgekomen brieven en papieren 1630, 2e boek.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Waarschijnlijk behoorende tot Overgekomen brieven en papieren.
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 142. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 7).
Gefacsimileerd in
Te vinden in het journaal van Michiel Gerritsz Boos.
Vervaardiging: "Getekend door D.F. Solzman anno 1811 en in groter bestek overgebragt door den Luitenant ter zee W.L. van Guericke anno 1822."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 143. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 6).
"Naar gelijktijdige teekening op perkament van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschap op 1/2 der grootte".
Collegezaal.
negatief [...]zig
Zie reproduktie Atlas van de grote [...] studiezaal
Vervaardiging: "'t Amsterdam gedruckt bij Huijch Allardt inde Kalverstraat inde Wereldkaart." Ongedateerd, doch blijkens de opdracht aan Burgemeesteren van Amsterdam uitgegeven in 1652.
Vervaardiging: "Per Nicolaum Visscher".
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 313 en 4.VELH inv.nrs. 148, 149 en 150.
Vervaardiging: gemerkt: "1674 bij Joan Jansz Blaeu".
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 313 en 4.VELH inv.nrs. 147, 149 en 150.
Vervaardiging: gemerkt: "1736 t' Amsterdam bij Isaak de Graaf" (met bestekken van 1740).
Met bestekken van 1741 . Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 313 en 4.VELH inv.nrs. 147, 148 en 150.
Gemerkt aan de achterzijde: "Oost Indijen 75". Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 313 en 4.VELH inv.nrs. 147, 148 en 149.
Zie 4.VEL inv.nr. 311.
Vervaardiging: "Eerbiedig opgedragen aan Zijne Allerdoorlugtigste Hoogheid den Heere Willem Karel Hendrik Friso, Prince van Oranje en Nassau enz. door Joannes van Keulen."
Vervaardiging: "Uitgegeven onder opzigt der Commissie voor het verbeteren der zeekaarten, te Amsterdam bij de Wed. Gerard Hulst van Keulen, 1828." "J.A. Cancrin sculpsit."
Verwerving: Aankoop Nijhoff, zie Verslag 1873 blz. 3.
Gemerkt met het merk van de Kamer Amsterdam der O.I. Compagnie. Op de kaart de volgende aanteekeningen: "alhier 't wrak van Ravensteijn"; Op 6º 30': "hier is 't schip de Blooy west door de Maldives gezeild"; Op 1º 40': "hier 't schip de Blooy weder gepasseert" . Zie 4.VEL inv.nr. 234.
Gefacsimileerd in
Op de kaart een aanteekening: "de begraafplaats van 't schip de Burgh van Leijden".
Vervaardiging: "Uitgegeven onder opzigt der Commissie voor het verbeteren der zeekaarten, te Amsterdam bij de Wed. Gerard Hulst van Keulen, 1828." "J.A. Cancrin sculpsit."
Beide banden zijn in 2007 uit conservatie-overwegingen uiteengenomen. De banden, het voorwerk en de kaartbladen zijn hierbij apart genummerd en individueel geborgen.
Vóór in het eerste deel bevindt zich de volgende aanteekening van Melvill van Carnbee: "Uit het Indisch naamboek van 1767 is mij gebleken dat Gerrit de Haan toen was capitein-luitenant ter zee en baas kaartenmaker; tevens dat hij capitein-luitenant reeds was sedert 1752 en kaartenmaker sedert 1747. In het Indisch naamboek van ultimo December 1768 vind ik de Haan ook nog als capitein-luitenant doch in het Indisch naamboek van ultimo December 1769 niet meer, maar hem op de lijst der personen, die met de retourschepen van 1769 naar Nederland vertrokken zijn of nog te vertrekken staan. Als kaartenmaker vind ik in dat jaar vermeld: Klaas de Lous opperstuurman. In het naamboek van 1773 komt als kaartenmaker voor: Wigle Sicma, die onder de zee-officieren vermeld staat als schipper sedert 1772. Zeker is dat Gerrit de Haan van 1747 tot 1769 baas-kaartenmaker was te Batavia en dat hij als zoodanig is opgevolgd door Klaas de Lous".
Vervaardiging: Het eerste deel is geteekend: "Me fecit G.D. Haan 1760". Sommige kaarten zijn geteekend: "Accordeert met 't origineel 1759, Ohdem".
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Het tweede deel is geteekend: "Naar de nieuwste bevindinge te zamen gestelt door G. de Haan, Batavia den ... Februarij 1761". Voor kaart 24 van deel II fungeert de kaart van Van Keulen (zie 4.VEL inv.nr. 311 ).
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 346 en 4.VELH inv.nrs. 158 en 159.
Verwerving: gemerkt met het monogram van de Kamer Zeeland der Oost-Indische Compagnie.
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 346 en 4.VELH inv.nrs. 157 en 159.
Vervaardiging: gemerkt: "t' Amsterdam bij Joan Janz. Blaeu".
Met aantekening: "Huijs te Kleef verongelukt 1 Sept. 1684", zij dateert dus van omstreeks dien tijd. Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 346 en 4.VELH inv.nrs. 157 en 158.
Zie 4.VEL inv.nr. 347.
Vervaardiging: "J. van Jagen sculpsit".
Verwerving: Een der beide exemplaren afkomstig uit Verzameling Schneither Aanw. 1876.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Bij Johan Blaeu".
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 352 en 4.VELH inv.nrs. 165, 166 en 167.
Vervaardiging: gemerkt: "t' Amsterdam bij Isaak de Graaf 1735".
Gefacsimileerd in
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 352 en 4.VELH inv.nrs. 164, 166 en 167.
Vervaardiging: gemerkt: "t' Amsterdam bij Isaak de Graaf 1737".
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 352 en 4.VELH inv.nrs. 164, 165 en 167.
Verwerving: gemerkt met het merk van de kamer Zeeland der O.I. Compagnie.
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 352 en 4.VELH inv.nrs. 164, 165 en 166.
Verwerving: gemerkt met het merk van de kamer Zeeland der O.I. Compagnie.
Komen overeen met 4.VEL inv.nr. 352.
Verwerving: Aangekocht bij C. van Doorn en Zn., 1883.
Komt overeen met 4.VEL inv.nr. 261.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenomen met Z.M. brik Irene onder kommando van den kapitein-luitenant E. Lucas, gedurende deszelfs station in de wateren van Malacca".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Schenking Departement van Kolonien, zie Verslag 1866 blz. 1.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 172. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 112 (daarin: kaart 1).
Vervaardiging: "By J.W. Burslem."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: gemerkt: "t' Amsterdam bij Isaac de Graaf 1711"
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 356 en 4.VELH inv.nrs. 176 en 177.
Vervaardiging: gemerkt: "t' Amsterdam bij Isaak de Graaf 1728".
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 356 en 4.VELH inv.nrs. 175 en 177.
Gemerkt met het merk van de Kamer Zeeland der O.I. Compagnie.
Zie voor vergelijkbare kaarten 4.VEL inv.nr. 356 en 4.VELH inv.nrs. 175 en 176.
Met kartons voorstellende: 1º "de rheede van Batavia volgens den opnaam van den jaare 1810",
2º "de Meeuwenbaaij en het Meeuweneijland",
3º "de Zutphensche eijlanden en de Wilsonsbaai met het gedeelte der kust Sumatra geleegen tusschen de Ferkenspunt en het Noordereijland".
Vervaardiging: "Volgens de meetingen door den teekenaar verrigt in den jaare 1810 (en) volgens de beste zeekaarten overgenoomen en te zaamgesteld door J.T. Busscher".
Verwerving: Aanwinsten 1881.
Bijgewerkt tot 1877.
Vervaardiging: "d' Après les travaux exécutés en 1851 par le Com. W. Fell de la Marine des Indes, Dépot des Cartes et Plans de la Marine, 1873. Gravé par Naudin".
Gefacsimileerd in
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870 blz. 3.
Achterop: "Palembang anno 1707".
Verwerving: Uit de Overgekomen brieven en papieren der Kamer Amsterdam 1709, 2e boek.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Volgens een aanteekening van den Minister van Koloniën Baud: "kaart van Palembang gemaakt door Sultan Nayan Oedin".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: Geteekend door A. Tassin.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Voetmatig opgenomen door den luitenant De Stuers, gecopieerd naar het origineel door J.J. Vioget Dir. van de Genie".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen door P. Lecomte". Lithographie van Desguerrois en Co., Amsterdam.
Vervaardiging: "Gecopieerd door J. Vioget directeur van de Genie".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Duplicaat van 4.VEL inv.nr. 367.
Vervaardiging: "Behoorende bij de Bataviasche courant van den 14en Julij 1821 no 28".
Vervaardiging: "Naar diverse kaarten door J.B.A. Tassin Anno 1825."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870, blz. 3.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 198.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 198*.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend naar het pijlcompas in Wintermaand 1810, en in Slagtmaand 1810".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870, blz. 3.
