Kort na de inlijving van ons land bij Frankrijk werd de rechterlijke indeeling geregeld nl. bij Keizerlijk Decreet d.d. 18 October 1810. Bij art. 63 daarvan werd bepaald, dat in elk arrondissement eene rechtbank van eersten aanleg zou worden opgericht, dus wat betreft het departement van de Monden van de Maas in de 4 arrondissementen van 's-Gravenhage, Rotterdam, Dordrecht en Flakkee. Bovendien bepaalde art. 64, dat er nog een zou worden opgericht in Leiden en een in Gorinchem. Het Keizerlijk Decreet d.d. 21 October 1811 gaf eene definitieve indeeling in arrondissementen en kantons, waarbij het Departement der Monden van de Maas verdeeld werd in 6 arrondissementen, nl. 's-Gravenhage, Rotterdam, Leiden, Dordrecht, Gorinchem en Brielle.
De competentie van den rechtbank van eersten aanleg in zaken van contentieuze rechtspraak werd geregeld in art. 21 e. v. van het Keizerlijk Decreet d.d. 8 November 1810; deze had in eersten aanleg de berechting van alle persoonlijke rechten en roerende zaken tot eene waarde van 1000 francs en van zakelijke rechten tot eene waarde van 50 francs aan rente. Van deze vonnissen berustte het appèl bij het Keizerlijk Gerechtshof te 's-Gravenhage, ingevolge art. 103 van het Keizerlijk Decreet d.d. 18 October 1810 en sinds het jaar 1813 bij het Hoog Gerechtshof te 's-Gravenhage, ingevolge het Besluit van den Souvereinen Vorst d.d. 11 December 1813, waarbij tevens de cassatie in civiele zaken werd afgeschaft.
Ten aanzien van het appèl golden dezelfde regels ook voor de zaken van koophandel, die in eersten aanleg in sommige arrondissementen door afzonderlijke rechtbanken van koophandel werden berecht. Bij de rechtbanken van eersten aanleg in Leiden, Gorinchem en Brielle bestonden geene afzonderlijken rechtbanken van koophandel; de zaken van koophandel werden daar waargenomen door de rechtbanken van eersten aanleg.
Van de vonnissen, door den vrederechter in civiele zaken gewezen, kwam men in appèl bij de rechtbanken van eersten aanleg.
De crimineele rechtspraak stond in verband met de verdeeling der strafbare feiten in contraventions de police, délits en crimes volgens den Code Pénal.
De rechtbanken van eersten aanleg waren met de berechting in eersten aanleg van de wanbedrijven (délits) belast. Van de vonnissen, gewezen over laatstgenoemde feiten door de rechtbanken van eersten aanleg in Holland-Zuiderkwartier en door de rechtbank van eersten aanleg te Amsterdam, bestond appèl op de kamer van appèllen in zaken van correctioneele politie van het Keizerlijk Gerechtshof te 's-Gravenhage (na het jaar 1813 "Hooggerechtshof" genoemd).
Van de vonnissen der rechtbanken van enkele politie bestond appèl op de correctioneele kamers der rechtbanken van eersten aanleg.
Volgens het Décret Impérial d.d. 21 October 1811 behoorden tot het arrondissement Gorinchem de volgende kantons en gemeenten:
Tevens rechtbank van koophandel. Bevat ook het archief van de Officier van Justitie.
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Rechtbank van Eerste Aanleg te Gorinchem, nummer toegang 3.03.13, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Rechtbank Eerste Aanleg Gorinchem, 3.03.13, inv.nr. ...
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
De rechtbanken van eerste aanleg werden in 1838 omgedoopt tot arrondissementsrechtbanken; hun bevoegdheden veranderden nauwelijks. Zie de inventaris van het archief van de arrondissementsrechtbank te Gorinchem (1811) 1838-1877, toegangsnummer 3.03.14.01 en de inventaris van het archief van het parket van de Officier van Justitie te Gorinchem (1855-1877), toegangsnummer 3.03.14.02.
Sinds April 1826 hierin ook de acten van appèl in zaken van de administratie der directe belastingen (zie inv. n°. 96A).
Zie het voorgaande nummer.
Achterin indices op de achternamen der beschuldigden en op de strafbare feiten.
Achterin eene specificatie der stralbare feiten.
Zonder beschikkingen.
Dit zijn meest ingekomen brieven en circulaires.
1838: zie 3.03.14.01 inv.nrs. 215-149
Aanwinst 1937 IX nr. 8.