Terug naar zoekresultaten

2.09.75 Inventaris van archiefbescheiden betreffende het Nieuw Burgerlijk Wetboek van het ministerie van Justitie, (1919) 1947-2005

Het archief bevat stukken betreffende de samenstelling en wijzigingen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek. De depots De Meijere, Staatscommissie NBW, regeringscommissaris Schadee en het archief Fokkema zijn als gedeponeerde archieven bij het archiefblok NBW opgenomen en vormen een onderdeel van de onderhavige inventaris.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.09.75
Inventaris van archiefbescheiden betreffende het Nieuw Burgerlijk Wetboek van het ministerie van Justitie, (1919) 1947-2005

Auteur

PWAA

Versie

08-01-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2008 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Justitie, Nieuw Burgerlijk Wetboek
Justitie / NBW

Periodisering

archiefvorming: 1947-2005
oudste stuk - jongste stuk: 1919-2005

Archiefbloknummer

J7

Omvang

; 2323 inventarisnummer(s) 55,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten. Geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Staatscommissie voor de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving Ministerie van Justitie, Directie Wetgeving

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken betreffende de samenstelling en wijzigingen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek. De depots De Meijere, Staatscommissie NBW, regeringscommissaris Schadee en het archief Fokkema zijn als gedeponeerde archieven bij het archiefblok NBW opgenomen en vormen een onderdeel van de onderhavige inventaris.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Het NBW is een dynamische wet die sinds de invoering van de verschillende boeken al vele malen is aangepast. Om deze dynamiek te stroomlijnen heeft het ministerie van Justitie steeds gebruik gemaakt van adviescommissies. De voornaamste van deze commissies was de Staatscommissie voor de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving die op 13 september 1919 werd ingesteld.
Bij Koninklijk Besluit (KB) van 25 april 1947 kreeg prof. mr. E.M. Meijers de officiële opdracht om een Nieuw Burgerlijk Wetboek te ontwerpen. Het oude stamde uit 1838 en was ondanks tussentijdse wijzigingen verouderd. In 1954 diende Meijers het ontwerp in voor de eerste vier boeken, vergezeld van een uitgebreide toelichting. Na Meijers' dood werd zijn werk voortgezet door J. Drion (1954-1962), F.J. de Jong (1954-1962), J. Eggens (1954-1958), en G. de Grooth (1958-1962).
Voor elk boek kreeg een jurist de opdracht van de regering om een voorontwerp te maken. De voorontwerpen werden gepubliceerd in de z.g. “Groene Boeken” zodat vanuit brede kring op- en aanmerkingen konden worden gemaakt. Het voorontwerp werd op het ministerie van Justitie becommentarieerd en in overleg met de voorontwerpers bewerkt tot regeringsontwerp. Voor de behandeling in de Eerste en Tweede Kamer werd een regeringscommissaris benoemd. Vaak was dat de voorontwerper. Memories van antwoord, gewijzigde ontwerpen en nota’s van wijzigingen werden in samenwerking met de regeringscommissaris door de ambtenaren opgesteld.
Professor mr. H. Schadee werd in 1962 aangewezen voor de bewerking van de onderdelen m.b.t. het zeerecht, Boek 8. Bij KB van 23 april 1976 werd hij aangewezen als regeringscommissaris voor het wetsontwerp tot invoering van boek 8. Deze aanwijzing werd bij KB van 18 november 1988 beëindigd.
Andere regeringscommissarissen waren J.H. Beekhuis die vanaf 1964 werkte aan Boek 5 en K.Wiersma die in de periode 1964-1969 aan Boek 4 werkte. T.J. Dorhout Mees heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het voorontwerp van Boek 7.17.
Het NBW bevat de volgende boeken:
  • 1. Personen- en familierecht
  • 2. Rechtspersonen
  • 3. Vermogensrecht in het algemeen
  • 4. Erfrecht
  • 5. Zakelijke rechten
  • 6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
  • 7. Bijzondere overeenkomsten
  • 7A. Bijzondere overeenkomsten vervolg
  • 8. Verkeersmiddelen en vervoer
De volgorde van de invoering van het NBW is als volgt. In 1970 werd Boek 1 ingevoerd. In 1976 Boek 2, in 1991 Boek 8, Boek 3, 5 en 6 en een deel van Boek 7 per 1 januari 1992. In 2001 volgde nog Boek 4.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief stond bij het ministerie van Justitie aan de Schedeldoekshaven. Het archief viel onder de Directie Wetgeving. Het te bewerken bestand had een omvang van 75 meter. De periode waarover het archief zich uitstrekt, beslaat de jaren (1919) 1947-2005. Door Justitie was een deel van het archief (36 m) al bewerkt. Hiervan was een klassieke inventaris gemaakt, die in deze toegang is geïntegreerd.
