1739-1805, deelgenoot v.d. firma J. en Th. Marselis, lid v.d. Amsterdamse vroedschap, heftig Patriot, wijkt in 1787 naar Parijs uit.
1726-1796, leider van de Amsterdamse anti-stadhouderlijke politiek, pensionaris van 1762 tot 1787.
1740-1814, Thesaurier-Generaal van 1785 tot 1787.
Niet volledig.
1743-1815, sinds 1771 advocaat der O.I.C.
Commissaris van H.H.M. te Marseille.
Reeders te Maassluis.
Charles Alexandre de Calonne, 1734-1802. Proc.-gen. v.h. Parlement van Douai, minister van financiën 1783-1787, bijeenroeper van de Notabelenvergadering, die hem ten val brengt.
Charles Eugène, comte de Castries, 1727-1801, minister van marine 1780, emigreert in 1792.
Firmant van het huis Chomel en Jordan, Pruissisch consul te Amsterdam.
1743-1820, Gedep. van Overijssel ter Staten-Generaal, ambassaseur te Constantinopel van 1784 tot 1809.
John Frederick Sackville, 3d duke of Dorset, 1745-1799. Van 1783 tot 1789 buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van den Engelschen Koning aan het Fransche Hof.
Advocaat in het Conseil du Roi.
Geheim agent der Vereenigde Staten in de Republiek, later legatie-secretaris en chargé-d'affaires.
1728-1793, Generaal-majoor in het leger der Republiek.
Willem Baron van der Duyn, 1750-1813, kamerheer van Prins Willem V, kolonel bij de Cavalerie.
Secretaris van den Weenschen Gezant der Republiek.
Uitgever der Utrechtsche Gazette.
Alleyne Fitz-Herbert, baron St. Helens, 1753-1839, in 1782 Engelsch gevolmachtigde bij de vredesonderhandelingen te Parijs.
Capitaine du 1er régiment chasseurs à cheval, à Mechelen sur Meuse.
1751-1815. In 1776 pensionaris van Gorcum, 1779 id. van Dordrecht. Eén van het beroemde driemanschap van pensionarissen. In 1787 ontslagen.
Parijsche correspondenten van het Brusselsche handelshuis Vve Nettine et fils.
Thomas Robinson, 2e baron van Grantham, 1738-1786. Van 1782 tot 1783 minister van buitenlandsche zaken in het ministerie-Shelburne.
Reinier de Cocq van Haeften, 1729-1800. Heer van Ophemert, Envoyé in Zweden en in Portugal, ambassadeur in Turkije.
Secretaris van de Engelsche ambassade te Parijs.
1719-1788, van 1767 tot 1785 gedep. van Utrecht ter Staten-Generaal, lid van het Geheim Besogne voor buitenlandsche zaken.
J.D.C. van Heeckeren van Kell, 1730-1795. Gedep. van Gelderland ter Staten-Generaal en in den Raad van State.
D. Hogguer, 1722-1793, bankier en schepen van Amsterdam.
1742-1825, Van 1781 tot 1795 advocaatfiscaal van het College van de Admiraliteit van Amsterdam. Raad van assistentie voor marinezaken van Prins Willem V.
Mr. H. baron Hop, 1723-1808. Van 1782 tot 1792 gezant van H.H.M. te Brussel.
1743-1819, R.K., dus uitgesloten van een regeringsfunctie; bijgevolg een vurig patriot.
1735-1808. Raad en Burgemeester van Amsterdam, Directeur van de kolonie Suriname.
1773 Bewindhebber der W.I.C. wegens Friesland. 1783 2e advocaat der W.I.C.
1735-1819, Schout-bij-nacht; adjudant-generaal van Prins Willem V, van 1789 tot 1795 Vice-admiraal.
1754-1834. Raad van Amsterdam 1784-1787, Bewindhebber der W.I.C. sinds 1777, Directeur der kolonie Suriname 1786.
Thomas Isac Rijksgraaf de Larrey, 1703-1795. Edelman van Prins Willem IV en Prinses Anna, Raad en geheim-secretaris van Prins Willem V.
Pieter, graaf van Leyden, Heer van Nieuwland, gezant te Weenen 1785-1786.
Zoon van Matthijs Lest. van Berkenrode, Raad van de stad Haarlem, gedep. ter stukken Gen., Minister van H.H.M. bij de onderhandelingen te Brussel.
Anne Charles Sigismond de Montmorency, duc de Luxembourg, luitenant-generaal en pair van Frankrijk, 1737-1815.
Yves Marie Desmaretz, comte de Maillebois, 1715-1791. Treedt in 1784 in dienst der Republiek.
George Montague, 4e hertog van Manchester, 1737-1788. In 1783 gevolmachtigd minister bij de vredesonderhandelingen te Parijs.
Francois de Mercy Argenteau, gezant van den Keizer te Parijs tot de Revolutie, daarna te Londen. Overleden in 1794.
Consul van H.H.M. te Bordeaux.
Armand Marc, comte de Montmorin, gezant te Madrid, commandant van Bretagne, in 1787 minister van buitenlandsche zaken, in 1792 geguillotineerd.
Louis Jules Barbon Mancini-Mazzarini, duc de Nivernais, 1716-1798. Pair van Frankrijk, gezant te Rome en Berlijn, tijdens de Revolutie raadgever van Lodewijk XVI.
Emanuel Marie Louis, Duc de Noailles, 1743-1822, gezant in Holland, Engeland en Oostenrijk.
Bewindhebber der O.I.C. van 1769 tot 1788.
Rentmeester van de domeinen in het land van Overmaze.
1754-1796. Van 1785 tot 1788 advocaatfiscaal van de Admiraliteit van de Maas. In 1796 lid en voorzitter van de Nationale Vergadering.
1745-1786. Sinds 1776 Bewindhebber der O.I.C ter Kamer Zeeland. Buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Brussel, daar overleden.
Burgemeester van Nijmegen.
1732-1802, koopman en suikerraffinadeur te Rotterdam. Patriot, wijkt in 1787 naar Brussel uit.
Joseph Mathias Gérard de Rayneval, 1736-1812. Chef van het ministerie van buitenlandsche zaken, in 1783 belast met de behartiging van de Spaansche belangen bij de vredesonderhandelingen.
1739-1812, Kamerheer van de Prinses van Oranje, gecommitteerde van Gelderland ter Staten-Generaal.
Ambassadeur van H.H.M. te Berlijn van 1782 tot 1795.
1756-1810, Kamerheer van de Prinses van Oranje, Drost en stadhouder van de leenen van Valkenburg en de landen van Overmaas.
Ontvanger van de convooyen en licenten te Venlo.
Nicolaas Willem Roëll, Heer van Drakenburg, 1736-1793. Advocaat van de W.I.C.
Lucas Gijsbert Rousse, 1728-1797. Lid van de Zwolsche regeering, gedep. ter Staten-Gen. Raadsman van Prins Willem V.
Frederik III, Rijn- en wildgraaf van Salm-Kyrburg, 1746-.., dient in de Republiek en in Frankrijk, gunsteling van Marie-Antoinette en van De Calonne. Bemiddelaar tusschen de Patriotten en den Prins. In de Fransche Revolutie geguillotineerd.
William Petty, Earl of Shelburne, 1st Marquis of Landsdowne, 1737-1805. Minister van binn. zaken 1782, 1e minister 1782-1783.
Mr. W.A. Rijksvrijheer van Spaen, 1750-1817. Burgemeester van Elburg en lid van de Staten-Generaal.
Wijnhandelaar te Grenoble.
1733-1805. Koopman te Amsterdam, boekhouder en later hoofdparticipant der O.I.C. Mede-oprichter van de Kweekschool voor de Zeevaart.
Agent te Londen, in 1785 conseiller d'Ambassade te Constantinopel.
Charles Olivier de Saint-George, Marquis de Vérac, 1743-1828. In 1784 gezant in de Republiek.
Charles Gravier, comte de Vergennes, 1717-1787. Van 1774 tot 1787 minister van buitenlandsche zaken.
Francois de Vinck, commissaris van H.H.M. te Duinkerken.
1734-1802, Patriot, van 1769 tot 1787 pensionaris van Amsterdam.
Carel George, graaf van Wassenaar-Obdam, Heer van Twickel, 1733-1800. Gedep. van Friesland in den Raad van State, ter Staten-Generaal, daarna gedep. van de Ridderschap van Holland en van Overijssel. Van 1781 tot 1784 extra-ordinaris gezant en minister-plen. van H.H.M. aan het Weensche hof.
1740-1831, gematigd Patriot, van 1779 tot 1787 pensionaris van Gouda, in 1802 archivaris van de Bataafsche Republiek, schepper van het Algemeen Rijksarchief.
Francois Claude Amour marquis de Bouillé, 1739-1800. Verdediger van de Antillen in den Fr.-Eng.-Am.-oorlog. Genoemd als aanvoerder van de door de Patriotten beraamde expeditie, om Engelsch-Indië te veroveren, 1786.
zie Arnoldi: Nass. Gesch. 28C13.
William Henry Cavendish-Bentinck, 3d duke of Portland, 1738-1809. In 1783 1e min. Charles James Fox, 1749-1806. Min. van buitenl. zaken 1783.
Paul Francois de Quelen de Stuer de Caussade, duc de Lavauguyon, 1746-1828. Pair van Frankrijk, van 1776 tot 1784 gezant, in de Republiek.
Berichten van de gezanten en ministers der Republiek aan de Staten-Generaal, den Raadpensionaris en den Griffier.
Zie voor deze zaak ook de brieven van en aan De Castries, in n°18 en 19.
Mr. Jacob Blaauw, 1756-1829, Patriot, lid v.h. Revol. Comité van Holland, in 1795 naar Parijs met Irhoven van Dam, om de off. gezanten tegen te werken. Wordt zaakgelastigde der Republ. te Parijs, 1795. Caspar Meyer, consul der Republiek te Bordeaux, in 1795 zaakgelastigde der Rep. te Parijs
1751-1827. Grietman van 't Bildt 1780, van Borderadeel 1788, Prinsgezind, bekleedt onder Lod. Nap. geen ambt.
Zwitser, in 1792 in dienst der Rep., in 1818 als lt-generaal gepensioneerd.
1755-1838, lt-kolonel, inspecteur van de waterstaat.
1766-1810, van 1798 tot zijn dood secretaris-generaal van buitenl. zaken.
1748-1805. Van 1781 tot 1795 Pensionaris van Amsterdam, daarna Staatssecretaris.
1765-1821, Koopman, fel Patriot, in 1805 minister van financiën, tot 1813 intendant-generaal der fin.
1782-1841. Kabinetssecretaris van Schimmelpenninck en Lod. Nap.
Aide-de-camp van Lod. Nap.
Vermoedelijk is hier sprake van A.W.C. rijksvrijheer van Pallandt, 1733-1813, of éen van zijn zoons.
1767-1835, zoon van Mr. N.W. Roëll, in 1806 Alg. secr. van Staat, 1808-1809 minister van binn. zaken.
1763-1841, lt-kol. v.h. garde-du-corps, in 1807 lt-kol. b.d. Gen.Staf.
Charles Maurice de Talleyrand, 1754-1838. Bisschop van Autun, lid v.d.Staten-Generaal, van 1797 tot 1830 minister van buitenl. zaken.
1764-1845, luitenant-ter-zee, in 1803 commissaris-generaal v.d. Marine, 1805 minister van Marine, in 1812 bevelhebber van het eskader te Texel. Later in Frankrijk genaturaliseerd, Pair van Frankrijk.
1781-1853, in 1805 legatie-secr. te Parijs, van 1808 tot 1810 leider van het gezantschap te Madrid.
Jean Baptiste Nompère, comte de Champagny, comte de Cadore, 1756-1834. 1804-1807 minister van binn. zaken.
Kamerheer van Jérome Bonaparte.
Berichten van de vertegenwoordigers van de Republiek in het buitenland.
1752-1820, in 1798 secr-gen. van het Uitv. Bewind, daarna Staatssecretaris.
Auguste Fredéric Louis Viesse de Marmont, 1774-1852. Klimt tijdens de Revolutie op tot generaal. In 1803 commandant van het kamp te Utrecht. Maarschalk van Frankrijk en hertog van Ragusa. Dient na Napoleons val de Bourbons.
Groot-kanselier van de Orde van het Koninkrijk Holland.