Terug naar zoekresultaten

2.25.91 Inventaris van het archief van het Hoofdbedrijfschap Ambachten, (1956) 1987-2014

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.25.91
Inventaris van het archief van het Hoofdbedrijfschap Ambachten, (1956) 1987-2014

Auteur

DocFactory

Versie

10-11-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2016

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Hoofdbedrijfschap Ambachten
Hoofdbedrijfschap Ambachten

Periodisering

archiefvorming: 1987-2014
oudste stuk - jongste stuk: 1956-2014

Archiefbloknummer

P69

Omvang

914 inventarisnummer(s); 27,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschiften

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

(1956-2014)(1997-2002)(1961-1997)(1955-1997)(1956-2010) Hoofdbedrijfschap Ambachten Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf Bedrijfschap voor het Bakkersbedrijf Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat de neerslag van het handelen van het Hoofbedrijfschap Ambachten (HBA) en van de vier bedrijfschappen. Het HBA was een publiekrechtelijke organisatie voor ambachtelijke branches in het algemeen en de bedrijfschappen richtten zich op een specifieke branche.Het archief bevat niet alleen vergaderstukken van het hoofd- en dagelijks bestuur en van de branchecommissies van het HBA, maar ook publicaties van het HBA. Daarnaast bevat het archief vergaderstukken, stukken betreffende de organisatie en de taakuitvoering van de bedrijfschappen voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf, voor het Bakkersbedrijf, voor het Banketbakkersbedrijf en voor het Natuursteenbedrijf.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Hoofdbedrijfschap Ambachten
Product- en bedrijfschappen waren publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden van ondernemers en werknemers die activiteiten ontplooiden ten behoeve van een gehele bedrijfskolom, een gehele sector of een aantal branches met (deels) overeenkomstige karakteristieken. Kenmerkend voor een schap was het bindende karakter voor de branchegenoten: alle bedrijven in de betreffende sector vielen binnen de werkingssfeer en de bedrijven moesten zich aan de regels van het schap houden. Het HBA bestond sinds 1956 als een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie krachtens de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wob) waarin de werkgevers- en werknemersorganisaties van verschillende branches samenwerkten met als doel het stimuleren van het vakmanschap en het ondernemerschap van de aangesloten branches. De wettelijke taak van het HBA was:
  • Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de aangesloten branches en de daarin werkzame personen
  • Het stimuleren van een algemeen belang dienende de bedrijfsuitoefening door de aangesloten ondernemingen
Het HBA was een hoofdbedrijfschap. Dat duidt erop dat het HBA zich niet alleen op branchespecifieke taken richtte, maar ook op brancheoverstijgende taken. In de praktijk uitte zich dat door het formuleren van algemene oplossingsrichtingen voor gemeenschappelijke vraagstukken die vervolgens branchespecifiek werden uitgewerkt (zie jaarverslag 2003, te vinden onder inventarisnummer 5).Alle bedrijven die in een branche werkten die onder het HBA viel waren volgens de Wet op de bedrijfsorganisatie verplicht tot betalen van een Algemene Heffing. Het bestuur van het HBA bepaalde elk jaar hoeveel de algemene heffing bedroeg, waarna het werd vastgelegd in een verordening. Met het geld uit deze heffingen kon het HBA allerlei activiteiten financieren om de sociaal-economische ontwikkeling van de aaneengesloten branches te bevorderen, zoals het ontwikkelen van instrumenten om de bedrijfsvoering te verbeteren en het geven van advies over bijvoorbeeld automatisering. Bovendien verzamelde het HBA allerlei nuttige feiten en cijfers over de aaneengesloten branches en zette het zich in voor het behoud van goed vakmanschap.
In 2014 beschreef het HBA haar functies als het voorzien van een bestuurlijk platform, een financieel draagvlak en synergie om gezamenlijke vraagstukken aan te pakken, met tegelijkertijd oog voor de verscheidenheid van branches en hun behoeften. Het HBA werkte aanvullend op de private organisaties van ondernemers en werknemers. In het HBA-beleid speelden daarom zowel de behoeften van de aangesloten branches als het door de regering vastgestelde sociaal-economische beleid een belangrijke rol, zoals:
  • Bevordering van verantwoord ondernemerschap;
  • Modernisering van bedrijfsvoering;
  • Gezonde arbeidsomstandigheden en;
  • Aansluiting op veranderingen in het beroepsonderwijs.
Op die manier konden het overheidsbeleid en de inspanningen van private partijen op branche- en sectorniveau elkaar versterken.
Het HBA gebruikte zijn verordenende bevoegdheden zo min mogelijk. Niet reguleren en afschermen, maar stimuleren en faciliteren was het devies. Vrije mededinging van bedrijven was het uitgangspunt. Het HBA kende dan ook alleen verordeningen met het oog op de registratie van bedrijven en voor het jaarlijks vaststellen en innen van de heffingen.
De activiteiten van het HBA waren in te delen naar gezamenlijke projecten (bedoeld voor meer branches) en projecten die alleen voor een specifieke branche worden uitgevoerd. De wijze van financiering sloot daarop aan: de gezamenlijke projecten werden doorgaans uit de algemene heffing betaald, eventueel aangevuld door subsidies van de overheid. De branchespecifieke activiteiten werden bekostigd uit de bestemmingsheffing die alleen aan de betrokken branche werd opgelegd. Voor het al dan niet invoeren van een bestemmingsheffing werd door de branche (bij monde van de representatieve branche-organisatie(s) en werknemersorganisatie(s)) zelf gekozen: zij achtten het noodzakelijk meer activiteiten te ontplooien voor hun branche. Branche overstijgende projecten (AVOICE projecten) waren in de volgende hoofdthema’s ondergebracht en konden leiden tot branchespecifieke activiteiten:
  • Ambachtseconomie: het publiek en de beleidsmakers ervan overtuigen dat de ambachten nu en in de toekomst onmisbaar zijn voor de samenleving, met perspectieven voor jong en oud.
  • Vakmanschap: het bevorderen van instroom van jongeren en van zij-instromers en stimuleren van maatregelen om bestaande vakmensen te behouden.
  • Ondernemerschap: het versterken van ondernemerschap en bedrijfsvoering, van start tot finish.
  • Imago: het vergroten van de aantrekkingskracht en uitstraling van de ambachten.
  • Collectieve actie en belangenbehartiging: het stimuleren van samenwerking tussen gelijkgestemde branches om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
  • Effectieve afstemming: het eenstemmig overbrengen van de boodschap van de ambachtseconomie intern en extern, naar de overheid en het brede publiek.
De resultaten werden besproken in het blad AVOICE dat circa 4 keer per jaar verscheen.
Branchespecifieke projecten verschilden uiteraard per branche, voorbeelden van branche specifieke projecten waren: maatwerk opleidingen, collectieve promotie met als doel imagoverbetering of werving van nieuwe werknemers (instromers) en ICT innovatie. In 2014 waren 36 branches aangesloten bij het HBA, variërend van banketbakkers tot stratenmakers. Daarnaast verzorgde het HBA de uitgave van de Branchecode (online): ‘de praktische gids voor een beter bedrijf’. Het was een bundeling van alle relevante wet- en regelgeving aangevuld met branchespecifieke richtlijnen en adviezen per branche. De desbetreffende branches hadden de Code tot de standaard van hun branche verklaard. Het doel van de Branchecode was om ambachtelijke branches te faciliteren om ondernemerschap en bedrijfsvoering in de ambachtsbedrijven naar een hoger niveau te tillen. Dat werd gerealiseerd door:
  • Wet- en regelgeving te vertalen en te interpreteren voor de branche;
  • Brancherichtlijnen (bijvoorbeeld voor arbo en veiligheid) te ontwikkelen met de branche;
  • Deze ‘kort en krachtig’ aan de branche aan te bieden.
Een Branchecode besteedde aandacht aan: sterk ondernemerschap, duurzaamheid, arbeidsomstandigheden en veiligheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, milieu, inkoop, inrichting van het bedrijf, ondernemen en onderhoud.
Na een langjarige politieke discussie heeft het kabinet-Rutte II in het eind 2012 gepresenteerde regeerakkoord uiteindelijk bepaald dat de product- en bedrijfschappen opgeheven worden. De discussie werd voornamelijk gevoerd rondom de verplichte heffingen voor ondernemers en het gebrek aan democratische legitimatie bij de schappen. Uitgewerkte plannen voor afslanking en modernisering, waarmee de schappen al waren begonnen, mochten niet baten. Bij de opheffing werden de publieke schaptaken overgenomen door de rijksoverheid.Volgens de planning was het HBA per 1 januari 2015 opgeheven. Het bestuur besloot vooruitlopend op de opheffing in 2014 geen heffingen meer op te leggen aan ondernemingen die onder de werkingssfeer van het HBA viellen.Het bestuur was van mening dat voorkomen moest worden dat investeringen uit het verleden verloren gingen. Daarom werd een nieuwe organisatie van, voor en over ambachten opgericht: het Centrum voor Ambachtseconomie. De start van dit centrum werd mede mogelijk gemaakt met de resterende middelen van het HBA. Het bestuur van het HBA besloot hiertoe op 26 juni 2014.
Gedeponeerde archieven
In het archief van het HBA bevonden zich ook enkele kleine archieven van een aantal bedrijfschappen, namelijk:
  • Het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf;
  • Het Bedrijfschap voor het Bakkersbedrijf;
  • Het Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf;
  • Het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf.
Het Bedrijfschap voor het Bakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf fuseerden in 1998 en vormden samen het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf. Het HBA kreeg bij de opheffing van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf niet alleen de verantwoordelijkheid voor de vereffening van het vermogen van het bedrijfschap, maar ook over het archief. In de opheffingsbesluiten van de Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf staat het volgende vermeld: ‘Het hoofdbedrijfschap draagt in de zin van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden van het bedrijfschap’.
Het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf was in 1998 ontstaan door middel van een fusie tussen het Bedrijfschap voor het Bakkersbedrijf (opgericht in 1961) en het Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf (opgericht 1955). De fusie vond plaats uit het oogpunt van vergroting van de slagkracht en efficiency van de collectieve en individuele belangenbehartiging ten behoeve van de gehele bakkerssector. In 2002 werd het bedrijfschap opgeheven, het HBA voerde tot de opheffing het secretariaat voor het bedrijfschap.Voor de opheffing van het bedrijfschap werd een discussie gevoerd door de bij het bedrijfschap betrokken organisaties over de wijze waarop de sectorbelangen na de opheffing het best vertegenwoordigd zouden kunnen worden. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de ondernemers- en werknemersorganisaties met elkaar overeengekomen zijn de activiteiten van het bedrijfschap onder te brengen in een gemeenschappelijke voorziening van het HBA en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) ex artikel 109 van de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo). Bij besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad (SER) op 7 december 2000 is de gemeenschappelijke voorziening ‘Commissie detailhandel in brood en banket’ goedgekeurd. De commissie functioneerde vanaf 1 januari 2001.
Het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf werd in 1954 opgericht. In september 2000 verzochten de in het bestuur van het bedrijfschap participerende werknemersorganisatie, de Sociaal-Economische Raad de opheffing van het bedrijfschap te bevorderen. De aanleiding hiervoor vormde het structurele verschil van inzicht tussen de werknemersorganisaties en de betrokken ondernemersorganisaties over de door het bedrijfschap te volgen koers na de hergroepering van de bedrijfslichamen. Op 30 januari 2001 werd overeenstemming bereikt door middel van een convenant over de voorzetting van de activiteiten van het bedrijfschap door twee organisaties. De besluitvorming over en uitvoering van alle opleidingsactiviteiten, CAO-regelingen en enkele algemene activiteiten zijn per 1 januari 2004 overgegaan naar de Stichting Centrum Natuursteen in Utrecht. De besluitvorming over de overige activiteiten (promotie en voorlichting) vond voortaan plaats door de op basis van artikel 88a van de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) per 1 januari 2004 onder het Hoofdbedrijfschap Ambachten ingestelde commissie Natuursteenbedrijf. De uitvoering van deze 7 activiteiten lag eveneens bij de Stichting Centrum Natuursteen. De belangenbehartiging voor het natuursteenbedrijf werd per 1 januari 2004 ondergebracht bij het Hoofdbedrijfschap Ambachten. In 2008 werd het bedrijfschap officieel opgeheven.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van het HBA en de gedeponeerde archieven beslaat de periode van circa 1956-2014. In januari 1987 is het gebouw waar het HBA gehuisvest was afgebrand, waarbij ook een groot deel van het archief van het HBA is vernietigd. Hierdoor zijn er nagenoeg geen stukken uit de periode van voor 1987 terug te vinden in het archief van het HBA. Het HBA heeft zelf al grotendeels geschoond in het archief en de bestanden grotendeels thematisch geordend. Na de opschoning zijn vergaderstukken van het hoofd- en het dagelijks bestuur en de branchecommissies over, evenals publicaties van het HBA.
Er is sprake van een aantal gedeponeerde archieven, namelijk het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf, het Bedrijfschap voor het Bakkersbedrijf, het Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf. Deze archieven zijn door het HBA opgenomen na het uitvoeren van de vereffening voor het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Natuursteenbedrijf.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken over de interne organisatie (notulen algemeen en dagelijks bestuur met vergaderstukken inzake onder andere het beleid, genomen besluiten en financiële stukken). Maar ook stukken betreffende de uitvoering van activiteiten zijn opgenomen, namelijk notulen met vergaderstukken van diverse branchecommissie. Het archief van het HBA bestaat uit vergaderstukken van het hoofd- en het dagelijks bestuur, van de branchecommissies en uit publicaties. Stukken betreffende zaken als beleid, genomen besluiten, financiën en de taakuitvoering werden in de vergaderingen besproken. Daarnaast bevat het archief stukken van gedeponeerde archieven van het Bedrijfschap voor het Brood- en Banketbakkersbedrijf, het Bedrijfschap voor het Banketbakkersbedrijf en het Bedrijfschap voor het Bakkerbedrijf en van het Bedrijfschap voor het natuursteenbedrijf
Selectie en vernietiging
In 2014 heeft DOCFactory in opdracht van het HBA het archief van het HBA en de gedeponeerde archieven geselecteerd en geïnventariseerd. In de loop der jaren heeft meerdere keren selectie en vernietiging plaatsgevonden. In 2014 zijn voornamelijk dubbelen en stukken ter voorbereiding verwijderd. De notulen met vergaderstukken en stukken betreffende bestuur, beleid, projecten, verordening en commissies zijn in deze inventaris opgenomen. De selectie heeft voornamelijk op dossierniveau plaatsgevonden. Voor de selectie van de neerslag van de taken van het HBA heeft DOCFactory gebruik gemaakt van de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van lichamen ingesteld op grond van het Tweede Hoofdstuk van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, vastgesteld op 30 januari 1979. Voor de ordening van de te bewaren stukken is gebruik gemaakt van de bestaande organisatie van het HBA en de taken die het HBA verrichtte.
Het archief besloeg bij aanvang van de bewerking 34 strekkende meters, na bewerking is de omvang van het archief inclusief gedeponeerde archieven 27,5 strekkende meters.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Bij de bewerking van de archieven is uitgegaan van de oorspronkelijke interne ordening van de organisatie. Dat betekend dat de dossiers voornamelijk zijn beschreven zoals ze zijn aangetroffen, maar in gevallen waar dit de duidelijkheid ten goede kwam zijn dossiers gesplitst.
De dossiers zijn ontijzerd, voorzien van zuurvrije omslagen en in zuurvrije dozen opgeborgen.
Ordening van het archief
De indeling van de inventaris is gebaseerd op de organisatiestructuur van het HBA. Het HBA en de gedeponeerde archieven zijn elk afzonderlijk beschreven in een eigen rubriek. Iedere rubriek heeft hierbij een eigen organisatorische onderverdeling ter ordening van de archiefstukken. De ordeningen lopen van algemeen naar bijzonder. Onder de rubriek ‘Algemeen’ bevinden zich algemene stukken, bestaande uit stukken zoals jaarverslagen en notulen.
Onder de rubriek ‘Bijzonder’ vallen stukken betreffende de organisatie en de uitvoering van de activiteiten van de archiefvormers. De rubriek ‘Organisatie’ bevat stukken betreffende de werking van de interne organisatie, zoals stukken op het gebied van de instelling en ontwikkeling van een organisatie, financiële jaarstukken en stukken betreffende het personeel. Dit is vooral van toepassing bij de gedeponeerde archieven, bij het archief van het HBA zijn dit soort stukken terug te vinden in de vergaderstukken bij de notulen. Onder de rubriek ‘Taakuitvoering’ vallen de notulen met vergaderstukken van de (branche)commissies, publicaties van het HBA en stukken betreffende heffingen. Het grootste deel van de publicaties van het HBA werd uitgegeven volgens een genummerde serie, deze publicaties zijn volgens deze serie opgenomen in het archief onder de rubriek ´Publicatiereeks van het HBA´. De branchecodes bijvoorbeeld zijn ook terug te vinden in de serie en zijn te herkennen aan het begin van de titel ‘Code voor …’. Binnen de rubrieken zijn de beschrijvingen chronologisch geordend.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Voor zover bekend zijn er geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Hoofdbedrijfschap Ambachten, nummer toegang 2.25.91, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Hoofdbedrijfschap Ambachten, 2.25.91, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
​Inventaris van het archief van het archief van het Bedrijfschap voor het Slagersbedrijf, 1954-2002, archiefinventaris 2.25.05.

Archiefbestanddelen