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870, blz. 3.
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870, blz. 3.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Op de achterzijde de volgende aanteekening van Leupe: "uit de vertooning van eijlanden, custen, havens en baijen in Anno 1757 door den Capt. W. v. Schilde en Schipp. P. Hoogendorp".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Te zamengesteld op last van den Schout bij Nacht J.F.D. Bouricius door den luitenant ter zee A.J. Edeling, Batavia 1857." Lith. C.A. Oehler. Uitgegeven door de Commissie tot verbetering der Indische zeekaarten.
Verwerving: Schenking de Sturler, zie Verslag 1870, blz. 3.
Vervaardiging: "Opgenoomen op ordre van de Wel Edele Gestrenge heeren Vailland, Verheul, en Grevenstein, Comissarissen-Militair enz. enz. door de luijtenants ter zee Buijskes en Twent anno 1791."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen in het jaar 1820 door de officieren van Z.M. brik Irene."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen en zamengesteld door G. Muller."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgemaakte door M.Francis, den Commissaris van Borneo Mr. J.H. Tobias op zijne reize door het zelve in de maanden Januarij en Februarij anno 1822 hebbende verzeld."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Edente Hadriano Relando." Uitgegeven door Gerard van Keulen te Amsterdam, zie deel VI van diens Zeefakkel.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 213*.
Verwerving: Schenking Snouckaert van Schnauburg, zie Verslag 1880 blz. 4.
Vervaardiging: "Opgenomen in 1837 door Z.M. korvet Castor en schoener Krokodil onder kommando van den kapitein-luitenant ter zee F.H. Ampt en door Z.M. brik de Panter onder kommando van den kapitein-luitenant ter zee H.J. de Vriese in Julij 1840." Uitgegeven door de Commissie tot verbetering der zeekaarten te Batavia, 1840. Geteekend door J. Schnell.
Exh. 16 maart 1841 no. 36
Verwerving: Uit Overgekomen brieven en papieren der Kamer Amsterdam 1736, 5e boek, fol. 2172.
Vervaardiging: "Opgemaakt en gesloten door den adjunct-hoofdinspecteur van den Waterstaat J. Tromp, Batavia den 31 Dec. 1825." "Geteekend door J.C. Bernhoff. January 1826".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen op last van den heere hoofd-inspecteur van den Waterstaat door den inspecteur van den Waterstaat in de 1e Afdeeling, geteekend den 27 Mei 1823 door den landmeter J. Vermandelen."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: Opgemaakt door den adjunct-inspecteur van den Waterstraat J. Tromp.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen door het Etat-Major van Z.M. koloniale brik Dourga en den luitenant de Perez. A.L.W. fecit."
Vervaardiging: "Den opneem is geschied door den luitenant ter zee en derde informator in het marineschool H.P.D. Kortzius enz. zijnde met den opneemen begonnen primo Junij en geijndigd ultimo November van hetzelfde jaar."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Gecopieerd naar een origineel in 't marieneschool te Samarang den 8 April anno 1806 door den jongeling E.G. Vodegel."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Den opneem is geschied door den luitenant ter zee en derde informator in het marineschool H.P.D. Cortius enz., zijnde met den opneem begonnen primo Maart en geeijndigt ultimo Meij van hetzelfde jaar."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Gecopijeerd naar een copij van 't origineel van den vuurwerker L. Lorieaux."
Vervaardiging: "13 Junij ao.1803 gecopieerd naar een copij van 't origineele van den vuurwerker Lorieaux."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenoomen door den ld. mr. d' Jouvency en in een kleinder bestek overgebragt door den eersten luitenant en tweeden informateur van het marineschool J.T. Busscher."
Verwerving: Aanwinsten 1881.
Vervaardiging: "Surveyed by H. Moor, acting 1st Lieut. of H.M.S. Hobart."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Eigenlijk een zeekaart van de Spermunde-groep.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "J. Olivier delineavit."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Volgens de laatste observatiën te zamengesteld door A.L. Weddik, cadet ter zee, dessinateur bij het Indiesch depôt".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Van vóór 1770 aangezien de Torresstraat hierop nog niet is aangeduid en het bestaan dier straat eerst omstreeks dien tijd algemeen bekend werd.
Gefacsimileerd in
Aanteekening op de kaart "Schip Nieuwerkerk verongelukt" (1748).
De bladen 1 en 2 ontbreken
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Met een aantal landverkenningen.
Vervaardiging: "Gecompileerd op het hydrographisch bureau te Batavia." J. Smulders en Co lith.
Behoort bij Bijdragen Taal, Landen en Volkenkunde van Ned. Indië, 4e volgreeks, deel 7.
Vervaardiging: "Door Mr. S.C.J.W. van Musschenbroek 1883." W.J. van der Velde lith.
Vervaardiging: "I. Tromp fecit"
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Uit andere kaarten met bijvoeging van eenige verbeteringen overgenomen door de kapitein-ingenieur W. Brouwer."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
In Overgekomen brieven en papieren der Kamer Amsterdam 1636, 2e boek fol. 412.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 244. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1118 (daarin: tussen fols. 411 en 412).
Reproductie uit 1876 van een Portugese kaart, door admiraal van Heemskerk in 1602 gevonden in een Portugese caraque, als bijlage toegevoegd aan
Vervaardiging: "Anno Domini 1601, auctore Emmanuele Godinho di Eredia."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Zamengesteld en geteekend door A. Guyot oud-mailbootgezagvoerder in den O.I. archipel enz. in vervolg der door hem vervaardigde kaart van de Banda-eilanden groep (1871). A. Guyot fecit 1873 Aug. 17". J. Smulders lith.
Verwerving: Schenking Smulders 1875, zie Verslag 1875 blz. 2.
De aangeduide diepten naar peilingen van den luitenant te zee A.A. Buijskes.
Vervaardiging: "Copie conform het origineel: de kolonel direkteur van het Archief van Oorlog en Topographisch Bureau M.J. de Man."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Zie de reizen naar Ned. Nieuw Guinea uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indië, no 1.
Vervaardiging: "Volgens de opname van Z.M. stoomschip Soerabaja met de koerslijn van dien bodem Nov. 1875 - Maart 1876." Het karton volgens de opname van het Duitsche oorlogschip Gazelle in 1874 en volgens Maccluer. Uitg. S. Landhout en Co. te 's Gravenhage.
Verwerving: Schenking Robidé van der Aa, zie Verslag 1877 blz. 4.
Zie de reizen naar Ned. Nieuw Guinea uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indië, no 2.
Vervaardiging: "Door den luitenant ter zee J.A. Waldeck." Uitg. S. Lankhout te 's Gravenhage.
Vervaardiging: "Secondo i rilievi di Odoardo Beccari 1875, del Geelvinck, di Duperrey, Durmont d'Urville ecc., costrutta e disegnata da Guido Cora." (Tavola III uit de "Cosmos di Guido Cora, 1875.") Lith. fratelli Doyen.
Verwerving: Schenking Rosenberg, zie Verslag 1875 blz. 2.
Vervaardiging: "Secondo i rilievi originali di Lovera, Cerrutti, Beccari e le esplorazioni anteriori costrutta e disegnata da Guido Cora." (Tavola II uit de "Cosmos di Guido Cora 1875.") Lith. Giordana e Salussolia.
Verwerving: Schenking Rosenberg, zie Verslag 1875 blz. 2.
Vervaardiging: Uitgegeven van wege het India Office, Geographical Department.
Verwerving: Schenking Rosenberg, zie Verslag 1876 blz. 6.
Recto- en verso-zijde gefacsimileerd in
Te vinden in kol. Aanw. 1e afd. (no 240).
Aanw. 1886 B XV.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 254. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 320. Zie voor het Journaal van Tasmans reis van 1642-1643 toegang 1.11.01.01 inv.nr. 121.
Gefacsimileerd in
In de Annotatiën van Buchelius (Kol. Aanw. no 212B). Zie hierover J. Franklin Jameson, Narratives of New Netherland, p. IX.
Verwerving: Schenking van het Rijksarchief te Utrecht, zie Verslag 1882 blz. 2.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 255. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 256 (daarin: fol. 126).
Vervaardiging: "Opgenoomen door den capitein H. Hofmeer van den 20 tot 24 Maart 1803."
Verwerving: "Bijlage Missive Commandeur Binckes aan den Raadpensionaris Fagel 23 April 1677."
Een licht afwijkende variant in archief Fagel 3.01.18 inv.nr. 118 (daarin: stuk R112, missive Binckes aan Fagel dd 23 april 1677).
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Efter de sednaste observationer af Samuel Fahlberg, Graverad af E. Akerland."
Achterop gemerkt: "Register 25, Deel I, folio 118".
Behoort bij Tijdschrift Aardr. Gen. Jaargang I.
Vervaardiging: "Volgens de opname van A.H. Bisschop Grevelink." Uitgegeven bij C.F. Stemler, Amsterdam.
Verwerving: Schenking Blommendaal, zie Verslag 1874 bl. 2.
Vervaardiging: "Ontworpen ingevolge de memorie sub litt. B en naagedaane locaale inspectie en bevindinge geconcerteerd door J.G. Wichers' Frederici, J.G.R. Böhm, J.H. Hottinger luitenant-ingenieur, A. Kikkert luitenant ter zee."
Vervaardiging: "Fait par Wollant, lieutenant d'artillerie."
Achterop gemerkt: "Register 14, Deel I, folio 69".
Vervaardiging: Geteekend door C. v. Heeneman.
Verwerving: "Bijlage missive 16 Maart 1776."
Gefacsimileerd in
Achterop gemerkt: "No 8b, Register 15, deel I, folio 75".
Een gelijk exemplaar is aanwezig als 4.VEL inv.nr. 2082.
Gemerkt: "Dépôt des cartes, plans etc. de la Marine".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Geteekend door C. v. Heeneman.
Vervaardiging: "According to an original draught by H. Moll geographer."
Gefacsimileerd in
Verwerving: Door de gemeente Vlissingen gedeponeerd in het Rijksarchief in Januari 1874.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Verzameling van 53 kopergravures, afkomstig uit een atlas die de 13 delen
De dertien delen
De nummers I t/m XI behoren tot Cooks eerste reis (1768-1771); de nummers XII* t/m XXV* tot zijn tweede (1772-1775) en de nummers XXVI** t/m LI** tot de derde reis (1776-1780)
Sculpt. apud I.S. Klauber Aug. Vind.
Sculpt. apud I.S. Klauber Aug. Vind.
C. van Baarsel omn. sculp.
C. van Baarsel sculps.
C. van Baarsel, omn sculps.
Inzet: Pickersgill Haven
Inzet: Resolutie Baai of Port Madre de Dios
Inzet: Nieuw Jaars Eilanden en een gedeelte van Staten Land
C. van Baarsel sculps.
Nummer toegekend op basis van een gebonden exemplaar van de atlas in de Koninklijke Bibliotheek (KW 190 A 14)
Inzet: Eilanden door den Hr. Marion du Fresne ontdekt in 1772 door Cook in 1776. Prins Eduards Eilanden genaamd
C. van Baarsel, sculp.
C. van Baarsel, sculp.
Inzet: Kaart van de Karakakooa Baai, 1779
C. van Baarsel, Sculp.
Inzet: Kaart van de St. Pieter en St. Paulus Haven opgenoomen door Will. Bligh stuurman van de Resolutie
Inzet: Gezigt van het Eiland Suffren
Verwerving: Op de achterzijde: "no 28". (Uit oud Loketkas der Staten Generaal Kaarten nr. 28)
Vervaardiging: Uitgegeven door de Erven Homan te Neurenberg.
Vervaardiging: "Geometrically surveyed by the royal engineers and digested by L.S. de la Rochette", 1780. Uitgegeven door William Faden, Londen 1780.
Vervaardiging: "Nach den vorzüglichsten Hülfsmitteln und den neusten Reisebeschreibungen entworfen und gezeichnet von Friedrich Wilhelm Streit Kön. Preusischen Hauptmann der Artillerie." "Nürnberg bei Friedrich Campe".
Gemerkt AA en achterop: "Departement voor de Koloniën no 299".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.
Gemerkt: "Departement voor de Koloniën no 299".
Vervaardiging: Gegraveerd door A.L. Zeelander.
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Opschrift: "Ad Exh. 17 Junij 1830 no 14/A". Gemerkt: "Departement voor de Koloniën no 326".
Vervaardiging: Vervaardigd door den adelborst C.F. Gevers in Maart - Mei 1830.
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gefacsimileerd in
Gemerkt: B en achterop: "Departement voor de Koloniën no 297".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gefacsimileerd in
Gemerkt: C en achterop: "Departement voor de Koloniën no 298".
Vervaardiging: Vervaardigd door den adelborst C.F. Gevers in Maart - Mei 1830.?
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Departement voor de Koloniën no 435".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vice-gouverneur van Ahanta H. Varlet".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gefacsimileerd in
Gemerkt A en achterop: "Departement voor de Koloniën no 432".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vice-gouverneur van Ahanta H. Varlet".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Departement voor de Koloniën no 432".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vice-gouverneur van Ahanta H. Varlet".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt O en achterop: "Departement voor de Koloniën no 433".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vice-gouverneur van Ahanta H. Varlet".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt BB en achterop: "Departement voor de Koloniën no 304".
Gefacsimileerd in
Gemerkt G en achterop: "Departement voor de Koloniën no 300".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vice-gouverneur van Ahanta H. Varlet".?
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Relatief verbaal 12 Mei 1828 L. B en I. N
110k/27m Geheim. Bijlage no 5. Departement voor de Koloniën no 537".
Vervaardiging: Geteekend door Abr. Ruhle.
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Ad Exh. 17 Juni 1830 no 14/A. Departement voor de Koloniën no 322".
Vervaardiging: "Op order van den kapitein ter zee etc. E. Lucas opgenomen en geteekent door den luitenant ter zee 2e klasse P. Bruining."
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Ad Exh. 17 Juni 1830 no 14/A. Departement voor de Koloniën no 325".
Vervaardiging: "C.F. Gevers adelborst 1e kl. delin. April 1830."
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Ad Exh. 1830 no 14/A. Departement voor de Koloniën no 324".
Vervaardiging: "C.F. Gevers adelborst 1e kl. delin. April 1830."
Achterop: "Add Exh. 17 Juni 1830 no 14/A. Departement voor de Koloniën no 338".
Vervaardiging: "Geteekend in 1829 door den adelborst der 1e klasse H.W.A. van Rappard, naar een plan van den luitenant-kolonel kommandeur ridder F. Last."
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt N en achterop: "Departement voor de Koloniën no 301".
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt DD en achterop: "Departement voor de Koloniën no 305".
Vervaardiging: "Geteekend in 1829 door den adelborst der 1e klasse H.W.A. van Rappard, naar een plan van den luitenant-kolonel kommandeur ridder F. Last."?
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt EE en achterop: "Departement voor de Koloniën no 306".
Vervaardiging: "Geteekend in 1829 door den adelborst der 1e klasse H.W.A. van Rappard, naar een plan van den luitenant-kolonel kommandeur ridder F. Last."?
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt R en achterop: "Departement voor de Koloniën no 302".
Vervaardiging: "Geteekend in 1829 door den adelborst der 1e klasse H.W.A. van Rappard, naar een plan van den luitenant-kolonel kommandeur ridder F. Last."?
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Achterop: "Departement voor de Koloniën no 437".
Vervaardiging: Onderteekend: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vicegouverneur van Ahanta H. Varlet."
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Gemerkt E en achterop: "Departement voor de Koloniën no 434".
Vervaardiging: "Boutry den 16 Februarij 1841, de prov. vicegouverneur van Ahanta H. Varlet."
Verwerving: Schenking Department van Koloniën? zie Verslag 1880 blz. 4.?
Vervaardiging: "Se trouve chez H.J. Jansen et Perronneau à Paris. Levaillant delin. Perrier sculp."
Gemerkt: "Register 11, Deel 1, folio 42".
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Te vinden in de Annotatiën van Buchelius (Kol. Aanw. no 212B).
Aanw. 1882 A VI 8.2.
Verwerving: Schenking van het Rijksarchief in Utrecht, zie Verslag 1882 blz. 2.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 321. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 256 (daarin: fol. 9V).
Vervaardiging: "Published according to Act of Parliament by J. Rennell F.R.S."
Gefacsimileerd in
Op de achterzijde eene aanteekening van Leupe "van de heer Persijn uit de nagelaten papieren van Pieter Ketting, Commissaris Generaal van Sonratt, 1695.
Verwerving: Schenking Persijn, zie Verslag 1874 blz. 2.
Vervaardiging: "Uitgegeven door den Heer Nic. Struijck Anno 1757, te Amsterdam bij K. van Tongerlo en F. Houttuin 1757."
Vervaardiging: "By Colin Mackenzie Pract. Engineer 1788, published according to Act of Parliament by Dalrymple, March 15th 1791" "J. Walker sculpsit, W. Harrison fecit."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Dressée sur les observations de Messieurs del 'Académie Royale des Sciences par le Sr de I'Isle; A Amsterdam chez Jean Covens et Corneille Mortier."
Te vinden in Kol. Aanwinsten no 206. Ie Afd Aanwinsten 1892 32A en 32B. Aanwinsten 598-599. Zie p. 63a-63b voor inhoudsopgave.
Vervaardiging: "Dewelke ter hooggevenereerde ordre van den Wel Edelen Achtbaren Heere Mr. Isaac Augustin Rumpf, Raad Extraordinair van Nederlants India gouverneur en directeur des opgemelden eijlants Ceijlon enz. met den resorte van dien, door d'ondervolgende persoonene met veele moeijte diligentie na voorgaande exacte meetinge seer accuratelijk sijn opgemaakt en welgemelde Sijn Edele overgegeven geworden, te weten: Johannes van Campen en Martinus Leusecam int Casteel Colombo den 20 October anno 1719."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.3
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Kol. Aanw. (nos 247 en 248) 1ste afdeling Aanwinsten 1880 no A II. VOC 210, 99. Aanwinsten 215
Vervaardigd door Baltus Jacobsz van Lier
Door den heer J.P.S. Farrod de Fellens te Maastricht aangeboden aan het Departement van Koloniën in December 1834, en door genoemd Departement geschonken aan het Rijksarchief, zie Verslag 1880 blz.3.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 329. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 215.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Achterop: "Departement voor Koloniën no 402.
Vervaardiging: "Opgemakt op ordre van den Ceijlon's Governeur Mr. Iman Willem Falck; ten papiere gebragt en gepresenteerden 26 Junij 1771 door J.L. Gurara, lutenant der artillerij enz. Kolombo den 22 Julij, anno 1771."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.4
Gefacsimileerd in
Achterop: "Departement voor Koloniën no 3.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.4
Gefacsimileerd in
Achterop: "Departement voor Koloniën no 3.
Vervaardiging: "Ter ordre van den Wel Edele Gestrenge enz. heer Willem Jacob van de Graaff, governuer en direckteur van het eijland Ceilon, gemeeten den 15 Junij 1793 door P.L. Herman, verklijnd en gecopieert den 25 Maart 1794 te Colombo (Copied from the original manuscript by Robt White)."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.4
Gefacsimileerd in
Achterop: "Departement voor Koloniën no 4.
Vervaardiging: "Gemeeten ter ordre van den Wel Edelen Gestrenge enz. Heer Willem Jacob van de Graaff ... afgaande gouvernuer van Ceijlon enz., door P.L. Herman in het jaar 1794, verkliend en gekopierd door mij ondergeteekende Kolombo den 12 Junij deses jaars (Copied from the original plan by Robt White)."
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.4
Gefacsimileerd in
Achterop: "Departement voor Koloniën no 400.
Vervaardiging: "Gemeeten ter ordre van den Wel Edele Gestrenge enz. heer Johan Gerard van Angelbeek ... gouvernuer enz. van het eijlant Ceylon enz. in 't jaar 1974 door P.L. Herman, Kolombo 20 October 1794."
HERKOMST DER KAARTEN: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1880 blz.4.
Gefacsimileerd in
Gravetten zijn afsluitingen.
Vervaardiging: C.C. Wohlfarth.
Gemerkt: "Depôt des cartes, plans et journaux de la marine."
Gefacsimileerd in
Gemerkt: "Depôt des cartes, plans et journaux de la marine."
Vervaardiging: C.C. Wohlfarth.
Gemerkt: "Depôt des cartes, plans et journaux de la marine."
Vervaardiging: C.C. Wohlfarth.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Bevat 12 Afbeeldingen:
Verwerving: Behoort blijkbaar tot de Overgekomen papieren van 1720 of 1721.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Door den ondergeteekenden majoor (Bischoff)."
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Door den ondergeteekenden majoor (Bischoff)."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright, Naval Office Trincomalie Febr. 20th 1815. Drawn by In.S. Wood December 1814."
Vervaardiging: "Copied at the Vepery Academy J. Brosst."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright, Naval Office Trincomalie February 20th 1815."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright, Naval Office Trincomalie February 20th 1815, Drawn by In. Wood February 1815."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright, Naval Office Trincomalie February 20th 1815, Drawn by In. Wood February 1815."
Vervaardiging: "Matthew Wellington, master shipwright, Naval Office Trincomalie February 20th 1815."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright, Naval Office Trincomalie February 20th 1815. Drawn by Inigo S. Wood December 1814."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright. Trincomale, November 21, 1813."
Vervaardiging: "Matthew Wellington master shipwright. Trincomale, November 21, 1813."
Achterop met potlood: "Trinkonomale"
Vervaardiging: "W.P. Bresler fecit"
Gefacsimileerd in
Te vinden in archief VOC, Overgekomen brieven en papieren van 1639, 2e boek; folio 599a.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 358; zie
Vervaardiging: "Was geteekend: M. Francis, daarna gecopieerd op het bureau der Directie van fortificatiën door den tekenaar Petermann"
Vervaardiging: "Geocopieerd naar de oorspronkelijke kaart van den heere William Marsden 1822."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Volgens inligtingen op last van den Commisaaris voor de zaken van Palembang en Banca W.H. Muntinghe door de voornaamste inlanders alhier gegeven; Palembang den - Juny 1818, de 2e kapitein ingenieur C. van der Wijck."
Verwerving: ...
Vervaardiging: "Bijlage van het rapport van den ambtenaar J.C. Reijnst van den 13e Januarij 1823."
Vervaardiging: "18 23/6 J.W."
Achterop met potlood van de hand van Schneither: "de aanteekeningen in potlood zijn van de hand van den Gen. Hubert de Stuers indertijd gezaghebber op Sumatra," en in inkt: "Aangeboden door den fungeerend resident van Benkoelen Verploegh 1825."
Vervaardiging: Geteekend door Heijligers.
Verwerving: ...
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Vervaardiging: Geteekend door Stroykens.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Vervaardiging: "Gecalqueerd door den korporaal (?) der sappeurs Jatti(?)."
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Vervaardiging: Geteekend door Stroykens
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Verwerving: Achterop: "Van den heer de Sturler 1877".
Vervaardiging: "Zamengesteld uit zeekaarten en opnamen van den heer M. Francis, ambtenaar van het Nederlands Gouvernement in kommissie in de Lampongs door J.A. du Bois, verkleind en geteekend naar het origineel door J. Vioget 16 Meij 1820."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Zamengesteld door J.A. Du Bois uit zeekaarten en opnamen gedaan zedert het jaar 1818 tot 1824 door de heeren Reijnst, resident van Palembang, Sturler en Francis, ambtenaren aldaar, de heer Twent 1e luitenant adjudant bij de 19e afdeeling nationale infanterie en den heer Lelièvre, assistent-resident van Bantam voor de Lampongs, Januarij 1824."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Zie de beide voorgaande nummers.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Verwerving: Aanwinsten 1876. Verzameling Schneither.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Gemerkt: "1820 Exh. no 363".
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Vervaardiging: "Opgenomen en geteekend door Joukes, October 1839." "Geteekend door den korporaal der sappeurs Jatti."
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Vervaardiging: "Door J.M. Joukes 1840"
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz.3.
Vervaardiging: "Door M. Francis in 1825"
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870.
Achterop potloodaanteekening van Leupe: "Later fort van der Capellen, Padangsche bovenlanden."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Achterop met potlood aangeteekend: "Kaarten van den heer Baron von Derfelden."
Vervaardiging: "Geteekend in Januarij 1826 door A.Tassin"
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Naar de laatste bescheiden uitgegeven met voorkennis van den Minister van Koloniën door J. Smulders te 's Gravenhage (187?)." "W.J. Struick delineavit."
Vervaardiging: "Naar de laatste bescheiden uitgegeven met voorkennis van den Minister van Koloniën door J. Smulders te 's Gravenhage (187?)." "W.J. Struick delineavit."
Vervaardiging: "Opgenomen in April 1873 door de expeditionaire verkenningsbrigade." Topographisch bureau te Batavia 1873. Gereproduceerd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1873.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1873, blz.1.
Vervaardiging: "Opgenomen in April 1873 door de expeditionaire verkenningsbrigade." Topographisch bureau te Batavia 1873. Gereproduceerd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1873.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1873, blz.1.
Vervaardiging: "Opgenomen in April 1873 door de expeditionaire verkenningsbrigade." Topographisch bureau te Batavia 1873. Gereproduceerd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1873.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1873, blz.1.
Vervaardiging: "Opgenomen in April 1873 door de expeditionaire verkenningsbrigade." Topographisch bureau te Batavia 1873. Gereproduceerd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1873.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1873, blz.1.
Vervaardiging: "Opgenomen in April 1873 door de expeditionaire verkenningsbrigade." Topographisch bureau te Batavia 1873. Gereproduceerd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1873.
Verwerving: Schenking Departement van Koloniën, zie Verslag 1873, blz.1.
Vervaardiging: Uitgegeven door het Topographisch Bureau te Batavia, Juli 1883.
Vervaardiging: Vervaardigd door de Topographische Inrichting.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenomen door den gezworen landmeter J.H. Valberg en gecopieerd door den dessinateur der genie A.J.Latour den 8 Februarij 1821."
Vervaardiging: "Gecopieerd bij de Directie van forticiatiën in December 1825, door Hermes."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Getekend bij de Directie van fortificatiën December 1825 door P. Hermann."
