Zie voor de officiële stukken daaromtrent: J. de Hullu. De archieven der Admiraliteitscolleges, nr. XVIII.
1. Twee der brieven (z.j.) zijn in hun geheel afgedrukt in Het Algemeen Rijksarchief, blz. 81-88, terwijl een derde van juli 1787 daarin gedeeltelijk is afgedrukt, blz. 160-162.
2. Een der brieven (z.j.) is door Harris van marginale aantekeningen voorzien en is door hem weer aan Von Kinckel teruggezonden, in wiens archief hij de plaats van de minuut heeft ingenomen.
3. Zie voor de overige brieven van Von Kinckel aan Harris nr. 83.
In 1785 was er sprake van, dat keizer Jozef II de Zuidelijke Nederlanden zou ruilen tegen Beieren. Onze regering zond toen Von Kinckel met een geheime zending naar München, om te trachten over deze zaak inlichtingen te verkrijgen (zie in: H.T. Colenbrander, De Patriottentijd, II blz. 39).
1. Hierin kopie van twee nota's van Von Kinckel aan prinses Wilhelmina alsmede kopie van een schrijven van hem aan Sir J. Harris.
2. Het journaal breekt af bij 8 maart 1787; de rest schijnt verloren te zijn.
3. Het stuk is afgedrukt in Het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 120-136.
1. De meeste dezer brieven hebben betrekking op een door Harris de 5e juli 1786 bij de Staten-Generaal ingediende memorie ten gunste der stadhouderlijke partij (zie nr. 143).
2. Als bijlagen in deze omslag vinden wij:
a. Kopie van een brief van Harris aan de stadhouder van 23 juni 1786 met begeleidende memorie.
b. Kopie van het antwoord van de stadhouder van 28 juni 1786.
c. Kopie van het weerwoord van Harris van 5 juli 1786.
3. In het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 89-111, zijn afgedrukt de brieven van 16, 23, 27 juni 1786; 10, 11, 24 juli; 25 oktober; 26 november, benevens de onder N.B. 2 genoemde bijlagen, behalve de memorie.
4. Zie voor de overige brieven van Harris de nrs. 48 en 139.
Afgedrukt in Het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 111-117.
Afgedrukt in Het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 117-120.
Zie voor een latere brief van Von Kinckel aan prinses Wilhelmina nr. 91.
Waarschijnlijk is dit het werkelijk verzonden stuk en is dit later weer aan Von Kinckel teruggegeven, in wiens archief het de plaats van de minuut heeft ingenomen.
Inhoud:
a. Drie nagenoeg gelijkluidende beschrijvingen van Von Kinckel, waarvan één onvolledig. Een ervan is afgedrukt in Het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 153-160.
b. Een andere beschrijving, blijkbaar overgenomen van luitenant-kolonel Stamford.
c. Een minuut-brief van Von Kinckel aan een koninklijke prinses (?) inzake de aanhouding.
Het stuk is beschadigd en daardoor onvolledig.
1. Mr. P.E. van de Perre was de broer van mr. J.A. van de Perre, de representant van de Eersten Edele in Zeeland.
2. De meeste dezer brieven hebben betrekking op Von Kinckel's verlangen naar een promotie bij de Marine.
3. Bij de brief van 20 juli 1783 is als bijlage een schrijven van graaf L. van Bijlandt aan Von Kinckel inzake de door de Republiek voorgenomen expeditie naar Brest.
4. Verschillende dezer brieven zijn blijkbaar werkelijk verzonden en later door Van de Perre weer aan Von Kinckel teruggegeven in wiens archief zij de plaats der minuten hebben ingenomen.
De geadresseerde is onbekend; het stuk is blijkbaar werkelijk verzonden en later door de geadresseerde weer aan Von Kinckel teruggegeven, in wiens archief het de plaats van minuut heeft gevonden.
Het stuk stemt in grote lijnen overeen met het onder nr. 38 vermelde.
Twee dezer memories zijn geschreven door Von Kinckel.
1. Het slot van de memorie ontbreekt.
2. De bedoeling van de onbekende "Fritz" was, om Von Kinckel er van af te houden partij te kiezen in de twisten, die de Republiek verdeelden in de patriottentijd. Uit die tijd moet de memorie dus dateren.
Zie voor de officiële stukken daaromtrent de inventaris van het Legatiearchief der 1e afdeling van het Algemeen Rijksarchief (m.s.).
Zie voor overige brieven van Harris de nrs. 23 en 139.
Een onderzoek van deze aantekeningen vormt een beschrijving van Von Kinckel's politieke loopbaan van 1770-1795, welke beschrijving door hem in 1795 werd opgemaakt voor de hertog van Portland.
Gedeeltelijk afgedrukt in: H.T. Colenbrander, Gedenkstukken II, nr. 842 en III, 2e stuk, nr. 674.
Grotendeels afgedrukt in: H.T. Colenbrander. Gedenkstukken III, 2e stuk, nr. 674.
Onder deze aantekeningen staat een eveneens door Von Kinckel geschreven stuk: "Titres du Landgrave de Hesse aux Pays-Bas".
Hierbij bevinden zich aantekeningen omtrent, een nieuwe constitutie voor ons land.
Gedeeltelijk afgedrukt in: H.T. Colenbrander, Gedenkstukken III, 2e stuk, nr. 810.
Tussen de aantekeningen bevinden zich minuten van brieven, door Von Kinckel in die tijd geschreven aan Lord Hawkesbury, Lord Liverpool, de hertog van Portland, Lord Hervey en mr. Hammond, welke brieven alle betrekking hebben op Von Kinckel's sollicitatie naar een gezantschapspost en de verhoging van zijn jaargeld.
Lord Grenville was van 1791-1801 in Engeland secretary of state for foreign affairs en mr. Aust was under-secretary in hetzelfde departement.
1. De brief van 11 juli 1795 is gedeeltelijk afgedrukt in: H.T. Colenbrander, Gedenkstukken II, nr. 714.
2. Op een der stukken staat tevens een extract van een brief van Von Kinckel aan K.A. von Hardenberg van 7 augustus 1795.
W.H.C. Bentinck, hertog van Portland, was van 1794-1801 in Engeland home secretary en van 1801-1807 lord president of the council.
Zie voor de overige brieven aan de hertog van Portland de nrs. 66 en 96.
Mr. G. Canning was eerst secretaris van de hertog van Portland; later bekleedde hij een functie bij Lord Grenville.
Zie voor de overige brieven van Von Kinckel aan Harris nr. 9.
Op één dezer stukken bevindt zich mede een minuut-brief aan de keurvorst van Beieren.
Zie voor de overige brieven van Von Kinckel aan prinses Wilhelmina nrs. 24-31.
Von Kinckel knoopte tijdens zijn verblijf in Engeland in 1799 een liaison aan met mrs. Louise Stuart. In de correspondentie met haar worden ook politieke gebeurtenissen besproken. Tussen deze brieven bevindt zich ook een schrijven aan "Mademoiselle Adèle" (?).
1. Zeven minuut-brieven samen op één stuk. De brieven hebben voornamelijk betrekking op de vrede van Amiëns en op de wens van Von Kinckel, om daarna vanwege de Engelse regering een gezantschapspost in Duitsland te verkrijgen.
2. Zie voor de overige brieven aan de hertog van Portland de nrs. 66 en 70-77; voor die aan mr. Hammond de nrs. 66 en 107-108.
Eén der stukken geeft een beschrijving van Von Kinckel's politieke loopbaan, welke in grote trekken overeenstemt met de onder nr. 57 N.B. genoemde beschrijving, bestemd voor de hertog van Portland.
1. Deze levensbeschrijving stemt overeen met de onder nr. 97 N.B genoemde.
2. Zie voor de overige brieven aan Lord Liverpool nr. 66.
Lord Hawkesbury was van 1801-1804 in Engeland secretary of state for foreign affairs.
Zie voor de overige brieven aan Lord Hawkesbury nr. 66.
Zie voor de overige brieven aan mr. Hammond de nrs. 66 en 96.
Eén der memories gaat terug tot 1795; de andere tot ± 1770.
Het stuk wordt voorafgegaan door het begin van een brief aan een koninklijke prinses (?), welk schrijven niet is voltooid.
Op hetzelfde stuk bevindt zich een concept-schrijven aan Lord ..... met een overzicht van Von Kinckel's leven gedurende het tijdvak 1802-1814.
Zie voor de officiële stukken daaromtrent: Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven 1918, I, Bijlage VII, a: nr. 37 en B. VI, a. nrs. 1, 2 en 3.
Zie voor hiermee verband houdende stukken nr. 158.
1. Deze graaf Bentinck van Rhoon is waarschijnlijk W.G.F. Bentinck van Rhoon (1762-1835).
2. De stukken zijn door Von Kinckel geschreven, de beschouwingen zijn afkomstig van "un ami de Mr. le Comte de Rhoon".
Grotendeels afgedrukt in het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 51-53.
1. Zie voor onderhandelingen over deze memorie nr. 25.
2. De memorie is hier nagenoeg in haar oorspronkelijkevorm, zoals die door mr. L.P. v.d. Spiegel was opgesteld; hij is enigszins gewijzigd, ingediend. (Zie H.T. Colenbrander, De Patriottentijd, III, bijlagen II, 4). Ook het concept-antwoord is waarschijnlijk opgesteld door mr. L.P. v.d. Spiegel.
De akte is afgedrukt in: G.W. Vreede, Laurens Pieter van de Spiegel en zijne tijdgenooten, III, blz. 134.
Afgedrukt in: Het Nederlandsch Rijksarchief, blz. 143, 146.
Het is mogelijk, dat de heer Geroinus de afzender der brieven en de echtgenote van Von Kinckel de geadresseerde was.
Het is mogelijk, dat de geadresseerde een broer van Von Kinckel was.
Een derde heeft aan een brief een citaat van Montesquieu toegevoegd.
1. Inhoud: een gedrukt exemplaar van "L'Oraclë", en van de "Journal de Francfort" en een door Von Kinckel gemaakt extract uit "Le Courier".
2. Zie voor een hiermee verband, houdend stuk nr. 126.
1. Dit zijn of omslagen, waaruit de stukken ontbreken of omslagen, welke zo heterogene stukken bevatten, dat zij bij de nieuwe indeling hun betekenis verloren hebben.
2. Op één der omslagen bevinden zich belangrijke aantekeningen omtrent een door Von Kinckel van Van der Spiegel ontvangen brief van november 1785.