In de periode 1917 tot 1931 kwamen de archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828 naar Nederland, op grond van de Koninklijke Besluiten van 22 december 1915 en 7 juli 1919 (Stb 519, 469).
Bij deze overgebrachte archieven tot 1828 werden echter ook archiefbescheiden uit de periode ná 1828 aangetroffen.
In het begin van het jaar 1924 waren namelijk reeds twintig kisten met archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot "1828" uit Curaçao in Nederland aangekomen. Tot niet geringe verwondering van de Algemene Rijksarchivaris mr. R. Fruin bleek bij het sorteren van de inhoud van deze kisten dat 17 kisten archiefstukken bevatten daterend van ná 1828 en tot zelfs in het derde kwartaal van de 19de eeuw doorlopend. Dit was strijdig met het Koninklijk Besluit van 7 juli 1919, waarbij voor de over te brengen Curaçaose bestuursarchieven 1 augustus 1828 als grensdatum was gesteld. Aangezien de stukken van na die datum naar hun inhoud weinig belangrijk werden geacht - zo werden bescheiden van comptabele aard vernietigd - zou een terugzending ervan niet gewenst worden. ARA Archief van het Algemeen Rijksarchief, inv. nr. 209 nr. 4344/87 (brief van de minister van Koloniën aan de Algemene Rijksarchivaris van 1 oktober 1924); inv. nr. 211 nr. 796 (brief van de Algemene Rijksarchivaris aan de minister van Koloniën van 9 oktober 1924); inv. nr. 209 nr. 58 (brief van de minister van Koloniën van 13 november 1924 met bijlage bevattend het procesverbaal van 7 november van 1924). Hieruit blijkt dat niet alleen comptabele stukken zijn vernietigd, maar ook rantsoenlijsten, meetbrieven en manifesten van scheepsladingen. Idem, inv. 210 nr. 292 (brief van de Algemene Rijksarchivaris aan de minister van Koloniën van 8 april 1924).
Uit het jaarverslag van de Algemene Rijksarchivaris mr. R. Fruin blijkt dat op advies van Th. Morren, in 1919 het gehele archief van de in 1875 opgeheven en Wees-, Onbeheerde en Desolate Boedelkamer met dat van de in 1870 opgeheven Hypotheekbank van Curaçao naar Nederland was overgebracht. Deze archieven waren tot nader order op de voorzolder van het Rijksarchiefgebouw gedeponeerd.
In het jaar 1929 waren er plannen om ook de archieven van Suriname en Curaçao respectievelijk tot 31 december 1845 en 16 juli 1845 naar Nederland te laten overbrengen.
De overweging was dat in 1845 per 1 augustus een einde was gekomen aan de periode, waarin Paramaribo als bestuurscentrum van de Nederlands Westindische Bezittingen fungeerde. Bovendien speelde hierbij ook een rol het verzoek van de minister van Koloniën aan de Algemene Rijksarchivaris of hij bereid zou zijn de archivalia van de Surinaamse Gouvernementssecretarie te willen overnemen. Idem, inv. nr. 228 nr. 11 (brief van de minister van Koloniën aan de Algemene Rijksarchivaris van 12 april 1929).
In Parimaribo worstelde men met ruimtegebrek. Het oud-archief van de Gouvernementssecretarie was naar het Kantongerecht overgeplaatst; "welke ruimte blijkt al zeer weinig geschikt te zijn voor het bewaren van archiefstukken".
De Algemene Rijksarchivaris reageert positief en verzoekt de minister van Koloniën de Koninklijke Besluiten van 1915 en 1919 - die betrekking hebben op de overbrenging van de Surinaamse en Curaçaose archieven van vóór 1828 - te wijzigen, in die zin dat zowel voor de Surinaamse archieven als ook voor die van Curaçao de termijn wordt verlengd tot 31 december 1845. Verder schrijft hij in zijn brief dat het nu niet de bedoeling is alle archieven tot 1845 over te zenden, "maar op den duur zal het daartoe toch wel komen en deze wijziging der Koninklijke Besluiten schijnt mij de eenvoudigste weg". ARA Archief van het Algemeen Rijksarchief, inv. nr. 230 nr. 377B/C (brief van de Algemene Rijksarchivaris aan de minister van Koloniën van 17 april 1929).
Bij de K.B.'s van 12 maart 1930 (Stb 165, 166) werd daaraan uitvoering gegeven. Het tweede KB van 12 maart 1930 (Stb 166) bepaalde namelijk dat ook de koloniale en notariële archieven van Curaçao van na 1828 tot 1 januari 1846 zouden worden overgebracht. In november 1930 arriveerden de Surinaamse archieven en in mei 1931 die uit Curaçao, na te Utrecht te zijn ontsmet.
De archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828 werden in de jaren 1920 tot 1924 door mr. R. Bijlsma geïnventariseerd.
In 1919 was het archief van de in 1875 opgeheven Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer met dat van de in 1870 opgeheven Hypotheekbank van Curaçao naar Nederland overgebracht. Van deze archieven werden toen lijsten opgemaakt. De tot het archief van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer behorende boedelpapieren, die zonder enige orde in portefeuilles dossiersgewijs waren opgeborgen, konden nu aan de hand van de thans opgemaakte lijsten in chronologische volgorde worden gerangschikt.
Met de inventarisatie van de in 1931 naar het Algemeen Rijksarchief overgebrachte archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba werd de hoofdcommies E. Hoogendijk belast. Hoogendijk was reeds in 1912 werkzaam bij de toen 5e afdeling "Koloniale en Marine archieven" onder Dr. J. de Hullu. In de twintiger jaren assisteerde hij Mr. R. Bijlsma bij de inventarisatie van de archieven van St. Eustatius, St. Maarten en Saba tot 1828. E. Hoogendijk werd van wege bezuinigingen op de staatsuitgaven met ingang van 1 januari 1933 eervol ontslagen (VROA 1932 p. 11 ). In dat zelfde jaar echter en in 1934 werd hij op arbeidscontract weer in dienst genomen (VROA 1933 p. 8 en 1934 p. 5). In de VROA 1933 wordt op p. 11 bij het onderdeel "voortgang der inventarisatie" vermeld dat "terwille der bezuiniging van Rijkswege voorloopig geen archiefinventarissen meer zullen worden gedrukt". De inventaris van Hoogendijk is dan ook nooit gedrukt.
Het archief is bij Koninklijk Besluit of ministeriële beschikking overgebracht.
De door Hoogendijk aangebrachte nummering is in het computerbestand ingevoerd. Opnieuw nummeren - waarvoor goede redenen zijn - is derhalve achterwege gebleven.
De inv. nrs. 189-259 (afdeling Gouverneursarchief) bevatten aanschrijvingen van de gouverneur aan de administrateur van financiën en zijn destijds ondergebracht bij het archief van de gouverneur. Deze inv. nrs. horen daar echter niet thuis en zijn nu te vinden in het archief van de administrateur der financiën, direct achter de journalen van de boekhouder-controleur (administrateur der financiën).
De afdeling "Stukken onder het beheer van de koloniale secretaris" (grote inleiding en slechts drie inventaris nummers(451-453)) is niet meer als zodanig in de inventaris opgenomen. De desbetreffende inv. nrs. zijn ondergebracht bij het archief van de gouverneur, achter het alfabetisch repertorium op de uitgaande binnenlandse brieven (inv. nrs. 55-57, p. 8).
De afdeling "Nog in te voegen stukken na 1828 behorend tot de archieven uit West Indië (depot nr. 48)". Van de tot deze afdeling behorende inventarisnummers (inv. nrs. 1287-1330) is een gedeelte - voor zover verantwoord - toegevoegd aan de diverse afdelingen van de inventaris. De overige nummers van deze "Nog niet ingevoegde stukken" zijn bij de afdeling "Overige Stukken" ondergebracht. In het algemeen zijn daar geplaatst al die stukken die noch direct noch indirect bij één van de afdelingen van de inventaris konden worden ingevoegd.
Alles bijelkaar genomen is er noodgedwongen een vrij groot aantal inventarisnummers verplaatst. Het was dan ook nodig om - evenals bij de inventaris van de archieven van St. Eustatius, St. Maarten en Saba - een index op inventarisnummers te maken.
Bij de ordening van de inv. nrs. 956-968 (boedelrekeningen van de Weeskamer) werden de namen van de erflaters vermeld. Indices op persoons-, geografische- en scheepsnamen vergroten de toegankelijkheid van deze archieven.
Zoals reeds gezegd is de oude nummering van de inventaris Hoogendijk gehandhaafd.
Helaas kon de nummervolgorde niet altijd in stand gehouden worden. Niet alleen de invoeging van de later toegevoegde stukken uit de Westindische archieven van na 1828, maar ook de hergroepering van door Hoogendijk foutief geplaatste series en stukken (bv. de inv. nrs. 189-259) maakten dit onmogelijk. Een index op inventarisnummers kan ook hier niet worden gemist.
De gebruiker dient bij de decimaal gesplitste inventarisnummers, het hoofdnummer aan te vragen.
Naast de algemene inleiding zijn institutionele gegevens te vinden in deelinleidingen per archiefvormer.
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Curaçao, Archieven na 1828, nummer toegang 1.05.12.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Curaçao, Bonaire en Aruba na 1828, 1.05.12.02, inv.nr. ...
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
In de archieven van de gouverneur-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 1828 tot 1845 in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag bevinden zich ook vele documenten betreffende de Benedenwinden.
In het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao berust het grootste gedeelte van de archieven van na 1828/1845. Daarvoor dient verwezen te worden naar de z.g. "inventaris Boskaljon".
Bij besluit van 7 februari 1828 had de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen Van den Bosch een "Reglement op het beleid van de Regeering, het Justitiewezen, den Handel en de Scheepvaart op Curaçao en onderhoorige eilanden" vastgesteld, dat op 1 maart 1828 van kracht werd. Spoedig daarop volgde het algemene "Reglement op het beleid der Regeering van de Nederlandsche Westindische Bezittingen", dat bij zijn besluit van 21 juli 1828 no. 222 was vastgesteld en op 1 augustus van hetzelfde jaar in werking trad. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 339 fo. 50 (publicatie) en fo. 52-79 (reglement).
Art.1 van het Curaçaosche reglement bepaalt dat het hoogst uitvoerend gezag op Curaçao en onderhorige eilanden, onder de gouverneur-generaal der Nederlands Westindische Bezittingen te Paramaribo, berust bij de directeur, tevens bevelhebber over de land- en zeemacht en de gewapende burgerwacht.
Hij wordt voor de eerste maal door de commissaris-generaal en vervolgens door de Koning benoemd (art. 3). Krachtens de artt. 7-13 voorziet hij in vacatures en kan hij een ambtenaar of officier, met uitzondering van de leden van de Raad van Politie, om de daarbij genoemde redenen in hun bediening schorsen. Consuls of agenten van vreemde mogendheden mag hij, volgens art. 14, niet in de kolonie toelaten zonder authorisatie van de gouverneur-generaal. Artikel 15 bepaalt dat hij als president van de Raad van Politie optreedt, die uit vier leden bestaat. Volgens art. 19 stelt de directeur de begroting op die in de Raad van Politie behandeld wordt. Begroting en bijlagen worden aan de gouverneur-generaal toegezonden. Bordewijk (1911) pp. 193-203 (bijlage VII).
Bij besluit van de commissaris-generaal van 7 februari 1828 werd voor de directeur een instruktie vastgesteld. De huishoudelijke zaken der kolonie zijn aan een Gemeentebestuur opgedragen. Volgens art. 5 van het reglement controleert de directeur in overleg met de Raad van Politie de jaarlijkse begroting van het Gemeentebestuur en de jaarrekening van de gemeente-ontvanger. Deze stukken werden voorzien van een memorie van toelichting aan de gouverneur-generaal overgezonden.
Hij onderwerpt verzoeken om dispensatie van wetten, surséance van betaling, kwijtschelding van belastingen, aan de beslissing van de gouverneur-generaal; hij verleent zeebrieven, zeepapieren, paspoorten; hij geeft verlof aan vaartuigen om geschut te voeren; het opslaan en afleveren van buskruit en wapens aan particulieren; het verloten van goederen en het kalkbranden. Van zijn vele verplichtingen (artt. 9-26) worden hier vermeld de naleving van het verbod op de slavenhandel; de verzending om de drie maanden van een staat van het financiewezen der kolonie, met toelichtingen en verder elk jaar een uitvoerig rapport over de kolonie en de eilanden Bonaire en Aruba aan de gouverneur-generaal. Idem, pp. 204-211 (bijlage VIII).
Bij K.B. van 20 november 1833 no. 85 wordt een nieuw "Reglement op het beleid der Regeering in de kolonie Curaçao en de onderhoorige eilanden" vastgesteld, dat door de directeur van de kolonie op 30 april 1834 werd gepubliceerd en op 1 mei 1834 in werking trad. Art.1 bepaalt dat het hoogste gezag op Curaçao en de eilanden Bonaire en Aruba berust bij de gouverneur-generaal der Nederlands Westindische Bezittingen te Paramaribo; hij werd vertegenwoordigd door de gezaghebber van Curaçao en de onderhorige eilanden.
Nieuw is de Koloniale Raad, ter vervanging van de Raad van Politie, waarvan de gezaghebber voorzitter was. Dit college was volgens art. 11 alleen ingesteld om de gezaghebber van advies te dienen. Ingevolge de artt. 17-49 worden de huishoudelijke belangen der kolonie niet langer aan het Gemeentebestuur, maar aan de zorg van de gezaghebber opgedragen. De gezaghebber kan personen onder toezicht stellen of uit de kolonie doen vertrekken als hun verblijf aldaar schadelijk is. Hij kan, krachtens art. 77, na ingewonnen advies van de Koloniale Raad, onroerend goed in het belang van de openbare dienst onteigenen, mits tegen onmiddellijke schadeloosstelling. Bordewijk (1911) pp. 233-246 (bijlage XII).
Twaalf jaar later wordt de bestuursregeling voor Curaçao opnieuw gewijzigd. Bij K.B. van 9 april 1845 no. 8, werd het in 1828 ingestelde gouvernement-generaal van 's Rijks Westindische Bezittingen en het daarop betrekking hebbende algemeen regeringsreglement opgeheven. Art. 1 van dat besluit bepaalt ondermeer dat de gezaghebber van Curaçao en onderhorige eilanden onder het departement van Koloniën ressorteert en dat zijn bestuur zich behalve over genoemde eilanden ook zou uitstrekken over St. Eustatius, Saba en het Nederlandse gedeelte van St. Maarten. Idem, pp. 57 en 58; PB 1845 no. 263.
Bij publicatie van 19 juli 1845 brengt de gezaghebber R.F. baron van Raders ter algemene kennisgeving dat hij, bij K.B. van 21 april 1845 no. 38, is benoemd tot gouverneur der kolonie Suriname, en dat, bij K.B. van 22 april 1845 no. 8, R.H. Esser is benoemd tot gezaghebber van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba. Blijkens een publicatie van 19 juli 1845 aanvaardt Esser op die dag zijn ambt. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden na 1828, inv. nr. 357 fo. 17 en 19. Idem, idem fo. 21 (GB 1845 no. 7).
Zie voor 1828 januari - februari, de archieven van Curaçao tot 1828, inv. nr. 1611.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave. In de regeringsreglementen van 1815, 1828 en 1833 is respectievelijk bij de artt. 13, 9 en 18 de opvolging van de gouverneur vastgelegd.
Met inhoudsopgave.
De maand september ontbreekt.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De maand november ontbreekt
De maanden maart, april en juni ontbreken.
De maanden juni en juli ontbreken.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De maand januari ontbreekt.
De maanden januari- april ontbreken.
De maanden april - juni ontbreken.
Zie voor januari - juli, Archieven van Curaçao, Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 327.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met alfabetische index.
Met alfabetische index.
Met alfabetische index.
De stukken bevinden zich waarschijnlijk in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave; zie voor de nrs. 1-234 uit de inhoudsopgave: de archieven van Curaçao Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 380.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De journalen zijn in een verkeerde volgorde gebonden.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave t/m 1840. Het repertorium op de uitgaande brieven bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
De kopieboeken van uitgaande brieven aan de gouverneur-generaal te Paramaribo (1828-1845) bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Vergelijk inv. nr. 266 (brief van de directeur van 29 januari 1831).
Met alfabetische index.
Met alfabetische index.
Met alfabetische index op zaken. De uitgaande brieven aan de schutterij en de landstorm bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Het repertorium van Bonaire bevindt zich achterin het inventaris nummer.
Met alfabetische index op persoonsnamen en zaken.
Met inhoudsopgaven. Het repertorium op de uitgaande brieven bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Met inhoudsopgave. Inv. nr. 375 wordt in de inhoudsopgave van inv. nr. 293 vermeld en bevat een naamlijst van personen te Aruba, die rijksgrond in concessie hebben,
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave. Het inv. nr. 375 wordt in de inhoudsopgave vermeld. Zie ook inv. nr. 1297.
Bevat ondermeer de ongehuwde staat van personen,
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgaven, behalve inv. nr. 307.
Met inhoudsopgaven.
Met aantekening betreffende datum van binnenkomst, plaats van afzending, naam van het schip, naam van de geadresseerde, het aantal ontvangen brieven per maand.
Hierin ook aantekeningen betreffende paspoorten (1832), ontslag van scheepsvolk, verloten van goederen, verkoop van rattenkruit en registratie van patenten voor het verkopen van sterke drank.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Wat het vrijgeven van slaven betreft, hier worden de namen vermeld, die de gemanumitteerden volgens de bestaande verordeningen hebben gekozen of gekregen.
Met alfabetische naamwijzer.
Met op het Algemeen Rijksarchief vervaardigde inhoudsopgave.
Met inhoudsopgaven.
De nrs. 18, 20 en 21 ontbreken.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgaven; behalve de inv. nrs. 322 en 323.
De bijlagen bestaan uit de gedrukte gouvernementsbladen van Suriname.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba vastgestelde regeringsreglement van 7 februari 1828 bepaalt bij art. 15 dat aan de directeur van Curaçao een Raad van Politie zal worden toegevoegd. Bordewijk (1911) p. 196 (bijlage VII, art. 15). Idem p. 211 (bijlage VII, art. 1).
In art. 4a-m zijn de taken en werkzaamheden van de Raad van Politie vastgelegd, zoals het beoordelen van het door de directeur voorgestelde budget van rijksontvangsten en uitgaven en de door de hoofdontvanger overgelegde rekening en verantwoording en de verzending ter goedkeuring van de gouverneur-generaal te Paramaribo. Zij beslist over door burgers ingediende bezwaren tegen belastingheffingen, over alle zaken betreffende de manumissie van slaven en over verzoeken om curatele stelling en ontheffing van de administratie van goederen.
Alle door het Gemeentebestuur ingediende reglementen, instrukties en verordeningen worden door de Raad beoordeeld. Ook neemt deze besluiten over het in bewaring stellen van personen wegens krankzinnigheid of wangedrag.
Handelszaken boven de 300 gulden worden door de Raad in behandeling genomen en afgedaan en tevens is de Raad beroepscollege voor de Rechtbank van Kleine Zaken en het College van Commercie en Zeezaken. Tenslotte controleert de Raad jaarlijks de boekhouding van de beide Weeskamers en doet ter vervulling van vacatures bij het Gemeentebestuur voordrachten aan de gouverneur-generaal te Paramaribo. Idem pp. 212 en 213 (bijlage VII, art. 4a-m).
Op 1 mei 1834 werd de Raad van Politie, door het in werking stellen van het nieuwe regeringsreglement van 20 november 1833, ontbonden. Zo kwam na bijna twee eeuwen een einde aan de samenwerking tussen de directeur (gezaghebber) en de Raad. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 439 p. 12.
Met inhoudsopgaven, behalve de inv. nrs. 378 en 379.
De betreffende zaken hebben in eerste instantie gediend voor het College van Commercie en Zeezaken en dienden als beroepszaken voor de Raad van Politie. De zaken van:
Artikel 45 van het door de commissaris-generaal Van den Bosch gearresteerde regeringsreglement van 7 februari 1828 bepaalt, dat het lokale bestuur op Curaçao zal worden opgedragen aan een Gemeentebestuur. Dit college is samengesteld uit een president, twee wethouders, twee burgers en een secretaris. Bordewijk (1911) p. 201 (bijlage VII, art. 45). Idem pp. 214-223 (bijlage X).
Bij besluit van 19 maart 1828 stelt het Gemeentebestuur een huishoudelijk reglement vast. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 358 fo. 25 en 26.
Op 22 september 1828 wordt bij K.B. no. 79 besloten de bestuurlijke administratie van de eilanden Curaçao, Bonaire en Aruba te vereenvoudigen. In afwachting van een nieuw regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden maakt de gouverneur-generaal te Paramaribo bij resolutie van 27 december 1832 bekend dat de nieuwe bestuursorganisatie op 15 april 1833 zal ingaan en dat het Gemeentebestuur vanaf die datum zal zijn ontbonden. Haar werkzaamheden worden tot de invoering van het nieuwe regeringsreglement door de Raad van Politie waargenomen. De archieven van het Gemeentebestuur, waaronder die van de burgerlijke stand, zullen aan de gouvernementssecretaris worden overgedragen. De financiële administratie komt in handen van de boekhouder-controleur. Het saldo van de gemeentekas zal in de koloniale kas worden gestort. PB 1833 nr. 175; ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 408 fo. 72.
Alleen ingekomen brieven van ambtenaren.
Met inhoudsopgave.
Hierin ook certificaten van de stadschirurgijn over het opnemen van slaven in het Lazarushuis; alsmede inschrijfbiljetten voor leveranties aan genoemd huis.
Deze stukken (jaarrekeningen, rekeningen-courant, staat-rekening en maandstaten van ontvangsten en uitgaven) hebben als bijlagen deel uitgemaakt van de processen-verbaal.
Artikel 3 van het reglement tot regeling van de burgerlijke stand op Curaçao bepaalt dat de secretaris van het Gemeentebestuur als ambtenaar van de burgerlijke stand zal optreden, met assistentie van de districtmeesters als hulpambtenaren. PB 1831 nr. 156.
Artikel 35 van de instruktie voor het Gemeentebestuur van 7 februari 1828 bepaalt dat de secretaris tevens belast is met het ambt van ontvanger. Bordewijk (1911) p. 223 (bijlage X, art. 35).
Afgesloten op 15 april 1833 door de ontvanger bij het Gemeentebestuur.
Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 15 februari 1828 werd een instruktie voor de commissaris van politie vastgesteld. Art. 33 van de instruktie voor het Gemeentebestuur van Curaçao bepaalt dat de commissaris van politie aan het Gemeentebestuur ondergeschikt zal zijn. De commissaris van politie wordt belast met het handhaven van de openbare orde in de stad en daarbuiten en in het bijzonder met het toezicht over marktplaatsen, gebouwen, wegen, straten, het ijken van maten en gewichten etc. Bordewijk (1911) pp. 222-223 (bijlage X, art. 33).
Het bij K.B. van 20 november 1833 no. 85 vastgestelde regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden bepaalde bij art. 3 dat aan de gezaghebber een Koloniale Raad zou worden toegevoegd, waarvan de gezaghebber voorzitter was. De Koloniale Raad was samengesteld uit de procureur des Konings, de administrateur der financiën en drie der aanzienlijkste ingezetenen. In de artt. 4-20 van het genoemde regeringsreglement zijn de werkzaamheden van de Koloniale Raad vastgelegd. De Koloniale Raad had slechts een informatieve en adviserende functie. De leden van de Koloniale Raad werden voor de eerste maal door de Koning benoemd en vervolgens door de gouverneur-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen te Paramaribo. De koloniale secretaris assisteerde in de vergaderingen van de Koloniale Raad. Idem pp. 223-226 (bijlage XII).
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba van 1828 bepaalde bij art. 27, dat de rechtspraak zou worden uitgeoefend door de Raad van Civiele en Criminele Justitie, het College van Kleine Zaken en het College van Commercie en Zeezaken. De Raad van Civiele en Criminele Justitie werd gevormd door een president en zes leden, nl. twee van de voornaamste ambtenaren en vier burgers (twee kooplieden en twee grondeigenaren), geassisteerd door een secretaris (art. 29).
Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 15 februari 1828 werd voor deze Raad een instruktie vastgesteld, waarin de taken en werkzaamheden van de Raad zijn geformuleerd. Van toepassing was ook de publicatie van de Bataafse Republiek van 10 oktober 1798, waarin de manier van procederen werd geregeld in criminele zaken tegen ontkennende verdachten, in verband met de afschaffing van de pijnbank. Bordewijk (1911) p. 198 (bijlage VII, art. 27); ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 454 fo. 222-229vo (instruktie voor de Raad van Civiele en Criminele Justitie); PB 1827 nr. 117.
De commissaris van politie werd belast met het Openbaar Ministerie en trad als zaakgelastigde van de hoge overheid of van de gemeente op bij het College van Kleine Zaken, volgens de artt. 14 en 15 van zijn instruktie van 15 februari 1828. Idem, inv. nr. 454 fo. 239-241vo.
Een voor de Raad van Civiele en Criminele Justitie, voor het College van Commercie en Zeezaken en voor het College van Kleine Zaken vastgesteld huishoudelijk reglement van 27 september 1831 werd bij besluit van de gouverneur-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 25 mei 1832 goedgekeurd. Idem, inv. nr. 359 fo. 17-19vo.
Artikel 24 van het bij K.B. no. 85 van 20 november 1833 vastgestelde en op 1 mei 1834 in werking getreden nieuwe regeringsreglement bepaalde dat de rechtspleging nu zou worden uitgeoefend door een Rechtbank; met het Openbaar Ministerie werd de procureur des Konings belast.
De registratie van overdracht en het belasten van onroerend goed werd opgedragen aan twee leden van de Rechtbank (art. 43). Bordewijk (1911) pp. 233-246 (Bijlage XII, artt. 20-46).
Bij publicatie van 1 mei 1834, ingevolge resolutie van de gouverneur-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 25 maart 1834, werden de Raad van Civiele en Criminele Justitie, het College van Kleine Zaken en het College van Commercie en Zeezaken ontbonden. De voor deze colleges vastgestelde instrukties bleven tot nader order van kracht. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 346 fo. 35-41.
Een instruktie voor het Openbaar Ministerie in de Nederlands Westindische Bezittingen werd vastgesteld bij K.B. van 8 oktober 1835. Idem, inv. nr. 360 fo. 19-22vo.
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgaven.
Hierin ook een inhoudsopgave van de bijlagen over 1840.
Hierin ook een inhoudsopgave van de bijlagen over 1841.
Met inhoudsopgaven, behalve op de inv. nrs. 484 en 486.
In al deze zaken (criminele en publiekrechtelijke zaken) is het Openbaar Ministerie de eisende partij.
Achterin zijn de sententies van de Rechtbank van Kleine Zaken over 1833 januari - november ingebonden.
Hierin ook sententies van de Rechtbank van Kleine Zaken over 1834 maart - april; alsmede van de commissarissen van de rol over 1834 februari - maart.
Alleen criminele sententies.
Met inhoudsopgave.
Met onvolledige inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
De sententies van 1844 bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgaven.
De inventaris van criminele processtukken bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
In het inv. nr. 516 bevinden zich meerdere stukken over deze zaak.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De raden-commissarissen werden uit het college van de Raad van Civiele en Criminele Justitie (Rechtbank) gecommitteerd "omme de processen en alle andere incidenteele saken te faciliteeren". WIP I pp. 202 en 203 (reglement voor de Grote Raad van Curaçao van 2 augustus 1740).
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgaven. De verklaringen werden op verzoek van derden afgelegd en op een later tijdstip voor de president van de Raad van Civiele en Criminele Justitie (Rechtbank) onder ede bevestigd.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave over 1816-1831.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
Het fiscaalsambt ging met ingang van 1 maart 1828 over op de commissaris van politie als ambtenaar belast met het Openbaar Ministerie. Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 15 februari 1828 werd een instruktie voor de commissaris van politie vastgesteld. ARA Archieven Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 358 fo. 12-15vo.
Het jaar 1828 bevindt zich in inv. nr. 1541 van de archieven Curaçao en onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828.
Betreft "plaatselijke policie".
Betreft "plaatselijke policie".
Met inhoudsopgaven, behalve de inv. nrs. 630-633 en 637-649.
De registers over de jaren 1831 tot 1845 bevinden zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Met alfabetische indices op scheepsnamen, behalve de inv. nrs. 679 en 680.
"Lit. A." (volgens in brief van 17 juni 1829 van de procureur-generaal te Paramaribo voorgeschreven modellen (inv. nr. 619, no. 31)).
"Lit. C."
"Lit. B."
"Lit. D."
"Lit. E."
Met op het Algemeen Rijksarchief gemaakte inhoudsopgave. Het in deze inhoudsopgave vermelde nummer 1 is overgebracht naar de archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828. De nummmers 4, 5 en 7 zijn respectievelijk overgebracht naar de inv. nrs. 524 (pak nr. 16), 529 (pak nr. 5), 532 (pak nr. 13) en 543 (pak nr. 10) van de archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828.
Artikel 27 van het regeringsreglement van 7 februari 1828 voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba bepaalde dat de rechtspraak in Kleine Zaken wederom zou worden uitgeoefend door een College van Kleine Zaken, zoals in de jaren vóór 1816. Dit college was samengesteld uit de president van de Raad van Civiele en Criminele Justitie en twee leden uit die Raad en hield zich bezig met civiele en "politie" zaken (kleine criminele zaken) tot 150 gulden, zonder bijstand van practizijns. Van de door het college gewezen vonnissen was beroep mogelijk bij de Raad van Civiele Criminele Justitie, later de Rechtbank. Bordewijk (1911) pp. 198-200 (bijlage VII, artt. 27, 34-38). PB 1828 nr. 132. Bordewijk (1911) pp. 238 en 239 (bijlage XII, artt. 31-33).
Met ingang van 1 mei 1834 - de datum van in werking treden van het regeringsreglement - werden drie leden uit de Rechtbank als commissarissen belast met de rechtspraak in Kleine Zaken. De commissarissen werden voor één jaar benoemd.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgaven.
Met inhoudsopgave. De inhoudsopgave vermeldt behalve de namen van partijen ook de inhoud van de sententie en het soort overtreding.
De stukken zijn geordend op de datum van de zittingsdag. De inv. nrs. 716-720 bevatten "politie" en civiele zaken; de overige inv. nrs. alleen civiele zaken.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Art. 27 van het regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba van 7 februari 1828 bepaalde dat de rechtspraak op Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba op het gebied van handel en zeevaart door het College van Commercie en Zeezaken zou worden uitgeoefend. Commerciële en zeezaken tot een bedrag van 300 gulden werden op de stukken "de plano" afgedaan; boven dat bedrag was beroep bij de Raad van Politie mogelijk. De president van de Raad van Civiele en Criminele Justitie, twee raadsleden en twee kooplieden maakten deel uit van het college, alsmede twee plaatsvervangers die jaarlijks op voordracht van de directeur door de Raad van Politie werden benoemd. Bordewijk (1911) pp. 198-200 (bijlage VII, artt. 27, 35-37). ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 245 no. 11. Bordewijk (1911) p. 238 (bijlage XII, art. 29).
Het secretariaat werd door de secretaris van de Raad van Civiele en Criminele Justitie, tevens secretaris van de Raad van Politie, waargenomen.
Met inhoudsopgaven.
Bij besluit van de gouverneur van Curaçao van 26 februari 1828 werd bepaald dat de secretaris van de Raad van Politie belast was met de notariële functies binnen deze kolonie en dat de beide commiezen ter gouvernementssecretarie onder zijn directie bevoegd waren hem, bij wettige verhindering, in de waarneming van die functies behulpzaam te zijn. PB 1828 nr. 121. PB 1836 nr. 197 (art. 2). Bordewijk (1911) p. 203 (bijlage VII, art. 54) en p. 240 (bijlage XII, art. 43).
Met het in werking treden van het nieuwe regeringsreglement van 20 november 1833 voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba op 1 mei 1834 werd bij art. 43 bepaald dat de akten van transport en de akten van hypotheek zouden worden verleden door twee leden van de Rechtbank.
Met alfabetische indices op soort akten, behalve de inv. nrs. 765-768, 770-775, 778-786, 788, 790-793 en 795-799.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgaven, behalve inv. nr. 813.
Met inhoudsopgaven, behalve de inv. nrs. 827 en 828. Met aantekening van datum van betaling, de officiële overdrachtsdatum en het registratienummer.
Met inhoudsopgaven, behalve de inv. nrs. 843 en 844.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met nummerlijsten van de geregistreerde akten. Van inv. nr. 860 is alleen de nummerlijst aanwezig.
Het regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba van 7 februari 1828 bepaalde bij art. 49 dat er een Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer zou zijn. De twee wethouders van het Gemeentebestuur functioneerden als directeuren van de Weeskamer en werden geassisteerd door een boekhouder. Bordewijk (1911) p. 202 (bijlage VII art. 49) en p. 216 (bijlage XII art. 5d).
De op 15 april 1817, volgens het regeringsreglement van 1815, vastgestelde instruktie voor de Weeskamer bleef tot 1849 van kracht. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden tot 1828, inv. nr. 246 no. 1.
Bij besluit van de directeur van Curaçao van 10/15 april 1833 werd een commissie van toezicht over de administratie van de Weeskamer ingesteld, bestaande uit één lid van de Raad van Politie en de gouvernementssecretaris. PB 1833 nr. 178.
Op 1 mei 1834 trad het bij K.B. no. 85 van 20 november 1833 vastgestelde regeringsreglement in werking. Art. 75 van dit reglement bepaalde dat vanwege het bestuur van Curaçao de nodige zorg zou worden gedragen ten opzichte van het beheer der insolvente boedels en "over die der nalatenschappen, die aan wezen vervallen en onbeheerd zijn". Bordewijk (1911) p. 245 (bijlage XII art. 75).
Op dezelfde dag werd een besluit van de gouverneur-generaal der Nederlands Westindische Bezittingen van 26 maart 1834 gepubliceerd, waarin ondermeer werd bepaald dat het toezicht op de administratie van de Weeskamer voortaan zou worden uitgeoefend door een lid van de Koloniale Raad en de koloniale secretaris. Het college van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer bestond sinds 1 mei 1834 uit een lid van de Koloniale Raad, de koloniale secretaris en één weesmeester. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 346 fo. 40 (art. 5c).
Het nieuwe regeringsreglement voor Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba, vastgesteld bij K.B. no. 51 van 27 januari 1848, had voor de Weeskamer geen gevolgen. De instruktie voor de Weeskamer van 1817 werd bij besluit van de gezaghebber van Curaçao van 24 november 1845 aangevuld met een bepaling over de borgstelling van de weesmeester. Idem, inv. nr. 888 fo. 110.
Op 22 december 1849 werden door de gouverneur van Curaçao nieuwe instrukties vastgesteld voor de Weeskamer, de weesmeester, de secretaris-boekhouder en de klerk bij de Weeskamer. Deze instrukties werden bij besluit van de minister van Koloniën van 21 mei 1850 gearresteerd. Art. 1 van de instruktie voor de Weeskamer bepaalde dat het bestuur van de Weeskamer zou worden gevormd door een lid van de Koloniale Raad, de koloniale secretaris, een weesmeester en een burger. Krachtens art. 13 had het college de zorg voor en het toezicht over alle onder haar directie vallende personen, en over hun kapitalen, "hetzij dat het college bij uitersten wil, [hetzij] ab intestato of bij beschikking van de gouverneur der kolonie, daartoe aangesteld of gemagtigd is".
Art. 4 van de instruktie voor de weesmeester bepaalde dat hij de dagelijke inkomsten en uitgaven van de Weeskamer in een kasboek aantekende. Staten van vereffende boedels moesten worden overgebracht in een apart boek, terwijl ook de bijbehorende stukken en verificaties bewaard moesten worden (art. 16). In art. 21 worden de stukken opgesomd die in de maandelijkse vergaderingen van de Weeskamer overgelegd moesten worden. Krachtens art. 23 maakte de weesmeester aan het eind van ieder dienstjaar voor het gouvernement een balansrekening en een vergelijkende staat over het afgelopen en het daaraan voorafgaande dienstjaar op. Hij zag er op toe dat de boekhouder het archief van de Weeskamer en de inventaris van het archief in goede orde hield (art. 30). Art. 1 van de instruktie voor de boekhouder bepaalde dat hij, tevens belast met de functie van secretaris bij de Weeskamer, het journaal en het grootboek moest bijhouden. Idem, inv. nr. 893 fo. 58 (instruktie voor de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer); fo. 64 (instruktie voor de weesmeester); fo. 72 (instruktie voor de boekhouder) en fo. 200 (brief van de gouverneur van 12 juli1 1850 betreffende de goedkeuring van de instrukties door de minister van Koloniën).
Bij besluit van de gouverneur van 14 april 1858 werd art. 1 van de instruktie voor de Weeskamer in die zin gewijzigd dat de administrateur der financiën, in verband met de financiële administratie van de Weeskamer, de plaats innam van de koloniale secretaris. Idem, inv. nr. 901 fo. 75 (bijlage bij de notulen van 7 mei 1858).
In 1870 kwamen er grote veranderingen tot stand. De invoering van een nieuwe wetgeving in de kolonie, waaronder het Burgerlijk Wetboek, in mei 1869, had tot gevolg dat de weeskamers op Curaçao, nadat in het beheer der boedels was voorzien, zouden worden opgeheven.
De weeskamers bleven echter na 1 mei 1869 nog enige tijd bestaan, op grond van de artt. 12 en 19 van de "Bepalingen op den overgang van de vroegere tot de nieuwe wetgeving". De gouverneur kreeg de bevoegdheid de kamers op te heffen, "zoodra het getal der door de weesmeesters uitgeoefende voogdijen en gevoerde administratiën een voldoende vermindering had ondergaan". De administratie der fondsen, toebehorende aan particulieren, en van het daarmede in dadelijk verband gebrachte garantie-kapitaal, wordt nu losgemaakt van de Weeskamer en ondergebracht in een als "zedelijk lichaam" omschreven Hypotheekbank. De oprichting van de Hypotheekbank vond middels een Keur plaats en trad op 1 juli in werking. PB 1868 nr. 16 en 1870 nr. 3; Schiltkamp (1976).
Bij gouverneursbesluit van 8 juli 1870 werd aan het bestuur van de Weeskamer met ingang van 1 juli eervol ontslag verleend. Alleen de weesmeester, nu in de functie van administrateur van de Hypotheekbank van Curaçao, bleef gehandhaafd. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. 913 fo. 206 en 216 (gouverneursbesluiten van respectievelijk 8 en 20 juni 1870). Zie voor de werkzaamheden van de administrateur, de artt. 25-49 van de Keur op de Hypotheekbank van Curaçao (PB 1870 no. 3).
De opheffing en liquidatie van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer met ingang van 1 september 1876, werd bij gouverneursbesluit van 15/16 december 1875 vastgelegd. De weesmeester, bijgestaan door de ambtenaren van de per 1 januari 1876 opgeheven Hypotheekbank van Curaçao, waarvan de fondsen steeds met die van de genoemde Weeskamer onder één administratie waren gebleven, werd gedurende het jaar 1876 onder toezicht van het koloniale bestuur met de liquidatie belast.
Het beheer van de fondsen, die vóór 1 november 1876 niet door de belanghebbenden in ontvangst waren genomen, zouden door de weesmeester-liquidateur, op naam van de daartoe gerechtigde of op wier naam zij geboekt stonden, worden overgebracht naar de inmiddels bij koloniale verordening van 16/17 september 1875 door particulieren opgerichte Curaçaosche Hypotheekbank (art. 5).
De archieven van de opgeheven Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer werden, voor zover deze betrekking hadden op de in art. 5 van het gouverneursbesluit van 15 december 1875 genoemde fondsen, door de weesmeester-liquidateur vóór 1 januari 1877 bij de gouvernementssecretarie ter bewaring gedeponeerd (art. 7). PB 1875 nr. 26. PB 1876 nr. 20 en PB 1877 nr. 9.
Zwaar beschadigd. Inv. nr. 875 bevat alleen bijlagen; de notulen ontbreken.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Zwaar beschadigd.
Beschadigd.
Beschadigd. Met inhoudsopgave van de bijlagen.
Beschadigd.
Met inhoudsopgave van de bijlagen.
Met inhoudsopgave van de bijlagen.
Beschadigd.
Beschadigd.
Beschadigd.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De inv. nrs. 922 en 923A maakten oorspronkelijk deel uit van de Archieven van Curaçao tot 1828; beide nrs. zijn waarschijnlijk door latere verzending uit Curaçao in 1929 in de Archieven van Curaçao na 1828 terecht gekomen. De brieven zijn voornamelijk gericht aan particulieren te Curaçao en elders.
Gemerkt: A.
Gemerkt: B. Met onvolledige alfabetische naamindex.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met alfabetische naamindex.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met alfabetische naamindex.
Met alfabetische naamindex.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Het pak bevat voor ieder jaar één katern.
Met alfabetische naamindex. In het inv. nr. 950 wordt regelmatig verwezen naar de folio's van inv. nrs. 953 en 954, waar de boedelrekeningen van inv. nr. 950 zijn "afgedaan".
Met alfabetische naamindex.
1828:
1829:
Zie ook inv. nr. 958.
1830:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1831:
1832:
Zie ook inv. nr. 959.
Zie ook inv. nr. 963D (1847).
1834:
Zie ook inv. nr. 960 (1837).
1835:
Zie ook inv. nr. 963 (1847). De rekening-courant van de boedel ontbreekt. De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1836:
1837:
1838:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1839:
Zie ook inv. nr. 962 (1841)
1840:
1841:
Zie ook inv. nr. 964 (1850). De rekening-courant van de boedel ontbreekt. Niet vermeld in het rekening-courantboek.
1842:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt. Zie ook inv. nr. 968 (1869).
1843:
1844:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1845:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1846:
Alleen de rekening-courant van de boedel is aanwezig.
1847:
1848:
1849:
1850:
1851:
1852:
1853:
1854:
1855:
1856:
1857:
1858:
1859:
1860:
1861:
1862:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt. Zie ook het jaar 1863.
1863:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
1864:
1865:
1866:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt. De rekening-courant van de boedel ontbreekt
1867:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt. Zie ook inv. nr. 968 (1868).
1868:
1869:
De rekening-courant van de boedel ontbreekt.
De rekening en verantwoording over december 1833 ontbreekt.
De jaarrekeningen over 1858 en 1860 ontbreken.
De jaren 1859 en 1865 ontbreken
De beschikking dateert van 7 oktober 1850.
De gelden werden door het college van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer in de kas van het Gemeentebestuur gestort en na de opheffing van dit college in de koloniale kas. Achterin het deel bevinden zich aantekeningen over de verpleegde personen. Een reglement voor genoemd huis en haar administratie werd gepubliceerd op 11 december 1830 en trad op 1 januari 1831 in werking.
Het merendeel van de besluiten was bestemd voor het college van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer.
De door gouverneur mr. A.M. de Rouville, met toestemming van de Koloniale Raad, op 4 mei 1870 vastgestelde "Keur nopens de hypotheekbank op het eiland Curaçao" trad op 1 juli van dat jaar in werking. De overwegingen voor het vaststellen van een dergelijke Keur zijn in de considerans als volgt geformuleerd: "dat tengevolge der in de Kolonie ten vorigen jare ingevoerde nieuwe algemeene wetgeving, de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer door den Gouverneur zal worden opgeheven, nadat in het beheer der boedels, volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zal zijn voorzien, en dat het reeds nu nodig is de daarvan afgescheiden administratie der fondsen, toebehoorende aan particulieren, en van het garantie-kapitaal, die beiden tot dus ver volgens speciale opdragt geadministreerd worden door het Collegie van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer, tot eene zelfstandige administratie te brengen, die, om als regtspersoon te kunnen ageren, het karakter behoeft te hebben van een zedelijk ligchaam en dat, vermits die administratie niets gemeen heeft met de koloniale, in hare verhouding tot het moederland, de aangelegenheid bij plaatselijke keur kan worden geregeld". PB 1870 nr. 3.
Art. 1 van de Keur bepaalt ondermeer dat de administratie van het kapitaal van particulieren en van het daarmede in dadelijk verband staande garantie-kapitaal, onder gouvernements toezicht tot nu toe beheerd door het college van de Wees- ,Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer, wordt ingesteld tot een zedelijk lichaam onder de naam van Hypotheekbank van Curaçao. In feite betekende het, dat de gehele hypotheekadministratie werd afgescheiden. Schiltkamp (1976). PB 1870 nr. 3. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 976 fo. 32 en 36 (gouverneursbesluiten van 8 juni en 4 juli 1870).
De Hypotheekbank van Curaçao was in deze vorm echter geen lang leven beschoren. Reeds op 12 januari 1872 maakte de minister van Koloniën middels een missive aan de gouverneur zijn bezwaren tegen de oprichting van een Hypotheekbank van Curaçao via een plaatselijke Keur kenbaar. Art. 185 van het regeringsreglement van 31 mei 1865 schreef immers voor dat voor de oprichting van circulatiebanken, credietverenigingen en verzekeringsmaatschappijen een vergunning bij koloniale verordening vereist was. Bovendien had de minister bezwaar tegen de bepaling dat alleen onroerend goed op Curaçao en niet op de andere eilanden kon worden beleend alsmede tegen het feit dat de koloniale overheid aansprakelijk kon worden gesteld voor eventuele geleden verliezen van de Hypotheekbank van Curaçao. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 978 fo. 137 (brief van de gouverneur van 21 februari 1872 n.a.v. brief van de minister van Koloniën van 12 januari 1872); PB 1865 no. 18 (regeringsreglement van 31 mei 1865). Idem, idem fo. 155 ("Aanmerkingen op de bedenkingen van den Heer Minister van Kolonien" van Lauffer van 11 maart 1872). Idem, inv. 980 fo. 236 (brief van de minister van Koloniën van 30 mei 1874; fo. 229-233 (reacties van J. Lauffer van 5 en 6 augustus 1874).
Op 16 september 1875 wordt door de gouverneur van Curaçao de verordening gepubliceerd, waarbij de N.V. "De Curaçaosche Hypotheekbank" werd opgericht. PB 1875 nrs. 14, 25 en 26 (publicatie van de oprichting van N.V. "De Curaçaosche Hypotheekbank"; opheffing van de Hypotheekbank van Curaçao en van de Wees-, Onbeheerde- en Desolate Boedelkamer).
Bij besluit van de gouverneur van Curaçao van 21 december 1875 wordt de administrateur van financiën aangewezen om, namens het koloniaal bestuur, toezicht te houden op de liquidatie van de Hypotheekbank van Curaçao. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 981 fo. 210.
Vanaf 1 januari 1876 betreft het de uitgaande brieven van de administrateur-liquidateur. Achterin de aantekening: "Overgegeven aan de Curaçaosche Hypotheekbank den 4 january 1877".
Vanaf 1 januari 1876 de administrateur-liquidateur. Achterin de aantekening; "Overgegeven aan het bestuur van de Curaçaosche Hypotheekbank" op den 4 january 1877".
Het door commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen Van den Bosch bij besluit van 7 februari 1828 vastgestelde regeringsreglement van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba bepaalde bij art. 39 dat het beheer der financiën werd opgedragen aan een boekhouder-controleur. Bordewijk (1911) p. 200 (bijlage VII, art. 39).
Krachtens zijn door de commissaris-generaal vastgestelde instruktie van 15 februari 1828 had hij de zorg over de koloniale geldmiddelen en ook over de kantoren van alle 's Rijks comptabele ambtenaren (art. 1). ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba, inv. nr. 318 fo. 82-90vo.
In het bij K.B. van 20 november 1833 nr. 85 gearresteerde regeringsreglement van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba handelen de artt. 50-62 over de financiën. Bordewijk (1911) p. 241-243 (bijlage XII artt. 50-62).
Bij besluit van de commissaris-generaal van 15 februari 1828 werden de belastingen, die met ingang van 1 maart 1828 voor het algemeen en het plaatstelijk bestuur zouden worden geheven, vastgesteld. PB 1828 nr. 120 (artt. 1-22).
In dit jaar werden de werkzaamheden waargenomen door boekhouder en 1e commies.
Het journaal van 1832 bevindt zich in het Centraal Historisch Archief te Willemstad op Curaçao.
Onvolledig.
Met inhoudsopgaven.
Met zakenindex.
Met zakenindex.
Opgemaakt door de ontvanger van het Gemeentebestuur.
Opgemaakt door de boekhouder-controleur.
Elk deel bevat enige opgaven van de betaalde belasting van jongere datum dan het laatste jaar waarover het deel loopt.
Achterin een register van opgave van de belasting op het "personeel en mobilair" over 1831 februari - 1832 september.
Een aantal pagina's achterin het inv. nr. zijn beschadigd.
Achterin een register van opgave van overleden personen wegens de belasting op de collaterale successie, ingedeeld naar godsdienst, over 1823 september - 1830 september.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave.
Met inhoudsopgave.
De pagina's 1-4 ontbreken.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij besluit van de commissaris-generaal van 15 februari 1828 werd een instruktie vastgesteld voor de ontvanger van 's Rijks koloniale middelen op Curaçao. In het regeringsreglement van Curaçao van 20 november 1833 handelen de artt. 59-61 over de koloniale ontvanger. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba, inv. nr. 318 fo. 100; Bordewijk (1911) p. 243 (bijlage XII, artt. 59-62).
Met index.
Met index.
Met index.
Met index.
Met index.
Met index.
Bij K.B. van 21 augustus 1818 no. 86 werd het reglement voor de Raad van Administratie van het Pensioenfonds voor ambtenaren in de Nederlands Westindische Bezittingen vastgesteld. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilandem Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 320 fo. 160-179 (K.B. no. 86); idem, fo. 180-181, 182-185 en 186-vo (ampliaties van respectievelijk 30 december 1822, 22 december 1821 en 21 oktober 1835).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij besluit van de gouverneur-generaal van Curaçao van 11 maart 1819 werd een instruktie voor de vendumeester vastgesteld. Deze instruktie werd bij ministeriële beschikking van 27 juli 1822 gewijzigd. Een tarief van leges werd bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen op 28 maart 1828 gearresteerd. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 247 (1819 nr. 1); idem, inv. nr. 248 nr. 1d en PB 1828 nr. 126.
Met alfabetische indices op persoonsnamen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Een instruktie voor de loods was bij besluit van de minister van Koloniën van 12 november 1821 goedgekeurd. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 248 nr. 9c (instruktie voor de loods); PB 1828 nr. 120 (art. 2g); ARA Archieven van Curaçao na 1828, inv. nr. 251 fo. 54.
Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 15 februari 1828 werd ondermeer bepaald dat een loods-, haven- en veiligheidsrecht voor het behoud van schip en lading zou worden geheven, overeenkomstig het reglement op de in-, uit- en doorvoer van koopmanschappen voor de kolonie Curaçao.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij besluit van de commissaris-generaal van de Nederlands Westindische Bezittingen van 15 februari 1828 werd een instruktie vastgesteld voor de magazijnmeester van alle magazijnen op Curaçao. Idem, inv. nr. 318 fo. 92.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Achterin een opgave van bij openbare verkoping verkochte goederen over 1841 januari - 1846 oktober.
Met inhoudsopgave. De nrs. 1 en 2 van de inhoudsopgave ontbreken.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Krachtens art. 42 van het regeringsreglement van Curaçao van 7 februari 1828, dat op 1 maart in werking trad, was het commando over de troepen, de inspektie van de vestingwerken, de militaire magazijnen en de hospitalen, onder het oppertoezicht van de directeur van Curaçao, opgedragen aan een militaire commandant. In oorlogstijd zouden zijn functie en taken bij speciale instruktie worden geregeld. Bordewijk (1911) p. 201 (bijlage VII, art. 42); ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba na 1828, inv. nr. 318 fo. 112 (instruktie voor de commandant van de troepen in garnizoen te Curaçao van 3 maart 1828).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij gouverneursbesluit van 20 februari 1821 werd voor de schutterij een reglement van organisatie, administratie en discipline goedgekeurd. Dit reglement werd ondermeer bij publicatie van 5/6 december 1839 gewijzigd. PB 1821 nr. 39 (reglement voor de schutterij); ARA archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden na 1828, inv. nr. 324 fo. 29 (wijziging van 1839); idem, inv. nr. 320 fo.26 (reglement voor de landstorm).
Op 28 juli 1821 werd een reglement voor het corps schutterij in de Oost-, Middel- en Westdivisie gearresteerd, waarvan art. 1 bepaalde dat de schutterij in deze divisies onder de benaming van landstorm zou worden georganiseerd.
Met inhoudsopgaven.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De nrs. 1-89 (1825-1831) bevatten ingekomen stukken van de gouverneur (directeur); de nrs. 90-131 (1825-1831) bevatten ingekomen stukken van officieren etc.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met achterin een inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
"Orders en bepalingen". Met onvolledige inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met onvolledige inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
"Orderboek voor de eerste compagnië. Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave. Vanaf januari 1837 sterkte- en muutatiestaten van de landstorm.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met drie klad-absentielijsten, 1841 maart en april.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Achterin wachtroosters van officieren.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Achterin sterktestaten van de landstorm, 1832 - 1836 juli.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Achterin sterktestaten van de landstorm, 1837.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
De sterkte- en mutatiestaat van 1833 ontbreekt.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij gouverneursbesluit van 31 december 1823 werden een reglement van adminstratie voor Bonaire en een instruktie voor de commandeur van Bonaire vastgesteld. PB 1823 nr. 66 (reglement van administratie en bestuur); ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 248 nr. 5d (instruktie voor de commandeur). PB 1824 nr. 70.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Deze inv. nrs. bevatten extract-journalen van de directeur (gezaghebber) van Curaçao,
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Bij gouverneursbesluit van 31 december 1823 werden een reglement van administratie en bestuur voor Aruba en een instruktie voor de commandeur gearresteerd. PB 1823 nr. 75 (reglement van administratie en bestuur); ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 248 nr. 3d (instruktie voor de commandeur). PB 1824 nr. 75. ARA Archieven van Curaçao en de onderhorige eilanden Bonaire en Aruba tot 1828, inv. nr. 248 nr. 2e (instruktie voor het vredegerecht); PB 1824 nr. 81 (reglement op de manier van procederen voor het vredegerecht).
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgaven.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met voorin twee ingeplakte stukken betreffende de opgave van vee over 1847.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgaven.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met bijlagen.
Met bijlagen.
Met bijlagen.
Met bijlagen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met inhoudsopgave.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit weekblad bevat ook officiële berichten.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Inhoud:
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
In dorso staat vermeld dat dit stuk als bijlage heeft gediend bij een akte van hypotheek van 6 maart 1848 van W. van Uytrecht aan mr. J.B. Gravenhorst.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Idem van 29 mei 1848 van L.P. de Rochemont aan zijn kinderen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Idem van 15 juni 1848 van P. da Costa aan mr. J.H. Beaujon.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Genoemde personen zijn zonder testament en zonder kinderen overleden.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Met aantekening op de omslag: "Stukken zonder waarde betreffende Hendrik Ogenius".
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.
Dit inventarisnummer is alleen op microfiche of microfilm te raadplegen.