Terug naar zoekresultaten

2.05.230 Inventaris van het archief van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Iran (Teheran), 1903-1945

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.230
Inventaris van het archief van de Nederlandse Vertegenwoordiging in Iran (Teheran), 1903-1945

Auteur

C.D. Gast

Versie

06-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1972 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Consulaat Teheran / Gezantschap in Iran (Teheran)
Gezantschap Iran (Perzië)

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1903-1945

Archiefbloknummer

Z141

Omvang

; 169 inventarisnummer(s) 2,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een enkel stuk is in hetof in het
Nederlands
Arabisch

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Consulaat Teheran / Gezantschap in Iran (Teheran), , 1903-1945

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het gezantschap te Teheran bevat onder andere agenda's van ingekomen en uitgaande stukken; tevens is er correspondentie over de organisatie en het personeel, stukken over ceremoniële aangelegenheden en stukken over consulaire bijstand. Er zijn politieke rapporten over Perzië en Irak, stukken over de samenwerking met Nederland op veiligheidsgebied plus onder meer een gedenkboek over de conferentie te Teheran (1943).
Tevens is er correspondentie betreffende reglementering inzake Perzische wetten, reglementen en voorschriften op economisch terrein; overzichten en statistieken van de economie, met correspondentie en diverse handelsverdragen. Tevens zijn er een aantal stukken over de opiumhandel, handel in kinine en de invoer van Java-suiker. Er zijn ook een aantal stukken over de bemoeienissen van Nederland met de organisatie van het Perzische postwezen en het postpakkettenverkeer, onder meer per vliegtuig (de Amsterdam-Batavia luchtlijn).
Daarnaast zitten apart in dit archief de archieven gevormd door de buitenlandse waarnemers der Nederlandse belangen te Teheran, waarbij de stukken van de Russische, Italiaanse en Amerikaanse delegatie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis en organisatie
Aan het begin van de periode 1903-1945 waren de betrekkingen tussen Nederland en Perzië slechts van geringe betekenis. Er was sedert 1903 een diplomatieke vertegenwoordiger op de post te Teheran, doch deze had slechts de rang van Minister-President. Wel werd de vertegenwoordiger in 1907 bevorderd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, maar het feit dat de post in 1909 door de Russische gezant werd waargenomen en in 1910 meestentijds onbezet bleef, wijst erop dat de Nederlandse belangen in Perzië niet hoog werden geacht. Na het vertrek van gezant W.J. Oudendijk in 1911 werd de post tot 1922 waargenomen door de hoofden van de Italiaanse legatie, waarna de Amerikaanse chefs de poste tot 1926 fungeerden als waarnemers der Nederlandse belangen te Teheran.
Op herhaaldelijk aandringen van Perzische zijde besloot de minister van buitenlandse zaken in 1925 een onderzoek te doen instellen naar de wenselijkheid van het weer benoemen van een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiger in Perzië. Hiertoe werd mr. A. van de Sande Bakhuyzen, consul in algemene dienst, naar Perzië gezonden. Hem werd tevens opgedragen beleefdheidsbezoeken af te leggen bij de Sjah en bij enkele belangrijke ministers. Van de Sande Bakhuyzen werd voor de duur van de dienstreis benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister ( Archief ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers, inv.nr. A163 ) . In zijn rapport, waarin hij een overzicht geeft van de politieke en economische ontwikkelingen in Perzië sinds 1913, komt hij tot de conclusie dat de benoeming van een gezant met een tijdelijke opdracht bij wijze van proefneming wenselijk geacht moet worden ( Zie deze inventaris, inv. nr. 52 ) .
Twee jaar later, in 1927, werd de buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Constantinopel, mr. W.B.R. van Welderen baron Rengers, in die kwaliteit tevens benoemd te Teheran. Na terugkeer naar zijn standplaats werd zijn taak waargenomen door de tijdelijk zaakgelastigde L.P.J de Decker, Diens opvolger, de zaakgelastigde Jhr. P.A. van Buttingha Wichers, werd in 1931 - na het overlijden van de gezant in Turkije - hoofd van de legatie en in 1935 bevorderd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister. Tot 1942 bekleedden de chefs de poste laatstgenoemde rang. Van 1942 tot 1946 werd de legatie weer geleid door een zaakgelastigde.
