Na het vertrek der Fransen, eind 1813, werd het Ministerie van Marine opnieuw opgericht. In de 19e eeuw is het Ministerie van Marine tweemaal met dat van Koloniën verenigd geweest. De belangrijkste taak van het ministerie was de zorg voor de defensie te water van Nederland en zijn koloniën. De belangrijkste onderdelen van die taak hadden betrekking op het materiaal der zeemacht (scheepsbouw, stoomvaartdienst, artillerie), het loodswezen, de hydrografie, het personeel der zeemacht en de financiën benodigd voor de uitvoering van deze taak.
In 1928 werden de ministeries van Oorlog en van Marine verenigd tot het Ministerie van Defensie. In mei 1940, bij de inval van de Duitsers in Nederland, vestigde de Nederlandse regering zich in Londen, alwaar het Ministerie van Defensie in 1941 werd gesplitst in een Ministerie van Oorlog en een Ministerie van Marine. In Den Haag werd het Ministerie van Defensie opgeheven, waarna het afwikkelingsbureau in 1942 werd vervangen door een Commissariaat voor de Belangen van de voormalige Nederlandse Weermacht. Na de bevrijding in 1945 bleven de beide ministeries, zoals ze in Londen waren ontstaan, ook in Den Haag gehandhaafd.
De stamboeken zijn aangelegd en bijgehouden door het Ministerie van Defensie, voor 1928 door het Ministerie van Marine en voorgangers. De lijsten van aangenomen manschappen en de scheepsrollen zijn aangelegd bij de etablissementen van de marine te Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Willemsoord, evenals de stamboeken van het personeel der rijkswerven. Zij zijn op enig tijdstip naar het ministerie gezonden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw van het voormalige Ministerie van Marine door een bomaanval getroffen. Als gevolg van de brand die daarbij ontstond, is een groot gedeelte van het archief van het ministerie verloren gegaan. Ook een aanzienlijk aantal stamboeken is toen verbrand. Door het ontbreken van een schaduwadministratie - die bij de landmacht wel aanwezig was - kon dit verlies niet gecompenseerd worden. De stamboeken en registers zijn tussen 1924 en 1998 door het Ministerie van Defensie (Marine) aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen.
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
De rijksoverheid heeft het personeel dat het in dienst heeft gehad, altijd uitgebreid geregistreerd. Zo ook het Ministerie van Marine en zijn voorgangers. Al het personeel is ingeschreven in registers, totdat men rond de Tweede Wereldoorlog overging op kaartsystemen. Deze registers werden stamboeken genoemd. In deze stamboeken werd de loopbaan vastgelegd, teneinde op een verantwoorde wijze beslissingen te kunnen nemen over het betrokken personeel. Bevordering, salariëring, pensionering en het toekennen van onderscheidingen geschiedde op basis van voordrachten van de superieuren van betrokkene, maar werden steeds gecontroleerd met de gegevens die in de stamboeken waren ingeschreven. De stamboeken zijn dan ook bijgehouden door de Afdeling Personeel van het ministerie. Het verkreeg de gegevens van de commandanten van de marine-inrichtingen, waaronder de marineschepen, in de vorm van periodieke opgaven.
De registers bevatten per persoon de volgende gegevens:
Niet elke serie is even uitgebreid: er zijn ook registers die niet veel meer dan een namenlijst bevatten.
De scheeps- of soldijrollen vormen een onderdeel van de salarisadministratie. Ze zijn relatief minder belangrijk. Dit type documenten uit de jongere periode is niet bewaard gebleven.
Deze gegevens zijn primair van belang voor genealogisch onderzoek. Ze zijn evenwel ook bruikbaar voor algemeen marine-historisch en sociaal-historisch onderzoek. De beschikbaarheid van namenklappers maakt onderzoek naar individuele personen betrekkelijk eenvoudig.
Tijdens de bewerking in het Nationaal Archief zijn geen archiefbescheiden verwijderd ter vernietiging. Wel zijn door het Ministerie van Defensie en diens voorganger delen van de series soldijrollen en van de lijsten van aangenomen manschappen ter vernietiging afgevoerd.
Het archief kan als afgesloten worden beschouwd, daar het vervolg in de vorm van een kaartsysteem zal worden overgedragen en als een afzonderlijk archiefbestand zal worden beheerd. Het is nog wel mogelijk dat een of enkele verspreid geraakte stamboekdelen in een ander marine-archief te voorschijn komen en aan dit archief worden toegevoegd.
Na de overdracht van de laatste zending is een globaal overzicht samengesteld van de marinestamboeken, aanwezig in het Algemeen Rijksarchief. Daaruit bleek dat de stamboeken over verschillende archieven verspreid geraakt waren. Omdat dat de raadpleging niet ten goede kwam, is besloten alle stamboeken, vervaardigd door het Ministerie van Marine, alsmede de wervingsregisters tot één archiefbestand (archiefblok) samen te voegen. Tevens is een gedeelte der stamboeken opnieuw ingebonden. De herkomst van de in deze toegang beschreven stamboeken is als volgt:
Uit deze drie archieven zijn enkele bestanddelen verwijderd en opgenomen in het archief Stamboeken Marinepersoneel.
Als gevolg van deze samenvoeging zijn bij elkaar horende stamboeken en namenklappers, welke jarenlang gescheiden waren, weer bij elkaar geplaatst.
Het totale archiefbestand (693 bestanddelen) bestaat uit een aantal hoofdseries:
De series stamboeken zijn primair ingedeeld naar rang: A officieren en B onderofficieren en manschappen. Daarbinnen zijn subseries te onderscheiden naar categorie: officieren zeedienst, officieren van gezondheid, officieren van het Korps Mariniers resp. schepelingen, zeemiliciens, vrijwillige marinereserve, mariniers. Per subserie staan de registers chronologische of op nummervolgorde van de inschrijvingen.
De namenklappers, die toegang geven op de registers en stamboeken, zijn zoveel mogelijk onmiddellijk achter de serie geplaatst waarnaar ze verwijzen.
De inventarisnummers 115-126 zijn vermeld in rubriek A.9, de inventarisnummers 127-129 in rubriek A.10, terwijl de nummers 130-138 zijn gereserveerd voor eventuele aanvullingen op de stamboeken marineofficieren.
De volgende inventarisnummers staan niet in numerieke volgorde in deze inventaris:
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Een klein aantal stukken van dit archief is in een slechte materiële staat, wat tot gevolg heeft dat die stukken niet aangevraagd en/of gekopieerd kunnen worden. Een specificatie op deze plaats is nagelaten, aangezien de materiële staat en de bijbehorende reproductiemogelijkheden niet een permanente situatie vormen (restauratie, verfilming, etc.). Bij het aanvragen met de terminal in de studiezaal krijgt u een mededeling terzake.
Op enkele series zijn digitale indexen beschikbaar. Het betreft:
(oud nr. 2.12.07)
1814-1906 (oud nr. 2.12.09)
Begin uw onderzoek altijd eerst in deze indexen. Levert dit geen succes op, of zoekt u aanvullende informatie, gebruik dan deze inventaris om andere registers te raadplegen.
Het artikel van drs. G.J.A. Raven, Bronnen van belang voor het onderzoek naar Marinepersoneel, in: H.L. Kruimel e.a., Voorouders gezocht, Inleiding tot de genealogie (Amsterdam 1981) geldt, voor wat de verwijzingen naar de vindplaatsen van de daarin genoemde archieven betreft, als verouderd.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Stamboeken Marine, nummer toegang 2.12.14, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Stamboeken Marine, 1813-1940, 2.12.14, inv.nr. ...
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Enkele registers zijn in een dermate slechte toestand, dat raadpleging niet mogelijk is. Deze registers zijn verfilmd.
Op dit moment is nog niet bekend welke film- en microfichenummers deze registers zullen krijgen.
Het vervolg van de series stamboeken, bevattende de inschrijvingen van het marinepersoneel dat dienstgedaan heeft vanaf 1940, berust thans (2003) nog bij het Ministerie van Defensie.
Van de officieren zijn de benoemings- en ontslagbesluiten (Koninklijke besluiten, KB, gevolgd door datum en nummer) bewaard gebleven in de archieven van de Staatssecretarie 1813-1840 (toegang 2.02.01) en van het Kabinet des Konings / der Koningin 1841-1945 (toegangen 2.02.04 en 2.02.14).
De pensioenregisters van Marinepersoneel (toegang 2.12.38) sluiten aan op de stamboeken.
Het chronologisch geordende verbaalarchief van het Ministerie van Marine (toegang 2.12.01) bevat ook veel documenten over individuele militairen, vooral over officieren. Dit archief is evenwel verre van volledig. Het is moeilijk te raadplegen, omdat de toegangen (indices en namenklappers) over de periode 1845-1940 grotendeels ontbreken. In de stamboeken zelf wordt vaak een verwijzing gemaakt naar stukken in dit archief door middel van een datum en nummer, voorafgegaan door de aanduiding 'Res.'.
Het archief van de Algemene Rekenkamer (2.02.09.01) bevat lijsten van delegaties van scheepssoldijen 1839-1888 (inventarisnummers 5-21). Het archief van het Commandement Maritieme middelen te Willemsoord (2.12.12) bevat nog een aantal stamboekachtige registers (inventarisnummers 1128-1162, 1195-1199 en 1259-1271). Deze zijn evenwel niet bijgehouden door het ministerie in Den Haag, maar door Marine-etablissementen buiten Den Haag.
De scheepsjournalen van marineschepen bevatten achtergrondinformatie. Hierin is onder meer te vinden welke reizen een marineschip gemaakt heeft in de periode dat een officier of schepeling op een schip werkzaam was.
Zie ook de scheepsrollen inventarisnummers 469-471 en de inventarisnummers 617 en 640.
Folio 1-68 uitgescheurd. Namenklapper ontbreekt
De namenklapper bevat ook een verkeerd ingebonden katern van een klapper op een pensioenregister van onderofficieren en schepelingen, ca. 1900-1930.
Op de Stamboeken Officieren 1814-1868 is een
De verzameling is aangelegd tussen 1814 en 1868. De serie is niet volledig. Het merendeel betreft officieren die in Franse dienst geweest zijn. In de jaren na 1830 zijn sporadisch nog enige staten van dienst aan de verzameling toegevoegd. Bevat verwijzingen naar de registers La A, B, C en D.
De nummers 2061-2100 betreffen voornamelijk schrijvers en victualiemeesters, geen officieren zijnde.
De nummers 2101-2115 betreffen voornamelijk schrijvers en victualiemeesters, geen officieren zijnde.
Deze klapper is vervaardigd rond 1900. Gebruik de
Op de stamboeken is een
Het register is bijgehouden tot 1844. De ziekenoppassers waren geen officieren.
Het register ontbreekt. De serie bijlagen is onvolledig.
Op de stamboeken is een
Gebruik eventueel inventarisnummer 112. De stamboeken zijn bijgehouden tot en met 1945.
Op de stamboeken is een
Gebruik eventueel inventarisnummer 112. De stamboeken zijn bijgehouden tot en met 1945.
Op de stamboeken is een
Gebruik eventueel inventarisnummer 112. De stamboeken zijn bijgehouden tot en met 1945.
Het Korps mariniers was in 1814 en 1815 een bataljon, behorend tot de landmacht. Het gebruikte stamboek heeft dan ook het formulier en het formaat van de stamboeken voor de officieren van de landmacht.
Op de stamboeken is een
Gebruik eventueel inventarisnummer 112. De stamboeken zijn bijgehouden tot en met 1945. De nummers 194D - 200D zijn uitgegeven aan officieren van de landmacht, die bij het Korps Mariniers gedetacheerd waren.
Op de stamboeken is een
Gebruik als namenklapper inventarisnummer 113. De stamboeken zijn bijgehouden tot en met 1945. Zie ook inventarisnummers 622-626 en 639.
Zie ook inventarisnummer 635.
Deze geboortebewijzen betreffen personen, geboren in de jaren 1794-1878, en zijn overgelegd bij het in diensttreden in de jaren 1814-1897. De uittreksels zijn soms ouder dan het jaar van dienstneming.
ontbreken
Grotendeels leeg.
Zie voor de registers La A en B inventarisnummers 1-4.
De namenklapper op het register adelborsten La E2 ontbreekt. Gebruik het gereconstrueerde namenregister inventarisnummer 108.
Deze klappers zijn vermoedelijk na de brand in 1945 door de Afdeling Personeel Koninklijke Marine vervaardigd.
In het archief van het Ministerie van Koloniën (toegang 2.10.01) bevinden zich onder de inventarisnummers 4160-4162 de stamboeken van de officieren in dienst van de Koloniale Marine. De inventarisnummers 4164-4170 in dezelfde toegang bevatten lijsten van manschappen in dienst van de Koloniale Marine in de jaren 1816-1829. Behoudens deze bestanddelen en de hieronder vermelde lijsten is er geen afzonderlijke administratie bewaard gebleven van marinepersoneel in de koloniën. Het personeel dat in Nederland dienstgenomen heeft, is in de gewone stamboekseries van de Marine ingeschreven. Gegevens over personeel van de Indische Gouvernementsmarine zijn opgenomen in de series stamboeken Indische ambtenaren (toegang 2.10.36.22) en stamkaarten Oost-Indische ambtenaren (toegang 2.10.36.21). Zie ook inventarisnummer 503.
De staten zijn opgemaakt te Batavia op 1 april 1843 en zijn genummerd 44-319. De nummering is niet doorlopend. De 24 staten bevatten gegevens over de periode 1818-1842.
De staten genummerd 1 - 230 ontbreken. De lijsten vermelden de namen, rang en stamboeknummers (alleen bij onderofficieren en schepelingen), alsmede de namen en adressen van de naaste familiebetrekkingen.
De namenklappers zijn in deze inventaris zoveel mogelijk geplaatst bij de series waarop ze betrekking hebben. Begin uw onderzoek altijd eerst in de indexen: Levert dit geen succes op, of zoekt u aanvullende informatie, gebruik dan deze inventaris om andere registers te raadplegen.
Op de stamboeken van Marine-officieren 1814-1868 is een
Op de stamboeken van Marine-officieren 1868-1940 is een
Deze klapper verwijst naar inschrijvingen in stamboeken met inventarisnummers 33-55, 59-68, 71-77 en 81-83.
Deze klapper verwijst naar inschrijvingen in stamboeken met inventarisnummers 84-92.
Deze klapper verwijst naar inschrijvingen, genummerd 1-1535
De soldijrollen van de Generale werving bevatten gegevens over de aangeworven schepeling: plaats en datum van indiensttreding, gage of soldij, duur der verbintenis en plaatsing op een schip. De lijsten van aangenomen manschappen bevatten dezelfde gegevens alsmede woon- en geboorteplaats, familierelaties, beroep, godsdienst en signalement.
Op de Lijsten van aangenomen manschappen is een
Op de Lijsten van aangenomen manschappen is een
Op de Lijsten van aangenomen manschappen is een
Op de Lijsten van aangenomen manschappen is een
Op de Lijsten van aangenomen manschappen is een
Deze namenklapper is identiek aan de
De scheepsrollen bevatten gegevens over de schepelingen: namen ouders, geboorteplaats, rang, gage of soldij, bedragen van uitbetalingen of inhoudingen wegens schulden en van welk schip afkomstig en voor welk schip bestemd. De serie bevat ook enige rollen en lijsten van officieren. Gebruik als namenklappers op de scheepsrollen de inventarisnummers 451-452.
Ingevolge order van den schout bij nacht J.D. Musquetier van 5 maart 1821 no. 383 zijn - ingaande 1 januari 1821 - extra manschappen overgeplaatst naar het korvet "Ajax", afkomstig van Z.M. schepen "Tromp" en "van der Werff".
1e deel, met klapper
2e deel
Ingevolge Koninklijk besluit van 4 april 1828 no. 16 en de ministeriële resolutie van 5 april 1828 no. 100 is de naam van dit fregat veranderd in die van "Sambre".
1e deel, met klapper
2e deel
pagina 1- 420 1e deel, met klapper
pagina 421- 835 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 550 2e deel
pagina 551- 767 3e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 1- 400 1e deel, met klapper
pagina 401- 800 2e deel
pagina 801-1260 3e deel
pagina 1261-1483 4e deel
Inventarisnummers 216-219 betreffen vrijwilligers dienende bij de 2e en 3e Afdeling der Linie van Defensie te water. Commandanten van de 2e en 3e Afdeling Defensie te water waren respectievelijk kapitein ter zee N.P. Blommendal en kapitein ter zee A.W. de Man. Zie voor de 1e Afdeling de inventarisnummers 364-367.
zie ook onder: "Euridice"
Ingevolge Koninklijk besluit van 27 juli 1815 no. 34 en de ministeriële resolutie van 1 augustus 1815 no. 16/524 is de naam van dit schip herdoopt in die van "Prins van Oranje".
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 561 2e deel
Soldij-rol der Koloniale zeelieden op het koopvaardijschip "Betsy en Carolina" (schipper: J. Schreuder), later: "Cornelia" (schipper: F. Sipkes), bestemd om zeelieden naar Java over te brengen.
Inv.nr. 230 is vervallen en bevindt zich thans in archief Scheepssoldijrollen 1795-1813, toegang 2.01.30, inventarisnummer 667.
Zie ook onder: "Rotterdam"
zie onder: "Betsy en Carolina"
zie onder: "prins"
Ingevolge Koninklijk besluit van 15 juli 1815 no. 55 en de ministeriële resolutie van 24 juli 1815 no. 27/500 is dit schip herdoopt in "Nassaü.
zie onder: "Betsy en Carolina"
pagina 1- 306 1e deel, met klapper
pagina 307- 624 2e deel
pagina 1- 258 1e deel, met klapper
pagina 259-534 2e deel
Ingevolge Koninklijk besluit van 6 oktober 1823 no. 27 en de ministeriële resolutie van 10 oktober 1823 no. 27.
zie ook onder: "Ferretter, De"
zie onder: "Zeeland", inv.nrs. 412-441
pagina 1- 329 1e deel, met klapper
pagina 330- 455 2e deel
pagina 1- 309 1e deel, met klapper
pagina 310- 528 2e deel
Voor deserteurs bestemd om naar Oost-Indië te worden vervoerd, ingevolge de ministeriële resolutie van 25 april 1822 no. 31.
pagina 1- 410 1e deel, met klapper
pagina 411- 818 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
Ingevolge de ministeriële resolutie van 17 juni 1828 no. 135 is de bemanning ultimo juni 1828 overgegaan op het fregat "Amstel".
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 909 3e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 565 2e deel
zie ook onder: wachtschip "Amstel" en fregat "Kenau-Hasselaar"
Ingevolge de ministeriële resolutie van 9 mei 1815 no. 15/303 is de naam van dit schip herdoopt in die van "Daphne".
pagina 1- 298 1e deel, met klapper
pagina 299- 382 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 608 2e deel
pagina 609-1020 3e deel
pagina 1- 400 1e deel, met klapper
Ingevolge Koninklijk besluit van 16 maart 1828 no. 14 en de ministeriële resolutie van 20 maart 1828 no. 1 is de naam van dit schip veranderd in die van "Sumatra".
pagina 401- 543 2e deel
zie ook onder: "Kenau-Hasselaar"
Ingevolge de ministeriële resolutie van 18 april 1818 no. 28 de bemanning overgegaan op kanonneerboot no. 7; van 11 juli 1822 no. 15 de bemanning overgegaan op kanonneerboot no. 15 en van 23 februari 1825 no. 11 de bemanning overgegaan op kanonneerboot no. 18.
pagina 1- 304 1e deel, met klapper
pagina 305- 637 2e deel
pagina 1- 400 1e deel, met klapper
pagina 401- 820 2e deel
pagina 1- 260 1e deel, met klapper
pagina 261- 541 2e deel
pagina 1- 299 1e deel, met klapper
Ingevolge Koninklijk besluit van 10 juli 1826 no. 25 en de ministeriële resolutie van 14.7-1826 no. 73 is de bemanning overgegaan op het fregat "Java" en bij Koninklijk besluit van 1 september 1826 no. 167 en de ministeriële resolutie van 7 september 1826 no. 48 is de bemanning nader overgegaan op het fregat "Euridice".
pagina 300- 601 2e deel
pagina 602- 883 3e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 854 3e deel
zie ook onder: "Amstel" en "Zeeland"
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 330 2e deel
zie onder: "Arinus", Marinus
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 556 2e deel
pagina 1- 250 1e deel, met klapper
pagina 251- 443 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 617 2e deel
pagina 1- 380 1e deel, met klapper
pagina 381-779 2e deel
pagina 1- 339 1e deel, met klapper
pagina 340- 689 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 493 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 882 3e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 900 3e deel
pagina 901- 1273 4e deel
Inventarisnummers 364-367 betreffen vrijwilligers dienende bij de 1e Afdeling der Linie van Defensie te water. Zie voor de 2e en 3e Afdeling de inventarisnummers 216-219.
zie onder: "Charlemagne"
zie onder: "Groote Poon"
De klapper in deze rol is niet compleet; hierin komen ook schepelingen voor van de "Cezar", later genaamd "Prins Frederik" en weer later "Prins van Oranje".
zie ook onder: "Rotterdam "
zie onder: "Prins"
zie onder "Prins" (inv.nr. 375) en "Auguste, De" (inv.nr. 226)
pagina 1- 299 1e deel, met klapper
pagina 300- 465 2e deel
zie onder: "Maria Reygersbergen" (inv.nrs. 329-331)
Ingevolge Souverein besluit van 18 september 1814 no. 3 en de ministeriële resolutie van 20 september 1814 no. 1 is voor het schip "Rotterdam" in de plaats gesteld het schip "Tromp", nadien het schip "Prins" en daarna het schip "Brabant".
pagina 1- 350 1e deel, met klapper
pagina 351- 652 2e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 481 2e deel
zie onder: "Algiers"(inv.nrs. 200-202
zie onder: "Frederika" Sophia Wilhelmina
zie onder: "Sapeur, De "
zie onder: "Java" (inv.nrs. 288-289)
pagina 1- 298 1e deel, met klapper
pagina 299- 369 2e deel
Soldij-rol van een detachement Koloniale Zeelieden - onder commando van den kapitein-luitenant ter zee N.P. Blommendal - welke naar Java zijn overgebracht.
zie onder: "Frederika" Sophia Wilhelmina
Latere commandanten: kapt. Laurens Louis Spengler op 4 aug 1817, kapt. Anton Willem de Man op 20 apr 1818, en kapt. Wilhelm August van der Hart op 24 juni 1819. Schip op 18 juli 1820 weer aangekomen te Texel
Vervallen
Thans in archief Scheepssoldijrollen 1795-1813, toegang 2.01.30, inventarisnummer 655.
Ingevolge de ministeriële resolutie van 30 juli 1814 La A is de naam van het schip "Doggersbank" herdoopt in die van "Zeeland".
pagina 1- 310 1e deel, met klapper
pagina 311- 652 2e deel
pagina 1- 400 1e deel, met klapper
pagina 401- 779 2e deel
pagina 1- 370 1e deel, met klapper
pagina 371- 734 2e deel
pagina 1- 360 1e deel, met klapper
pagina 361- 725 2e deel
pagina 726-1109 3e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 900 3e deel
pagina 901-1199 4e deel
pagina 1200-1492 5e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
pagina 601- 900 3e deel
pagina 901-1200 4e deel
pagina 1201-1460 5e deel
pagina 1- 300 1e deel, met klapper
pagina 301- 600 2e deel
nader: "Kenau Hasselaar"
pagina 601- 900 3e deel
nader: "Kenau Hasselaar"
pagina 901-10160 4e deel
nader: "Kenau Hasselaar", zie ook onder: "Dageraad"
De klappers zijn ingedeeld in vier kolommen: Nrs. folio's - Namen - Departementen (A, R en Antw) - Nrs. Lijsten - Scheepsnamen. De letters en getallen in de kolom Departementen (A. = Amsterdam, R. = Rotterdam en Antw. = Antwerpen) verwijzen naar de lijsten van aangenomen manschappen (inventarisnummers 148-162 en 165-191). De scheepsnamen en de folionummers verwijzen naar de scheepsrollen (inventarisnummers 195-450).
pagina 1- 590, met klapper
pagina 591-1190
Achter in dit deel bevindt zich een lijst van alle manschappen die onder de Flottille Zeeland hebben gediend.
pagina 1- 400, met klapper
Betreft opperstuurlieden, opperschippers, konstabel-majoors en oppertimmerlieden.
Aanwezig zijn slechts de pagina's 313-322, de laatste katern.
Ajax 1814-1822
Algiers 1822-1825
Amstel, De 1815-1830
Amsterdam 1814-1817
Arend, De 1820-1827
Courier 1818-1826
Dageraad 1814-1825
Daphne 1815-1817
Diana 1815-1826
Dolphijn 1818-1826
Eendracht 1814-1826
Euridice 1814-1826
Evertsen 1814-1820
Flora 1818-1821
Frederika Sophia Wilhelmina 1815-1818
Galathe 1819-1820
Gier, De 1819-1829
Haai 1814-1815
Havik 1814-1817
Hekla 1822-1829
Holland 1824-1827
Irene 1814-1822
Iris 1814-1816
Javaan 1824-1826
Kemphaan, De 1821-1826
Kenau Hasselaar 1814-1829
Komeet 1819-1826
Kortenaar 1827-1828
Kozak 1817-1820
Lynx 1818-1826
Maria Reygersbergen 1814-1826
Maze (nader Prins Frederik) 1816-1819
Melampus 1815-1820
Merkuur 1818-1828
Middelburg 1822-1825
Minerva 1814-1826
Nassau 1815-1817
Pallas 1825-1826
Pellikaan 1823-1828
Pollux 1824-1827
Prins Frederik (later Waterloo) 1815
Prins van Oranje 1814-1817
Proserpina 1824-1828
Rhyn, De 1819-1821
Rotterdam 1814
Ruiter, Admiraal De 1814-1816
Rupel 1824-1828
Schelde, De 1821-1824
Sirene 1820-1828
Spion 1815-1816
Triton 1825-1829
Tromp 1815-1820
Venus 1814-1819
Wassenaar 1816-1827
Waterloo 1826-1828
Werff, van der 1814-1819
Wilhelmina, De 1817-1822
Willem de Eerste 1815-1820
Yssel 1814-1816
Zeeland 1814-1826
Zeemeeuw 1814-1828
Zeepaard 1819-1823
Zeeuw, De 1826-1827
Zwaluw, De 1817-1830
- Tweede Equipage voor het afbrengen van schepen van Antwerpen naar Vlissingen in 1815
- Aantekening der officieren behorende tot het detachement der Koloniale Marine in Oost-Indië, 1818
- Aantekening der officieren enz. geplaatst bij het met het particulier schip "Wilhelmina" naar Oost-Indië over te voeren detachement Koloniale zeelieden, 1820
- Afzonderlijke rol der officieren enz. bestemd om met de particuliere schepen "Sara Maria" en "Rosette" naar West-Indië te worden overgevoerd teneinde vervolgens op de aldaar liggende schepen over te gaan, 1823
- Depôt-rol van het Oost-Indisch Eskader, 1824-1827
Zie ook de staten van dienst genummerd 2061-2115 in de inventarisnummers 30-31
Het derde register, waarnaar in dit deel wordt verwezen met de aanduiding La, ontbreekt.
Gebruik als namenklapper voor de periode 1814-1888 (inv.nrs. 483-497):
Gebruik als namenklapper voor de periode 1888-1906 (inv.nrs. 497-501): inventarisnummer 502.
Gebruik als namenklapper op de ontbrekende stamboeken uit de periode 1906-1940: inventarisnummers 637-639. De serie stamboeken is door oorlogsomstandigheden (brand na bombardement) incompleet geraakt.
Het Korps mariniers was in 1814 en 1815 een bataljon, behorend tot de landmacht. De gebruikte stamboeken hebben aanvankelijk het formulier en het formaat van de stamboeken voor de onderofficieren en manschappen van de landmacht.
Gebruik als namenklapper voor de periode 1860-1901 (inv.nrs. 503-530)
Gebruik als namenklapper voor de periode 1908-1911 (inventarisnummer 531).
Gebruik als namenklapper op de inventarisnummers 532-533 en op de ontbrekende stamboeken uit de periode 1901-1940: inv.nrs. 637-639.
De serie stamboeken is in april 1860 aangelegd. Al het toen in dienst zijnde personeel is ingeschreven onder de stamboeknummers 1 - 5853. Het merendeel van deze onderofficieren en manschappen is in de jaren vijftig in marinedienst gekomen. Enkele onderofficieren hebben een langere staat van dienst en zijn al in de jaren veertig aangeworven. Vanaf 23 april 1860 zijn onder de nummers 5854 en volgende de nieuw aangeworven manschappen ingeschreven. Enkele hiaten in de nummering (3719-3750, 4141-4150 en 4689-4750) zijn in 1860 en 1861 alsnog opgevuld. De zeemiliciens van de lichtingen 1862 tot en met 1867 zijn in deze serie stamboeken ingeschreven en wel in de inventarisnummers 511-521. De serie stamboeken is door oorlogsomstandigheden (brand na bombardement) incompleet geraakt.
In dit deel zijn extra katernen opgenomen met inschrijvingen genummerd 237a - 237z en 237/1 - 237/50. Deze inschrijvingen uit de jaren 1864-1872 betreffen marinepersoneel dat in Nederlands-Indië dienst genomen heeft.
Gebruik als namenklapper op dit stamboek inventarisnummer 108.
De M-nummers hebben betrekking op mariniers.
Het register is verkeerd ingebonden, waardoor de chronologische volgorde van de inschrijvingen is verstoord.
Zie voor de jaren 1923-1938 inv.nrs. 705-731.
De zeemiliciens van de lichtingen 1862 tot en met 1867 zijn ingeschreven in de stamboeken van de schepelingen en wel in de inventarisnummers 511-521.
Ter vermijding van dubbele nummering met de stamboeknummers van de onderofficieren en manschappen van de zeedienst (schepelingen beroepspersoneel), is men enkele malen opnieuw begonnen met de nummering, al dan niet gevolgd door een letter. Rond 1927 is de laatste nummering gestart. Deze nummers hebben de letter 'z' als toevoeging. De nummering loopt tot in 1940 door tot ca. 14155z. De stamboeken met deze z-nummers zijn niet overgedragen.
Bevat enkele verwijzingen naar inschrijvingen uit 1945.
Zie ook inv.nrs. 615-616 en 703-704.
In deze klapper zijn ook verwijzingen opgenomen naar de mutaties van deel II en III.
Bevat enkele verwijzingen naar inschrijvingen uit 1945.
Zie ook inv.nrs. 597 en 703-704.
Deze klappers zijn vermoedelijk in de jaren vijftig door de Afdeling Personeel Koninklijke Marine overgetypt.
De stamboeken met de inschrijvingsnummers 1-1428 zijn niet aangetroffen.
De stamboeken bevatten ook gegeven van gezagsvoerders en stuurlieden, die als officieren zijn ingedeeld. Ze zijn bijgehouden tot 1945.
Bevat gegevens van personeel vanaf 1903 en is bijgehouden tot 1946.
Namenklappers zijn mee ingebonden.
1L - 180L
181L - 380L
381L - 580L
De namenklapper bevindt zich in het eerste deel van 1910.
581L - 752L
753L - 950L
1145L - 1300L
Stamboeknummers 1301L - 1307L, 1376L - 1379L, 1381L - 1382L, 1398L - 1399L en 1401L.
Bevat verwijzingen naar de stamboeknummers uit de reeks 1311L - 1397L.
Bevat verwijzingen naar de stamboeken van de onderofficieren en manschappen. De aanduiding van de soort stamboeken staat soms bij het nummer, b.v. 12345z voor de serie zeemiliciens, maar meestal bij de rangaanduiding. Zo staat 'z/m' voor de serie stamboeken zeemilicien en 'marn' voor de serie stamboeken mariniers. Bij de namen van officieren staat geen stamboekverwijzing. Het register is in Den Haag bijgehouden op basis van gegevens uit Engeland, verkregen via het Rode Kruis te Genève.
De namenklappers zijn in deze inventaris zoveel mogelijk geplaatst bij de series waarop ze betrekking hebben. Begin uw onderzoek altijd eerst in de indexen: Levert dit geen succes op, of zoekt u aanvullende informatie, gebruik dan deze inventaris om andere registers te raadplegen.
(oud nr. 2.12.07).
1814-1829 [1904-1906] (oud nr. 2.12.09).
Bevat geen verwijzingen naar stamboeknummers.
De namenklappers verwijzen naar inschrijvingen in de stamboeken schepelingen (inventarisnummers 530-533), mariniers (getal met letter M, inventarisnummers 498-501), naar een onbekend stamboek met de nummers 1L/O - ca. 515L/O en naar een onbekend stamboek met de nummers 20001- ca. 20285.
De eerste kolom verwijst naar de nummers 1-2309, de tweede kolom naar inschrijvingen in de stamboeken schepelingen (inventarisnummers 530-533), mariniers (getal met letter M, inventarisnummers 500-501) en naar een onbekend stamboek met de nummers 1L/O - ca. 515L/O. Bij de namen van de officieren staan geen verwijzingen.
De stamboeken van het personeel der rijkswerven bevatten in het algemeen minder gegevens dan die van het miltaire personeel der Marine. Met name de gegevens van de ouders ontbreken. Vóór 1860 zijn bij de rijkswerven geen stamboeken gehouden. Volstaan werd met de loonadministratie, welke werd bijgehouden in de zgn. betaalsrollen. Een deel van deze betaalsrollen is bewaard gebleven in de archieven van de rijksmarinewerven. In 1915 werden de gegevens vanuit de vastbladige stamboeken overgeschreven op de gemakkelijker bij te houden stamkaarten. Deze stamkaarten, daterend vanaf 1915, zijn niet bewaard gebleven.
De delen 1 en 2 beschrijven het in 1860 in dienst zijnde personeel, waarvan de oudste in 1811 in dienst is gekomen.
De klappers verwijzen naar de inv.nrs. 643-650.
Personen die in 1875 niet meer in dienst waren, zijn niet in deze klapper opgenomen.
Deel 19 is niet bewaard gebleven. Van c. 1891 zijn de personen niet meer per functie of beroep ingeschreven, maar in chronologische volgorde.
De jaartallen hebben betrekking op de jaren van indiensttreding van het personeel dat in de stamboeken is ingeschreven.
Met naamklapper.
Met naamklapper.
Het betreft een fragmentarisch bewaard gebleven stamboek, waarvan de bladen zijn losgeraakt. Hierdoor is het onzeker of de informatie, vermeld op de rechter pagina betrekking heeft op de persoon die op de linker pagina is ingeschreven.
Met naamklapper.
Alle delen bevatten een naamklapper.
Met naamklapper.
Met naamklapper.
Bevat enkele verwijzingen naar inschrijvingen uit 1945.
Zie ook inv.nrs. 597 en 615-616.
Deze klappers zijn vermoedelijk in de jaren zeventig door de Afdeling Personeel Koninklijke Marine gefotokopieerd.