Met de plaatsaanwijzingen in Maleische karakters.
Bijlage bij het rapport over het eiland Billiton van J.J. van Sevenhoven, commissaris te Palembang (1823). Het rapport bevindt zich in de collectie Schneither, toegang 2.21.007.57, inv. nr. 121.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgemaakt door M. Francis, den commissaris van Borneo, den heer Mr. J.H. Tibias, op zijne reize door hetzelve in de maanden December en Januarij a.o 1822 hebbende verzeld."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend door J.G. von Metz, December 1825."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenoomen en geteekend door G. Muller 1824."
Vervaardiging: "Geprojecteerd en getekend door den 2en luitenant-ingenieur Caspari. Gecopieerd conform, bij de Directie van fortificatiën in December 1825 door Hermes."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Door A.C. Coenradi, 1806."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Op order van Zijne Excellentie Herman Willem Daendels, enz. opgenomen en in teekening gebracht door de kapiteins T.A. van der Geugten en J.T. Busscher. V.S. del."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Surveyed under the direction of Major Thorn deputy quartermaster-general June 1813."
Vervaardiging: "Naar de nieuwste waarnemingen geteekend en uitgegeven te Amsterdam bij Mortier Covens en Zoon, 1815."
Vervaardiging: "Door den 1sten luitenant-ingenieur Eckhardt en getekend en beschreven door van Barthold."
Vervaardiging: "B. Sauerland delineavit et scripsit, 1818."
Vervaardiging: "B. Sauerland delineavit et scripsit, 1819."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Behoort bij de Militaire Spectator, IIe serie, 5e deel, no 11.
Vervaardiging: "Steendruk van A.J. Bogaerts, Breda."
Vervaardiging: "Zamengesteld op het bureau van den luitenant-kolonel, onder-directeur der genie W. Brouwer." "In steendruk gebragt op last van Zijne Excellentie den heere luitenant-generaal, Minister van Koloniën, baron van den Bosch, bij de directie der militaire verkenningen, Leijden Junij 1836."
Verwerving: Schenking de Sturler? zie Verslag 1870 blz. 3.
Vervaardiging: "Te Amsterdam bij Frans Buffa en Zonen 1854" "Steendruk van R. de Vries Jr."
Vervaardiging: Uitgegeven door J. Smulders en Cie., 's Gravenhage 1871.
Vervaardiging: "Door Jonkheer J.F.W. von Schmidt auf Altenstadt kontroleur 1e klasse bij het binnenlandsch bestuur op Java ten behoeve van het onderwijs in Indië enz." Uitgegeven door J. Smulders te 's-Gravenhage 1875.
Vervaardiging: "Alles opgemeten en in kaart gebracht sedert den jare 1813 tot op 't midden van den jare 1816 door landmeters Du Bois en Flikkenschild."
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Uitgegeven door het Topographisch Bureau te Batavia in October 1883.
Zie catalogen 300/ bestaan v. Batavia A'dam 1919 (57E5).
Vervaardiging: "Opgedragen aan den Wel Edele Gestrenge Heer Mr. J.H. Tobias door D.J. van den Düngen Gronovius."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Het origineel, afkomstig van den heer Bodel Nyenhuis, berust op de Universiteitsbibliotheek te Leiden onder nummer COLLBN 002-10-034.
Verwerving: [Geeft aan eens voltooid [...] de nieuwe gebouwen [...] stad bij [...] 13 mei 1621. Schenking Van der Chijs, zie Verslag 1878 blz.4.
Een toneel der [...] koopsteden en handelsplaatsen van den algeheelen wereld anul J. Jansonius & Waerberge 1682 II, catern 18.
Gemerkt: no 4 La A; no 5 La A; PKC; C; D.
Verwerving: Uit Overgekomen brieven en papieren 1737, 8e boek fol. 3049.
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 12 Mei 1656 (kaart 1).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 433; zie
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 12 Mei 1656 (kaarten 2 en 3).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Gefacsimileerd in
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 434; zie
Gefacsimileerd in
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 434; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 10 Juli 1656 (kaart 4).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 435; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 11 Juli 1656 (kaart 5).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 436; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 13 Juli 1656 (kaart 6).
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 437; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 8 Augustus 1656 (kaart 7).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 438; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 22 Augustus 1656 (kaart 8).
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 439; zie
Gefacsimileerd in
Te vinden in het Resolutieregister van Gouverneur-Generaal en Raden op 22 Augustus 1656 (kaart 9).
Vervaardiging: Vervaardigd door den landmeter Johannes Listingh.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 440; zie
Gefacsimileerd in
Verwerving: Waarschijnlijk uit Overgekomen brieven en papieren 1657 3e boek en behoorende bij de Generale Missive van 31 Januari 1657, vergelijk aldaar folio 101.
Gemerkt: "no III." Zie ook 4.VEL inv.nrs. 1189-1191 en 1201-1208.
Vervaardiging: "Door C.F. Reimer."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Blijkens de folieering (701-704, ook 705, 706 en 707) uit Overgekomen brieven en papieren 1781, 3e boek.
Vervaardiging: "Op order van den Hoog Edele Gestrengen heeren Commissarissen-Generaal over geheel Nederlandsche Indiea en Cabo de Goede Hoop in deeze order gebragt in het jaar 1798 door D. Barbier." "Geteekend door W.O. Burgemeester."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen op last van den hoofdinspecteur der waterstaat op Java in Januari 1821 door J. Tromp inspecteur."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geprojecteerd op last van den hoofd-inspecteur der waterstaat op Java en ingediend in Januarij 1822 door J. Blanken Fz."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend in Junij 1823 door den landmeter J. Vermandelen."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Deze schetze behoord en is vervaardigd ten dienste van de personeele kommissie benoemd door Zijne Excellentie den Heer Gouverneur-Generaal dato 1 December 1823 no 9 ter verfraaijing en verbetering der stad Batavia en environs; opgemaakt en geteekend door den landmeter van den waterstaat in Juni 1824 J. Vermandelen."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Gecopeerd bij de Directie van fortificatiën en civiele gebouwen door den 2en teekenaar Hermes, Weltevrede den 17 Novemer 1825."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Volgens de beste opnemingen te zamengesteld door P. baron Melvill van Carnbee 1853." Geteekend door Cronenburg en Wolff. Uitgegeven door van Haren Noman en Kolff te Batavia. Steendruk van A.J. Bogaerts te Breda.
De nummers 425.11, 425.20, 425.21 en 425.26 ontbreken.
Zie 1.04.07 inv.nr. 1006 voor de bijbehorende legger van verhuurde en onverhuurde landerijen.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Kaart ontbrak reeds bij de inventarisatie door l'Honoré Naber in 1914.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Kaart ontbrak reeds bij de inventarisatie door l'Honoré Naber in 1914.
Kaart ontbrak reeds bij de inventarisatie door l'Honoré Naber in 1914.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Kaart ontbrak reeds bij de inventarisatie door l'Honoré Naber in 1914.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Achterop: "Weltevrede planke casternes (c)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend door A.J. Latour."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Achterop: "Plan van het huis van de Gouverneur te Weltevreden, Paleis van Weltevreden."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Achterop: "Gouvernementshuis, Batavia no 3d" en "no 3d."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Zamengesteld uit de onderscheidene opmetingen gedaan zederd het jaar 1817 door de adjunct-hoofinspecteur van den waterstaat J. Tromp, Januari 1826. Geteekend in Januarij 1826 door J.M. Joukes."
Vervaardiging: "Geteekend aan de Directie der genie door A. Tassin, Febr. 1823."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzame- Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Batavia den 31 Meij 1815."
Vervaardiging: "Zamengesteld en geteekend door den assistent-resident Mac Gillavry, gecopieerd bij de Directie van fortificatiën door den 2en teekenaar Hermes, December 1825."
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend door A.J. Latour, desinateur der genie."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend door A.J. Latour, desinateur der genie."
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend door A.J. Latour, dessinateur der genie."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Geteekend door A.J. Latour, dessinateur der genie."
Vervaardiging: "Geteekend door J.G. von Metz December 1825 D(irectie) V(an) F(ortificatiën)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend door J.G. von Metz December 1825 D(irectie) V(an) F(ortificatiën)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgemeeten door den majoor W.O. Burgemeestre April 1818, geteekend door de geëmployeerden van den Waterstaat October 1819 (W. Titsingh)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Inspecteur Tromp, nader opgenomen. Ingezonden bij massive van den hoofdinspecteur van de Waterstaat no 182."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Batavia den ... Maart 1820. Ingezonden bij massive van den hoofdinspecteur van de Waterstaat dato 8 April 1820 no. 182, geteekend door den hoofdcommies J. van Weert in Maart 1820."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gemerkt: "No I-IX."
Vervaardiging: "Opgemaakt op last van de hoofd-inspecteur van den Waterstaat door de adjunct-hoofdinspecteur J. Tromp. in 1823." Geteekend door J. Vermandelen, landmeter van den Waterstaat in April en Mei 1824.
Gefacsimileerd in
Achterop: "Onrust, oud."
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1870, zie Verslag.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgemaakt op last van de hoofd-inspecteur van den Waterstaat door de adjunct-hoofdinspecteur J. Tromp. in 1823." Geteekend door J. Vermandelen, landmeter van den Waterstaat in April en Mei 1824.
Nagenoeg gelijk aan het vorige nummer.
Vervaardiging: "Opgemaakt op last van de hoofd-inspecteur van den Waterstaat door de adjunct-hoofdinspecteur J. Tromp. in 1823." Geteekend door J. Vermandelen, landmeter van den Waterstaat in April en Mei 1824.
Vervaardiging: "Getekend weltevreden maand December 1825, getekend door H. Martens."
Vervaardiging: "D.S. del."
Verwerving: Aanw. 1876. Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenome en getekent door den vaandrik ingenieur H.C. Cornelius en de cadets W. Berg en J.A. du Bois en B.C. Frans."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Samarang den 5 November 1818, opgenomen en ter kaart gebracht door A.J. van der Geugten, gekopijeerd in December 1818 door J.Tromp."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend door J.G. von Metz D(irectie) V(an) F(ortificatiën)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Achterop: "Java Oostcust van Cherebon tot na Rimbang met ver bovenland No.10".
Verwerving: Aankoop, zie Verslag 1869, blz. 2.
Gefacsimileerd in
Achterop: "De mietscheiding Java en Mataram anno 1706".
Verwerving: Aankoop, zie Verslag 1869, blz. 2.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenoomen door den vaandrig ingeneur H.C. Cornelius en den cadet W. Berg en de schoolieren van het Marineschool J.A. de Boiijs, B.C. Fransz, D. van den Berg en J. Kuijpers."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenoomen door den vaandrig ingeneur H.C. Cornelius en den cadet W. Berg en de schoolieren van het Marineschool J.A. de Boiijs, B.C. Fransz, D. van den Berg en J. Kuijpers."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Deeze verandering is geprojecteed door den kapitein-ingenieur F. Bor, geteekend door J.F. Betcke flankeur bij het bataillon van linie no. 21."
Verwerving: Vermoedelijk Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: Blijkens aanteekening op eenige nummers vervaardigd in 1825.
Verwerving: Aankoop, zie Verslag 1876, blz. 6.
Vervaardiging: "J.D. van Herwerden fecit 18 29/11 25."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Gecopieerd naar het origineel van denzelve in het marineschool te Samarang den 27 Juni 1809 door den jongeling J. Meijlsma."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Weltevreden den 6 December 1825, getekend door H. Martens."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgemaakt naar het originaal van den resident van der Poel, door Latour, gecopieerd door A. Tassin."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend door J.G. von Metz D(irectie) V(an) F(ortificatiën)."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen en gekaarteerd door de geëmployeerde bij de Waterstaat J. Metzers in 1824." Geteekend door W.H. Bernhoff assistent-landmeeter."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Opgenoomen door de luijtenant-ingenieur J.W.B. Wardenaar en geasssisteerd door den cadet-bombardier A.F. van der Geugten en den caden E. Adens." "Geteekend door den cadet-bombardier E. Adens."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen in last van den hoofdinspecteur van den Waterstaat door den geemployeerden bij den Waterstaat J. Metzers, 1824." "Geteekend en verkleind door den landmeter van den Waterstaat in Septembedr en October 1824. J. Vermandelen.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Ingevolge missive van den heere hoofdinspecteur van den Waterstaat op Java, dd. 20 Meij 1824, no. 378, opgemeten, getekend en ingezonden door den ondergetekende landmeter der 2de klasse, belast met de waarneming van inspecteur bij den Waterstaat in de 3e afdeeling, te Sourabaija, den 6 Julij 1824, H.J. Wiselius." No.378
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgemeten ingevolge missive van den heere hoofdinspecteur van den Waterstaat dd. 27 Maart 1824, no. 264, op Java, ingezonden den 10 Junij 1824 door den ondergetekende landmeter der 2e klasse geemployeerd bij den Waterstaat in de 3e afdeeling, H.J. Wiselius." No.264. Geteekend door H.J. Wiselius.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Overgenomen uit de kopij van de origineele kaart van den landmeter te Sourabaija A. v. Moesberge door de adsistent-landmeter v.d. Hoeve in Augustus 1821." "Getekend door den adsistent-landmeter bij de Waterstaat W.H. Bernhoff in de maand Februarij 1825."."
Vervaardiging: Geteekend door "J. Wilten, opzinder (sic)". Aanwinsten 1876, verzameling Schneither.
Vervaardiging: Geteekend door "J. Wilten, opzinder (sic)". Aanwinsten 1876, verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "W.V.D.B. Schiffer."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Geteekend bij de Directie der fortificatiën in December 1825 door Hermes 2e teekenaar."
Vervaardiging: "Gecopieert bij de Directie van fortificatiën in Dember 1825 door Hermes 2e teekenaar."
Vervaardiging: "Uit onderscheidene schetzen meetkundig tezaamgebragt en nagemeten door en onder de directie van den resident P. Langewagen, 1825."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Bijlaag behorende bij de missive aan Z.E. den Secretaris van Staat Gouv. Gen. in dato Augustus 1825 no.403."
Vervaardiging: "Getekend door W.H. Bernhoff ad. Landmeter."
Vervaardiging: "Bijlaag behorende bij de missive aan Zijne Excellentie den Secretaris van Staat Gouv. Generaal in dato 1 Aug. 1825 no.403."
Vervaardiging: "Getekend door W.H. Bernhoff adsistent landmeter."
Vervaardiging: "Volgens de opgaven van den resident van der Poel te zamen gesteld en getekend. A.L. Weddik fecit."
Vervaardiging: "Gemeeten op order van het gouvernement door ... Beetjes, geteekend door C. von Franquemont."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: Copied from the chart of Mr. Beetjes by P.C. Karsseboom.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "'t Eerste volgens gedaane metingen van den majoor-ingenieur C.F. Reimer, en de andere naar opneming van den luitenant ter zee A.A. Buyskes. Conform het origineele, de koloniel directeur van het Archief van oorlog en Topographisch bureau: M.J. de Man, 's Hage."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Gecopieerd bij de Directie van fortificatiën door Hermes en Tak".
Vervaardiging: Geteekend door P.G. Blockland 2e luitenant-ingenieur.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Makassarden den ... Julij 1825, de majoor-ingenieur (w.g.) van der Wijk. Copeerd door W.C. von Schierbrand."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Opgenomen door T. Helmerich 2e luitenant."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Uit den meetingen en opnamen van S.H. en G. de Lange, geografische ingenieurs, F.W. Paepke Bulow, landmeter van Manado, en uit eigen metingen en opnamen ontworpen en zamengesteld door Mr. S.C.J.W. van Musschenbroek, resident van Manado 1875-1876." Vervaardigd door de Topographische Inrichting te 's Gravenhage 1878..
Verwerving: Schenking Dep. Van Koloniën 1879, zie Verslag blz. 4.
Vervaardiging: "Gecopieerd naar een kaart in bezit van den heer professor Rhijnwardt door den 2en luitenant-ingenieur F.A. Cassa."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Conform het origineele, de kolonel directeur van het Archief van oorlog en Topographisch bureau, 's Hage den 5 November 1814: W.J. de Man."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Naar het origineel van den kapitein-ingenieur Brouwer, geteekend bij de Directie van fortificatiën door Tassin, November 1823.".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Verwerving: Uit Overgekomen brieven en papieren van 1664, 1e boek, fol. 327.
Vervaardiging: "Weltevrede den 24 November 1825, getekend door H. Martens."
Vervaardiging: "Weltevrede den December 1825, getekend door H. Martens."
Vervaardiging: Uitgegeven door J. Vürtheim en Zn., Rotterdam (omstreeks 1885).
Te vinden in de Overgekomen brieven en papieren van 1640 1e boek fol. 733 en 743.
Gefacsimileerd in
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 559. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1129 (daarin: fol. 733V).
Gefacsimileerd in
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 559. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1129 (daarin: fol. 743).
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "F.M.S."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Gefacsimileerd in
Te vinden in de Annotatiën van Buchelius (Kol. Aanw. No 212B).
Aanw. 1882 A VI.
Verwerving: Schenking archief Utrecht, zie Verslag 1882 blz. 2.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 561. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 256 (daarin: fol. 37V).
Gefacsimileerd in
Te vinden in de Annotatiën van Buchelius (Kol. Aanw. No 212B).
Aanw. 1882 A VI.
Vervaardiging: "F.M.S."
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 562. Aan te vragen als 1.11.01.01 inv.nr. 256 (daarin: fol. 38).
Gefacsimileerd in
Te vinden in de Overgekomen brieven en papieren van 1644, 1e boek folio 271.
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 563. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1142 (daarin: tussen fols. 271 en 272).
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Vervaardiging: "Uit andere kaarten met bijvoeging van eenige verbeteringen overgenomen door den kapitein-ingenieur Brouwer." " Getekend bij de Directie der fortificatiën in December door Tassin 1823".
Verwerving: Aanwinsten 1876, Verzameling Schneither.
Te vinden in de Overgekomen brieven en papieren van 1647, 1e boek folio 303.
Gefacsimileerd in
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 566. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1159 (daarin: fol. 303V).
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 566. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1159 (daarin: fol. 303a).
Gefacsimileerd in
Te vinden in de Overgekomen brieven en papieren van 1647, 1e boek folio 241 [...].
Voorheen door l'Honoré Naber beschreven als inv.nr. 567. Aan te vragen als 1.04.02 inv.nr. 1159 (daarin: fol. 241V).
Vervaardiging: Uitgegeven door Tardieu en Dezauche te Parijs.
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: door Claes Janszoon Visscher
Afkomstig uit archief Staten-Generaal, Secrete kas West-Indische Compagnie, litt. A. loq. M no. 9; zie toegang 1.01.02 inv.nr. 12582.9.
Gefacsimileerd in
Achterop: "No. 8."
Verwerving: "Behoorende tot de memorie van den Heer Generaal Burmania gedateert den 14 November 1751."
Vervaardiging: "Ontworpen en geteekend door J. Kuyper. Uitgegeven door Hugo Suringar te Leeuwarden 1865".
Vervaardiging: "Volgens de beste Spaansche en andere gegevens." Lithographie van de Wed. E. Spanier en Zoon te 's Gravenhage.
Vervaardiging: "Gecarteerd na d'orgineele kaart door den onderschrevene gemaakt als landmeter in die rivier geweest, Middelburg, 13 October 1725, Abraham Maas."
Zie No. 589.
Gefacsimileerd in
Gemerkt: "Depot des cartes, plans et journaux de la Marine."
Vervaardiging: "Op ordre van de Edel Achtbaare Heeren den commandeur P. van Schuylenburg en B. Albinus, gecommitteerden uit den Edel Achtbaaren Hove van Demerary, door de ondergeteekende geswoore landmeeters opgemeeten en gekaarteerd, Demerary den 23 Februari 1776, Ch. Desmarestz, H. van Cooten." "Gecopijeert en op klijndere schaale gebracht door C.C. Kanne, geadmitteerde landmeeter bij den Hove van Hollandt."
Gemerkt "Depot des cartes, plans et journaux de la Marine."
Vervaardiging: Geteekend door Ch. Desbaratz, H. van Cooten op order van B. Albinus en Joseph Bourda, Demerary.
Gemerk "Depot des cartes, plans et journaux de la Marine."
Vervaardiging: Geteekend door Ch. Desbaratz, H. van Cooten op order van B. Albinus en L.J.D. van Grovestins, Demerary.
Vervaardiging: Geteekend door P.L. de Saffon, Demerary.
Gefacsimileerd in
Achterop: "Register 20 deel 1 folio 100. Gemerkt "Depot des cartes, p[...] et journ. de la Marine".
Vervaardiging: J. v. Schoonenbeek.
Voorstellende het geheele land tusschen de Corantijn en Marowijne, met een goed overzicht van de gesteldheid der territoriale wateren.
Vervaardiging: "Surveyed by order of the States of the Colony, 1784, T.C. Heneman Chief Engineer. Uitgegeven door W. Faden, te Londen, 1 Januari 1810".
Vervaardiging: "Uitgegeven in 1784 door den ingenieur J.C. Heneman. Verbeterd naar den tegenwoordigen toestand der kolonie, gewijzigd en daarop alle plantagiën aangeduid door Jhr. C.A. van Sypestein, 2e luit. der artillerie enz. 1849" Uitgegeven door de Gebroeders van Cleeff te 's Hage in 1850.
In de Overgekomen brieven van Suriname van 1758 deel II (no 74 La B) bevindt zich een instructie van 21 Mei 1758 voor den premier-lieutenant der artillerie Georgii om de Coromatibokreek te gaan verkennen.
Vervaardiging: Achterop met de hand van Leupe: "zie Overgekomen, Courmatibo creecq n. de Marowijne. Georgii P. Luit. 1758 artill."
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Copie, geteekend door Maurits Walraven landmeter bij den Hove van Holland.
Zie no 576.
TAG maart 1972.
Vervaardiging: Geteekend door Sallomon Herman Sanders.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Zie 4.VEL inv.nr. 1667.
Vervaardiging: Copie, geteekend door Maurits Walraven landmeter bij den Hove van Holland 2 April 1715 "na een zeekere tekening berustende op het West-Indische Huijs in de zaal van de Societeijt van Suriname binnen de stadt Amsterdam".
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: "Augustus 1706."
Op deze kaart ook een gedeelte der Surinamerivier.
Vervaardiging: "Gekaarterd op den 15en in Lentemaent door mij Johan Sas in Commawina, als landmeter geadmitteert in de provintie van Surinaame."
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vervaardiging: Geteekend door Jan Freuijtenier 8 April 1735, en geapprobeerd door den Gouverneur van Suriname J. Raye den 27 April 1736..
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop uit de Overgekomen brieven van Suriname van 1736.
Vervaardiging: Geteekend door Jan Freuijtenier den 2 September 1735 en geapprobeerd door den Gouverneur van Suriname J. Raye den 26 Juli 1736.
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop uit de Overgekomen brieven van Suriname van 1736.
Vervaardiging: Geteekend door Jan Freuijtenier den 27 Januari 1735, en geapprobeerd door den Gouverneur van Suriname J. Raye den 6 Juni 1736..
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop uit de Overgekomen brieven van Suriname van 1736.
Gefacsimileerd in
Achterop: No 43 Uitleg van Paramaribo. Register 13 deel 1, folio 66."
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop, bijlage bij den brief van den goeverneur Crommelin van 6 Mei 1758.
Achterop: No 20 Register 17, deel 1 folio 89.
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlage bij den brief van den gouverneur Texier van 24 Juli 1782.
Gefacsimileerd in
Achterop: "Register 17, deel [...] folio 90."
Gemerkt: Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlage bij den brief van den gouverneur Wichers van 30 April 1785.
Achterop: "No. 6A, no. 6B, Register 17, deel 1, folio 87." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlagen bij den brief van den gouverneur Wichers van 17 Maart 1787.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.21 Register 17, deel 1, folio 90." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: "Overgesonden bij missive gouverneur-generaal Wichers van den 19 Augustus 1789."
Gefacsimileerd in
Achterop: No.18B. Register 17, deel 1, folio 89." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop, behoorende bij het jaarlijksch rapport der buitenlandsche defensie van 31 December 1791 en overgezonden bij brief van den kommandeur de Friderici van 11 Februari 1792.
Gefacsimileerd in
Achterop: No.7. Register 17, deel 1, folio 88. Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlage bij den brief van den gouverneur Texier van 7 Februari 1780.
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.7. Register 17, deel 1, folio 88." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Vervaardiging: Opgemaakt door den capiteijn-lieutenant-ingenieur en inspecteur Robatel.
Verwerving: "Overgesonden bij missive gouverneur-generaal Wichers van den 27 September 1788."
Achterop: "No.8, Register 17, deel 1, folio 88. Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine."
Vervaardiging: "Opgemaakt door den timmerbaas J. van Wijnbergen."
Verwerving: "Overgesonden bij missive van den gouverneur-generaal Wichers van 27 September 1788. Zie resolutie der vergadering (van de Societeit van Suriname) van 29 Julij 1789, waarbij dit plan is goedgekeurd geworden."
Gefacsimileerd in
Achterop: "No. 5B, Register 17, deel 1, folio 87." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop, bijlage bij den brief van den gouverneur Wichers van 20 Maart 1789.
Gefacsimileerd in
Achterop: "No. 9, Register 17, deel 1, folio 88. Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine."
Verwerving: "Overgesonden bij de missive van den gouverneur-generaal Wichers van 2 Junij 1790. Zie resolutie van de vergadering (der Societeit van Suriname) van 1 December 1790, waarbij dit goedgekeurd is geworden."
Achterop: "No.17, Register 17, deel 1, folio 89." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Vervaardiging: Geteekend door Wollant?
Achterop: "No.3 en no ..., Register 17, deel 1, folio 87. " Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlagen bij den brief van den gouverneur Nepveu van 22 April 1778.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.13, Register 17, deel 1, folio 88." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Gernich Groll De architectuur van Suriname. Zulphen 1973 blz. 148 e.v.
Verwerving: Blijkens de paginatuur achterop, bijlage bij den brief van den gouverneur Texier van 26 Juli 1780.