De diplomatieke vertegenwoordiger van Nederland in het Perzische Rijk was behalve hoofd der legatie ook chef van de consuls van Nederland aldaar, terwijl ook het consulaat van Bagdad, hoewel buiten Perzië gelegen, ressorteerde onder Teheran. Tot 1910 waren er consulaten te Teheran en Bouchir. Hier komen nog bij het in 1910 opgerichte consulaat Ahwaz en het in 1927 opgerichte consulaat Bagdad. De consulaten in Bouchir en Bagdad werden meestal waargenomen door ter plaatse gevestigde consuls van andere landen. De toenmalige waarnemend consul van Ahwaz, P.P. ter Moulen, kwam in 1927 in conflict met de Perzische regering, hetgeen uiteindelijk tot gevolg had dat zijn exequatur (erkenning als consul), ingetrokken werd. Het consulaat in Bagdad ressorteerde sinds 1935 niet meer onder Teheran, maar onder de inmiddels opgerichte Nederlandse legatie in Irak.
De Nederlands-Perzische betrekkingen ondergingen na 1926 behalve op diplomatiek, ook op commercieel en politiek gebied veranderingen. In 1927 ging Perzië over tot afschaffing van de zg. Capitulaties, de eenzijdig door de Sjah aan buitenlanders verleende voorrechten. Dit betekende opzegging van alle handelsverdragen waaraan capitulaire rechten konden worden ontleend, waaronder ook het Perzische-Nederlandse verdrag van handel en scheepvaart van 1857. Het volgend jaar werd bij notawisseling een voorlopige regeling getroffen voor de handels- en vriendschapsbetrekkingen, in 1930 gevolgd door een definitief vriendschapsverdrag. Onderhandelingen voor een definitief handelsverdrag liepen op niets uit, omdat partijen het niet eens konden worden over enige in het ontwerp-verdrag opgenomen consulaire bepalingen. Ook de onderhandelingen voor een vestigingsverdrag liepen op niets uit. De gezant vervulde vanaf 1927 een belangrijke bemiddelende rol bij de export van Perzische opium naar Nederlands-Indië en import van Java-suiker. De Perzische regering wenste, vanwege het grote deviezentekort, de invoer van Java-suiker slechts toe te staan op voorwaarde dat ter compensatie zekere hoeveelheden ruwe opium in Nederlands-Indië konden worden afgezet. Behalve bemoeienis met de handel moest de gezant na 1926 ook veel aandacht besteden aan luchtvaartproblemen. De beroemd geworden luchtlijn Amsterdam-Batavia liep over Irak en Perzië. De gezant bemiddelde voor de K.L.M. bij haar pogingen de nodige vergunningen ten faciliteiten van de Perzische en Irak autoriteiten te verkrijgen. Vooral van Perzische zijde toonde men zich niet altijd welwillend ten opzichte van de K.L.M., waardoor vaak conflicten ontstonden die een nadelige invloed hadden op de dienstverlening.
Overzichtslijst Chefs de Poste
Datum Gebeurtenis
1903-1906 F.M. Knobel
Benoemd bij K.B. van 23 oktober 1929, nr. 27
1906-1909 Jhr. Mr. J.E. de Sturler
Benoemd bij K.B. van 26 januari 1906, nr. 34
1909-1910 Russische chef de poste
1910-1913 W.J. Oudendijk
Benoemd bij K.B. van 29 januari 1910, nr. 57
1913-1920 Italiaanse chefs de poste
1927 Mr. W.B.R. van Welderen baron Rengers
Benoemd bij K.B. van 21 januari 1927, nr. 35
1927-1930 L.P.J. de Decker
Zaakgelastigde onder de bevelen van mr. W.B.R. van Welderen baron Rengers, gezant te Constantinopel en tevens geaccrediteerd bij het Perzische hof
1930-1940 Jhr. P.A. van Buttingha Wichers
Zaakgelastigde benoemd bij M.B. van 24 maart 1930, nr. 8914
1940-1942 F.C. baron van Aerssen Beyeren van Voshol
Benoemd bij M.B. van 13 februari 1940
1942-1946 Jhr. L.M. de Brauw
Zaakgelastigde
Geschiedenis van het archiefbeheer
In februari 1961 werd het archief van de legatie Teheran over de jaren 1903-1945 na langdurige correspondentie ongeïnventariseerd naar Den Haag overgezonden. Het archief had een omvang van 5,5 strekkende meter en bleek te bestaan uit een groot aantal bundels en enkele losse stukken, en voorts uit een aantal pakken omslagen met stukken die door de Italiaanse en Amerikaanse chefs de poste uit hoofde van hun functie als waarnemers der Nederlandse belangen te Teheran waren opgemaakt of ontvangen. Laatstgenoemden fungeerden als officiële vertegenwoordigers van Nederland en hebben als zodanig, zij het in beperktere mate, de taak van onze eigen chefs de poste voortgezet. Op grond hiervan werden de door de waarnemers gevormde archieven in de inventaris als een aparte afdeling opgenomen naast een afdeling die gevormd wordt door het archief van de Nederlandse hoofden der legatie.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging Na de eerste globale ordening werd overgegaan tot selectie van stukken die voor vernietiging in aanmerking zouden kunnen komen. Dit geschiedde aan de hand van de voor het departement van Buitenlandse Zaken vastgestelde ministeriele vernietigingslijst.
  • Ondergetekende, C.D. Gast, ambtenaar van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, verklaart hierbij op 21 augustus 1972 de navolgende stukken uit het archief van de Nederlandse legatie te Teheran 1903-1945 te hebben vernietigd:
    • Duplicaten van in het archief berustende bescheiden (1)
    • Ontvangstbevestigingen, geleidebrieven, dankbetuigingen en felicitatiestukken (2 en 8)
    • Bestellingen van boekwerken en kantoorbehoeften, met afdoeningen (5)
    • Rappels en stukken betreffende zoekgeraakte brieven en klachten over postbehandeling (6)
    • Dagblad- en tijdschriftartikelen die geen toelichting vormen op ingekomen en verzonden Rapporten (13)
    • Stukken waarvan het beleid elders ligt en de legatie een onbelangrijke bemiddelende functie heeft (15)
    • Declaraties, kwitanties remises (16)
    • Verantwoording van dienstuitgaven en geheven leges (17)
    • Stukken betreffende het onderhoud van en kleine veranderingen aan gebouwen (21)
    • Stukken betreffende de aanleg vanlicht, telefoon, verwarming en waterleiding (22)
    • Stukken betreffende sollicitaties en verzoeken van niet-benoemden (23)
    • Stukken betreffende de regeling van passages, dienstreizen en hotelreserveringen (27 en 28)
    • Stukken betreffende opsporing van adressen vanNederlanders in het buitenland (31)
    • Stukken betreffende zoekgeraakte bagage (32)
    • Stukken betreffende onderhoudsplicht en alimentatie (39)
    • Verzoeken om handelsinlichtingen, met afdoeningen (40)
    • Kennisgevingen van verlenging en vervanging van paspoorten (42)
    • Stukken betreffende afgifte van visa (51, 53, 55, 56)
    • Legalisaties (58)
    • Stukken betreffende naturalisatie van niet-Nederlanders (62)
Samen ongeveer 2½ strekkende meter archief, volgens de beschikking van de Minister van Buitenlandse Zaken en Staatsecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, respectievelijk d.d. 19 februari 1960, no. 25691 en 5 april 1960, no. 69502, met toestemming van mejuffrouw J.A.H. Nijhoff, hoofd van de afdeling post- en Archiefzaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. J.A.H. Nijhoff C.D. Gast
Ordening van het archief
De ordening van het archief gevormd onder de Nederlandse chefs de poste bestond in hoofdzaak uit een alfabetisch rubriekenstelsel, waaraan vele bezwaren bleken te kleven. De rubrieken waren met een hoofdletter aangegeven. Bij nadere beschouwing moest worden geconstateerd, dat de betekenis van sommige daarvan na verloop van tijd ruimer of enger werd, en dat er rubrieken verdwenen en weer opnieuw werden gebruikt. Zo moesten de stukken betreffende de scheepvaart gezocht worden in de rubrieken S (voor Scheepvaart), Hs (voor Handelsscheepvaart) en later weer in S. De veranderingen werden niet gelijktijdig ingevoerd zodat het moeilijk is aan te geven welk registratuurplan voor een bepaalde periode gegolden heeft. Een ander bezwaar tegen de aangetroffen ordening was, dat de rubrieken vaak niet exclusief ten opzichte van elkaar waren. Zo komen tussen 1927 en 1942 naast elkaar voor: T: transport, V: Verkeer en S: scheepvaart. Deze 'systematiek' was onbruikbaar voor de inventarisatie en is dientengevolge overboord gegooid. Voor de nieuw ordening konden wel het rubriekenstelsel en het functioneel beginsel worden gehandhaafd. Ook de nieuwe rubrieken zijn gevormd aan de hand van de taakonderdelen van de chefs de poste. De meeste bundels konden als zodanig intact blijven, sommige moesten worden gesplitst. De inhoud van de omslagen met losse stukken werd zoveel mogelijk over de nieuwgevormde rubrieken verdeeld. Een relatief gering aantal stukken had niet specifiek betrekking op een der taakonderdelen en werd ondergebracht in de rubriek 'algemeen'.
Het archief gevormd onder de Italiaanse chefs de poste bleek te bestaan uit twee agenda's en een praktisch ongeordende stapel papier, verdeeld over enige pakken en omslagen, waarbinnen slechts een chronologisch verband wat te onderkennen, doch die onderling geen samenhang vertoonden. De in die pakken en omslagen aangetroffen stukken werden herordend tot bundels. Het archief gevormd onder de Amerikaanse chefs de poste bestond uit drie omslagen met chronologisch geordende ingekomen minuten van uitgaande stukken. Deze werden tot een pak verenigd. Van het archief, gevormd door de Russische gezant uit hoofde van diens functie als waarnemer der Nederlandse belangen, is slechts een agenda bewaard gebleven.
Als afsluiting van de periode waarop het archief betrekking heeft werd 1945 aangehouden, omdat in 1946 de ordening begint volgens een op het ministerie ontworpen alfabetische code.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Consulaat Teheran / Gezantschap in Iran (Teheran), nummer toegang 2.05.230, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Gezantschap Iran (Perzië), 2.05.230, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen