Terug naar zoekresultaten

2.20.41 Inventaris van de archieven van de NV Cultuuronderneming Way Lima; NV Cultuuronderneming Kedongdong, (1879) 1892-1909 (1914)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.20.41
Inventaris van de archieven van de NV Cultuuronderneming Way Lima; NV Cultuuronderneming Kedongdong, (1879) 1892-1909 (1914)

Auteur

G.S. Rojer

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1985 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Cultuurmaatschappijen Kedongdong-Way Lima
Cultuurmij. Kedongdong-Way Lima

Periodisering

archiefvorming: 1892-1909
oudste stuk - jongste stuk: 1879-1914

Archiefbloknummer

I20539

Omvang

; 243 inventarisnummer(s) 3,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

NV Cultuuronderneming Way Lima NV Cultuuronderneming Kedongdong
Suermondt, W. Wzn.

Samenvatting van de inhoud van het archief

De N.V. Cultuuronderneming Way Lima en Kedongdong zijn respectievelijk in 1892 en 1894 opgericht door de Rotterdamse ondernemer Hendrik Muller Szn. (1819-1898).
De archieven zijn gevormd door de directie in Rotterdam en door de superintendent op Sumatra. Het bevat o.a. bedrijfscorrespondentie en stukken betreffende grondaankoop, exploitatie, de begroting en personele en financiële administratie. Daarnaast documentatie over o.a. de teelt van koffie.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Inleiding
De bekende Rotterdamse ondernemer Hendrik Muller Szn. (1819-1898) ( Hendrik Muller, Een Rotterdams zeehandelaar. Hendrik Muller Szn. (1819-1898), Schiedam, 1977. ) verwierf in zijn laatste levensjaren enige percelen grond in het district Marga Way Lima op Sumatra in de omgeving van de berg Ratai. Om deze percelen te exploiteren richtte hij een aantal cultuurmaatschappijen op om, onder meer, koffie te telen. Van twee van deze maatschappijen is het archief bewaard gebleven. Het betreft de N.V. Cultuuronderneming Way Lima en de N.V. Cultuuronderneming Kedongdong.
N.V. Cultuuronderneming Way Lima
De N.V. Cultuuronderneming Way Lima werd opgericht met een kapitaal, groot f 500.000,-- ingevolge akte van 8 oktober 1892, waarna de bewilliging werd verleend bij Koninklijk Besluit van 17 augustus 1892 nummer 42, ( Staatscourant 17 november 1892. ) met een geldigheidsduur tot 24 oktober 1966. De vennootschap had als doel de exploitatie van een cultuuronderneming alsmede de handel in de produkten die ze opleverde. Het erfpachtsrecht op het perceel waarop de onderneming Way Lima was gevestigd werd verkregen bij besluit van de gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië van 24 oktober 1891, nummer 15. Het erfpachtsrecht begon op 14 januari 1892. De pachtsom per bahoe per jaar bedroeg f 0,20. Het land was bestemd voor de teelt van koffie en cacao. De direkteur van de maatschappij was Hendrik Muller Szn. Na zijn dood in 1898 werd hij opgevolgd door mr. Samuel Muller Hzn. ( Mr. Abm. van der Hoeven, "In Memoriam mr. S. Muller Hz.", in: Rotterdams Jaarboekje, Tweede reeks, vierde jaargang, 1916, p. 3-5. Dr. E. van Rijckevorsel, "Levensbericht van S. Muller Hzn.", in Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, 1916-1917, p. 49-86. ) De commissarissen waren: J.M. Pijnacker Hordijk, P.J. van Houten, P.C. Huyser, H.Th. van Steeden en F. Stoop. Voor het beheer van de onderneming in Nederlandsch-Indië stelde de direktie een superintendent aan, W. Suermondt Wzn., die als gemachtigde optrad. Met de dagelijkse leiding ter plaatse werd een administrateur belast.
Met veel optimisme was men van start gegaan. De goede vooruitzichten leidden zelfs tot de oprichting van een tweede onderneming - Kedongdong - in 1894. Aanvankelijk bestond de aanplant naast koffiesoorten ook uit andere gewassen, doch dit werd later beperkt tot koffieaanplant. Uiteindelijk werd er nagenoeg uitsluitend Liberiakoffie geplant.
De perspektieven op een winstgevend bedrijf werden vanaf de opheffing van Kedongdong in 1901 steeds somberder. De direktie besloot tot kapitaalsuitbreiding door middel van uitschrijvingen van obligaties, maar ook dit leidde niet tot gewenste resultaten. Gedurende nagenoeg de gehele bedrijfsperiode heeft er geen winstuitkering plaats gehad. De onderneming werd ontbonden bij besluit der vergadering van aandeelhouders van 7 augustus 1909. Likwidateur was S. Muller Hzn. te Rotterdam. Alle activa en passiva werden ingebracht in de Lampong Caoutchouc Maatschappij. ( Mrs. Van Nierop & Baak's, Naamloze Vennootschappen, 1909. )
