Terug naar zoekresultaten

1.10.05.05 Inventaris van het archief van A. Valckenier [levensjaren 1695-1751], 1723-1742; C. Hop [levensjaren 1685-1762], 1738-1752 (1771)

Adriaan Valckenier, gouverneur-generaal van te Batavia (1737-1741), en Cornelis Hop, bewindhebber van de WIC en de VOC.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.10.05.05
Inventaris van het archief van A. Valckenier [levensjaren 1695-1751], 1723-1742; C. Hop [levensjaren 1685-1762], 1738-1752 (1771)

Auteur

H.B. Kossen

Versie

04-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1984 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Archief Valckenier
Valckenier

Periodisering

archiefvorming: 1723-1752
oudste stuk - jongste stuk: 1723-1771

Archiefbloknummer

1218

Omvang

; 134 inventarisnummer(s) 1,35 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Valckenier, Adriaan
Hop, Cornelis
, (1685-1762)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Adriaan Valckenier, gouverneur-generaal van te Batavia (1737-1741), en Cornelis Hop, bewindhebber van de WIC en de VOC.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het merendeel van de aanwezige stukken heeft betrekking op de procedures die tegen Adriaan Valckenier c.s. werden aangespannen kort nadat hij zijn functie van gouverneur-generaal van Nederlands-Indie had neergelegd. Deze procedures waren een gevolg van het feit, dat er tijdens Valckeniers ambtsperiode twee grote konflikten tot een uitbarsting waren gekomen, - waarvoor hij verantwoordelijk werd gesteld.
Het eerste conflict was dat tussen de Nederlandse bewindhebbers en de snel groeiende Chinese bevolking. Van oudsher had de Chinese bevolking zich in de binnenlanden van Java toegelegd op de suikerrietteelt. Rond 1720 echter richtte de europese vraag zich steeds meer op koffie, terwiji tegelijkertijd een belangrijk suikerafzetgebied in Perzië door interne problemen aldaar verloren ging ( Zie F.S. Gaastra, De VOC in Azië, 1680-1795, in: AGN, IX, 1980, p. 453. ) Dit had tot gevolg dat de bestaansmogelijkheden voor de Chinezen op Java verminderden en dat groepen werkeloze Chinezen als roversbenden door het land begonnen te trekken. Intussen bleven er nieuwe Chinezen naar Java komen, aangetrokken door de verhalen over de indische welvaart. De beperkende bepalingen ten aanzien van immigratie door de nederlandse bewindhebbers uitgevaardigd, konden niet voorkomen, dat velen van hen illegaal het land binnenkwamen. Deze illegale Chinezen sloten zich vaak aan bij de bestaande roversbenden of vormden nieuwe. In 1740 was hun aantal zo groot, dat de regering in Batavia wel moest ingrijpen. Geruchten over een op handen zijnde deportatie en uitmoording brachten de hele Chinese bevolking in opschudding. Ze werden de aanleiding van de opstand, waarvan vele onschuldige Chinezen het slachtoffer zouden worden. ( Zie K.J.K. de Jonge, De Opkomst van het Nederlands Gezag in Oost-Indië, IX, 1877, p. L-LII. ) Het tweede conflict was dat tussen de regentenkliek rond Adriaan Valckenier en die rond Gustaaf Willem van Imhoff. Valckenier gaf Van Imhoff de schuld van het feit dat men hem in 1735 niet al tot gouverneur-generaal had benoemd, terwijl Van Imhoff in 1737 het ambt van directeur-generaal aan zich voorbij zag gaan. ( Zie K.J.K. de Jonge, De Opkomst van het Nederlands Gezag in Oost-Indië, IX, 1877, p. XLVI ) Overigens werd hem toen mogelijk al beloofd dat hij Valckenier zou mogen opvolgen. ( Zie inv.nr. 37 ) Van Imhoff gedroeg zich sindsdien, naar het schijnt, regelmatig alsof hij al gouverneur-generaal was en conflicten met Valckenier konden dan ook niet uitblijven. Bij de conflicten gerezen naar aanleiding van de opstand van de Chinezen kwam het tot een uitbarsting.
Valckenier liet de Raden Van Imhoff, De Haeze en Van Schinne arresteren, omdat zij hun eed van trouw en gehoorzaamheid aan hem als gouverneur-generaal zouden hebben geschonden. Hij zond hen ter berechting naar Nederland.
Het resultaat was, dat mede op grond van de getuigenis van deze Raden, de Heren XVII opdracht gaven om Valckenier in hechtenis te nemen op beschuldiging van crimen lasae majestatis (= majesteitschennis). Bovendien moest worden onderzocht in hoeverre Valckenier aansprakelijk kon worden gesteld voor de excessen die zich tijdens de opstand in Batavia hadden voorgedaan. Tijdens dit onderzoek werden ook een aantal medestanders van Valckenier onder arrest gesteld. Onder hen bevonden zich met name Willem Vincent Helvetius, Raad ordinaris en zwager van Valckenier, en de advokaat-fiscaal Cornelis Phillips. Van Imhoff c.s. werden gerehabiliteerd en Van Imhoff keerde als de nieuwe gouverneur-generaal naar Indië terug. Daar diende hij samen net de zaakgelastigden van Elias de Haeze en Isaac van Schinne een eis tot schadevergoeding in tegen Valckenier. ( Zie K.J.K. de Jonge, De Opkomst van het Nederlands Gezag in Oost -Indië, IX, 1877, p LIII-CI )
Bijlage A: Chronologische overzichten
Adriaan Valckenier
Datum Gebeurtenis
1695 juni 6 geboren
1714 vertrek naar Indië als onderkoopman
1715 juni 21 aankomst in Batavia
1725 huwt (1) Johanna Alida Tholing
1726 koopman op het generaal comptoir
1727 opperkoopman
1727 lid van de schepenbank
1727 boekhouder-generaal
1730 huwt (2) Susanna Christina Massis
1730 raad extra-ordinair
1733 raad ordinair
1736 direkteur-generaal
1737 gouverneur-generaal
1741 november 6 aftreden en vertrek naar Nederland
1742 aankomst en arrest aan de Kaap
1742 november na terugkomst in Batavia gevangen gezet op de punt Robijn van het Kasteel
1743 aanvang van het proces
1751 juni 20 overleden
Cornelis Hop
Datum Gebeurtenis
1685 juni 3 geboren
1713 schepen van Amsterdam
1715 bewindhebber van de WIC en directeur van de Sociëteit van Suriname
1718-1725 ambassadeur in Frankrijk
1720 raad van Amsterdam
1726 huwt (1) Petronella Maria Calkoen
1733-1735 gedeputeerde in de Raad van State
1735 huwt (2) Rebecca Jacoba Valckenis
1738-1740, 1744-1746 gecommitteerde raad
1753 bewindhebber van de VOC
1753, 1756, 1759, 1762 burgemeester van Amsterdam
1758, 1761 raad ter Admiraliteit in Amsterdam
1761 meesterknaap van Holland en West-Friesland
1762 juli 14 overleden
Bijlage B: Overzicht van de lijn waarlangs de stukken Valckenier vermoedelijk zijn vererfd
1. Adriaan Valckenier(1695 - 1751) x Johanna Alida Tolling(? - 1729)
x Susanna Christina Massis(1704 - 1737)
uit het tweede huwelijk:
2. Adriaan Isaac Valckenier(1731 - 1784) x Sara Johanna Vultejus(1735 - 1804)
uit dit huwelijk o.a.:
3. Anna Catharina Valckenier(1766 - 1842) x Jan van de Poll de Jonge(1759 - 1822)
uit dit huwelijk o.a.:
4. Anna Maria van de Poll(1791 - 1860) x David Jacob van Lennep(1774 - 1853)
uit dit huwelijk o.a.:
5. Herman Jozua van Lennep(1830 - 1888)
Geschiedenis van het archiefbeheer
In de collectie aanwinsten van het Algemeen Rijksarchief waren een aantal papieren te vinden, die hebben toebehoord aan de gewezen gouverneur - generaal van Nederlands-Indie, Adriaan Valcke nier, en aan zijn zwager Cornelis Hop" Deze stukken zijn bij drie verschillende gelegenheden verworven:
  • Op de veiling van de boekhandelaren W.P. van Stockum en Zoon te ' s-Gravenhage, op 22 februari 1889: Aanwinsten 1889, 26p, 1-3 en 26q
    N.B. Een kopie uit de catalogus van Van Stockum is te vinden in het Aanhangsel, inv.nr. 128
  • Op de veiling van de boekhandelaren W.P. van Stockum en Zoon te 's-Gravenhage, op 31 januari 1890: Aanwinsten 1890, 32c.
  • Uit een schenking van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indie: Aanwinsten 1925, IV, 10-1U3).
Het hier aanwezige archief is door twee verschillende personen gevormd, te weten Adriaan Valckenier en Cornelis Hop. ( Zie voor hun personalia bijlage A ) Zoals reeds gezegd, bevat het oudste gedeelte de stukken van Adriaan Valckenier. Ze "behoren tot de papieren die hij bij zich had toen hij na zijn aftreden in 1741 naar Nederland-wilde terugkeren ( Vergl. inventarisnummer 66 ) , aangevuld met stukken die hij onderweg nog had ontvangen. Valckenier heeft deze stukken vermoedelijk doorgestuurd naar Cornelis Hop toen hij in Kaap de Goede Hoop onder arrest werd gesteld, en Hop heeft ze voor hem bewaard in afwachting van zijn definitieve terugkeer naar Nederland. De jongere stukken behoren tot het door Cornelis Hop gevormde archief. Hop was één van Valckeniers zwagers in Nederland en, na de dood van Valckeniers broer Pieter, verantwoordelijk voor Valckeniers belangen aldaar. Voor de duur van zijn reis naar Nederland had Valckenier Hop dan ook aangewezen als contact-persoon voor zijn zaakgelastigden in Indië. Hop functioneerde dus in feite als Valckeniers zaakgelastigde in Nederland. Maar toen er sprake van was, dat hij officiëel als zodanig zou worden aangesteld, weigerde hij. Hij meende zonder officiele aanstelling meer voor Valckenier te kunnen doen. ( Vergl inventarisnummer 19 )
In de jaren van hun gevangenschap stuurden Valckenier en Helvetius grote hoeveelheden stukken naar Cornelis Hop in de hoop, dat hij aan de hand daarvan de mening van de Heren XVII ten gunste van hen zou kunnen beïnvloeden. Hop heeft Valckeniers stukken weer bewaard om ze na de beëindiging van de procedures en na de definitieve terugkeer van Valckenier in Nederland aan hem terug te kunnen geven.
Na Valckeniers dood kwamen de stukken vermoedelijk aan zijn zoon en erfgenaam, Adriaan Isaac Valckenier, die tenslotte jaren later via een aantal schikkingen een einde-wist te maken aan de procedures.
Men veronderstelt dat de stukken via Adriaan Isaac's dochter en kleindochter bij de familie Van Lennep terecht zijn gekomen. ( Zie bijlage B ) Als bewijs hiervoor dient de brief van Herman Jozua van Lennep aan J.K.J. de Jonge, d.d. 16 juni 1876 ( Deze brief bevindt zich onder de 'Papieren van Jhr'. Mr. J.K.J. de Jonge' in de Aanwinsten 1976 van het ARA. Een copie van een deel van de brief is te vinden in het Aanhangsel, inv. nr. 128. ) , waarin hij een oppervlakkige opsomming geeft van 'Valckeriana' die op dat moment in zijn bezit zijn. Een vergelijking met de stukken in de Aanwinsten laat zoveel overeenkomsten zien, dat we mogen aannemen dat het hier om dezelfde stukken gaat. Een extra argument voor deze overleveringstheorie vormt het feit dat het familieboekje, begonnen door Adriaan Isaac Valckenier, via deze lijn is overgeleverd. ( Dit boekje is in het bezit van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) ) Toch is deze theorie niet helemaal probleemloos, want in april 1866, tien jaar voor Herman Jozua van Lennep zijn brief schreef, werd een deel van de in het archief aanwezige stukken ( Het betreft hier: Aan-winsten 1889, 26q; Aanwinsten 1890, 32c (alleen de inventaris); Aan-winsten 1925, IV, 10-13. ) aangeboden op een veiling van boekhandelaar C. van Doom te 's -Gravenhage. ( Een knipsel uit de betreffende veilingcatalogus bevindt zich in het dossier 'Valckenier', dat door het CBG wordt bijgehouden. Een afschrift van dit knipsel is te vinden in het Aanhangsel, nr. 128. ) Bij deze stukken was de correspondentie van Valckenier met het vaderland uit 1739, die ook door Van Lennep met name in zijn brief wordt genoemd. Wat hiervoor de verklaring is, is niet bekend. Een verzoek om inlichtingen hierover aan Jhr. Drs. H.S. van Lennep, die in 1983 de genealogie van de familie Valckenier uitgaf ( Deze genealogie kan o.a. geraadpleegd worden bij het CBG ) , werd negatief beantwoord. ( Zie voor de correspondentie het Aanhangsel, inv.nr. 128 )
Hoe de stukken uit de aanwinsten op de veiling van Van Stockum en Zoon, respectievelijk in het bezit van het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde terecht zijn gekomen is evenmin duidelijk geworden. De boekhandel Van Stockum heeft nog wel oud archief maar dit is niet toegankelijk, en het Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde weet blijkens de schenkingsbrief niet meer hoe de stukken in zijn bezit zijn gekomen.
Het archief zoals het nu hier wordt geïnventariseerd, is niet volledig. Herman Jozua van Lennep noemt bijvoorbeeld in zijn brief acht registers met stukken betreffende de criminele procedure, terwiji er hier maar vijf aanwezig zijn. Ook andere door hem genoemde stukken zijn niet aanwezig.
Naspeuringen in andere archieven en archiefbewaarplaatsen hebben deze stukken niet boven water gebracht. ( Bij het Centraal Register van Particuliere Archieven (CRPA) zijn gegevens verkrijgbaar over de vindplaats van delen van het familiearchief Valckenier. Zie ook de aantekening in het Aanhangsel , inv.nr. 128. ) Alleen in het archief Cort van der Linden neb ik stukken gevonden, die vermoedelijk tot het familiearchief Valckenier hebben behoord. Er zijn o.a. stukken van Cornelis Hop (bijvoorbeeld minuten van uitgaande brieven) en stukken van Sara Johanna Vultejus, de echtgenote van Adriaan Isaac Valckenier. ( Zie Bijlage B ) De stukken van Hop betreffen voornamelijk de procedures die in Nederland tegen Adriaan Valckenier waren aangespannen. ( Zie 'Inyentaris van de Collectie Cort van der Linden' door A.P.M. Mommers, 1955, nr. 2.21.4O, en 'Inventaris van de papieren van G.M. Cort van der Linden (1812-1888) en zijn familieleden' door J.M. van den Hoek, 1970, nr. 2.21.41. )
Gezien de overeenkomst tussen deze stukken en die in de Aanwinsten moest een eventuele samenvoeging worden overwogen, vooral ook omdat aan de inventarisatoren van het archief Cort van der Linden niet bekend was, hoe deze stukken in het archief terecht waren gekomen. Mijn eigen naspeuringen naar een connectie tussen de families Valckenier en Hop enerzijds en Cort van der Linden anderzijds hebben ook geen nieuwe feiten opgeleverd. Tenslotte is besloten niet tot samenvoeging over te gaan op grond van het feit dat de stukken in het archief Cort van der Linden niet zijn in te voegen in het hier geïnventariseerde archief, en op grond van het feit dat niet overtuigend is aangetoond, dat de stukken ten onrechte in het archief Cort van der Linden zitten.
Pas wanneer het gehele familiearchief Valckenier hersteld zou worden, zou een overdracht van de stukken uit het archief Cort van der Linden naar het archief Valckenier zinvol worden.
De kans op een hereniging van het familiearchief Valckenier is echter uiterst klein. In het verleden is het archief geheel verbrokkeld en de stukken zitten verspreid over rijks-, gemeente- en particuliere archieven. ( Zie de gegevens in het CRPA )
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend
De verwerving van het archief
Het archiefblok bevat archiefstukken onder verschillende rechtstitels verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Naast de stukken die betrekking hebben op de verschillende procedures, bevat het archief nog een aantal stukken die op Valckeniers particuliere leven betrekking hebben.
Het oudste stuk dateert uit 1723, het jongste stuk uit 1752. De stukken betreffende de verschillende procedures dateren uit de periode 1742-1752, de stukken betreffende Valckeniers particuliere leven voornamelijk uit de periode 1737-1741.
Verantwoording van de bewerking
Er is om verschillende redenen besloten tot een aparte inventarisatie van de stukken Valckenier in de Aanwinsten van het Algemeen Rijksarchief.
Allereerst is er, zoals gezegd, voorlopig geen kans op een hereniging van het familiearchief. In de tweede plaats kunnen de stukken in de Aanwinsten als een samenhangend geheel worden beschreven, omdat ze allemaal betrekking hebben op Adriaan Valckenier.In de derde plaats zijn de stukken van belang voor onze koloniale geschiedschrijving.
Weliswaar bevat het archief van de VOC veel gegevens over de gebeurtenissen in Batavia in de penode 1739-1752 maar dit zijn alleen officiële gegevens, die bovendien niet volledig zijn, doordat gedeelten van de overgezonden brieven en papieren verloren zijn gegaan. Het hier geinventariseerde archief bevat officiële stukken, die voor de VOC verloren waren gegaan zoals bijvoorbeeld de - Eisch en Conclusie ad mortem - door advokaat-fiscaal Rosenboom tegen Valckenier uitgebracht in 1744 ( Zie inv.nr. 75.22 ) . Daarnaast bevat het archief 'documents humains' over deze penode, in de vorm van brieven, die soms een geheel ander beeld kunnen geven van de gebeurtenissen dan de officiële stukken. De stukken waren nog nooit eerder geïnventariseerd. Wel zijn er in het verleden door een eigenaar/onderzoeker (?) bepaalde stukken in omslagen samengevoegd ( De omslagen zijn te vinden in het Aanhangsel, inv.nr. 127 ) . Wat het kriterium was voor deze samenvoeging is mij niet bekend en ik heb deze orde dan ook verbroken, voor zover die niet overeenkwam met de historisch bepaalde structuur van het archief. Het archief vertoonde ook sporen van een oude ordening die door de archiefvormers zelf was aangebracht. Cornelis Hop had een deel van de aan hem toegezonden stukken in omslagen samengevoegd ( De omslagen zijn te vinden in inv.nr. 62 ) . Uit de inhoud van de omslagen kon niet worden afgeleid volgens welke criteria Hop bij de samenstelling te werk was gegaan. Mogelijk word de indeling bepaald door het gebruik dat van de stukken zou kunnen worden gemaakt bij het proces in Nederland, maar mogelijk ook alleen maar door de volgorde waarin de stukken bij Hop waren binnen gekomen.
Gezien het gebrek aan systematiek in de samenstelling van de omslagen, is ook deze orde verbroken.
Wel gehandhaafd, en waar nodig en mogelijk hersteld, is de orde waarin de processtukken betreffende de criminele procedure naar Cornelis Hop zijn verzonden. Deze orde is door Valckenier of een van zijn vertegenwoordigers vastgesteld en neergelegd in begeleidende en kommentariërende registers. Elk register vormt met de bijbehorende processtukken een archivistische eenheid en is als zodanig beschreven.
Bij gebrek aan een centraal oud ordeningscriterium is het archief in principe geordend naar onderwerp. De correspondentie liet zich echter niet in dit schema inpassen en de brieven zijn dan ook als aparte series beschreven onder de 'Stukken van Algemene Aard'. De brieven zijn vrij uitvoerig beschreven, omdat ze, als het ware, de ruggegraat van het archief vormen. De aanwezigheid van het merendeel van de andere stukken kan vanuit deze correspondentie worden verklaard. In de NBs van de beschrijvingen van deze stukken wordt dan ook steeds verwezen naar de brief waarin zij ter sprake zijn gekomen, en omgekeerd wordt hij bij de brieven verwezen naar de stukken.
Op de stukken die betrekking hebben op de criminele procedure is door mij een extra toegang gemaakt, waarin de stukken allemaal in chronologische volgorde worden opgesomd met een verwijzing naar hun vindplaats in het archief. De volgende argumenten hebben daartoe aanleiding gegeven.
  • de stukken zijn historisch interessant.
  • de stukken kunnen, zoals reeds aangegeven, om archivistische redenen, niet chronologisch worden geordend.
  • een volledige beschrijving van de stukken binnen de inventaris zou ernstig afbreuk doen aan de overzichtelijkheid.
De toegang geeft de mogelijkheid om de stukken op datum op te zoeken,maar daarnaast is het nu ook mogelijk om alleen die stukken op te vragen, die men voor zijn onderzoek nodig heeft. Elk stuk heeft namelijk binnen het inventarisnummer waartoe het behoort, een eigen volgnummer gekregen: 73.1, 73.2,, ... etc. Op dit nummer kan het stuk apart worden opgevraagd ( Zie de inleiding op deze toegang. De toegang kan worden opgevraagd onder inv.nr. 130 ) . Dit is gewenst, omdat de stukken van zeer verschillend karakter zijn. Verhoren, notulen en specifiek juridische stukken zitten kris kras door elkaar. Niet elke onderzoeker zal in al deze stukken geinteresseerd zijn. Losse opvraagbaarheid beschermt de stukken tegen onnodig raadplegen, terwiji de onderzoeker niet wordt bedolven onder irrelevante informatie.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Archief Valckenier, nummer toegang 1.10.05.05, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Valckenier, 1.10.05.05, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Andere archieven met stukken betreffende de procedure
In het Nationaal Archief bevinden zich nog enkele archieven met stukken, die betrekking hebben op de processen tegen Adriaan Valckenier c.s., maar niet tot het archief Valckenier behoren.
  • het archief van de VOC - de processtukken zijn voornamelijk te vinden in de "Overgekomen brieven en papieren". Andere gegevens zijn te vinden in de notulen van de Heren XVII, terwijl zich in het archief van de Kamer Zeeland nog een dossier bevindt betreffende het proces Valckenier
  • Aanwinst 1866 A IV A - bevat processtukken die hebben toebehoord aan advocaat-fiscaal Cornelis Phillips.
  • Aanwinst 1876 XXII; 1,2,8,9,11 - bevat stukken betreffende het proces van Ni Hoe Kong en betreffende het poces voor het Hof van Holland. Verder verhoren van de Chinezen, afgenomen nog voor het instellen van de procedures, etc.
  • Aanwinst 1893, 23a - bevat afschriften van stukken betreffende de gevangenneming en opzending van Imhoff c.s.
  • Aanwinst 1895 LXX; 2 - bevat het "Beknopt verhaal der Chinezen Oorlogh in 8o October Ao 1740", door H. Volkers (een ooggetuige)
  • Aanwinst 1908, LIII; 5 - bevat stukken betreffende de criminele procedure voor het Hof van Holland. Deze stukken hebben vermoedelijk toebehoord aan Elias de Haeze.
  • Het archief Rademacher, toegang 1.10.69, inv.nr. 401, bevat stukken betreffende de verschillende procedures. Teminste een deel van de stukken is afkomstig van Helvetius.
  • Het archief Van Schinne, toegang 1.10.75, inv.nr. 18, bevat twee stukken die op de processen betrekking hebben.
  • De archieven op het Hof van Holland, toegang 3.3.01, en de Hoge Raad van Holland en Zeeland, toegang 3.03.02, bevatten aanwijzingen over de processen in Nederland. Deze archieven zijn zeer moeilijk toegankelijk.
Publicaties , Chijs, J.A. van der Nederlandsch-Indisch Plakaatboek (1602-1811) , 17 din. ,.
Batavia/Den Haag
1885-1900
, Elias, J.E. De vroedschap van Amsterdam, 1578-1795 , met een inleidend voord van W.R. Veder, 2 din. ,.
Haarlem
1803-1805
Gaastra, F.S. Algemene Geschiedenis der Nederlanden IX, onder redaktie van D.P. Blok, W. Prevenier, D.J. Roorda, e.a. ,.
Haarlem
1980, De VOC in Azie, 1680-1795 in:
, Godee Molsbergen, E.G. De Nederlandsoh Oost Indische Compagnie in de 18e eeuw. Geschiedenis van Nederlandsch Indie IV, onder redaktie van F.W. Stapel. ,.
Amsterdam
1939
, Graaf, H.J. Geschiedenis van Indonesië. ,.
Den Haag / Bandung
1949
, Haan, F. de Priangan, de Preanger-regentschappen onder het Nederlandsch bestuur tot 1811 , 4 din. ,.
Batavia/Den Haag
1910-1912
Hoetink, B. Bijdragen tot den Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indie , 74 ()1918 4., 'Ni Hoekong, kapitein der Chinezen te Batavia in 1740', in: Hoevell, W.R. van Tijdschrift voor Neerlands Indie 3 ()1840 1., 'Batavia in 1740, met plattegronden van de stad Batavia en van de Ommelanden', in:. , Jonge, J.K.J. de De opkomst van het Nedertandsch gezag in Oost-Indie, 1595-[1844] , 17 din. ,.
Den Haag/Amsterdam
1862-1909
Ketelaar, F.C.J. Rijksarchiefschool; Verslag en Bijdragen 1969-1970 . ,.
Utrecht
1971, 'De procesgang bij 'het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland', in:
Krabbe Tijdschrift voor Neerlands Indie , 8 ()1864 4., 'Overzigt der criminele procedures voor den Raad van Justitie te Batavia, gevoerd tegen den gewezen Gouverneur-Generaal A. Valckenier cum suis', in: , Lennep, H.S. van Genealogie van het geslacht Valckenier, 1512-1934 . ,.
Naarden
1983
Stapel, F.W. Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Nederlandsch Indie , 89, 90 ()1932, 1933 ., Bijdragen tot de Geschiedenis der rechtspraák bij de Vereenigde Oostindische Compagnie', 5 din. in: , Stapel, F.W. De Gouvemeurs-generaal van Nedertandsch-Indie in woord en beeld. ,.
Den Haag
1941
, Vermeulen, J.Th. De Chineezen te Batavia en de troebelen van 1740 . ,.
Leiden
1938

Bijlagen

Concordans
Concordantie van nummer aanwinst naar het nummer in deze inventaris
Aanwinst 1984
1889 26p1 62
73
75
1889 26p2 3-4
6-10
15-19
24-25
32
34-39
55-57
59-65
67-71
75-76
78-87
96-98
100
102-104
106-107
109-112
115-117
126
1889 26p3 11-14
32-33
37
54
62
72
74-77
88-95
97
99
101
104-105
107-108
114
118-125
1889 26q 2
1890 32c 58
66
1925 IV 10 5
1925 IV 11 1
1925 IV 12 75
77
1925 IV 13 20-31
38-53
62
71
1925 IV 14 113
Aanwinst1984

Archiefbestanddelen