Terug naar zoekresultaten

2.05.28 Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap in Roemenie, 1889-1923

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.28
Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap in Roemenie, 1889-1923

Auteur

Ev.A. Obbes

Versie

04-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1975 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Gezantschap Roemenië
Gezantschap Roemenië

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1889-1923

Archiefbloknummer

Z21072

Omvang

; 308 inventarisnummer(s) 2,57 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Gezantschap Roemenië, , 1889-1923

Samenvatting van de inhoud van het archief

Op het congres van 1878 in Berlijn verwierf Roemenië de internationale erkenning van de al eerder uitgeroepen onafhankelijkheid. De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Roemenië dateren van 1880. Bij Koninklijk Besluit van 26 juni 1899 nummer 51 werd de gezant in Roemenië tevens geaccrediteerd bij het Hof van Servië in Belgrado, een situatie welke officieel tot 1920 en in de praktijk tot 1917 bleef bestaan. Naast het gezantschap te Boekarest waren in 1900 Nederlandse consulaten en vice-consulaten gevestigd te Boekarest, Galatz, Bralla, Giurgevo (tot 1922), Constantza en Sulina, en later ook te Roman (1914-1919), Ploesti (vanaf 1919), Campina (vanaf 1919) en Kichinew (vanaf 1921). Na de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog werd Roemenië vergroot met Zevenburgen, De Boekowina, Bessarabië (door Rusland betwist gebied!) en een deel van de Banaat. Het archief bevat o.a. stukken betreffende de belangrijkste thema's van de Nederlands-Roemeense betrekkingen, zoals de moeilijkheden voorafgaand aan het handelsverdrag van 1899; de Balkan-oorlog van 1913; en het belangenconflict inzake Nederlandse belangen in de Roemeense petroleum-industrie in 1914 .

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van de (diplomatieke) betrekkingen tussen Nederland en Roemenië
Op het Congres van Berlijn in 1878 tot regeling van de situatie ontstaan na de Turks-Russische oorlog van 1877 verwierf Roemenië (tot dan toe officieel deel van het Turkse Rijk) de internationale erkenning van de al eerder uitgeroepen onafhankelijkheid ( Zie W.L. Langer: An encyclopedia of world history. Fifth Editon. Houghton Mifflin Company, Boston 1972. ) ). Het land werd een zelfstandig koninkrijk. De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Roemenië dateren van 1880 ( Zie Rijke Geschiedkundige Publicatiën. Bescheiden betreffende de buitenlandse politiek van Nederland 1848-1919. Dr. J. Woltring 1871-1898. Mr. dr. C. Smit 1899-1919. ) : in Nederland werd M. Mitilineo geaccrediteerd als minister-resident van Roemenië en in Roemenië J.A. Keun, aanvankelijk als zaakgelastigde, vanaf 1882 als minister-resident van Nederland ( Zie bijlagen 1 en 2: lijsten Nederlandse en Roemeense gezanten. ) . Vóór 1878 werden de belangen over en weer behartigd door de Turkse gezant in Nederland en de Nederlandse gezant te Constantinopel. Bij Koninklijk Besluit van 26 juni 1899 nummer 51 werd de gezant in Roemenië tevens geaccrediteerd bij het Hof van Servië in Belgrado, een situatie welke officieel tot 1920 en in de praktijk tot 1917 bleef bestaan ( Zie inventaris van het archief van het consulaat-generaal en het gezantschap te Belgrado, 1891-1940. ) .
Naast het gezantschap te Boekarest waren in 1900 Nederlandse consulaten en vice-consulaten gevestigd te Boekarest, Galatz, Bralla, Giurgevo (tot 1922), Constantza en Sulina, en later ook te Roman (1914-1919), Ploesti (vanaf 1919), Campina (vanaf 1919) en Kichinew (vanaf 1921).
Verschillende belangrijke kwesties beïnvloedden in de periode 1890-1920 de Nederlands-Roemeense betrekkingen ( Zie Rijke Geschiedkundige Publicatiën. Bescheiden betreffende de buitenlandse politiek van Nederland 1848-1919. Dr. J. Woltring 1871-1898. Mr. dr. C. Smit 1899-1919. ) .
Begin 1891 liepen de moeilijkheden rond het handelsverdrag van 17 juni 1881 zo hoog op, dat dit verdrag op 10 november 1891 in zijn geheel door Roemenië werd opgezegd. In 1893 werden de onderhandelingen heropend, waarbij ook de minister-resident te Boekarest werd betrokken. Deze sprongen af op bepaalde punten en de kwestie bleef rusten totdat Stourdza (minister-president, tevens minister van Buitenlandse Zaken van Roemenië) begin januari 1899 aan de Nederlandse minister-resident te Boekarest berichtte, dat er bij zijn regering geen bedenkingen meer bestonden tegen het sluiten van een handelsverdrag met Nederland op de voet van meestbegunstiging. Op 15 maart 1899 wordt dan een verdrag gesloten (zie Nederlands Staatsblad 1900 nummer 8).
In 1913 werd Nederland zijdelings betrokken bij de Balkan-oorlog, door het besluit van de ambassadeurs van de zes grote mogendheden te St. Petersburg koningin Wilhelmina te verzoeken op te treden als super-arbiter in het conflict (code-telegram van de gezant te Boekarest aan de minister van Buitenlandse Zaken van 23 maart 1913).
In april 1914 kwamen de Nederlandse belangen in de Roemeense petroleum-industrie in het gedrang door prijsmaatregelen van de zijde van de Roemeense regering voor de binnenlandse markt. De Nederlandse gezant kreeg opdracht voor deze belangen op te komen, maar berichtte bij brief van 31 maart/13 april 1914 ( Volgens Juliaanse kalender / volgens Gregoriaanse kalender. ) aan de minister van Buitenlandse Zaken, dat het bij de Roemeense regering geen goede indruk zou maken indien een der buitenlandse gezanten diplomatieke stappen zou ondernemen. In 1916 werd Roemenië, tot dan toe neutraal, betrokken in de Eerste Wereldoorlog, en wel aan de zijde van de Geallieerden. De Nederlandse gezant te Boekarest nam toen de behartiging van de belangen van de Oostenrijk-Hongaarse onderdanen op zich ( Zie inventarisnummers 28 en 282. ) , tot de verovering van de stad aan het einde van dat jaar door de Oostenrijk-Hongaarse troepen ( Zie inventarisnummers 16 en 292. ) . In de periode 1916-1918 werden tevens voor kortere of langere tijd de belangen van de Belgische, Bulgaarse, Franse, Griekse, Russische en Spaanse onderdanen door het Nederlandse gezantschap behartigd ( Zie inventarisnummers 282 en 283. ) . Na de beëindiging van de oorlog werd Roemenië vergroot met Zevenburgen, De Boekowina, Bessarabië (door Rusland betwist gebied!) en een deel van de Banaat. Door de gezant werd toen een bezoek gebracht aan verschillende van deze gebieden ( Zie inventarisnummer 89. ) . Daarna werd in Kichinew (Bessarabië) een Nederlands consulaat gevestigd ( Zie inventarisnummer 249. ) .
Bronvermelding
  • Ministerie van Buitenlandse Zaken
    • gezantschapsarchief van Roemenië
    • B-dossiers met betrekking tot benoeming en ontslag van de gezanten en consuls
    • stamboeken van de gezanten
    • kabinetsarchief doos 39 D.51 van 1920
  • Algemeen Rijksarchief
    • Buitenlandse Zaken, rapportages van de Nederlandse gezant te Boekarest
    • Kabinet des Konings 1880, 1889, 1895 en 1896.
  • Hofalmanakken 1880-1913, 1919-1922
  • Staatsalmanakken 1878-1923
  • W.L. Langer, An encyclopedia of world history. Fifth edition. Houghton Mifflin Company, Boston, 1972
  • Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Bescheiden betreffende de buitenlandse politiek van Nederland 1848-1919. Tweede periode 1871-1898 door dr. J. Woltring vierde deel 1886-1690, 's-Gravenhage 1968, vijfde deel 1891-1894, 's-Gravenhage 1970, zesde deel 1895-1898, 's-Gravenhage 1972. Derde periode 1899-1919 door mr. dr. C. Smit. Martinus Nijhoff,
    's-Gravenhage, 1957-1964.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Eind 1923 werd het deel van het archief van het gezantschap, lopende over de jaren vanaf 1900 in portefeuilles verpakt overgebracht naar het ministerie van Buitenlandse Zaken in 's-Gravenhage. Volgens de begeleidende brief van dr. Hendrik P.N. Muller van Verendycke, de toenmalige gezant te Boekarest berustte het gezantschapsarchief lopende over de jaren 1881-1890 op het consulaat te Boekarest en waren de stukken over de jaren 1891-1899 verloren gegaan. In het archief van het gezantschap zijn echter wel stukken aangetroffen uit de jaren 1890 en 1891. Niet bekend is, hoe en wanneer deze in Nederland zijn gekomen.
Het archief werd aangetroffen verpakt in dozen, waarin de stukken per jaar waren opgeborgen, tot 1910 min of meer chronologisch en de van nadien daterende stukken volgens een met hoofdletters aangeduide indeling naar rubrieken (zie blz. 5, 6 en 7).
Het op het departement van Buitenlandse Zaken aangetroffen archief van het Nederlandse gezantschap in Roemenië met de onder dit gezantschap ressorterende consulaten omvatte in het geheel 29 strekkende meter lopende over de jaren 1846-1951. De eerste vier meter hiervan bestond uit fragmenten van het gezantschapsarchief tot 1916. Dit gedeelte van het archief was niet geheel volledig, er ontbraken stukken (o.a. alle stukken van de jaren 1881-1889 en 1892-1899) en anderzijds waren stukken bijgevoegd, die niet in het eigenlijke gezantschapsarchief thuishoren, zoals stukken die de gezant ontving als gezant van Nederland in Servië en stukken van het consulaat-generaal te Belgrado. Verder bestond 90 cm van dit archiefgedeelte uit stukken door de Nederlandse gezant in Roemenië ontvangen en opgemaakt in het kader van de diplomatieke belangenbehartiging voor Oostenrijk-Hongarije in het jaar 1916 en voor België, Frankrijk, Griekenland, Italië en de Verenigde Staten in de jaren 1917 en 1918 ( Waar het veelal inlichtingen over personen betrof, werd het merendeel van deze stukken vernietigd. ) . Tussen de stukken van het Nederlandse consulaat te Boekarest werden twee meter archiefstukken aangetroffen van het gezantschap lopende over de jaren 1917-1923. In twee dozen van dit consulaatsarchief over 1920 werden nog stukken aangetroffen van het gezantschap over de jaren 1910-1919 en 1920. Het gedeelte van het gezantschapsarchief in deze inventaris beschreven omvatte zes strekkende meter qua ordening te verdelen in drie perioden: vóór 1900, 1900-1910, 1910-1923. De ingekomen brieven en minuten en kopieën van verzonden brieven en telegrammen zijn chronologisch in de agenda's ingeschreven ( Zie inventarisnummers 296 tot en met 301. ) , waarbij per jaar een doorlopende nummering werd gebruikt. Vanaf januari 1900 tot en met december 1905 werd één doorlopende nummering gehanteerd. Vanaf 1 januari 1906 wordt het systeem van de per jaar doorlopende nummering weer ingevoerd, naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken van 19 juli 1905 ( Zie inventarisnummer 14. ) . In de agenda lopende over de periode van 1889 tot 1910 wordt voor de stukken van 1889-januari 1900 een verdeling in een Aen B-serie opgegeven, voorin dit deel ( Zie inventarisnummer 296. ) als volgt omschreven:
Dossiers Naam
A I Personeel Gez. Consul.
A II Protégés
A III Nederl. onderdanen in Rum.
A IV Burgerlijke-stand.
A V Oorlog
A VI Comptabiliteit
B I Berichten politiek. Cijfer
B II Handelsverslagen, Finantien, enz.
B III Aanbestedingen
B IV Ridderorden & Ceremonieel. Munt-en-Bankwezen
B V Uitleveringen
De stukken van 1890 en 1891 waren geordend op zaak, waarbij het jongste stuk werd gebruikt als ordeningekenmerk.
Na 1900 werden de stukken chronologisch geordend, welke ordening ten dele verstoord was geraakt, mogelijk als gevolg van de verschillende verhuizingen o.a. van de gezanten. Zo werden in een doos met stukken betreffende 1910 ook stukken aangetroffen betreffende de jaren 1911, 1912, 1915, 1918 en 1921.
Van 1910-1923 waren de stukken rubrieksgewijze geordend, van 1910-1916 had men binnen de rubrieken zaken gevormd, waarbij men uitging van het oudste stuk. De stukken betreffende de jaren 1916-1921 waren per jaar chronologisch in de rubrieken opgeborgen, vanaf 1919 werden achter deze chronologische stukken nog enkele dossiertjes aangetroffen.
De rubriekenindeling, die men hanteerde van 1910-1923 zag er als volgt uit ( Zie inventarisnummers 297, 299 en 300. ) :
  • A - Hr. Ms. Gezantschap
  • Persoonlijke aangelegenheden
  • Verloven
  • Instructies
  • Cijfer
  • Roemeens Gezantschap te 's-Gravenhage
  • Diplomatieke immuniteiten
  • B - Consulaten
  • Consulaire werkzaamheden
  • Consulair reglement
  • Verloven
  • Juridische kwesties
  • Erfenissen
  • Gerechtelijke stukken
  • Uitleveringen
  • Akten Burgerlijke Stand
  • Krankzinnigen
  • D - Decoraties
  • E - Tractaten, Conferenties
  • Carnegie-Stichting
  • F - Inleidingen
  • G - Doorzendingen
  • H - Handel
  • Industrie
  • Scheepvaart
  • Landbouw
  • Aanbestedingen
  • Visserij
  • J - Nederlanderschap
  • K - Koloniale aangelegenheden
  • L - Varia
  • M - Leger
  • Marine
  • N - Luxemburgers
  • O - Troonrede
  • Begroting Buitenlandse Zaken
  • P - Politieke depeches na 1920: Politieke en economische kwesties
  • Q. - Instructies nopens politieke aangelegenheden Oranjeboek na 1920: Oranjeboek
  • Luchtvaart
  • R - Mededelingen ontrent wetten, reglementen enz. in Nederland, Roemenië en Servië Volkswelvaart na 1920: Paspoorten
  • S - Sanitaire aangelegenheden
  • T - Tentoonstellingen
  • U - Hofaangelegenheden ' s-Gravenhage en Bucarest Ministerie idem - na 1920: Hof aangelegenheden en ceremonieel
  • V - na 1920: Volkenbond
  • Z - na 1920: Inlichtingen omtrent personen
  • Petr. na 1920: Petroleum.
De stukken opgemaakt en ontvangen in verband met de belangenbehartiging voor Oostenrijk-Hongarije in 1916 waren chronologisch geordend, welke ordening ten dele teloor was gegaan.
De archiefstukken zijn voornamelijk gesteld in het Frans en Nederlands en soms in het Duits, Engels en Roemeens. De meeste stukken zijn geschreven, na 1910 worden er meer en meer getypte brieven aangetroffen.
In Roemenië maakte men gebruik van de Juliaanse kalender. Deze verschilde vóór 1900 twaalf dagen met de Gregoriaanse kalender. In 1900 liep dit op tot dertien dagen, in verband met het feit dat men in de Gregoriaanse kalender geen schrikkeldag opnam.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Van een officiële vernietiging uit het gezantschapsarchief is niettegenstaande de vele geconstateerde hiaten niets gebleken.
Aan de hand van de vernietigingslijst van Buitenlandse Zaken van 19 februari/5 april 1960 werden uit dit archief de stukken vernietigd (zie bijlage 4).
Verantwoording van de bewerking
Om van dit archief een logisch en goed bruikbaar geheel te maken werd gekozen voor een uniforme ordening over de gehele periode. Alle losse stukken werden zoveel mogelijk tot zaken samengevoegd volgens de ordening, die voor het archief van 1910-1916 werd toegepast en zo beschreven, in verband met de grote toegankelijkheid van dit archiefgedeelte in vergelijking met de andere gedeelten. Bij de groepering van de zaken tot rubrieken werd gelet op de thans bij het ministerie van Buitenlandse Zaken gebruikelijke decimale onderwerpeindeling, welke aangepast werd aan de specifieke eisen van dit gezantschapsarchief.
De agenda's en de klappers, bij deze ordening nog slechts zeer ten dele als toegang te gebruiken, zijn geplaatst in een afzonderlijke afdeling.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Gezantschap Roemenië, nummer toegang 2.05.28, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Gezantschap Roemenië, 2.05.28, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Bijlage 1 Gezanten van de Nederlandse regering te Boekarest, Roemenië
Van Tot Naam
1880 01-04-1889 J.A. Keun, benoemd bij KB van 4 februari 1880 no. 19 tot zaakgelastigde, ingaande 6 februari 1882 bevorderd tot minister-resident, bij KB van 6 februari 1882 no. 12, ontslagen bij KB van 19 januari 1889 no. 29.
01-04-1889 01-08-1895 Jhr. mr. W.M. van Weede (09-11-1848 tot 23-11-1925), benoemd bij KB van 2 februari 1889 no. 31, overgeplaatst naar Madrid bij KB van 11 juni 1895 no. 29.
01-11-1895 01-11-1896 Jhr. mr. J.C.N. van Eijs van Lienden, benoemd bij KB van 6 augustus 1895 no. 33, ontslagen bij KB van 2 oktober 1896 no. 37.
15-12-1896 01-01-1900 W.A.F. baron Gevers (24-08-1856 tot 1927), benoemd bij KB van 30 november 1896 no. 60, overgeplaatst naar Washington bij KB van 6 december 1899 no.2.
01-01-1900 01-05-1902 Mr. A.M.D. baron Sweerts de Landas Wyborgh (23-04-1862 tot 12-03-1944), benoemd bij KB van 6 december 1899 no. 2, overgeplaatst naar Tokio bij KB van 30 december 1901 no. 124. Tevens geaccrediteerd bij het Hof van Servië.
01-05-1902 15-03-1904 Jhr. mr. R. de Marees van Swinderen (06-10-1860 tot 1955), benoemd bij KB van 30 december 1901 no. 124 overgeplaatst naar Washington bij KB van 8 februari 1904 no. 28.
15-03-1904 19-11-1909 Mr. W.B.R. van Welderen baron Rengers (18-08-1865 -tot 25-12-1930), benoemd tot minister-recident bij KB van 18 februari 1904 no. 28, bevorderd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister bij KB van 23 februari 1907 no. 38. overgeplaatst naar Stockholm, Kopenhagen en Christiania bij KB van 19 november 1909 no. 32. Tevens geaccrediteerd bij het Hof van Servië sinds 6 juli 1906.
dec. 1909 mei 1910 W.A. Royaards, zaakgelastigde a.i.
03-05-1910 15-02-1918 Jhr. dr. C.G.W.F. van Vredenburch (20-10-1874 tot 03-12-1927), zaakgelastigde met de pers o onlijke titel van buitengeween ge z ant en gevolmac h tigd minister, benoemd bij KB van 3 mei 1910 no. 34, zaakgelastigde bij de Hoven van Boekarest en Belgrado, overgeplaatst naar Stockholm bij KB van 15 februari 1918 no. 69.
febr. 1918 jan. 1919 Jhr. G.L. van der Ma e sen de Sombreff, a.i.
18-01-1919 29-12-1923 Dr. Hendrik P.N. Muller van Werendyke (02-04-1859 tot 11?-08-1941), b.g.g.m. aankomst januari 1919 no. 75,
26-04-1919 bevorderd tot b.g.g.m. tweede klasse bij KB van 12 november 1920 no. 139 met ingang van 1 januari 1920, overgeplaatst naar Praag bij KB van 5 december 1923 no. 51.
Bijlage 2 Lijst van Roemeense gezanten geaccrediteerd te 's-Gravenhage
datum overhandiging geloofsbrieven naam gezant rang
10-09-1880 M Mitilineo M-R.
08-02-1883 Th.C. Vacaresoo M-R./BGGM.
15-07-1885 N. Mitilineo BGGM.
05-07-1889 J. Vacaresco BGGM.
01-05-1891 Georce Bengesco (te Brussel) BGGM.
19-08-1898 J.N. Papiniu BGGM.
20-05-1905 E. Mavrocordato BGGM.
16-11-1911 Ch. Mitilineu BGGM.
11-08-1922 Henry Catargi (te Brussel) BGGM.
Verklaring afkortingen:
M-R. = Minister-Resident
BGGM. = Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister
DossiersNaamVanTotNaamdatum overhandiging geloofsbrievennaam gezantrang

Archiefbestanddelen