De verwerving van het archief
Het archief is in 2008 door Ministerie van Justitie overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 23 van de Archiefwet 1995
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken betreffende de samenstelling en wijzigingen van het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Het gedeelte van het archief dat nog niet bewerkt was, bestond uit diverse onderwerpen. Het betrof zaken als notulen, nota’s, EEG adviezen, rapporten, schriftjes met aantekeningen van de heer Drion, enzovoorts. Het meeste had betrekking op de samenstelling en wijziging van de diverse boeken van het NBW.
Het archief van de Staatscommissie tot wegneming van onjuistheden en aanvulling van leemten in de Nederlandsche Burgerlijke Wetgeving bestond slechts uit notulen. Vanaf 1948 werd deze de Staatscommissie inzake herziening van de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving genoemd.
De depots De Meijere, Staatscommissie NBW, regeringscommissaris Schadee en het archief Fokkema werden als gedeponeerde archieven bij het archiefblok NBW opgenomen.
Selectie en vernietiging
De selectie vond plaats op basis van de selectielijst: Kwaliteit Nederlandse Wetgeving, Staatscourant, 14-2-2007/32.
Bij het archief van prof. mr. H. Schadee behoorden 25 kartonnen dozen waarin de cartotheek van hem was opgeslagen. Deze cartotheek bestaat uit kaartjes waarop aantekeningen van de heer Schadee staan. Justitie gaf aan dat deze cartotheek cultureel-historisch interessant materiaal bevat. Daarom is deze, hoewel vernietigbaar, bewaard gebleven.
Uit het archief is uiteindelijk niets vernietigd.
Tijdens de selectie was de reeds door het ministerie van Justitie opgestelde inventaris (de zogenaamde Tuinstra-inventaris) leidend. Deze inventaris wijkt inhoudelijk op een aantal punten af met de methode van beschrijven die door Project Wegwerken Archief Achterstanden werd gehanteerd. Nadat alle bescheiden in onderhavige inventaris waren beschreven werd door Project Wegwerken Archief Achterstanden geconstateerd dat niet alle dossiers ook fysiek aanwezig waren. Navraag bij de beleidsafdelingen van Justitie leverde niet op. Doordat dossiers ontbreken waren hiaten ontstaan ten opzichte van de oorspronkelijke Justitie inventaris. In overleg met het ministerie van Justitie is toen besloten de beschrijvingen van de bescheiden die niet fysiek aanwezig waren uit de inventaris te verwijderen.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht op dit archief
Verantwoording van de bewerking
De indeling van het Nieuw Burgerlijk Wetboek is leidend geweest voor de structuur van de inventaris. Dat wil zeggen dat elk boek een aparte rubriek vormt. De gedeponeerde archieven zijn achterin de inventaris opgenomen.
De materiële verzorging vond plaats volgens de geldende “Regeling duurzaamheid archiefbescheiden” (Stcrt. 18 september 2001, nr. 180).
Zoals reeds in het voorgaande is vermeld zijn een aantal bescheiden die wel tot onderhavig archief behoren tijdens de bewerking niet aangetroffen. In overleg met het ministerie van Justitie is besloten om deze bescheiden niet in dit inventaris te vermelden.
Alle stukken zijn van nietjes, plakband en overige hechtmiddelen ontdaan en verpakt in zuurvrije omslagen en zuurvrije archiefdozen. Ze zijn daarna genummerd volgens de inventaris. De omslagen en dozen zijn voorzien van etiketten. Van de te vernietigen stukken zijn vernietigingslijsten opgesteld en deze zijn aan het ministerie van XXX overgedragen.
Ordening van het archief
Het archief is geordend volgens het algemeen geldende principe dat stelt dat algemene stukken betreffende de organisatie van de archiefvormer eerst aan de orde komen. Hierop volgt de uitvoering van taken, namelijk het voorbereiden, wijzigen en mede tot stand laten komen van een Nieuw Burgerlijk Wetboek. De gedeponeerde archieven van voorontwerpers, regeringscommissarissen en assistenten zijn hieraan toegevoegd, zodat hun rol in de totstandkoming van het NBW duidelijk wordt.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Justitie, Nieuw Burgerlijk Wetboek, nummer toegang 2.09.75, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Justitie / NBW, 2.09.75, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen