Terug naar zoekresultaten

1.11.06.11 Inventaris van de digitale duplicaten van een selectie uit de archieven van de VOC-kantoren Malabar, Coromandel,Surat en Bengalen en rechtsopvolgers, aanwezig in de Tamil Nadu Archives te Chennai (1647) 1664-1825 (1852)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.11.06.11
Inventaris van de digitale duplicaten van een selectie uit de archieven van de VOC-kantoren Malabar, Coromandel,Surat en Bengalen en rechtsopvolgers, aanwezig in de Tamil Nadu Archives te Chennai (1647) 1664-1825 (1852)

Auteur

L. Bes

Versie

14-01-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2014 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Digitaal Duplicaat: Nederlandse bezittingen in India: Archieven aanwezig in de Tamil Nadu Archives te Chennai
Nederlandse bezittingen India: Chennai [digitaal duplicaat]

Periodisering

archiefvorming: 1664-1825
oudste stuk - jongste stuk: 1647-1852

Archiefbloknummer

DDTNA-VOC

Omvang

1054 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

De originelen bevinden zich in

Tamil Nadu Archives, Chennai

Archiefvormers

VOC-kantoor Malabar VOC-kantoor Coromandel VOC-kantoor Surat VOC-kantoor Bengalen

Samenvatting van de inhoud van het archief

De archieven bestaan uit de overblijfselen van de administratie van de VOC-factorijen in Cochin, Nagapatnam/Pulicat, Surat en Chinsura/Hooghly, hoofdvestigingen van achtereenvolgens de kantoren Malabar, Coromandel, Surat en Bengal, en hun rechtsopvolgers. Ze beslaan de periode 1643 - 1852. De archieven van Cochin zijn relatief compleet en bevatten ook de administratie van de weeskamer. Met betrekking tot Surat en Chinsura/Hooghly zijn slechts fragmenten van de archieven bewaard gebleven. Van de administratie van Nagapatnam/Pulicat is vrijwel niets over.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De VOC in India
De VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) werd opgericht in 1602 toen verschillende concurrerende handelscompagnieën fuseerden. De onderneming omvatte zes kamers (vestigingen) in de Republiek (ook aangeduid als patria, "vaderland"): Amsterdam, Zeeland (zetelend te Middelburg), Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. De directie van de Compagnie werd aangeduid als de Heeren XVII en bestond uit afgevaardigden van de zes kamers. Het hoofdkwartier van de VOC in Azië was gevestigd te Batavia (het tegenwoordige Jakarta) op het eiland Java, waar de Gouverneur - Generaal en Raden (ook wel de Hoge Regering genoemd) het hoogste gezag vormden. De Compagnie was actief in India gedurende haar gehele bestaan (dat duurde tot 1795) en importeerde er onder meer Japans koper, hetgeen Indiase stoffen opleverde die in de Indonesische archipel konden worden verkocht. De VOC richtte talloze handelsstations op aan de kusten en ook enkele binnenlands gelegen posten. Met tijdelijke uitzondering van Vengurla (direct ten noorden van Goa gelegen) vormden de Indiase vestigingen in bestuurlijk opzicht onderdeel van vijf kantoren (administratieve regio's): Surat, Malabar, Ceylon, Coromandel en Bengalen. Deze waren alle ondergeschikt aan het bestuur in Batavia (dat op zijn beurt verantwoording verschuldigd was aan de Heeren XVII). Na de opheffing van de VOC bestuurden verschillende opeenvolgende overheidsinstanties in Nederland de enkele overgebleven vestigingen in India totdat deze aan de Britten werden overgedragen in 1825. De rechtsopvolgers van de VOC waren: Comité tot de Zaken van de Oost - Indische Handel en Bezittingen, 1796 - 1800; Raad der Aziatische Bezittingen en Etablissementen, 1800 - 1806; Ministerie van Koophandel en Koloniën / Marine en Koloniën, 1806 - 1810; Hollandse Divisie bij het Ministerie van Marine en Koloniën te Parijs, 1810 - 1814 (tijdens deze periode was Nederland door Frankrijk geannexeerd); Ministerie van Koloniën, vanaf 1814.
Malabar
Het kantoor Malabar (grofweg de huidige deelstaat Kerala) werd bestuurd door een Commandeur (een soort Gouverneur, maar met minder territoriale macht) en Raden, gevestigd in Cochin. Peper was het belangrijkste handelsproduct van Malabar. De Nederlanders verschenen in 1603 voor het eerst in het gebied en kleine posten werden opgezet te Vengurla en Kayankulam, respectievelijk in 1637 en 1647. In de jaren '60 van de zeventiende eeuw nam de aanwezigheid van de VOC in de regio serieuze vormen aan toen de Compagnie de Portugezen verdreef en Quilon en Cranganur veroverde in 1661 en Cochin en Cannanore in 1663. Een groot aantal andere posten strekte zich uit van Barcelore (Kanara kust) in het noorden tot Tengapattanam in het zuiden. Onder de belangrijkere posten waren Purakkad, Chetwai en Azzhikodu. Vanaf 1676 behoorde ook Vengurla tot Malabar, nadat het eerst direct bestuurd was vanuit Batavia (tot 1673) en vervolgens vanuit Surat (1673 - 1676). Tot aan 1669 vielen alle posten in Malabar onder het kantoor Ceylon. The VOC onderhield nauwe contacten met vele heersers in Malabar, waarvan die van Cochin, Travancore, Calicut en Mysore de prominentsten waren. Na de verloren oorlog tegen Travancore in de vroege jaren '40 van de achttiende eeuw nam de Compagnies macht geleidelijk af. Tussen 1770 en 1790 werden de forten te Cannanore en Cranganur verkocht aan de lokale heersers. Cochin en Quilon werden tenslotte overgedragen aan de Britten in 1795.
Coromandel / Visserijkust
Het kantoor Coromandel (grofweg de huidige deelstaten Tamil Nadu en Andhra Pradesh) werd bestuurd door een Gouverneur en Raden. Tot aan 1690 zetelden zij in Pulicat. Vervolgens was het hoofdkwartier gevestigd te Nagapatnam, totdat het in 1784 werd terugverplaatst naar Pulicat. Stoffen waren het belangrijkste handelsproduct. Twee jaar nadat de Nederlanders voor het eerst Coromandel aandeden, werd in 1605 de vroegste factorij gevestigd te Masulipatam na toestemming van de Sultan van Golkonda. Een groot aantal handelsposten volgden, waaronder Petapoli, Teganapatam, Thiruppapuliyar, Pulicat, Golkonda, Draksharama, Sadras, Jagannathapuram en Bimlipatam. Nagapatnam werd op de Portugezen veroverd in 1658. Naast Golkonda onderhield de VOC contacten met bijvoorbeeld Thanjavur, Gingee, Arcot, de Mughals en de Maratha's. De Fransen namen Masulipatam over in 1750 en de Britten Nagapatnam in 1784. In de jaren '90 van de achttiende eeuw werden alle overgebleven vestigingen ingelijfd door de Britten. Een deel daarvan werd teruggegeven in 1818, met als hoofdkwartier in Sadras, om definitief overgedragen te worden in 1825.
De VOC - vestigingen aan de Visserijkust (die zich wat de Compagnie betrof uitstrekte van Cape Comorin to Point Calimere) werden beheerd vanuit het kantoor Ceylon (het huidige Sri Lanka), bestuurd door een Gouverneur en Raden zetelend te Colombo en Commandeurs (een soort Gouverneurs, maar met minder territoriale macht) in Galle en Jaffna. De hoogste VOC autoriteiten op de Visserijkust waren een Opperhoofd en Raden, gevestigd in Tuticorin. Tot de andere posten aan deze kust behoorden bijvoorbeeld Cape Comorin, Manapadu, Punneikayal and Kilakkarai. Stoffen vormden de belangrijkste handelswaar. De eerste factorij, in Kayalpatnam, werd gevestigd in 1645. In 1758 en 1759 sloot de VOC verdragen met de heersers van achtereenvolgens Ramnad en Madurai. In 1796 werd Ceylon overgegeven aan de Britten, maar in 1818 werden de posten aan de Visserijkust teruggegeven aan de Nederlanders en tot aan 1825 bestuurd vanuit Sadras, in die periode het hoofdkwartier van het kantoor Coromandel.
Surat
Het kantoor Surat (min of meer de huidige deelstaat Gujarat) werd bestuurd door een Directeur (een soort Gouverneur, maar zonder territoriale macht) en Raden, zetelend in de stad Surat. Stoffen vormden het belangrijkste handelsproduct van de regio. De eerste Nederlandse contacten met het gebied dateren uit 1602, maar pas in 1617, nadat toestemming was verleend door de Mughals, vestigde de VOC een permanente post in Surat. Andere handelsvestigingen werden opgezet te Bharuch, Ahmadabad, Vadodara, Cambay, Burhanpur en Agra (Hindustan). Tussen 1673 en 1676 behoorde Vengurla ook tot Surat. Gedurende de perioden 1781 - 1784 en 1795 - 1818 werden de posten bestuurd door de Britten om definitief aan hen overgedragen te worden in 1825.
Bengalen
Het kantoor Bengalen werd bestuurd door een Directeur (een soort Gouverneur, maar zonder territoriale macht) en Raden, gezeteld in Chinsura bij Hooghly. De belangrijkste handelsproducten van Bengalen waren zijde en andere stoffen, opium en salpeter. De VOC verkende het gebied voor het eerst in 1607, maar vestigde zich pas echt aan het eind van de jaren '20 van de zeventiende eeuw te Pipli (Orissa). In 1635 werd een factorij gesticht te Hooghly nadat toestemming was verkregen van de Mughals. Andere handelsposten werden gevestigd in bijvoorbeeld Patna (Bihar), Balasore (Orissa), Cossimbazar, Rajmahal en Dhaka (in het huidige Bangladesh). Tot aan 1655 werden de Bengaalse factorijen bestuurd door het kantoor Coromandel. Gedurende de jaren 1781 - 1784 en 1795 - 1817 en vanaf 1825 werden de vestigingen overgenomen door de Britten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De VOC - archieven in de Tamil Nadu Archives, Chennai
De stukken in de Tamil Nadu Archives die worden aangeduid met "Dutch Records", bestaan in feite uit de overblijfselen van de archieven van vier factorijen, die alle functioneerden als hoofdkwartier van een kantoor (administratieve regio): Cochin (Malabar), Nagapatnam / Pulicat (Coromandel), Surat (Surat) en Chinsura (Bengalen). De vier archieven kennen elk een verschillende beheersgeschiedenis en zijn blijkbaar slechts bij elkaar geplaatst omdat ze alle zijn gevormd door VOC - instituties and hun rechtsopvolgers. Deze documenten lijken het enige te zijn dat nog rest van de archieven die de Nederlanders in India overdroegen aan de Britten. Samen bestaan ze uit ongeveer 1800 banden en pakken (inv. nrs. 1 - 1763). Ze bestrijken 64 meter en dateren uit de periode 1643 - 1852. In de loop van de tijd is het grootste gedeelte van de oorspronkelijke archieven verloren gegaan.
Cochin
Soms aangeduid met "Cochin Records", vormen inv. nrs. 1 - 1633 (uitgezonderd inv. nrs. 601, 799, 924, 977, 981, 1057, 1307 en 1612 - 1621) en 1672 de archieven van de vestiging in Cochin (Malabar) en zijn rechtsopvolgers. Afgezien van materiaal in de categorie documentatie (voornamelijk gedrukte werken), dateren ze uit de jaren 1664 - 1822. Het grootste gedeelte komt echter uit de achttiende eeuw. Dit zijn de enige archieven van een Nederlandse vestiging in India die relatief intact zijn. Het is zelfs zo dat de stukken die nu nog bestaan vrijwel geheel overeen komen met een originele inventaris van de Cochin - archieven die hoogstwaarschijnlijk is opgesteld in of rond 1795 toen Cochin werd overgegeven aan de Britten. Dit manuscript is inv. nr. 1629 van de "Dutch Records" in de Tamil Nadu Archives en is later gepubliceerd als Catalogus van Hollandsche handschriften, brieven, en officieele stukken (Selections from the Records of the Madras Government. Dutch Records, nr. 6) onder redactie van P. Groot (Madras, 1909). Het lijkt erop dat deze archieven na 1795 gedurende nog enige tijd in Cochin zijn gebleven aangezien nieuwe stukken werden toegevoegd tot en met 1822. Deze latere documenten betreffen de Nederlandse aanwezigheid in Cochin na 1795 en hebben grotendeels te maken met de weeskamer of juridische zaken. Op een onbekend moment werden alle archieven overgebracht naar Calicut, hoofdstad van het Britse Malabar district, en in 1891 vond een verhuizing plaats naar het Central Record Department van het bestuur zetelend in Fort St. George te Madras (Chennai), een voorloper van de Tamil Nadu Archives. Inv. nr. 1672 heeft een andere beheersgeschiedenis, zie hiervoor de sectie over Surat.
Zoals gezegd werd de vroegste bekende inventaris van de Cochin - archieven waarschijnlijk opgesteld rond 1795. Hoewel dit werk geen identificatie - nummers toekent aan de afzonderlijke stukken, geeft het een goede indruk van de oorspronkelijke structuur van de archieven, omdat het de verschillende soorten documenten in afzonderlijke series indeelt. Na enkele onsuccesvolle pogingen in de Calicut - periode publiceerde het Britse bestuur een Engelstalige catalogus van de Cochin - archieven, inclusief de stukken toegevoegd na 1795 (en enkele documenten afkomstig van het VOC - kantoor Coromandel): Press List of Ancient Dutch Records, From 1657 to 1825 , opgesteld door de Katholieke priester A.J.M. Heyligers voor of rond 1900. Tegen deze tijd waren de archieven klaarblijkelijk geheel chronologisch herordend en genummerd (inv. nrs. 1 - 1632D), waarbij de originele structuur verloren was gegaan. De Press List betreft in feite een plaatsingslijst (simpelweg beginnend met het vroegste stuk en eindigend met het jongste zonder enige seriële verdeling), bestaande uit korte beschrijvingen van elk inv. nr. en uitgebreide opmerkingen bij bepaalde stukken die blijkbaar als belangrijk werden beschouwd. In 1916 werd de List of Volumes of Dutch and Danish Records Preserved in the Madras Record Office uitgegeven te Madras. Dit werk, dat min of meer bestaat uit de korte beschrijvingen uit de Press List , bevat ook beschrijvingen van enkele nog niet eerder vermelde stukken, waarvan inv. nrs. 1632E - 1633 Malabar betreffen.
Nagapatnam / Pulicat
Inv. nrs. 601, 799, 924, 977, 1057, 1612 - 1621 en 1634 - 1642 (soms aangeduid met "Coromandel Records") zijn alles dat over is van de archieven van de vestiging in Nagapatnam en zijn opvolger te Pulicat. Afgezien van documentatie - materiaal beslaan ze ruwweg de jaren 1755 - 1756, 1766, 1772 - 1777 en 1818 - 1825. Hun beheersgeschiedenis is onbekend. Een lijst (bewaard in Batavia) van de stukken uit de periode tot aan 1818 die door de Nederlanders in Sadras in 1825 werden overhandigd aan de Britten, is gepubliceerd en geanalyseerd door J. van Kan als "Lijst der oude boeken van de voormalige Nederlandsche Oost - Indische Compagnie ter kuste Coromandel / List of Records of the Dutch East India Company Settlement on the Coromandel Coast 1702 - 1795" in Verhandelingen van het Koninklijk Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen , 71 (1932). Wanneer men deze uitgebreide opsomming vergelijkt met de zeer kleine omvang van materiaal van Coromandel dat momenteel aanwezig is in de Tamil Nadu Archives, dan zou men verbaasd kunnen zijn (zoals Van Kan zelf was) hoe weinig er overgebleven is van de oorspronkelijke archieven.
Hoe dan ook, de stukken tot en met inv. nr. 1621 moeten naar Madras overgebracht zijn vóór c. 1900 omdat ze vermeld worden in de Press List of Ancient Dutch Records, From 1657 to 1825, opgesteld door de Katholieke priester A.J.M. Heyligers voor of rond 1900. Blijkbaar werden ze vermengd met de Cochin - archieven toen deze chronologisch werden hergeordend. Inv. nrs. 1634 - 1642 worden slechts genoemd in de List of Volumes of Dutch and Danish Records uit 1916 (voor meer informatie over dit werk en de Press List zie de inleiding bij de Cochin - archieven). Met uitzondering van inv. nr. 1642 is dit logisch omdat het hier kopieën betreft van memories van overgave van de Gouverneurs van Coromandel die rond 1910 gemaakt zijn door archivisten in Batavia voor de Britse autoriteiten te Madras.
Surat
Inv. nrs. 1307 en 1643 - 1672 (ook bekend als "Dutch Records transferred from Bombay") zijn de restanten van de archieven van de vestiging te Surat. Ze zijn afkomstig uit de periode 1748 - 1798. Met uitzondering van inv. nr. 1307, waarvan de beheersgeschiedenis geheel onbekend is, zijn de stukken bij elkaar geplaatst in het Department of the Archives van de Bombay Presidency maar hebben ze verschillende beheersgeschiedenissen. Inv. nrs. 1643 - 1669, in het begin nog aanwezig te Surat, werden in 1895 tijdelijk naar Madras gezonden om beschreven te worden door de Katholieke priester A.J.M. Heyligers. In 1898 was zijn manuscript gereed, dat spoedig daarna uitgegeven werd als Résumé of the Contents of the Dutch Diaries in the Agency Records of the Surat District, Bombay . Deze lijst, waarin de stukken zijn genummerd van I tot en met XXVIII, bevat ook inv. nr. 1672, dat in Bombay was bewaard sinds tenminste 1833 en in feite deels uit Cochin afkomstig is. In 1907 werden inv. nrs. 1643 - 1669 overgebracht van Surat naar Bombay en samengevoegd met inv. nr. 1672. Helaas beschrijft Heyligers' Résumé slechts het type en de inhoud van de stukken (in het Engels), zonder de archiefvormers te noemen, en geeft het zeer oppervlakkige dateringen.
Daarom, toen de Nederlandse ambtenaar J. van Kan in 1929 - 1930 in Brits Indië en Ceylon rondreisde om een overzicht samen te stellen van Nederlands en Nederlands - gerelateerd archiefmateriaal in deze regio, nam hij de ontbrekende informatie op en hernummerde de stukken (I - XXX) in zijn gepubliceerde verslag: Compagniebescheiden en aanverwante archivalia in Britsch - Indië en op Ceylon. Zijn lijst (op blz. 77 - 105) bevat ook een extra beschrijving van inv. nr. 1672 (gemaakt in 1899 door J.Ph. Vogel, Professor in de Indologie aan de Universiteit van Leiden, op verzoek van de stafleden van de Bombay Archives, die zich er niet van bewust waren dat Heyligers hier slecht één jaar eerder een beschrijving van had gemaakt) en noemt twee nieuw ontdekte Nederlandse stukken in Bombay: inv. nrs. 1670 en 1671. De tweede van deze is eigenlijk afkomstig van de Britse vestiging te Surat maar bestaat voornamelijk uit papieren die waren ontvangen van de VOC en zijn geschreven in het Nederlands). In 1931 werden alle stukken overgebracht naar Madras en hernummerd, volgend op de inv. nrs. van de VOC - archieven van Malabar en Coromandel. In 1939 stelde J. Fruytier een nieuwe, nogal oppervlakkige lijst op (in het Engels) van de stukken overgebracht uit Surat en Calcutta (zie de inleiding bij de Chinsura - archieven), die in 1952 te Madras gepubliceerd werd als Supplementary Catalogue of Dutch Records .
Chinsura
Ook wel aangeduid met "Dutch Records transferred from Bengal", vormen inv. nrs. 981, 1673 - 1763 de overblijfselen van de archieven van de vestiging te Chinsura nabij Hooghly. Afgezien van materiaal in de categorie documentatie, beslaan ze de jaren 1655 - 1852. Nadat de Nederlanders in 1825 Chinsura hadden verlaten, bleven er "Nederlandse" stukken gevormd worden, voornamelijk door de Judicial Council en handelend over Nederlanders die in Bengalen waren gebleven. Met uitzondering van inv. nr. 981, waarvan de beheersgeschiedenis niet duidelijk is, werden de stukken bewaard in het kantoor van de District Judge te Hooghly tot 1928, toen ze overgebracht werden naar het Department of the Archives van de Bengal Secretariat in Calcutta, samen met een aantal Deense archiefstukken. Bij die gelegenheid werd voor het eerst een lijst samengesteld van een deel van het materiaal, die echter geen onderscheid maakte tussen Nederlandse en Deense stukken en dientengevolge vrijwel onbruikbaar was.
In zijn Compagniebescheiden en aanverwante archivalia in Britsch - Indië en op Ceylon (blz. 59 - 72) (zie de inleiding bij de Surat - archieven) geeft J. van Kan gedetailleerde beschrijvingen van de Chinsura - archieven (op dat moment 86 stukken), waarbij hij ze in twee series verdeelt:
A: stukken vermeld en genummerd in de bovengenoemde lijst uit 1928 (genummerd 26, 44 - 45, 46 - 46a, 47 - 50, 51a, 52 - 53, 54a - h, 55 - 64, 66 - 77, 80 - 87, 106);
B: stukken niet genoemd in die lijst en daarom genummerd door Van Kan (1 - 35).
In 1930 (nadat Van Kan zijn onderzoek had afgerond maar voordat hij het publiceerde) werden de archieven overgebracht naar de Imperial Record Office en in 1931 naar Madras. Hier werden ze opnieuw genummerd, volgend op nummering van de VOC - archieven van Malabar, Coromandel en Surat. Samen met de stukken overgebracht uit Surat werden ze nogal oppervlakkig beschreven in een in 1939 door J. Fruytier opgestelde lijst, die werd uitgegeven te Madras in 1952 als Supplementary Catalogue of Dutch Records . Zoals blijkt uit dit werk, waren op dat moment nog meer Britse documenten bij de Nederlandse stukken uit Bengalen gevoegd (waarschijnlijk tijdens hun verblijf in de Imperial Record Office), kennelijk simpelweg omdat ze Nederlandse aangelegenheden betroffen. Sommige van deze documenten zijn ook beschreven door Van Kan in Compagniebescheiden , maar logischerwijze worden ze daar nog vermeld als behorend tot de stukken van het Britse Foreign Department te Calcutta (blz. 41 - 55). De overzichten van Van Kan en Fruytier verschillen echter aanzienlijk van elkaar, niet alleen met betrekking tot hun structuur, maar ook wat betreft hun inhoud. Diverse stukken die Van Kan heeft beschreven lijken niet opgenomen te zijn in de lijst van Fruytier, terwijl deze laatste een aantal stukken noemt die Van Kan blijkbaar nooit heeft gezien.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Digitaal Duplicaat: Nederlandse bezittingen in India: Archieven aanwezig in de Tamil Nadu Archives te Chennai, nummer toegang 1.11.06.11, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Nederlandse bezittingen India: Chennai [digitaal duplicaat], 1.11.06.11, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Een klein gedeelte van de Cochin - archieven is uitgegeven in de serie Selections from the Records of the Madras Government. Dutch Records (nrs. 1 - 15):
  1. Gedenkschrift of memorie van J.V. Stein van Gollenesse, commandeur op de Malabaarsche Kust, samengesteld in het jaar 1743 A.D., red. A.J. van der Burg (Madras, 1908), inv. nr. 371.
  2. Officieel afschrift van het oorspronkelijk gedenkschrift geschreven in 1781 A.D. door Adriaan Moens, buitengewoon lid van den Hoogen raad, gouverneur en directeur van de Malabaarsche Kust, Canara en Wingurla, nagelaten aan zijnen opvolger, red. P. Groot (Madras, 1908), inv. nr. 1156A.
  3. Memorie van den afgaanden commandeur Frederik Cunes aan desselfs vervanger den Weledelen Heer, aankomende commandeur Casparus de Jong overgegeven de dato laatsten December 1756, red. P. Groot (Madras, 1908), inv. nr. 593.
  4. Memorie van den raad ordinair van Nederlandsch - Indiën en geëligeerden goeverneur van Ceilon Johan Gerard van Angelbeek aan zijn opvolger in het bestuur van Malabaar den Heer Jan Lambertus van Spall overgegeven 1793, red. P. Groot (Madras, 1908), inv. nr. 1425.
  5. Verhaal van den nabab Aider Alij Chan van 1763, red. P. Groot (Madras, 1908), inv. nr. 720.
  6. Catalogus van Hollandsche handschriften, brieven, en officieele stukken, red. P. Groot (Madras, 1909), inv. nr. 1629.
  7. Copie memorie door den afgaanden commandeur Cornelius Breekpot aan desselfs vervanger den Edelen Heer aankomende titu. - gouverneur en directeur Christiaan Lodewijk Senff overgegeven de dato laatste Februarij 1769, red. J. Fruytier (Madras, 1909), inv. nr. 885.
  8. Dagboek der gebeurtenissen gedurende den oorlog met den Zammorijn (4 December 1716 - 25 April 1717), red. P. Groot (Madras, 1910), inv. nrs. 97 - 99.
  9. Uittreksels uit de algemeene transports van de jaren 1743, 1761 en 1780, red. P. Groot (Madras, 1909), inv. nrs. 358, 674, 1136.
  10. Dag Register gehouden door het hoofd der expeditie D.E. capitein Johannes Hackert geduurende den train tegen den koning van Trevancoor beginnende den 18 October 1739 en eijndigt den 8 Junij 1740, red. A.J. van der Burg (Madras, 1909), inv. nr. 287.
  11. Memorie nagelaten door den afgaande E.E. commandeur Casparus de Jong aan desselfs vervanger den E.E. Agtb. Heer Godefridus Weijerman, gedagteekend den 7 Maart 1761, red. P. Groot (Madras, 1910), inv. nr. 673.
  12. Memorie door den afgaanden commandeur Godefridus Weijerman aan desselfs vervanger den WelEdelen Heer aankomende commandeur Cornelis Breekpot overgegeven de dato 22 Februarij Ao 1765, red. P. Groot (Madras, 1910), inv. nr. 772.
  13. The Dutch in Malabar Being a Translation of Selections nrs. 1 and 2 with Introduction and Notes, red. A. Galletti, A.J. van der Burg en P. Groot (Madras, 1911) (herdruk: New Delhi, 1984), inv. nr. 371, 1156A.
  14. Officieel afschrift van het oorspronkelijk gedenkschrift geschreven in 1677 A.D. door Hendrik Adriaan van Rheede commandeur over de kusten Malabaar, Canara en Wingurla nagelaten aan zijnen opvolger(red. A.J. van der Burg) (Madras, 1911), inv. nr. 7.
  15. Verklaringen van brieven gezonden van Negapatnam, red. P. Groot (Madras, 1911), inv. nrs. 471, 613.
Al deze publicaties dragen tevens Engelse titels, maar afgezien van nr. 13 is de inhoud van alle uitgaven geheel in het Nederlands.
Verwante archieven
Hieronder volgen enkele voor de hand liggende archieven en verzamelingen die verwant zijn aan de Nederlandse archieven in de Tamil Nadu Archives. Voor ander gerelateerd materiaal kan men de TANAP - website (www.tanap.net) raadplegen en de twee delen van de serie Dutch Sources on South Asia (zie de literatuurlijst).
  • Archief van de voormalige Nederlandse bezittingen in Voor - Indië (1703 - 1826), Nationaal Archief, Den Haag, Nederland (toegangsnr.: 1.04.19)
    Dit zijn de delen van de archieven van de kantoren Surat, Coromandel (inclusief India's Visserijkust) en Bengalen die de Nederlanders met zich mee namen toen ze hun vestigingen overdeden aan de Britten in 1825. Als zodanig vormen ze een geheel met de Nederlandse archieven die bewaard worden in de Tamil Nadu Archives.
  • Archieven van de Verenigde Oostindische Compagnie (1602 - 1795), Nationaal Archief, Den Haag, Nederland (toegangsnr.: 1.04.02)
    Dit zijn de archieven van de bewindhebbers van de VOC, de Heeren XVII, en de Compagnies zes kamers in de Republiek der Nederlanden. De archieven bevatten talloze stukken betreffende de kantoren Surat, Malabar, Ceylon (inclusief de Visserijkust in India), Coromandel en Bengalen, vooral in de serie overgekomen brieven en papieren (stukken ontvangen uit Azië, hetzij direct van de kantoren hetzij via Batavia).
  • Archief van de Gouverneur - Generaal en Raden van Indië (Hoge Regering) (1612 - 1811), Arsip Nasional, Jakarta, Indonesië
    Dit zijn de archieven van de hoogste autoriteit van de VOC in Azië, bestaande uit de Gouverneur - Generaal en Raden, zetelend te Batavia (Jakarta). De hoofden van alle kantoren waren verantwoording verschuldigd aan de regering in Batavia. Dientengevolge bevatten haar archieven vele stukken ontvangen uit of anderszins betreffende Surat, Malabar, de Visserijkust, Coromandel en Bengalen.
  • Archivalia afkomstig van de Hoge Regering te Batavia (1602 - 1827), Nationaal Archief, Den Haag, Nederland (toegangsnr.: 1.04.17)
    Dit is een verzameling van stukken die voornamelijk tot het archief van de Gouverneur - Generaal en Raden in Jakarta behoren, maar in de negentiende eeuw overgebracht zijn naar Nederland. Een aanzienlijk aantal stukken heeft betrekking op Surat, Malabar, de Visserijkust, Coromandel en Bengalen.

Bijlagen

Publicaties , Arasaratnam, S. Merchants, Companies and Commerce on the Coromandel Coast (1650 - 1740) ().
Oxford,
1986
Bes, Lennart Itinerario , 26, 1(2003)., 'Hundreds of Rosetta Stones and Other Patient Papers. The Dutch Records at the Tamil Nadu Archives, Chennai (Madras)', , Das Gupta, A. Malabar in Asian Trade 1740 - 1800 ().
Cambridge,
1967
, Das Gupta, A. Indian Merchants and the Decline of Surat c. 1700 - 1750 ().
Wiesbaden,
1979
, Datta, K.K. The Dutch in Bengal and Bihar, 1740 - 1825 (,).
Patna
1948
The Dutch in Malabar , red. I.C.S. Galletti, A.J. van der Burg en P. Groot (Selections from the Records of the Madras Government, Dutch Records, 13) (,); herdruk (,).
Madras
1911
New Dehli
1984
Dutch Sources on South Asia c. 1600 - 1825: Volume 1: Jos Gommans, Lennart Bes and Gijs Kruijtzer , Bibliography and Archival Guide to the National Archives at The Hague (The Netherlands) (,).
New Delhi
2001 Volume 2: Lennart Bes , Archival Guide to the Repositories in the Netherlands Other than the National Archives (,).
New Delhi
2005
, Gaastra, Femme S. De geschiedenis van de VOC (,).
Zutphen
1991
, Jacob, H.K. s' The Rajas of Cochin, 1663 - 1720. Kings, Chiefs and the Dutch East India Company (,).
New Dehli
2000
, Kan, J. van Compagniesbescheiden en aanverwante archivalia in Britisch Indië en op Ceylon (,).
Batavia
1931
, Koshy, M.O. The Dutch Power in Kerala, 1729 - 1758, (,).
Dehli
1989
, Lannoy, Mark de The Kulasekhara Perumals of Travancore. History and State Formation in Travancore from 1671 to 1758 (,).
Leiden
1997
Lannoy, Mark de Cultuurcontacten. Ontmoetingen tussen culturen in historisch perspectief (Historische Studies, 4) (,).
Groningen
2001, 'Rama Varma, koning van Travancore (1758 - 1798) en de VOC', in A. Huussen, J. de Jong en G. Prince (red.),
, Meilink - Roelofsz, M.A.P. De vestiging der Nederlanders ter kuste Malabar (,).
Den Haag
1943
Meilink - Roelofsz, M.A.P., R. Raben en H. Spijkerman (red.), De archieven van de Verenigde Oostindische Compagnie / The Archives of the Dutch East India Company (1602 - 1795) (,).
Den Haag
1992
De Nederlanders in Kerala, 1663 - 1701 . De memories en instructies betreffende het commandement Malabar van de VOC , red. H.K. s' Jacob (Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Kleine Serie, 43) (,).
Den Haag
1976
, Poonen, T.I. A Survey of the Rise of the Dutch Power in Malabar, 1603 - 1678 (,).
Trichinopoly
1948
, Poonen, T.I. Dutch Hegemony in Malabar and its Collapse A.D. 1663 - 1795 (,).
Trivandrum
1978
, Prakash, Om The Dutch East India Company and the Economy of Bengal 1630 - 1720 (,).
Princeton
1985
, Prakash, Om European Commercial Enterprise in Pre - colonial India (New Cambridge History of India, V, 5) (,).
Cambridge
1998
, Raychaudhuri, T. Jan Company in Coromandel, 1605 - 1690. A Study in the Interrelations of European Commerce and Traditional Economics (,).
Den Haag
1962
, Santen, H.W. van De Verenigde Oost - Indische Compagnie in Gujarat en Hindustan 1620 - 1660 (,).
Meppel
1982
, Terpstra, H. De vestiging van de Nederlanders aan de kust van Koromandel (,).
Groningen
1911
, Winius, George D. en Markus P.M. Vink The Merchant - Warrior Pacified. The VOC (Dutch East India Company) and its Changing Political Economy in India (,).
Dehli
1991

Archiefbestanddelen