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.19, Register 17, deel 1, folio 89." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Verwerving: Waarschijnlijk bijlage bij den brief van gouverneur Wichers van 30 April 1785.
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.14, Register 17, deel 1, folio 89." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Zie inv.nr. 609.
Verwerving: Blijkens de nummering achterop, bijlage bij brief gouverneur Wichers van 23 Mei 1789.
Achterop: "No.23, Register 17, deel 1, folio 90." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Zie 609.
Verwerving: Waarschijnlijk behoorende bij het rapport van J.G.R. Böhm wegens de buitenlandsche defensie gevoegd bij den brief van den gouverneur Wichers van 16 April 1791.
Achterop: "No.4C, Register 17, deel 1, folio 87." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Vervaardiging: "Gecopieerd door J. Tillhen sous-lieutenant d'artillerie."
Verwerving: "Overgesonden bij missive van den 27 Augustus 1791."
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Achterop: "No.12, Register 17, deel 1, folio 88. Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine."
Vervaardiging: Opgenommen in de maent Februarij 1793 door J.H. Rothe. Zie 609.
Achterop: "No.19, Register 17, deel 1, folio 89." Gemerkt Depôt des cartes, plans et journaux de la Marine.
Zie 609.
Genummerd: "No.22."
Vervaardiging: Naar het oorspronkelijke van den landmeter J. de Munck van 20 October 1728, gecopieerd door J.P. Bourjé in 1810.
Zie facsimile studiezaal: GEO F 700
Overige afbeeldingen afkomstig uit het atelier Vingboons zijn aanwezig als: 4.VEL inv.nr. 551, 4.VEL inv.nr. 560, 4.VEL inv.nr. 562, 4.VEL inv.nr. 563, 4.VEL inv.nr. 564, 4.VEL inv.nr. 566, 4.VEL inv.nr. 576, 4.VEL inv.nr. 773, 4.VEL inv.nr. 1123 en 4.MCAL inv.nr. 3516.
Deze verzameling, in 1869 door het Algemeen Rijksarchief aangekocht van de firma Frederik Muller te Amsterdam (zie Verslag 1869 blz. 2), bestond uit één band in groot folio, houdende 116 kaarten en afbeeldingen, waaronder één bis-nummer (subno. 103), die door verschillende teekenaars en graveurs zijn vervaardigd en naderhand in één band zijn vereenigd. Volgens een los inliggende inhoudstafel uit de 18e eeuw bevatte de band oorsponkelijk 119 kaarten en afbeeldingen of 118 nummers, doch uit een in deze tafel geplaatste aantekening van P.A. Leupe (+1881) blijkt, dat reeds in zijn tijd een drietal nummers in de band gemist werden, te weten een afbeelding van de Nieuwe poort te Batavia, een van de vleeshal en een van het weeshuis aldaar (repectievelijk subnos. 29, 30 en 31). Met uitzondering van acht koperdiepdrukken (subnos. 25, 28, 32, 33, 56, 61, 68 en 93) zijn alle nummers met de hand getekend; zij zijn verder alle op één na (subno. 61) gekleurd en op twee na (subnos. 13 en 34) ongedateerd. Op één afbeelding wordt als graveur vermeld J. Vinckeboons (subno. 32), de tekenaars en graveurs van de overige nummers worden niet opgegeven. Waarschijnlijk moeten de niet-gedateerde tot de tweede helft der 17e of het begin van de 18e eeuw worden gebracht. Op de hieronder volgende lijst zijn de kaarten en afbeeldingen niet, zoals in de band zelf, alfabetisch gerangschikt, doch naar hetzelfde stelsel, dat in deze inventaris in acht is genomen.
De band is sindsdien uiteengenomen; de kaarten en afbeeldingen worden nu los bewaard. De oorspronkelijk band werd in het oude gebouw van het Algemeen Rijksarchief aan het Bleijenburg bewaard in Kast 8, 3de la van onderaf, maar werd bij de verhuizing van het Algemeen Rijksarchief naar de Prins Willem-Alexanderhof in 1979 niet aangetroffen in het oude depot van het Bleijenburg.
Om de oorspronkelijke verzamelaar te identificeren kan men afgaan op de suggestie van de antiquaar Frederik Muller (1814-1881), die aannam dat deze verzameling van 118 bladen één deel van de uit 27 banden bestaande Atlas-Beudeker zou zijn geweest. In 1861 kocht het British Museum 24 banden van de Atlas-Beudeker aan, welke nu bij de British Library te Londen berusten. Zie
Ontbreekt sinds 1979.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de kaart bij Valentijn V, 2de stuk, blz. 4.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de kaart bij Valentijn V, 2e stuk, blz. 149.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Zie 4.VELH 130, 128.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de kaart bij Valentijn IV, 2e stuk, blz.144.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de kaart bij Valentijn I, blz. 148.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de kaart bij Valentijn I, blz. 152.
Gefacsimileerd in
Komt tot in bijzonderhede toe grootendeels overeen met de kaart bij Valentijn IV, 2 stuk, blz. 33.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vgl. de kaart bij Barlaeus, Res gestae sub C. Mauritio in Brasilia, Amst. 1647, p.136.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Blijkens de aanwijzingen in de legenda der kaart stelt deze den toestand voor onder het gouverneur-generaalschap van graaf Johan Maurits van Nassau, 1637-1644.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Volgens Leupe: op de stad Angra op Terceira.
Zie Wieder Monumenta, p. 136.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Zie ook 4.VEL inv.nr. 773.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vgl. de plattegrond bij Barlaeus, p. 204.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Anonieme gravure, zoals die voorkomt in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt nagenoeg geheel overeen met de afbeelding Valentijn V, 2e stuk, blz. 12.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Verg. afb. Goa in Monumenta Cartogr. plaat 107.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt nagenoeg geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, 2e stuk, blz. 12.
Gefacsimileerd in
Komt nagenoeg geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, 2e stuk, blz. 8.
Komt nagenoeg geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, deel Ceylon, pag. 30. Komt sterk overeen met 4.VEL inv.nr. 997; verschillende elementen (de banier met de titel, vgl. 4.VEL inv.nr. 1180 en de kompasroos wijzen op Jacob Nessel als vervaardiger).
Anonieme gravure, zoals die voorkomt in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, blz. 32.
Anonieme gravure, zoals die voorkomt in
Gefacsimileerd in
Komt nagenoeg geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, blz. 22.
Gefacsimileerd in
Vergelijk soortgelijke afbeeldingen bij Baldaeus, Beschrijving van Ceylon, Amst. 1672, blz. 104 en 128.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, blz. 308.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn III, 2e stuk, blz. 60.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn III, 2e stuk, blz. 36.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn IV, 2e stuk, blz. 2.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn IV, 2e stuk, blz. 2.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
KA. 1022, fol 327-65.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn I, blz. 154.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn V, blz. 4.
Anonieme gravure, uitgegeven te Amsterdam door Josua en Reinier Ottens.
Oude opmerking Leupe: "Komt nagenoeg geheel overeen met den koperdruk bij
In het register op de atlas (zie inv.nr. 619B) is door Leupe aangetekend dat dit nummer ontbreekt. Het blad ontbrak vermoedelijk al bij verwerving van de atlas in 1869.
In het register op de atlas (zie inv.nr. 619B) is door Leupe aangetekend dat dit nummer ontbreekt. Het blad ontbrak vermoedelijk al bij verwerving van de atlas in 1869.
In het register op de atlas (zie inv.nr. 619B) is door Leupe aangetekend dat dit nummer ontbreekt. Het blad ontbrak vermoedelijk al bij verwerving van de atlas in 1869.
Gegraveerd en geëts door Julius Mülheuser (of: Milheuser) naar een afbeelding van J. Vinckeboons; uitgegeven door Johannes de Ram.
Gegevaveerd door Romeijn de Hooghe; uitgegeven door Johannes de Ram.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn III, 2e stuk, blz. 138.
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn III, 2e stuk, blz. 138.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Komt geheel overeen met de afbeelding bij Valentijn I, blz. 160.
Zie ook Wieder.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Kopie hiervan gemaakt door J.J. Bink in 1956 voor Hr. Emilio Costa, Univ. v. Porto Rico.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Anonieme gravure (waarschijnlijk door Jacob van Meurs), zoals die voorkomt in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Vergelijk den plattegrond van Olinda bij Barlaeus, p. 40.
Zie Wieder Monumenta, p. 136.
Gefacsimileerd in
Zie Wieder Monumenta, p. 136.
Gefacsimileerd in
Gefacsimileerd in
Zie Wieder Monumenta p. 13.
Gefacsimileerd in
Vgl. de kaart bij Barlaeus, p.42.
Gefacsimileerd in
Vgl. afbeelding bij Barlaeus, p. 42.
Gefacsimileerd in
Vgl. de afbeelding bij Barlaeus, p. 38.
Gefacsimileerd in