Ingram Spaen was de stamvader van den tak Spaen van Holthuizen.
Niet raadpleegbaar
1 1355 October 17
Ingram van Holthusen en Jutte van Roderlo, zijne echtgenoote, dragen over aan Steven van Roderlo het huis te Roderlo met toegehooren.
Ghegeven in den jaer uns Heren dusent driehondert vief ende vieftich des Saterdaghes na Gereonis en Victoris.
Afschrift ( Inv. no. 1 ).
Ludekijn Spaen was een broeder van Ingram Spaen.
3 1358 Mei 1
Ludekijn Spaen pacht van deken en kapittel van Zutphen de grove en smalle tienden van zijn goed in den Emer in het kerspel Brummen tegen 6 malders halfspilde koren, Zutphensche maat.
Thegeven int jaer ons Heren dusent druyehondert ende acht ende vijftich op Sente Walburghen dach in den Meye.
Afschrift ( Inv. no. 2 ).
Vermoedelijk Ludekijn Spaen.
6 1367 April 20
Cleger van Heecker beleent Evert van Steenre, geheeten van Weerde, met het goed Opper Emmer, na opdracht van Spaen van Holthuysen.
Int jaer onses Heren duysent dryhondert seven entsestich den Dinxtaghes naae Paesschen.
Afschrift ( Inv. no. 3 ).
5 1364 Mei 21
Ludolf Spaen, de oude, en Ludolf Spaen, de jonge, broeders, oorkonden, dat zij van Johan van Broechusen, heer van Wicraede, 84 goede guldenre mactoen ontvangen hebben, die Eduard, hertog van Gelre etc., hun beloofd had voor het bewaren van het huis te Bredevoort.
Int jaer ons Heren driehondert vier entsestich des Dinxdaghes nae beloken Pinxter.
Afschrift ( Inv. no. 4 ).
8 1379 Maart 23
Richter en schepenen van Zutphen getuigen, dat Johan Hagesteyn eene hofstede buiten de Larenpoort op een erftyns van twee pond s jaars aangenomen heeft van Lise, weduwe van Evert Spaen en hare dochter Bele.
In den jare ons Heeren MCCC negen ende tseventich des Woensdachs na midtvasten.
Afschrift ( Inv. no. 5 ).
Johan Spaen, in 1326 beleend met Spaensweerd, was de stamvader van den tak Spaen tot Spaensweerd.
2 1857 Februari 5
Aernt Neuden zoon bekent de grove en smalle tienden van zijn goed in den Emmer in het kerspel van Brummen in erfpacht genomen te hebben van deken en kapittel van Zutphen voor vijf mud halfspilde koren, Zutphensche maat. Mede bezegeld door Johan Spaen van Steenre.
In t jaer ons Heren dusent dryehondert ende seven en vijftich op sinte Agathen dach.
Afschrift ( Inv. no. 6 ).
4 1363 November 25
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Spaen en Styne, zijne echtgenoote, aan Gerrit Croyninck overdragen den brief van Eduard, hertog van Ghelre en graaf van Zutphen, sprekende van een jaarlijksche rente van 50 pond, te betalen door de stad Zutpher, waarvan 28 pond gaan uit de verstade, geheeten Bollekens Steeg en uit Heynen-waard, 20 pond uit de taverne Ghelren in de Hofstraat.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent driehondert drie entsestich up sente Katerinen dach eene joufvrouwe.
Afschrift ( Inv. no. 7 ).
9 1392 Januari 27
Gelis Iseren en Andries Iseren, schepenen te Zutphen, oorkonden, dat Johan Spaen en Stine, zijne echtgenoote, hunnen kinderen opdragen de tienden te Mossel in het kerspel Vorden, gelost van Willem van Swipe.
Gegeven in den jare ons Heren MCCC twee ende tnegentich des Saterdachs nae Sint Agnieten dach.
Afschrift ( Inv. no. 8 ).
Willem Spaen was de zoon van Johan Spaen; hij was overleden vóór 1401.
7 1375 Februari 2
De ridderschap van de graafschap Zutphen (onder welke ook Willem Spaen) sluit een vijfjarig verbond tot het tegengaan van het rooven, branden en plunderen in genoemd graafschap en omliggende streken.
Gesegelt en beëedet a:o 1375 op Lieve Vrou dag purificationis.
Afschrift ( Inv. no. 9 ).
11 1401 September 9
Johan Mom van Kell, leenheer, geeft in leen aan zijn zwager Dirck van Steenre het goed in den Emmer in het kerspel Brummen, vrij gekomen door den dood van Willem Spaen.
Gegeven int jaer onses Heeren duisent vierhondert ende eene desVrydaghs na onse Vrouwen dach nativitatis.
Afschrift ( Inv. no. 10 ).
Hendrik Spaen, woudgraaf van den graaf van Kloof, zoon van Pelgrim Spaen, trouwde in 1404 Elisabeth Hagedoorn, weduwe van Arnold van den Berge. Zijn zoon Gerrit Spaen was gehuwd met Sophia van Brienen. Hij overleed vóór 1484.
Op hetzelfde blad: Afrekening van H. Spaen wegens zijn houtvesterschap over 3 jaar, 1404, eene schuldbekentenis van Adolf, hertog van Kleef, aan Gerrit van Spaen, 1438, een extract uit een brief o.a. aan Gerrit van Spaen, 1438, en eene mededeeling van de aanstelling van Hendrik Spaen tot woudgraaf in het land van Kleef. 1457.
10 1399 Mei 16
Adolph (hertog van Kleef) oorkondt, dat hij Henrick Spaen heeft aangesteld tot opperhoutvester in het graafschap Kleef.
Datum anno Domini MCCC nonagesimo nono in octava Pentecostes.
Afschrift ( Inv. no. 11 ).
12 1404 October 10
Hendrik Spaen doet rekening en verantwoording wegens zijne ontvangsten en uitgaven als houtvester gedurende de laatste drie jaren.
Die beati Victoris 1401.
Afschrift ( Inv. no. 11 ).
13 1438 Januari 8
Adolf hertog van Kleef enz., bekent aan Gerrit Spaen duizend gulden schuldig te zijn wegens geleende gelden en benoemt hem tot ambtman te Cranenburg.
Gegeven in den jare onses Heren duysent vierhondert acht ind dartich op den Guedensdach na den heiligen dartiendaige.
Afschrift ( Inv. no. 11 ).
14 1448 Februari 8
Adolf hertog van Kleef enz., zendt aan zijne ambtlieden en rechters (waaronder Gerrit Spaen) eene cedule.
Gegeven op Vrydagh na Sonnendagh Esto mihi anno Domini XLVIII.
Afschrift ( Inv. no. 11 ).
15 1457 October 25
Johan hertog van Kleef enz., deelt aan zijne houtvesters mede, dat hij Hendrik Spaen benoemd heeft tot woudgraaf over het Kleefsche woud.
Gegeven in den jare onses Heren MCCCC LVII des Dinsdaiges op Synt Crispijns en Chrispiaens daghe.
Afschrift ( Inv. no. 11 ).
17 1523 November 3
Stine weduwe van Johan Spaen, verklaart, dat zij het verdrag door haar man met den hertog van Kleef gemaakt, als zoen wegens eene door hem bij ongeluk begane breuk, zal nakomen en derhalve afziet van alle vorderingen op genoemden hertog.
Gegeven op St. Hubertsdach 1523.
Afschrift ( Inv. no. 12 ).
18 1523 November 3
"Johan hertog van Kleef enz., oorkondt dat Stine weduwe van Johan Spaen, het verdrag, door dezen met hem gemaakt, nagekomen is; hij schenkt haar gedurende haar leven eene jaarrente van 10 oude schilden en belooft, dat hij haar oudsten zoon Gerrit zal beleenen met Cruisfoort, het goed te Keppel en het goed, dat hem aangekomen is van Dirk van den Steen."
St. Huberts dach 1523.
Afschrift ( Inv. no. 12 ).
19 1523 November 3
Johan hertog van Kleef enz., geeft last, dat aan Stine weduwe van Johan Spaen, nog voor een jaar 18 malder rogge uit het goed Cruisfoort gegeven wordt.
St. Hubertsdach 1523.
Afschrift ( Inv. no. 12 ).
20 1523 November 3
Johan hertog van Kleef enz., geeft last aan zijn rechter te Cranenburg om ten behoeve van Stine weduwe van Johan Spaen, 2 morgen bosch te doen uitmeten.
St. Huberts dach 1523.
Afschrift ( Inv. no. 12 ).
Uit de archieven van Kleef.
Gerhard Spaen, overleden c. 1545, oudste zoon van Johan Spaen en Christina van Angenendt, trouwde Lucia van Hamal van Elderen.
16 1520 Juni 11 of Augustus 24
Rechter en schepenen van Cranenburg getuigen, dat op last van den rentmeester van het klooster van Bedbur eene bouwhoeve in Cranenburgerbroek geveild is en deze gekocht is door Gerrit Spaen.
In den jair ons Heren duysent vijffhondert twyntich op Sancta Bar ... 1) Niet ingevuld.$ Apostels.
Afschrift ( Inv. no. 13 ).
Het origineel berust in de archieven van Bedbur.
22 1542 April 16
Willem hertog van Kleef enz., beleent Gerhardt Spaen met den hof te Cruyswijck in het ambt van Cranenburg.
In dem jaren unsers Herrn duisent vijffhundert twei und viertigh am sestien daghe Aprillis.
Afschrift ( Inv. no. 14 ).
21 1539 December 26
Willem hertog van Kleef enz., roept Willem, Gerrit en Otto Spaen, broeders, op om sich in geval van nood in volle wapenrusting te vervoegen tot den erfmaarschalk Elbert van Pallant en andere aanvoerders.
Gegeven den 26ste dach Decembri anno 1539.
Afschrift ( Inv. no. 15 ).
Otto Spaen, de derde zoon van Johan Spaen (XI) en Christina van Angenendt, was gehuwd met Anna van Bingerden.
25 1551 October 15
Sebastiaan van Huysen en Oth Spaen oorkonden, dat zij met goedvinden van Christina weduwe van Johan Spaen, eene scheiding gemaakt hebben van de gemeenschappelijke hoeven en landerijen onder Zanten tusschen Sebastiaan van Huysen en Christina Spaen voornoemd.
In den jair 1551 den 15 des maends Octobris.
Afschrift ( Inv. no. 16 ).
Het origineel berus op het huis Holthuysen in het land van Kleef.
27 1555 Mei 25
Willem hertog van Kleef enz., oorkondt, dat Otto Spaen de jaarlijksche rente van 18 malder 1 schepel rogge, Cranenburgsche maat, staande op het leen Cruiswijck, afgekocht en daarvoor beloofd heeft jaarlijks te leveren 16 malder 1 schepel, Kleefsche maat, uit het leen Verkelle en het land in het Udemer veld.
In den jaar unseres Herrn duysent vijffhundert vijff ind vijfftich den vijffentwyntichsten dach des maents May.
Afschrift ( Inv. no. 17 ).
29 1558 Januari 29
Mannen van leen en schepenen van Zanten oorkonden dat Otto Spaen ter eenre, en Lucia van Elderen, weduwe van Gerrit Spaen, met haar kinderen Johan en Berndt ter andere zijde, de goederen gedeeld hebben, hun nagelaten door hunne moeder en grootmoeder Christina weduwe van Johan Spaen.
Gegeven 1551 den 29 Januarii.
Afschrift ( Inv. no. 18 ).
Het origineel berust op het huis Holthuysen in het land van Kleef.
30 1559 Maart 8
Schepenen van Keppel oorkonden, dat Johanna Spaen verklaard heeft voldaan te zijn van al hetgeen zij te vorderen had van haar broeder Otto Spaen volgens eene met hem gesloten overeenkomst betreffende de verdeeling der nagelaten goederen van hunne ouders Johan Spaen en Christina Angenendt en hunne broeders Willem en Adolf.
1559 op Donresdach den 8 Martii.
Afschrift ( Inv. no. 19 ).
Het origineel berus op het huis Holthuysen in het land van Kleef.
Extract uit een boek berustende in de archieven van Kleef over den opstand in de Nederlanden.
33 1568 Augustus 9
De Kleefsche raden melden aan den hertog van Kleef, dat een luitenant met eenige ruiters en voetknechten uit s Heerenberg nabij Enmerik een aanval heeft gedaan op Otto Spaen en eenige soldaten uit de stad, meenende, dat het vijanden waren, welke gevolgen dit misverstand heeft gehad en welke maatregelen zij genomen hebben, om verdere oneenigheden te voorkomen.
Extract uit een brief van 9 Augustus 1568.
Afschrift ( Inv. no. 20 ).
Naar extracten uit de leenregisters van Bingerden, berustende in de archieven van W.A. van Spaen.
26 1554 Maart 8
Otto Spaen beleent als echtgenoot van Anna van Bingerden, Gijsbert van Ulft genaamd Maetelank met de helft van een stuk land geheeten Munstelermaat in het kerspel van Angerlo, leenroerig aan den huise Bingerden.
Op Donderdagh post Laetare anno 1554.
Afschrift ( Inv. no. 21 ).
37 1578 September 2
Anna van Bingerden, echtgenoote van Otto Spaen, beleent Arent van Cleve met de hofstede Holenese, een half malder koren en drie roeden land, leenroerig aan den huizen Bingerden, na opdracht door Dirk van Beynhum.
Op Dinsdach den tweeden September anno 1578.
Afschrift ( Inv. no. 21 ).
38 1586 Juli 19
Willem hertog van Kleef enz., roept Otto Spaen op, om zich in plaats van op Maandag 28 Juli op Maandag 4 Augustus te Dinslacken te vervoegen, om daar met de andere afgevaardigden van de ridderschap en steden van de landen van Kleef en Mark over de belangen van het land te beraadslagen.
Datum 19 Julii anno ut supra.
Afschrift ( Inv. no. 22 ).
24 1545 November 20
Schepenen van Xanten, kanunnik en vicaris der kerken van Xanten en leenmannen oorkonden, dat Adolf, Johanna en Hermanna Spaen aan hun broeder Otto overgedragen hebben alle goederen, die door hun broeder Willem nagelaten zijn.
Gegeven 1545 den 20 dach der maend November.
Afschrift ( Inv. no. 23 ).
Het origineel berus op het huis Holthuysen in het land van Kleef.
Johanna Spaen was de dochter van Johan Spaen en Christina Angenendt; zij was gehuwd met Johan ten Haeff.
31 1559 April 5
Deken en kapittel van het convent van Bedbur geven aan Johan ten Haeff en zijne vrouw Johanna Spaen een huis en hofstede in het kerspel Wynen in erfpacht voor 2 schepel rogge en twee hoenders.
Gegeven in dat jair unsers Heren dusent vijffhondert negen ind vijfftich opten vijfften dach des maints Aprillis.
Afschrift ( Inv. no. 24 ).
Uit het legerboek van het stift Bedbur, fol. 93.
28 1557 Maart 25
Schepenen van Zanten enz. oorkonden, dat Sophia Spaen, zuster in het convent van den derden regel van St. Franciscus binnen Sonsbeek, voor zekere som gelds haar aandeel in de nalatenschap harer ouders aan haar broeder Otto verkocht heeft.
In t jaar 1557 up Vrydach post annunciationis Mariae.
Afschrift ( Inv. no. 25 ).
Het origineel berus op het huis Holthuysen in het land van Kleef.
Johan en Berndt Spaen waren zoons van Gerrit Spaen en Lucia van Hamal van Elderen.
23 1545 April 11
Willem hertog van Kleef enz., beleent Gerhard van Elderen, vader van de weduwe van Gerrit Spaen, ten behoeve van de kinderen van laatstgenoemde met den hof Cruiswijk.
Gegeven te Kleef in den jaren duisent vijfhundert vijf und viertich am alften dage des maent Aprillis.
Afschrift ( Inv. no. 26 ).
32 1565 Mei 12
Gerberich van Heeckeren uit naam van haren echtgenoot Johan Spaen en Bernt Spaen verzoeken aan Willem hertog van Kleef enz., uitstel van de beleening met het goed Cruiswijk, uit overweging dat zij na den dood hunner moeder nog vele schulden te betalen hebben, en aan den hof te Cruiswijk vele herstellingen noodig zijn en de opbrengst van het goed gering is.
Cleve 12 May 1565.
Afschrift ( Inv. no. 27 ).
De minuut berust in de archieven van W.A. van Spaen.
Extract uit een boek, berustende in de archieven van Kleef, over den opstand in de Nederlanden.
Berndt Spaen, overleden 13 December 1598, kommandeur van Geertruidenberg, zoon van Gerhardt Spaen en Lucia van Hamal van Elderen, trouwde Catharina de Rode van Heeckeren.
34 1570 Maart 14
Willem hertog van Kleef enz., beleent Berndt Spaen met het goed Cruiswijk, zooals diens vader Gerhard Spaen en daarna Gerrit van Elderen, ten behoeve van de minderjarige kinderen van Gerhard Spaen, daarmede vroeger beleend waren.
Int jaer unses Heren duisent vijffhondert und seventich, op Dynsdach den vierthienden des maents Martii.
Afschrift ( Inv. no. 29 ).
36 1576 Juni 22
Willem, hertog van Kleef enz., gelast Berndt Spaen, om op 2 Augustus d.a.v. te Kleef te verschijnen en daar de 100 overlandsche Rijnsche guldens terug te ontvangen, waarvoor een erfcijns van 6 malder rogge op den hof van Cruiswijk tijdelijk afgekocht was, met verderen last om voortaan dien cijns weer geregeld te voldoen.
Gegeven den 22 Juni anno 1576.
Afschrift ( Inv. no. 30 ).
Het origineel berust in de archieven van W.A. van Spaen.
40 1595 November 29
Floris Spaen nagelaten zoon van Otto Spaen, en zijn neef Bernt Spaen sluiten eene overeenkomst tot afdoening van de tusschen hen ontstane geschillen over de boedelscheiding en het contract, indertijd gemaakt tusschen Otto Spaen van Holthuysen en Lucia van Elderen, weduwe van Gerrit Spaen.
1595 den 29 November.
Afschrift ( Inv. no. 33 ).
Floris Spaen, zoon van Otto Spaen en Anna van Bingerden, was gehuwd met Alberte Spee.
35 1576 April 9
Floris Spaen, zoon van Otto Spaen en Anna van Bingerden, en Elberta Spee, dochter van Rutger Spee en wijlen Anna von Huysen, stellen huwelijksvoorwaarden ten overstaan van eenige hunner bloedverwanten.
Gegeben 1576 des 9 dach der monat April.
Afschrift ( Inv. no. 34 ).
Het origineel berust op het huis Holdhuysen in het land van Kleef.
Het origineel berust in de archieven van W.A. van Spaen.
41 1599 Mei 12
De Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden ordonneeren den ontvanger-generaal om aan Emerentiana en Maria Spaen, dochters van den overleden hopman Bernard Spaen en Catharina de Rode van Heeckeren, een jaarlijksch pensioen te betalen van 150 ponden, ingaande 15 Juni 1599.
Gegeven den twaelfden May anno 15c negen en negentich.
Afschrift ( Inv. no. 37 ).
Wolter Spaen, geboren in 1578, overleden 14 September 1625, vaandrig in Statendienst (1605), kapitein eener compagnie in Kleefschen dienst (1610 en 1615), kolonel en kommandant van Gennep (1622), zoon van Berndt Spaen en Catharina de Rode van Heeckeren, trouwde Agnes Schimmelpenninck van der Oye.
Tengevolge van zijne benoeming als vaandrig in Statendienst (1605) werd hij sedert niet meer in de Kleefsche ridderschap toegelaten. Hij beklaagde zich daarover bij de Ridderschap, omdat zij vroeger niet alleen zijn vader, maar ook hemzelven ofschoon in dienst der Staten, had vergund te compareeren. Zijn verzoek werd ingewilligd en hij werd verschreven op de landdagen van 1610, 1611, 1612 en 1620.
De origineelen van laatstgenoemde stukken berusten in de archieven van W.A. van Spaen.
De origineelen berusten in de archieven van W.A. van Spaen.
Jacob van Spaen, heer van Ringenberg, overleden in 1654, Kleefsch en Marksch regeeringsraad, kamerheer en landdrost van Kleef, drost van Orsoy enz., zoon van Wolter van Spaen en Agnes Schimmelpenninck van der Oye, was ongehuwd.
Alexander van Spaen, heer van Ringenberg, Moyland, Till, Haminckelen, Kemena, Biljoen, Nederhagen en Huishorst, geboren 14 Januari 1618, te Cranenburg, overleden 25 October 1692 te Kleef, page van den prins van Oranje, daarna in Franschen en Brandenburgschen dienst, drost van Hamme (1652), overste in de Marksche ridderschap (1652), ambtman van de Wetter (1653), Kleefsch en Marksch regeeringsraad (1654), kamerheer en landdrost van Kleef, drost van Orsoy enz. (1654), generaal-wachtmeester (1658), opperbevelhebber der Kleefsche en Marksche vestingen, gouverneur van Wezel (1675), luitenant-generaal (1676), generaal-veldtuigmeester (1688), veldmaarschalk (1690), baron des H.R. Rijks (1660), zoon van Wolter van Spaen en Agnes Schimmelpenninck van der Oye, huwde 1: Hendrina van Arnhem, 2: Johanna Dorothea van Quadt van Wickradt en 3: Dorothea von Flemming.
39 1587 Januari 14
Willem hertog van Kleef enz., roept Floris Spaen op, om op 11 Februari d.a.v. de Duisberg te verschijnen om met de afgevaardigden van de ridderschap en steden van de landen van Kleef en Mark de belangen van het land te bespreken.
Gegeven den 14 Januarii 1587.
Afschrift ( Inv. no. 85 ).