N.V. Cultuuronderneming Kedongdong
De N.V. Cultuuronderneming Kedongdong werd opgericht met een kapitaal groot f 500.000,-- ingevolge akte van 31 december 1894. De bewilliging daarop werd verleend bij Koninklijk Besluit van 29 januari 1895 nummer 19, ( Staatscourant 21 februari 1895. ) met een geldigheidsduur tot 24 oktober 1966. De vennootschap had als doel de exploitatie van het perceel Kedongdong, de verkrijging van rechten op en de exploitatie van andere percelen in de residentie Lampongsche districten. Het erfpachtsrecht werd verkregen bij besluit van de gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië van 2 oktober 1894 nummer 47. De canon bedroeg f 0,20. Het land was bestemd voor de teelt van Java- en Liberiakoffie, gambier, cacao en muskaatnoten. ( Handboek voor Cultuur- en Handelsondernemingen in Nederlandsch-Indië, negende jaargang, 1897, p. 158. )
De direkteur van de maatschappij was Hendrik Muller Szn. Samuel Muller Hzn. volgde hem op na zijn dood in 1898.
De commissarissen waren: J.M. Pijnacker Hordijk, P.C. Huyser, Aug. Jansen, mr. R. Melvil Baron van Lynden en Henry Turing. W. Suermondt Wzn. werd eveneens voor deze onderneming door de direktie aangesteld en belast met het beheer. Een tweede administrateur werd hier met de dagelijkse leiding belast.
Deze onderneming was geen lang leven beschoren. Na de onvermijdelijke ontbinding hiervan in 1901, heeft de N.V. Way Lima de erfpachtsrechten van dit perceel gekocht en de exploitatie daarvan onder de naam Kedongdong voortgezet.
Geschiedenis van het archiefbeheer
In 1942 droeg Hendrik Muller, een kleinzoon van Hendrik Muller Szn., de archieven van deze bedrijven, die onder direktie van zijn familie gestaan hebben, over aan het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief (NEHA). ( Economisch-Historisch Jaarboek, deel 22, 1943, p. 36. ) Daarvan heeft het NEHA een inventaris opgemaakt. ( Economisch-Historisch Jaarboek, deel 22, 1943, p. 374-376. ) Bij de likwidatie van de archiefbewaarplaatsen van dit instituut gingen de archivalia van de cultuurondernemingen Way Lima en Kedongdong over naar het Algemeen Rijksarchief, waarvoor in 1974 een overeenkomst van opneming en bewaring werd opgemaakt. Aan de stukken van beide cultuurondernemingen was een verzameling toegevoegd die als "stukken betreffende de Lampongsche districten" werden betiteld.
Bij nadere beschouwing van de archieven der beide cultuurondernemingen en de "stukken betreffende de Lampongsche districten" bleek, dat deze archiefbescheiden onderling met elkaar in verband stonden. Zij waren alle gevormd door dezelfde archiefvormers, namelijk vader en zoon Muller. Ook werden er particuliere stukken van de Mullers aangetroffen, waarvan het verband met de beide ondernemingen ontbrak. Het archief van de familie Muller bevindt zich in het gemeentearchief in Rotterdam, zodat daar een onderzoek is ingesteld. Hierin werden stukken aangetroffen met kenmerken van de bedrijfscorrespondentie van de cultuurondernemingen Way Lima en Kedongdong. Deze stukken zijn verworven in ruil voor de particuliere stukken in het bedrijfsarchief.
De archieven werden door de direktie te Rotterdam en door de vertegenwoordiging in Nederlandsch-Indië gevormd. Hoewel er één persoon de direktie over beide bedrijven voerde, bleven - vergissingen daargelaten - de archieven van beide ondernemingen gescheiden. Na de overname in 1901 van het perceel Kedongdong door Way Lima, werd de administratie van beide ondernemingen verenigd, zodat het archief van Kedongdong loopt tot 1901. Ook werd een gescheiden financiële administratie bijgehouden, waarvan de uitkomsten echter in één gezamenlijk grootboek werden geregistreerd.
Over het geheel genomen bestaat het grootste deel van het archief uit correspondentie die gevoerd is tussen de direktie in Rotterdam en de vertegenwoordigers in Nederlandsch-Indië. De vertegenwoordigers - superintendent en administrateurs - stuurden een periodieke rapportage over het reilen en zeilen van de beide ondernemingen naar de direktie. Ook zonden zij afschriften van hun correspondentie met derden in Nederlandsch-Indië naar de direktie te Rotterdam. De afschriften van de per post verzonden stukken van de direktie zijn op zeer dun papier vervaardigd, waardoor zij soms moeilijk leesbaar zijn.
De verwerving van het archief
Inbewaringgegeven (door rijk aan gemeente, of andersom)
De verwerving van het archief
Het archief is voor langere tijd in beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking Bij de inventarisatie van de archieven is niet gepoogd om de oorspronkelijke "ordening op jaar" te herstellen. Dit zou betekenen dat de series, die niet op jaar zouden zijn gevormd en de weinige omslagen die om een zakelijke reden waren bijeengehouden, uit elkaar zouden moeten worden gehaald. Bovendien zou de interne ordening van het archief zijn ondoorzichtig karakter behouden. ( Brief van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief aan de gemeentearchivaris van Rotterdam van 16 september 1985 no. D 9.250/GSR. Dit is Gerealiseerd. )
Daarom is bij de beschrijving van de stukken uitgegaan van de series correspondentie, boekhouding en rapporten, zoals die door de direkties in Rotterdam en Nederlandsch-Indië zijn gevormd. Scheidingen in series ingekomen en uitgaande stukken, zoals door de administratie toegepast, zijn gehandhaafd. Stukken, die uit Indië zijn overgekomen als bijlage bij een brief, maar die in aparte series zijn opgeborgen, zijn ook door de inventarisator niet meer bij de brief teruggebracht. De inventarisator is ervan uitgegaan dat de afzonderlijke rapportage, eenmaal in Nederland, een aparte functie in de administratie kreeg. Zo werd zij bij de jaarstukken gepresenteerd, terwijl de begeleidende, soms informele briefwisseling in het kabinet van de direkteur bleef. De aandeelhouders kregen aldus zicht op de bedrijfsadministratie, maar hoefden zich niet met de persoonlijke betrekkingen tussen direkteur en personeel in Indië te bemoeien. Aldus ontstond een complex systeem van series, die de basis vormde voor de indeling van het archief. Bij deze indeling is de financiële administratie van de Nederlandse onderneming niet als een hulpmiddel bij de exploitatie gezien, maar als een zelfstandige hoofdtaak. Tijdens de beschrijving konden de "stukken betreffende de Lampongsche districten", die bleken te bestaan uit een serie brievenboeken en een verzameling ongeordende varia, gemakkelijk in de archieven van de Nederlandse direktie van de cultuurondernemingen Way Lima en Kedongdong worden verwerkt.
Naast die bescheiden die meervoudig werden aangetroffen werden eveneens stukken uit de financiële administratie vernietigd. ( Lijst van vernietigde stukken van Way Lima en Kedongdong. ) Bij elkaar vormde dit 1,3 m., of wel 28,8% van het geheel.
Ordening van het archief
Toen beide archieven in 1942 aan het Nederlands Economisch-Historisch Archief werden overgedragen, was een groot deel van de correspondentie op jaar geordend. In de plaatsingslijst, die toen in het Economisch-Historisch Jaarboek werd gepubliceerd, staan de stukken, die op het eerste gezicht betrekking leken te hebben op financiële administratie, op jaar beschreven. Binnen deze jaarbundels bevonden zich dan afzonderlijke series "brieven, kwitanties en wissels". Daarnaast waren er ook series op afzender geordende correspondentie, met metalen pennen aan elkaar gehecht. Het onderscheid tussen die series was niet altijd even duidelijk. Wel was de scheiding tussen de administratie van de direktie in Nederland en die van de beheerder in Nederlandsch-Indië goed te onderkennen.
De veronderstelling dat de stukken door de administratie uiteindelijk zoveel mogelijk op jaar waren geordend (al zijn er bundels geweest die zich over verscheidene jaren uitstrekten), wordt gerechtvaardigd doordat er over 1904 leemten in de administratie zijn aangetroffen. Mogelijk is een groot deel van de correspondentie over dat jaar verloren gegaan. Door deze uiteindelijke "ordening-op-jaar" kan het voorkomen, dat over de verschillende jaren kleine wijzigingen in de interne seriesplitsingen plaatsvonden. Wellicht kan men hier een verklaring vinden in wisselingen van de administratie, zoals de overname van de cultuurondernemingen door zoon S. Muller Hzn. of het overlijden van W. Suermondt Wzn. als superintendent in Nederlandsch-Indië. Meestal leidde dit tot een andere inkleding van de correspondentie, omdat het onderscheid tussen brief-inhoud en bijlagen niet centraal was voorgeschreven, maar door de correspondenten zelf werd bepaald.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Cultuurmaatschappijen Kedongdong-Way Lima, nummer toegang 2.20.41, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Cultuurmij. Kedongdong-Way Lima, 2.20.41, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen